Almachtige God zegt: “Jullie kunnen proberen je er een voorstelling van te maken: als jullie in die scène zouden figureren, hoe zou de God in jullie hart er dan uitzien? Wat voor emoties maakt dit beeld bij jullie los? Dit is een ontroerend en hartverwarmend beeld.”

We zullen nu beginnen met het verhaal van Adam en Eva. Laten we eerst de Schriftgedeelten lezen.

1. Adam en Eva

Gods gebod aan Adam

Gen. 2:15-17 En Jehova God voerde de mens naar de hof van Eden om die te cultiveren en ervoor te zorgen. En Jehova God gaf het volgende gebod aan de mens: ‘Je mag van iedere boom in de hof eten wat je wilt. Je moet alleen niet eten van de boom van de kennis van goed en kwaad, want zodra je daarvan eet, zul je sterfelijk worden.’

Hebben jullie iets uit deze verzen gehaald? Wat voor gevoel hebben jullie bij dit Schriftgedeelte? Waarom werd “Gods gebod aan Adam” uit de Schrift gelicht? Heeft elk van jullie nu een momentopname van God en Adam in gedachten? Jullie kunnen proberen je er een voorstelling van te maken: als jullie in die scène zouden figureren, hoe zou de God in jullie hart er dan uitzien? Wat voor emoties maakt dit beeld bij jullie los? Dit is een ontroerend en hartverwarmend beeld. Hoewel alleen God en de mens erin voorkomen, is de intimiteit tussen hen erg benijdenswaardig: Gods overvloedige liefde wordt gratis aan de mens geschonken en omgeeft de mens; de mens is naïef en onschuldig, zonder last en zonder zorgen en leeft gelukzalig onder Gods toeziend oog; God toont zorg voor de mens, terwijl de mens onder de bescherming en zegen van God leeft; alle dingen die de mens doet en zegt, zijn nauw en onlosmakelijk met God verbonden.

Jullie kunnen zeggen dat dit het eerste gebod is dat God de mens gaf nadat Hij hem had geschapen. Wat omvat dit gebod? Het omvat Gods wil, maar ook Zijn zorgen over de mensheid. Dit is Gods eerste gebod en het is ook de eerste keer dat God zich zorgen maakt over de mens. Dit betekent dat God een verantwoordelijkheid jegens de mens had vanaf het moment dat Hij hem schiep. Wat is Zijn verantwoordelijkheid? Hij moet de mens beschermen, voor de mens zorgen. Hij hoopt dat de mens Zijn woorden kan vertrouwen en gehoorzamen. Dit is ook de eerste verwachting die God van de mens heeft. Vanuit deze verwachting zegt God het volgende: “Je mag van iedere boom in de hof eten wat je wilt. Je moet alleen niet eten van de boom van de kennis van goed en kwaad, want zodra je daarvan eet, zul je sterfelijk worden.” Deze eenvoudige woorden vormen de uitdrukking van Gods wil. Ze laten ook zien dat Gods hart reeds zorg voor de mens begint te tonen. Van alle dingen was alleen Adam naar Gods beeld gemaakt; Adam was het enige levende wezen dat Gods levensadem bezat; hij kon met God wandelen en met God spreken. Daarom gaf God hem dit gebod. Met dit gebod maakte God heel duidelijk wat de mens kan doen, en wat hij niet kan doen.

In deze paar eenvoudige woorden zien we Gods hart. Maar wat voor hart zien we? Is er liefde in Gods hart? Zit er enige vorm van zorg in? Gods liefde en zorg in deze verzen kunnen niet alleen door mensen worden doorgrond, maar ook goed en werkelijk worden gevoeld. Is dat niet zo? Nu ik deze dingen heb gezegd, denken jullie dan nog steeds dat het slechts een paar eenvoudige woorden zijn? Niet zo eenvoudig, toch? Konden jullie dit eerder ook al zien? Als God persoonlijk deze woorden tegen jou zou zeggen, hoe zou je je dan van binnen voelen? Als je geen menselijke persoon bent, als je hart ijskoud is, zou je niets voelen, zou je geen besef hebben van Gods liefde en niet proberen Gods hart te begrijpen. Maar als je een gewetensvolle, menselijke persoon bent, zou je je anders voelen. Je zou warmte voelen, ervaren dat er voor je wordt gezorgd en je geliefd voelen, en je zou geluk ervaren. Klopt dat? Wanneer je deze dingen voelt, hoe zou je je dan tegenover God gedragen? Zou je je met God verbonden voelen? Zou je God liefhebben en ontzag voor Hem hebben vanuit het diepst van je hart? Zou je hart dichter naar God toe groeien? Hieraan kun je zien hoe belangrijk Gods liefde voor de mens is. Maar nog wezenlijker is dat de mens Gods liefde doorgrondt en begrijpt. Zegt God in feite niet een heleboel soortgelijke dingen in deze fase van Zijn werk? Maar waarderen de mensen van vandaag Gods hart? Kunnen jullie de wil van God waarover ik zojuist heb gesproken, doorgronden? Jullie hebben zelfs geen idee van Gods wil wanneer deze zo concreet, tastbaar en realistisch is. Daarom zeg ik dat jullie geen werkelijke kennis en begrip van God hebben. Is dat niet waar? Dat is alles wat we over dit gedeelte bespreken.

