Almachtige God zegt: “bovendien laat Hij bij de uitvoering van Zijn werk ook Zijn wijsheid en almacht zien; Hij laat jullie de inherente waarheid zien in ieder stadium van het werk, zodat jullie precies kunnen zien hoe Gods almacht kan worden verklaard, en vooral precies hoe Gods echtheid kan worden verklaard.”
Gods woorden ‘Je moet weten hoe de hele mensheid zich tot op heden heeft ontwikkeld’ Deel één
Gedurende zesduizend jaar is het gehele werk geleidelijk met de tijd mee veranderd. De verschuiving in het werk heeft plaatsgevonden aan de hand van de omstandigheden in de hele wereld. Gods managementwerk is slechts geleidelijk veranderd volgens de trendmatige ontwikkeling van de mens als geheel; het was niet al vooropgezet bij het begin van de schepping. Voordat de wereld geschapen was, of meteen daarna, had Jehova het eerste stadium van het werk, dat van de wet, nog niet gepland. Ook het tweede stadium van het werk, dat van de genade, of het derde stadium van het werk, dat van de verovering, waarin Hij eerst onder een groep mensen zou werken – sommigen van de nakomelingen van Moab en hierdoor zou Hij het hele universum veroveren, was nog niet gepland. Deze woorden heeft Hij niet gesproken na de schepping van de wereld; deze woorden heeft Hij niet gesproken na Moab, laat staan voor Lot. Al Zijn werk werd spontaan gedaan. Precies zo is Zijn hele 6000 jaren durende managementwerk ontwikkeld. Hij heeft zeker geen plan uitgeschreven, geen grafisch overzicht voor de ontwikkeling van de mens, voordat Hij de wereld schiep. In Zijn werk laat God expliciet zien wat Hij is, Hij pijnigt Zijn hersenen niet over de formulering van een plan. Veel profeten hebben natuurlijk geprofeteerd, maar toch kan er niet gezegd worden dat Gods werk een precieze planning volgde; de profetieën werden gedaan in overeenstemming met Gods eigenlijke werk. Al Zijn werk is het meest actuele werk. Hij voert Zijn werk uit volgens de ontwikkeling van de tijd, en Zijn meest actuele werk volgt de veranderingen van dingen. Voor Hem lijkt de uitvoering van Zijn werk op het toedienen van een medicijn aan een zieke; Hij observeert terwijl Hij Zijn werk doet en Hij werkt aan de hand van Zijn observaties. In ieder stadium van Zijn werk is Hij in staat Zijn overvloedige wijsheid en bekwaamheid tot uitdrukking te brengen. Hij openbaart Zijn overvloedige wijsheid en gezag aan de hand van het werk van dat bepaalde tijdperk en Hij staat alle mensen die door Hem zijn teruggebracht in die tijdperken toe Zijn gehele gezindheid te zien. Hij voorziet in de behoeften van de mens en voert het werk uit dat Hij in ieder tijdperk zou moeten uitvoeren. Hij voorziet in de behoeften van de mens in verhouding tot de mate waarin Satan hen heeft verdorven. Zo was het toen Jehova in het begin Adam en Eva schiep, zodat zij God op aarde zichtbaar konden maken en om Gods getuigen te hebben in de schepping. Maar Eva zondigde nadat zij door de slang was verleid. Adam deed hetzelfde en samen aten zij van de boom van de kennis van goed en kwaad in de tuin. En zo kwam het dat Jehova nog meer werk onder hen moest verrichten. Hij zag hun naaktheid en bedekte hun lichamen met kleding van dierenvellen. Hierna zei Hij tegen Adam: “Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan … totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.” Tegen de vrouw zei Hij: “Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.” En vanaf dat moment heeft Hij hen uit de hof van Eden verbannen en moesten ze buiten de tuin leven, zoals de moderne mens nu op aarde. Toen God de mens in het begin schiep, was het niet Zijn plan de mens na zijn schepping door de slang te laten verleiden en dan zowel de slang als de mens te vervloeken. Hij had zo’n plan helemaal niet; de ontwikkelingen waren gewoon zo dat Hij nieuw werk kreeg in de schepping. Nadat Jehova dit werk onder Adam en Eva had uitgevoerd op aarde, bleef de mensheid zich nog duizenden jaren ontwikkelen, totdat “Jehova zag dat de goddeloosheid van de mens groot was op de aarde en dat alles wat hij in zijn hart overlegde altijd alleen maar slecht was. Toen kreeg Jehova spijt dat Hij de mens op de aarde had gemaakt. Hij was bedroefd in Zijn hart … Maar Noach vond genade in de ogen van Jehova.” Tegen deze tijd had Jehova nog meer nieuw werk, omdat