2) God schept Eva

Gen. 2:18-20 En Jehova God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal een hulp voor hem maken die bij hem past.’ Toen vormde Jehova God uit de aardbodem alle dieren op het land en alle vogels in de lucht. Hij bracht ze allemaal bij Adam om te zien hoe hij ze zou noemen. Elk levend wezen kreeg dan ook de naam waarmee Adam het aanduidde. Zo gaf Adam namen aan alle lopende, kruipende en vliegende schepsels. Adam vond zelf echter geen hulp die bij hem paste.

Gen. 2:22-23 En Jehova God bouwde van de rib die Hij uit de man had genomen een vrouw. Hij bracht haar naar de man. Adam zei toen: ‘Zij is van mijn gebeente en van mijn vlees. Zij zal Vrouw worden genoemd, want zij is uit de Man genomen.’

Er staan een paar cruciale zinnen in dit Schriftgedeelte. Onderstreep ze maar: “Elk levend wezen kreeg dan ook de naam waarmee Adam het aanduidde.” Wie gaf dus namen aan alle levende schepsels? Adam, niet God. Deze zin laat de mensheid het volgende zien: God gaf de mens intelligentie toen Hij hem schiep. Dat wil zeggen dat de intelligentie van de mens afkomstig is van God. Dat is zeker. Maar waarom? Ging Adam naar school nadat God Adam had geschapen? Kon hij lezen? Herkende Adam alle dieren nadat God diverse levende schepsels had gemaakt? Vertelde God hem wat hun namen waren? Natuurlijk leerde God hem ook niet hoe hij met de namen van deze schepsels op de proppen moest komen. Dat is de waarheid! Hoe wist hij dan hoe hij deze levende schepsels hun naam moest geven en wat voor namen hij ze moest geven? Dit houdt verband met de vraag wat God aan Adam toevoegde toen Hij hem schiep. De feiten tonen dat toen God de mens schiep, Hij Zijn intelligentie aan hem had toegevoegd. Dit is een cruciaal punt. Hebben jullie allemaal aandachtig geluisterd? Er is een ander belangrijk punt dat voor jullie helder moet zijn: nadat Adam deze levende schepsels hun naam gaf, werden hun namen in Gods vocabulaire opgenomen. Waarom zeg ik dat? Het heeft ook te maken met Gods gezindheid en dat moet ik uitleggen.

God schiep de mens, blies leven in hem en gaf hem ook iets van Zijn intelligentie, Zijn vermogens en wat Hij heeft en is. Nadat God de mens al deze dingen had gegeven, kon de mens bepaalde dingen zelfstandig doen en zelf nadenken. Als wat de mens aandraagt en doet, goed is in de ogen van God, accepteert God dat en grijpt Hij niet in. Als wat de mens doet goed is, zal God dat voor altijd ongemoeid laten. Dus wat geeft de frase “Elk levend wezen kreeg dan ook de naam waarmee Adam het aanduidde.” aan? Er kan uit worden opgemaakt dat God geen wijzigingen aanbracht in de namen van de verschillende levende schepsels. Welke naam Adam ook aan een schepsel gaf, God zei “Ja” en registreerde de naam als zodanig. Gaf God zijn mening? Nee, zeker niet. Dus wat zien jullie hier gebeuren? God gaf de mens intelligentie en de mens gebruikte zijn door God gegeven intelligentie om dingen te doen. Als wat de mens doet positief is in de ogen van God, wordt het zonder enige beoordeling of kritiek door God bevestigd, erkend en aanvaard. Dit is iets wat geen enkele persoon of boze geest of Satan kan doen. Zien jullie hierin een openbaring van Gods gezindheid? Zou een mens, een verdorven mens, of Satan accepteren dat anderen namens hem onder zijn neus dingen zouden doen? Natuurlijk niet! Zouden ze voor hun positie vechten met die persoon of macht die anders is dan zij? Natuurlijk! Als op dat moment een verdorven persoon of Satan bij Adam was geweest, zouden zij beslist hebben afgekeurd wat Adam aan het doen was. Om te bewijzen dat zij zelfstandig kunnen denken en hun eigen unieke inzichten hebben, zouden ze absoluut alles wat Adam deed hebben verworpen: “Wil jij het zo noemen? “Nou, ik ga het niet zo noemen, ik ga het zo noemen; jij hebt het Tom genoemd, maar ik noem het Harry. Ik moet laten zien hoe briljant ik ben.” Wat voor natuur is dit? Is het niet vreselijk arrogant? Maar heeft God zo’n gezindheid? Had God ook maar enige ongebruikelijke bezwaren tegen wat Adam deed? Het antwoord is ondubbelzinnig nee! Uit Gods gezindheid blijkt geen greintje ruziezoekerij, arrogantie of zelfingenomenheid. Dat is hier meer dan duidelijk. Dit is slechts een heel klein ding, maar als je Gods wezen niet begrijpt, als je hart niet probeert te ontdekken hoe God handelt en wat Gods houding is, zul je Gods gezindheid niet kennen en de uitdrukking en openbaring van Gods gezindheid niet gewaarworden. Is dat niet zo? Zijn jullie het eens met wat ik jullie zojuist heb uitgelegd? Als antwoord op Adams daden verkondigde God niet luidkeels: “Je hebt juist gehandeld. Je hebt het goed gedaan. Ik ben het ermee eens.” In Zijn hart keurde God echter goed wat Adam deed en waardeerde Hij dat en juichte het toe. Sinds de schepping is dit het eerste wat de mens op Zijn aanwijzing voor God heeft gedaan. Het was iets wat de mens in plaats van God en namens God deed. In Gods ogen vloeide dit voort uit de intelligentie die Hij aan de mens had geschonken. God beschouwde het als iets goeds, iets positiefs. Wat Adam destijds deed was de eerste manifestatie van Gods intelligentie bij de mens. Vanuit Gods perspectief was het een mooie manifestatie. Wat ik jullie hier wil vertellen is dat Gods doel in het toevoegen van een deel van wat Hij heeft en is en het toevoegen van Zijn intelligentie aan de mens was zodat de mensheid een levend schepsel zou zijn, dat Hem manifesteert. Dat zo’n levend schepsel namens Hem dingen zou doen, was exact waarnaar God had verlangd.