de mensheid die Hij had geschapen te zondig was geworden nadat ze door de slang was verleid. Gezien deze omstandigheden, koos Jehova uit al deze mensen het gezin van Noach en spaarde hen, en Hij voerde het vernietigingswerk van de wereld uit met een zondvloed. Tot op de dag van vandaag is de mensheid doorgegaan met deze ontwikkeling, en wordt ze steeds meer verdorven. Als deze ontwikkeling van de mensheid haar hoogtepunt bereikt, zal dat tevens het einde van de mensheid betekenen. Van het prille begin tot het einde van de wereld is de inherente waarheid van Zijn werk voor ingewijden altijd zo geweest. Op dezelfde manier zal de mens naar zijn soort worden ingedeeld. Het is immers niet zo dat ieder mens voorbeschikt is voor de categorie waartoe hij in het begin behoort, verre van. Mensen worden pas geleidelijk ingedeeld nadat zij een ontwikkelingsproces hebben doorgemaakt. Uiteindelijk zal eenieder die niet volledig gered kan worden aan zijn of haar voorouders worden teruggegeven. Niets van het werk van God onder de mensheid was al voorbereid tijdens de schepping van de wereld. Het waren juist de ontwikkelingen waardoor God Zijn werk onder de mensheid stap voor stap veel realistischer en praktischer kon uitvoeren. Op dezelfde manier heeft Jehova God de slang niet geschapen om de vrouw te verleiden. Dit was niet Zijn specifieke plan, of iets wat Hij opzettelijk vooraf zo had bepaald. Je zou kunnen zeggen dat het onverwacht was. Zo kwam het dat Jehova Adam en Eva uit de hof van Eden heeft verbannen en plechtig heeft verklaard nooit meer een mens te scheppen. Maar Gods wijsheid wordt alleen op deze grond door de mens ontdekt, zoals het punt dat ik eerder aandroeg: “Mijn wijsheid wordt uitgeoefend op basis van Satans intriges.” Hoe verdorven de mens ook werd en hoe de slang hem ook verleidde, Jehova had nog steeds Zijn wijsheid. Daarom heeft Hij sinds de schepping van de wereld nieuw werk ondernomen, en geen van de stappen van dit werk worden ooit herhaald. Satan heeft steeds complotten gesmeed; de mensheid is voortdurend verdorven door Satan, en Jehova God heeft ook voortdurend Zijn wijze werk uitgevoerd. Hij heeft nooit gefaald, en van het moment van de schepping tot nu toe is Hij nooit opgehouden met Zijn werk. Nadat de mensheid door Satan verdorven was, bleef Hij voortdurend onder de mensen werken om Zijn vijand, die de mensheid verderft, te verslaan. Deze strijd duurt voort, van het begin tot aan het einde van de wereld. Met al dit werk heeft Hij de mensheid, die door Satan verdorven is, niet alleen Zijn verlossing laten ontvangen, maar Hij heeft haar ook Zijn wijsheid, almacht en gezag getoond, en uiteindelijk zal Hij de mensheid Zijn rechtvaardige gezindheid laten zien – Hij zal de slechten straffen en de goeden belonen. Tot de dag van vandaag heeft Hij Satan bestreden en is Hij nooit verslagen, want Hij is een wijze God en Zijn wijsheid wordt uitgeoefend op basis van de intriges van Satan. En zo onderwerpt Hij niet alleen alles in de hemel aan Zijn gezag; Hij brengt ook alles op aarde tot rust onder Zijn voetbank, en niet in de laatste plaats, Hij laat de kwaaddoeners die de mensheid binnendringen en lastigvallen onder Zijn tuchtiging vallen. Al het resultaat van het werk komt door Zijn wijsheid. Voor het bestaan van de mensheid had Hij Zijn wijsheid nog nooit geopenbaard, want Hij had geen vijanden in de hemel, op de aarde, of in het hele universum, en er bestonden geen duistere krachten die iets in de natuur binnendrongen. Na het verraad van de aartsengel schiep Hij de mensheid op aarde, en het was omwille van de mensheid dat Hij formeel is begonnen aan Zijn millennialange oorlog met Satan, de aartsengel; een oorlog die in ieder volgend stadium meer verhit raakt. Zijn almacht en wijsheid zijn in ieder van deze stadia aanwezig. Alleen in deze tijd kan alles in de hemel en op aarde Gods wijsheid, almacht en in het bijzonder Gods echtheid zien. Hij voert Zijn werk nu nog steeds op dezelfde realistische manier uit; bovendien laat Hij bij de uitvoering van Zijn werk ook Zijn wijsheid en almacht zien; Hij laat jullie de inherente waarheid zien in ieder stadium van het werk, zodat jullie precies kunnen zien hoe Gods almacht kan worden verklaard, en vooral precies hoe Gods echtheid kan worden verklaard.