3) God maakt kleren van dierenvellen voor Adam en Eva

Gen. 3:20-21 En Adam gaf zijn vrouw de naam Eva, want zij werd de moeder van al het menselijke leven. Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.

Laten we naar deze derde passage kijken, waarin staat dat de naam die Adam aan Eva gaf, een bepaalde betekenis geeft. Zo is het toch? Hieruit blijkt dat Adam nadat hij geschapen was, zijn eigen gedachten had en veel dingen begreep. Maar voor nu gaan we niet onderzoeken of verkennen wat hij begreep of hoeveel hij begreep, want dit is niet het belangrijkste punt in de derde passage dat ik wil bespreken. Wat is dan wel het belangrijkste punt van de derde passage? Laten we eens kijken naar de regel: “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” Als we vandaag niet communiceren over deze regel uit de Schrift, zullen jullie misschien nooit beseffen wat de bijbetekenissen achter deze woorden zijn. Ik zal eerst een paar aanknopingspunten geven. Gebruik jullie verbeelding en maak jullie een voorstelling van de hof van Eden, met Adam en Eva die daarin leven. God zoekt hen op, maar ze verbergen zich omdat ze naakt zijn. God kan hen niet zien en nadat Hij hen heeft geroepen, zeggen ze: “We durven u niet onder ogen te komen, want ons lichaam is naakt.” Ze durven God niet onder ogen te komen omdat ze naakt zijn. Wat doet Jehova God nu voor hen? In de grondtekst staat: “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” Weten jullie wat God gebruikte om hun kleren te maken? God gebruikte dierenvellen om hun kleren te maken. Oftewel, God maakte een bontjas voor de mens. Dat was het eerste kledingstuk dat God voor de mens maakte. Naar onze huidige maatstaven is een bontjas een exclusief kledingstuk, iets wat niet iedereen zich kan permitteren. Als iemand je vraagt: “Wat was het eerste kledingstuk dat de voorouders van de mensheid droegen?” Dan kun je antwoorden: “Dat was een bontjas.” “Wie maakte deze bontjas?” Je kunt dan antwoorden: “God heeft hem gemaakt!” Dat is het belangrijkste punt: dit kledingstuk is door God gemaakt. Is dat niet opmerkelijk? Hebben jullie daar een beeld bij gekregen, nu ik het zojuist heb beschreven? Jullie zouden in elk geval een globale indruk moeten hebben. Ik vertel jullie dit vandaag niet om jullie te laten weten wat het eerste kledingstuk van de mens was. Waar gaat het dan wel om? Het gaat niet om de bontjas, maar om hoe je kunt weten wat de gezindheid en het wezen en de eigendommen zijn die God openbaarde toen Hij dit deed.

Gezien dit beeld van “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” wat voor rol speelt God dan wanneer Hij bij Adam en Eva is? Wat voor rol heeft God in een wereld met slechts twee mensen? De rol van God? Broeders en zusters uit Hongkong, willen jullie antwoord geven? (De rol van een ouder.) Broeders en zusters uit Zuid-Korea, wat voor rol heeft God volgens jullie? (Hoofd van het gezin.) Broeders en zusters uit Taiwan, wat denken jullie? (De rol van iemand in het gezin van Adam en Eva, de rol van een gezinslid.) Sommigen van jullie denken dat God fungeert als een gezinslid van Adam en Eva, terwijl anderen zeggen dat God fungeert als hoofd van het gezin en weer anderen als een ouder. Dat klopt allemaal. Maar waar doel ik op? God schiep deze twee mensen en behandelde hen als Zijn metgezellen. Als hun enige familie zorgde God voor hun levensonderhoud en voorzag Hij ook in hun basisbehoeften. Hier fungeert God als een ouder van Adam en Eva. Wanneer God dit doet, ziet de mens niet hoe verheven God is; hij ziet niet Gods opperste superioriteit, Zijn raadselachtigheid en vooral niet Zijn toorn of majesteit. Al wat hij ziet, is Gods nederigheid, Zijn affectie, Zijn zorg voor de mens en Zijn verantwoordelijkheid en aandacht voor hem. Gods houding en de wijze waarop Hij met Adam en Eva omging, lijken op hoe menselijke ouders zorg voor hun eigen kinderen tonen. Ze lijken ook op hoe menselijke ouders hun eigen zoons en dochters liefhebben en zorg en aandacht voor hen hebben – reëel, zichtbaar en tastbaar. In plaats van Zichzelf op een hoogverheven positie te plaatsen, maakte God persoonlijk kleding van dierenvellen voor de mens. Het maakt niet uit of deze bontjas werd gebruikt om hun schaamte te bedekken of hen tegen de kou te beschermen. Kort gezegd, deze kleding die werd gebruikt om het lichaam van de mens te bedekken, was eigenhandig door God gemaakt. God heeft deze niet simpelweg via een gedachte of wonderbaarlijke methodes gecreëerd zoals mensen zich voorstellen, maar Hij heeft op legitieme wijze iets gedaan waarvan de mens denkt dat God dat niet zou kunnen en moeten doen. Dit is wellicht iets eenvoudigs waarvan sommigen zelfs kunnen denken dat het niet de moeite waard is om te noemen. Hierdoor kunnen echter allen die God volgen, maar voorheen allemaal vage ideeën over Hem hadden, een inzicht in Zijn waarachtigheid en beminnelijkheid krijgen en Zijn trouwe en nederige natuur waarnemen. Het zorgt ervoor dat onuitstaanbaar arrogante mensen die denken dat ze hoog verheven zijn, hun verwaande hoofd schaamtevol buigen in het licht van Gods waarachtigheid en nederigheid. Dankzij Gods waarachtigheid en nederigheid kunnen mensen tevens zien hoe beminnelijk Hij is. Daarentegen is de immense God, de beminnelijke God en de almachtige God in de harten van mensen heel klein, onaantrekkelijk en niet in staat om ook maar aan één klap weerstand te bieden. Wanneer je dit vers ziet en dit verhaal hoort, kijk je dan neer op God, omdat Hij zoiets heeft gedaan? Voor sommige mensen geldt dat misschien, maar voor anderen is het precies andersom. Zij zullen denken dat God waarachtig en beminnelijk is, en het is nu juist Gods waarachtigheid en beminnelijkheid die hen raakt. Hoe meer zij de ware kant van God ontdekken, hoe meer zij de ware aanwezigheid van Gods liefde en het belang van God in hun hart kunnen doorgronden, en hoe Hij op elk moment naast hen staat.