Geloven sommige mensen niet dat Judas’ verraad van Jezus was voorbestemd voor de schepping van de wereld? Eigenlijk had de Heilige Geest dit volgens de realiteit van die tijd gepland. Het gebeurde gewoon dat er iemand was die Judas heette, die altijd geld verduisterde. Zo werd hij gekozen om deze rol te spelen en op deze manier van dienst te zijn. Dit is een goed voorbeeld van het gebruikmaken van lokale bronnen. In het begin was Jezus Zich hier niet van bewust; Hij wist het pas toen Judas later werd geopenbaard. Als iemand anders deze rol had kunnen spelen, zou hij dat hebben gedaan in plaats van Judas. Wat voorbeschikt was, werd in feite in diezelfde tijd door de Heilige Geest gedaan. Het werk van de Heilige Geest wordt altijd spontaan gedaan; zodra Hij Zijn werk plant, voert Hij het ook uit. Waarom zeg ik altijd dat het werk van de Heilige Geest realistisch is? Dat het altijd nieuw en nooit oud is, en altijd het meest vers? Zijn werk was niet al gepland toen de wereld werd geschapen; zo is het niet gegaan! In iedere stap van het werk wordt het juiste resultaat behaald voor die periode, en ze staan elkaar niet in de weg. Er zijn veel situaties waarbij de plannen in je hoofd gewoonweg niet opgewassen zijn tegen het meest recente werk van de Heilige Geest. Zijn werk is niet zo eenvoudig als de redeneringen van de mens, maar ook niet zo gecompliceerd als de fantasie van de mens. Het bestaat eruit dat mensen op ieder moment en op iedere plaats in de behoefte van dat moment worden voorzien. Niemand is duidelijker over het wezen van de mens dan Hij, en juist hierom is niets zozeer in staat bij de realistische behoeften van de mens aan te sluiten als Zijn werk. Daarom lijkt het vanuit de mens gezien dat Zijn werk al een aantal millennia vooruit was gepland. Nu Hij te midden van jullie werkt, werkt en spreekt Hij ook op ieder moment en op iedere plaats in overeenstemming met jullie toestand. Als mensen in een bepaalde toestand zijn, spreekt Hij juist die woorden die zij van binnen nodig hebben. Het is als de eerste stap van Zijn werk, de tijd van de tuchtiging. Na de tijd van de tuchtiging legden de mensen een bepaald gedrag aan de dag. Zij waren op een bepaalde manier opstandig en er ontstonden bepaalde positieve omstandigheden, maar ook bepaalde negatieve, en de bovengrens van deze negativiteit bereikte een bepaald niveau. God deed Zijn werk op basis van dit alles en gebruikte deze dingen aldus om een veel beter effect te bereiken voor Zijn werk. Hij voert gewoon Zijn voorziening onder de mensen uit in overeenstemming met hun huidige omstandigheden. Hij voert iedere stap van Zijn werk uit aan de hand van de ware omstandigheden van de mens. De hele schepping is in Zijn handen; zou Hij hen niet kennen? In het licht van de omstandigheden van de mens voert God de volgende stap van het werk dat gedaan moet worden uit, op ieder moment en op iedere plaats. Dit werk was echt niet al duizenden jaren geleden gepland, dat is een menselijke opvatting. Hij werkt terwijl Hij het effect van Zijn werk observeert, en Zijn werk verdiept en ontwikkelt zich voortdurend; Hij observeert de resultaten van Zijn werk en voert vervolgens de volgende stap van Zijn werk uit. Hij gebruikt veel dingen om de overgang geleidelijk te maken en Zijn nieuwe werk door de tijd heen zichtbaar te maken voor de mensen. Dit soort werk kan in de behoeften van de mensen voorzien, want God kent de mensen maar al te goed. Zo voert Hij Zijn werk uit vanuit de hemel. En zo doet ook de vleesgeworden God Zijn werk op dezelfde manier, Hij maakt een plan aan de hand van de realiteit