Nu is het moment gekomen om een koppeling met het heden te maken. God kon deze verschillende kleine dingen doen voor de mensen die Hij in het allereerste begin schiep, zelfs dingen waaraan mensen nooit zouden durven denken of die ze nooit zouden verwachten. Kan God zulke dingen dan ook doen voor de mensen van vandaag? Sommige mensen zeggen: “Ja!” Waarom zeggen ze dat? Omdat Gods wezen niet namaak is, Zijn beminnelijkheid is niet namaak. Omdat Gods wezen werkelijk bestaat en niet iets is wat door anderen is toegevoegd, en zeker niet iets wat wijzigt wanneer tijd, plaats en tijdperken veranderen. Gods waarachtigheid en beminnelijkheid kunnen werkelijk tot uiting komen door iets te doen waarvan mensen denken dat het nietszeggend en onbetekenend is, iets zo kleins waarvan mensen zelfs niet denken dat Hij dat ooit zou doen. God heeft geen pretenties. Er is geen overdrijving, vermomming, trots of arrogantie in Zijn gezindheid en wezen. Hij schept nooit op, maar heeft de mensen die Hij heeft geschapen lief, bekommert zich om hen, zorgt voor hen en leidt hen vanuit trouw en oprechtheid. Het lijdt geen twijfel dat God deze dingen doet, ongeacht de mate waarin mensen dit doorgronden, voelen of zien. Zou de wetenschap dat dit het wezen van God is, invloed hebben op de liefde van mensen voor Hem? Zou het gevolgen hebben voor hun vrees voor God? Ik hoop dat wanneer je de ware aard van God begrijpt je nog dichter naar Hem zult toegroeien en in staat zult zijn Zijn liefde en zorg voor de mensheid nog beter te doorgronden, waarbij je tegelijkertijd ook je hart aan God geeft en niet langer bedenkingen of twijfels jegens Hem hebt. God doet in stilte alles voor de mens door Zijn oprechtheid, trouw en liefde. Maar Hij heeft nooit schroom of spijt bij ook maar iets wat Hij doet, en evenmin heeft Hij het nodig dat iemand Hem op enige wijze terugbetaalt, noch is het Zijn bedoeling dat Hij ooit iets van de mensheid zal verkrijgen. Het enige doel van alles wat Hij ooit heeft gedaan, is dat Hij ware trouw en liefde van de mensheid ontvangt. Laten we het eerste onderwerp hier afsluiten.

Heeft deze bespreking jullie geholpen? Wat heeft het jullie gebracht? (Meer begrip en kennis van Gods liefde.) (Deze manier van bespreken kan ons in de toekomst helpen Gods woord beter te doorgronden, de emoties te bevatten die Hij had evenals de betekenis achter de dingen die Hij zei op het moment dat Hij ze zei, en te ervaren wat Hij destijds voelde.) Ervaren jullie nog meer van Gods feitelijke bestaan na deze woorden te hebben gelezen? Voelen jullie dat Gods bestaan niet langer leeg of vaag is? Wanneer jullie dit gevoel eenmaal hebben, ervaren jullie dan dat God vlak bij jullie is? Misschien is die sensatie nu nog niet duidelijk of kunnen jullie deze nog niet voelen. Maar op een dag, wanneer jullie werkelijk in je hart een diep besef en reële kennis van Gods gezindheid en wezen hebben, zul je ervaren dat God vlak bij je is – je had alleen God nog nooit waarachtig in je hart aangenomen. Dat is de realiteit.

Wat vinden jullie van deze manier van communicatie? Konden jullie het volgen? Vinden jullie deze manier van communiceren over Gods werk en Gods gezindheid erg zwaar? Hoe voelden jullie je? (Heel goed, enthousiast.) Wat maakte dat jullie je goed voelden? Waarom waren jullie enthousiast? (Het was alsof we terugkeerden naar de hof van Eden en weer naast God stonden.) “Gods gezindheid” is voor iedereen eigenlijk een zeer onbekend onderwerp: wat je je doorgaans voorstelt, wat je in boeken leest of tijdens communicaties hoort, geeft je namelijk altijd het gevoel dat je een blinde man bent die een olifant aanraakt – je voelt iets met je handen, maar met je ogen zie je niets. Door iets “met de hand aan te raken” krijg je simpelweg geen basale indruk van de kennis van God, laat staan een duidelijk concept. Wel wordt je verbeeldingskracht erdoor vergroot, zodat je niet exact kunt definiëren wat Gods gezindheid en wezen zijn. In plaats daarvan lijken deze factoren van onzekerheid die uit je verbeelding voortvloeien, je hart altijd met twijfel te vullen. Wanneer je niet zeker over iets kunt zijn en toch probeert het te begrijpen, zullen er altijd tegenstrijdigheden en conflicten in je hart zijn. Soms kan het zelfs een storende factor worden waardoor je je verloren voelt. Is het niet erg pijnlijk wanneer je God wilt zoeken, God wilt leren kennen en Hem duidelijk wilt zien, maar nooit de antwoorden lijkt te kunnen vinden? Uiteraard zijn deze woorden alleen bedoeld voor degenen die ernaar verlangen God te vereren en God tevreden te stellen. Voor mensen die eenvoudigweg geen aandacht aan zulke dingen schenken, maakt dit allemaal niet uit. Zij hopen dat het het beste is dat de werkelijkheid en het bestaan van God een legende of fantasie zijn, zodat ze kunnen doen wat ze maar willen, zodat ze de grootste en belangrijkste kunnen zijn, zodat ze slechte dingen kunnen doen zonder dat daar consequenties aan vast zitten, zodat ze geen straf krijgen of enige verantwoordelijkheid dragen, zodat zelfs de dingen die God over boosdoeners zegt, niet op hen van toepassing zijn. Deze mensen zijn niet bereid Gods gezindheid te begrijpen, zij hebben er geen zin meer in te proberen God en alles wat met Hem te maken heeft, te leren kennen. Zij zouden liever zien dat God niet bestaat. Deze mensen verzetten zich tegen God en zullen worden geëlimineerd.