en werkt onder de mensen. Niets van Zijn werk was al voor de schepping van de wereld gepland, of minutieus vooraf beraamd. Tweeduizend jaar na de schepping van de wereld zag Jehova dat de mensheid zo verdorven was geworden dat Hij bij monde van de profeet Jesaja voorspelde dat Hij, nadat het Tijdperk van de Wet ten einde was gekomen, Zijn werk van de verlossing van de mensheid zou uitvoeren in het Tijdperk van Genade. Dat was natuurlijk het plan van Jehova, maar dit plan ontstond ook door de omstandigheden die Hij op dat moment observeerde. Hij had het zeker niet onmiddellijk na de schepping van Adam bedacht. Jesaja deed alleen maar een voorspelling, Jehova begon niet onmiddellijk met de voorbereidingen tijdens het Tijdperk van de Wet. Integendeel, Hij begon met dit werk aan het begin van het Tijdperk van Genade, toen de boodschapper in de droom van Jozef verscheen en hem verlichtte door hem te vertellen dat God vlees zou worden. En zo begon Zijn incarnatiewerk. God heeft Zich niet, zoals de mensen denken, voor Zijn incarnatiewerk voorbereid na de schepping van de wereld; dit werd pas besloten aan de hand van het ontwikkelingsniveau van de mensheid en de stand van Zijn oorlog met Satan.
Als God vlees wordt, daalt Zijn Geest neer op een mens, met andere woorden de Geest van God draagt het vlees. Hij doet Zijn werk op aarde, en in plaats van een aantal afgebakende stappen te doorlopen, is dit werk helemaal onbeperkt. Het werk dat de Heilige Geest in het vlees doet, wordt nog steeds bepaald door de resultaten van Zijn werk, en Hij gebruikt dit om de duur te bepalen van Zijn werk in het vlees. De Heilige Geest laat iedere stap van Zijn werk direct zien; Hij onderzoekt Zijn werk al doende; het is niet zo bovennatuurlijk dat het de menselijke fantasie te boven zou gaan. Het is als het werk van Jehova die de hemel en de aarde en alle dingen heeft geschapen; Hij plande en werkte ook tegelijkertijd. Hij scheidde het licht van het duister en zo ontstonden de ochtend en de avond – dit duurde één dag. Op de tweede dag schiep Hij de lucht, wat ook één dag duurde, en toen schiep Hij de aarde, de zeeën en alle bewoners, wat ook nog één dag duurde. Tot de zesde dag ging dit door, toen God de mens schiep en hem liet heersen over alle dingen op aarde, tot op de zevende dag toen Hij klaar was met de schepping van alle dingen en rustte. God zegende de zevende dag en wees hem aan als een heilige dag. Hij besloot deze dag heilig te maken nadat Hij alle dingen geschapen had, niet voor dat Hij ze had geschapen. Ook dit werk was spontaan uitgevoerd. Hij had niet al voordat Hij alle dingen schiep besloten de wereld in zes dagen te scheppen en te rusten op de zevende dag. Zo liggen de feiten helemaal niet. Dit heeft Hij niet gezegd, en ook niet gepland. Hij heeft in geen geval gezegd dat de schepping van alle dingen op de zesde dag klaar zou zijn en dat Hij op de zevende dag zou rusten. Integendeel, Hij schiep zoals het Hem goed leek. En toen Hij eenmaal klaar was met de hele schepping, was het al de zesde dag. Als Hij al op de vijfde dag klaar was geweest met de hele schepping, zou Hij dus de zesde dag als heilige dag hebben aangewezen. Hij was echter op de zesde dag klaar met de hele schepping, en zodoende werd de zevende dag de heilige dag, wat tot op de dag van vandaag gemeengoed is. Daarom wordt Zijn huidige werk op dezelfde manier uitgevoerd. Hij spreekt en voorziet in jullie behoeften naar jullie omstandigheden. Dat betekent dat de Geest spreekt en werkt naar de omstandigheden van de mens; de Geest waakt over alles en is op ieder moment en