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

══════════════ ♡♡♡ ════════════

🌻🌻 Gerelateerde aanbevelingen: 


Almachtige God zegt: “Zolang Gods management voor de mensheid heeft bestaan, heeft Hij zich volledig ingezet voor de uitvoering van Zijn werk. Ondanks dat God niet Zijn persoon aan de mens onthult, heeft Hij altijd aan de zijde van de mens gestaan, op de mens ingewerkt, uitdrukking gegeven aan Zijn gezindheid, de hele mensheid geleid met Zijn wezen.”

Vandaag gaan we het over een belangrijk onderwerp hebben. Dit is een onderwerp waar al sinds het begin van Gods werk over wordt gepraat tot nu toe en dat voor iedereen afzonderlijk van wezenlijk belang is. Met andere woorden: dit is een probleem waarmee iedereen in aanraking zal komen tijdens het proces van zijn geloof in God en een probleem dat moet worden aangestipt. Het is een cruciaal, onvermijdelijk probleem waarvan de mensheid zichzelf niet kan bevrijden. Over belang gesproken, wat is het belangrijkste voor elke gelovige in God? Sommige mensen denken dat het begrijpen van Gods wil het allerbelangrijkst is; sommigen geloven dat het belangrijkst is om meer van Gods woorden te eten en te drinken; sommigen hebben het gevoel dat jezelf kennen het belangrijkste is; anderen zijn van mening dat weten hoe je door God redding vindt het belangrijkst is, hoe je God moet volgen en hoe je aan Gods wil moet voldoen. Al deze problemen leggen we vandaag even terzijde. Wat gaan we dan bespreken? We gaan een onderwerp over God bespreken. Is dit het belangrijkste onderwerp voor iedereen? Wat is de inhoud van een onderwerp over God? Dit onderwerp kan uiteraard niet los worden gezien van Gods gezindheid, Gods essentie en Gods werk. Daarom bespreken we vandaag ‘Gods werk, Gods gezindheid, en God zelf’.

Vanaf het moment dat de mens in God ging geloven, heeft hij te maken gehad met onderwerpen als Gods werk, Gods gezindheid en God zelf. Als het over Gods werk gaat, zeggen sommige mensen: “Gods werk wordt voor ons gedaan; we ervaren het elke dag, daarom is het niet onbekend voor ons.” Als ze het hebben over Gods gezindheid, zullen sommige mensen zeggen: “Gods gezindheid is een onderwerp dat we bestuderen, onderzoeken en waar we ons ons hele leven op focussen, het zou bekend voor ons moeten zijn.” Over God zelf zullen sommige mensen zeggen: “God zelf is Degene die we volgen, in Wie we vertrouwen hebben en Degene naar Wie we streven, we zijn dus niet ongeïnformeerd over Hem.” God is sinds de schepping nooit gestopt met Zijn werk. Hij heeft altijd Zijn gezindheid laten zien en heeft verschillende manieren gebruikt om Zijn woord uit te drukken. Tegelijkertijd is Hij nooit gestopt Zichzelf en Zijn essentie uit te drukken naar de mensheid, Zijn wil en wat Hij van de mens eist uit te drukken naar de mens. Vanuit een letterlijk perspectief gezien, zouden deze onderwerpen voor niemand vreemd moeten voorkomen. Voor mensen die God tegenwoordig volgen, zijn Gods werk, Gods gezindheid en God zelf eigenlijk erg onbekend. Hoe komt dat? Als mensen Gods werk ervaren, komen ze ook in contact met God, en waardoor ze het gevoel hebben alsof ze Gods gezindheid begrijpen of een gedeelte daarvan kennen. Daarom denkt de mens niet dat hij vreemd staat tegenover Gods werk of Gods gezindheid. Integendeel, de mens denkt dat hij God heel goed kent en veel van God begrijpt. Maar op basis van de huidige situatie is het begrip van God van veel mensen beperkt tot wat ze in boeken hebben gelezen, begrensd door hun persoonlijke ervaringen, ingeperkt door hun verbeelding en bovenal gelimiteerd tot de feiten die ze met eigen ogen kunnen zien. Dit staat allemaal heel ver van de ware God zelf af. Maar hoe ver is dit ‘ver’? Misschien weet de mens het niet zeker, of misschien heeft hij een beetje een gevoel, een idee. Maar als het over God zelf gaat, staat het begrip van de mens veel te ver af van de essentie van de ware God zelf. Daarom moeten we wel een onderwerp behandelen als ‘Gods werk, Gods gezindheid, en God zelf’ om deze informatie systematisch en specifiek te communiceren.

In feite is Gods gezindheid open voor iedereen en niet verborgen, omdat God nooit enig mens bewust heeft ontweken en nooit bewust heeft geprobeerd Zichzelf te verbergen zodat de mens Hem niet kan kennen of begrijpen. Gods gezindheid is altijd open geweest en heeft altijd elke persoon onbevangen aan kunnen kijken. Tijdens Gods management doet God Zijn werk, kijkt Hij iedereen aan; en Zijn werk wordt gedaan in ieder persoon. Terwijl Hij Zijn werk doet, onthult Hij voortdurend Zijn gezindheid, gebruikt Hij voortdurend Zijn essentie en wat Hij heeft en is om ieder persoon te leiden en deze van het nodige te voorzien. In elk tijdperk en op elk toneel, waarbij het niet uitmaakt of de omstandigheden goed of slecht zijn, is Gods gezindheid altijd open voor elk individu en zijn ook Zijn eigendommen en wezen altijd open voor elk individu, op dezelfde manier als Zijn leven voortdurend en onophoudelijk voorziet voor de mensheid en de mensheid ondersteunt. Ondanks dit alles blijft Gods gezindheid verborgen voor sommigen. Waarom is dat zo? Dat is omdat deze mensen, hoewel ze binnen Gods werk wonen en God volgen, nooit hebben geprobeerd God te begrijpen of God wilden leren kennen, laat staan dichter bij God wilden komen. Voor deze mensen betekent het begrijpen van Gods gezindheid dat hun einde nadert; het betekent dat ze geoordeeld en veroordeeld zullen worden door Gods gezindheid. Daarom hebben deze mensen nooit het verlangen gehad God of Zijn gezindheid te begrijpen; en hebben ze nooit een dieper begrijpen of kennen van Gods wil begeerd. Ze zijn niet van plan Gods wil te begrijpen door bewuste samenwerking. Ze genieten alleen maar altijd en worden nooit moe van het doen van de dingen die ze doen. Ze geloven in de God waarin zij willen geloven. Ze geloven in de God die alleen in hun verbeelding bestaat, de God die alleen in hun gedachten bestaat en geloven in een God die niet van hen gescheiden kan worden in hun dagelijkse leven. Als het gaat om de ware God Zelf, zijn ze volledig afwijzend, zonder het verlangen Hem te begrijpen, Hem in acht te nemen en hebben ze nog minder de bedoeling meer naar Hem toe te groeien. Ze gebruiken de woorden die God uitspreekt alleen maar om zichzelf te verbergen, zichzelf te verpakken. Zij vinden dat ze daardoor al succesvolle gelovigen zijn en mensen zijn met het vertrouwen in God in hun hart. In hun hart worden ze geleid door hun verbeelding, hun opvattingen en zelfs hun persoonlijke definitie van God. Aan de andere kant heeft de ware God Zelf helemaal niets met hun te maken. Want zodra zij de ware God Zelf begrijpen, Gods ware gezindheid begrijpen en begrijpen wat God heeft en is, betekent dit dat hun acties, hun geloof en hun streven veroordeeld zullen worden. Daarom zijn ze niet bereid Gods essentie te begrijpen, en zijn ze terughoudend en niet bereid God actief te zoeken of te bidden om Hem beter te begrijpen, Zijn wil beter te kennen, en Zijn gezindheid beter te begrijpen. Ze zien God liever als iets dat bedacht is, dat leeg en ongrijpbaar is. Ze zouden God liever zien als iemand die precies zo is als zij zich hadden voorgesteld, iemand die naast hen kan staan en altijd voor hen klaarstaat, onuitputtelijk is in Zijn voorzieningen en altijd beschikbaar is. Als zij van Gods genade willen genieten, vragen ze God die genade te zijn. Als ze Gods zegen nodig hebben, vragen ze God die zegen te zijn. Als ze met tegenspoed te kampen krijgen, vragen ze God om hen kracht te geven, hun vangnet te zijn. De kennis van God van deze mensen zit vast in het domein van genade en zegen. Hun begrip van Gods werk, Gods gezindheid en God is ook beperkt tot hun verbeelding en slechts brieven en doctrines. Maar er zijn ook sommige mensen die ernaar verlangen Gods gezindheid te begrijpen, die God Zelf oprecht willen zien, en Gods gezindheid en wat Hij heeft en is werkelijk willen begrijpen. Deze mensen streven de werkelijkheid na van waarheid en Gods redding, en proberen Gods overwinning, redding en vervolmaking te ontvangen. Deze mensen gebruiken hun hart om Gods woord te lezen, gebruiken hun hart om elke situatie en elke persoon, gebeurtenis en ding dat God voor hen heeft geregeld, te waarderen, en bidden en zoeken oprecht. Wat zij het allerliefst willen, is Gods wil kennen en Gods ware gezindheid en essentie kennen. Dit