op iedere plaats aan het werk. Wat ik doe, zeg, jullie opdraag en schenk, is zonder uitzondering dat wat jullie nodig hebben. Dus niets van mijn werk staat buiten de realiteit; het is allemaal realistisch, want jullie weten allemaal dat “de Geest van God over iedereen waakt.” Als dit allemaal al voor het begin der tijden besloten was, zou het dan niet te zeer bij voorbaat hebben vastgestaan? Je denkt dat God zes hele millennia heeft uitgewerkt en daarbij heeft voorbeschikt dat de mensheid rebellerend, opstandig, bedrieglijk en oneerlijk is, als het hebben van de verdorvenheid van het vlees, de satanische gezindheid, de lust in de ogen en het hebben van haar eigen pleziertjes. Dat was niet voorbeschikt door God, het kwam juist door het verderf van Satan. Sommigen zullen zeggen: “Was Satan dan niet ook in de macht van God? God had voorbeschikt dat Satan de mens op deze manier zou verderven, en daarna voerde Hij Zijn werk onder de mensen uit.” Zou God nu echt Satan hebben voorbeschikt om de mensheid te verderven? Hij wil maar al te graag dat de mensheid een normaal mensenleven kan leiden; zou Hij het leven van de mens lastigvallen? Als dat zo is, zou dan de nederlaag van Satan en de redding van de mensheid geen zinloze inspanning zijn? Hoe kan de opstandigheid van de mensheid nu voorbeschikt zijn? Deze kwam nu juist door Satans verstoringen, hoe kan dat nu door God zijn voorbeschikt? De Satan in Gods macht die jullie begrijpen en de Satan in Gods macht waar ik het over heb, zijn heel verschillend. Volgens jullie bewering dat “God almachtig is, en Satan in Zijn handen,” zou Satan Hem niet verraden. Heb je niet gezegd dat God almachtig is? Jullie kennis is te abstract en niet in lijn met de realiteit; de mens kan nooit Gods gedachten bevatten en evenmin kan de mens Gods wijsheid bevatten. God is almachtig, dat is zeker waar. De aartsengel heeft God verraden omdat God hem aanvankelijk gedeeltelijk gezag heeft gegeven. Dit was natuurlijk onvoorzien, zoals Eva die bezweek voor de verleiding van de slang. Maar hoe Satan zijn verraad ook uitvoert, Hij is niet almachtig zoals God. Zoals jullie al zeiden, Satan is machtig, maar wat hij ook doet, Gods gezag verslaat hem altijd. Dat is de ware betekenis achter de uitspraak “God is almachtig, en Satan is in Zijn handen.” Daarom moet Zijn oorlog met Satan stap voor stap gevoerd worden; en verder plant Hij Zijn werk in reactie op de listen van Satan. Dat wil zeggen dat Hij naar gelang het tijdperk mensen redt en Zijn wijsheid en almacht openbaart. Zo was ook het werk van de laatste dagen niet vóór het Tijdperk van Genade voorbeschikt; het was niet op een of andere geordende wijze voorbeschikt, zoals: ten eerste, zorg ervoor dat de uiterlijke gezindheid van de mens verandert; ten tweede, laat de mens Zijn tuchtiging en beproevingen ontvangen; ten derde, laat de mens de beproeving van de dood ervaren; ten vierde, laat de mens de tijden van liefde voor God ervaren en maak het plan voor een schepsel duidelijk; ten vijfde, laat de mens Gods wil zien en laat hem God helemaal kennen, en voltooi de mens dan. Dit heeft Hij niet allemaal in het Tijdperk van Genade gepland. Hij is hier juist in het huidige tijdperk mee begonnen. Satan is aan het werk, net als God. Satan brengt zijn verdorven gezindheid tot uitdrukking, terwijl God rechtstreeks spreekt en een aantal wezenlijke dingen openbaart. Dit is het werk dat nu gedaan wordt, en lang geleden werd er volgens ditzelfde principe gewerkt nadat de wereld was geschapen.
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
uit ‘De Kerk van Almachtige God’