willen ze zodat ze God niet langer beledigen en door hun ervaringen meer van Gods lieflijkheid en Zijn ware kant kunnen zien. Het is bovendien zo dat een oprecht waarachtige God bestaat in hun hart, en opdat God een plaats in hun hart krijgt, zodat ze niet langer leven tussen verbeeldingen, opvattingen of ongrijpbaarheid. Voor deze mensen is de reden dat zij een dringend verlangen hebben om Gods gezindheid en Zijn essentie te begrijpen, dat Gods gezindheid en essentie dingen zijn die de mensheid ooit in zijn ervaringen nodig zou kunnen hebben, dingen die in leven voorzien gedurende hun leven. Als ze Gods gezindheid eenmaal begrijpen, kunnen ze God beter eerbied bewijzen, beter samenwerken met Gods werk, en meer open staan voor Gods wil en kunnen ze hun plicht naar hun beste vermogen vervullen. Dit zijn twee soorten mensen als het gaat over hun houding ten opzichte van Gods gezindheid. De eerste soort wil Gods gezindheid niet begrijpen. Zelfs als ze zeggen dat ze Gods gezindheid willen begrijpen, God Zelf willen leren kennen, willen zien wat God heeft en is en Gods wil oprecht waarderen, diep van binnen zouden ze willen dat God niet bestond. Omdat deze soort mensen God voortdurend ongehoorzaam is en weerstaat, strijden ze met God om positie in hun eigen hart en betwijfelen of zelfs ontkennen ze vaak Gods bestaan. Ze willen niet dat Gods gezindheid of God Zelf een plaats inneemt in hun hart. Ze willen alleen hun eigen verlangens, verbeeldingen en ambities vervullen. Deze mensen geloven misschien in God, volgen God en kunnen ook hun familie en baan opgeven voor Hem, maar ze beëindigen hun kwaadaardige gedrag niet. Sommigen stelen of verkwisten zelfs offergaven, of vervloeken God in stilte, terwijl anderen hun positie kunnen gebruiken om herhaaldelijk over zichzelf te getuigen, zichzelf te vergroten en met God strijden om mensen en status. Ze gebruiken verschillende methodes en maatregelen om te zorgen dat mensen hen aanbidden, proberen voortdurend mensen over te halen en de controle over ze te hebben. Sommigen misleiden mensen zelfs bewust om te denken dat zij God zijn, zodat ze als God behandeld zullen worden. Ze zouden mensen nooit vertellen dat ze verdorven zijn, dat zij ook verdorven en arrogant zijn, en dat zij niet aanbeden moeten worden, en dat, hoe goed ze het ook doen, het allemaal het gevolg is van Gods verhoging en wat ze eigenlijk zouden moeten doen. Waarom zeggen ze deze dingen niet? Omdat ze ten diepste bang zijn hun plaats in het hart van mensen te verliezen. Daarom verhogen zulke mensen God nooit en zullen ze nooit getuigen van God, omdat ze nooit hebben geprobeerd God te begrijpen. Kunnen zij God kennen zonder Hem te begrijpen? Onmogelijk! Daarom verschilt hun mening van die van alle anderen, ook al zijn de woorden in het onderwerp ‘Gods werk, Gods gezindheid, en God Zelf’ nog zo eenvoudig. Voor iemand die God vaak ongehoorzaam is, Hem weerstaat en vijandig tegenover God staat, betekent dit veroordeling; terwijl voor iemand die de werkelijkheid van de waarheid zoekt en vaak voor God verschijnt om Gods wil te zoeken, is dit ongetwijfeld net als een vis in het water. Dus als sommigen van jullie anderen horen praten over Gods gezindheid en Gods werk, krijgen ze hoofdpijn, groeit er weerstand in hun hart en voelen ze zich bijzonder onprettig. Maar er zijn anderen onder jullie die denken: dit onderwerp is precies wat ik nodig heb, omdat dit onderwerp zo goed voor mij is. Het is een deel dat niet mag ontbreken in mijn levenservaring; het is de kern van de zaak, de basis van geloof in God, en iets dat de mensheid beslist niet mag verwerpen. Voor jullie kan dit onderwerp dichtbij en ver weg lijken, onbekend, maar toch vertrouwd. Maar hoe je het ook ervaart, dit is een onderwerp waar iedereen naar moet luisteren, dat iedereen moet kennen en moet begrijpen. Hoe je er ook mee omgaat, hoe je er ook tegenaan kijkt of hoe je het ontvangt, het belang van dit onderwerp mag niet worden genegeerd.

God doet Zijn werk al vanaf het moment dat Hij de mens heeft geschapen. Aanvankelijk was Zijn werk heel eenvoudig, maar ook daarin kwam Zijn wezen en gezindheid tot uitdrukking. Hoewel Gods werk tegenwoordig veel verhevener is, gezien de enorme hoeveelheid concreet werk die Hij stopt in ieder mens die Hem volgt en de belangrijke hoeveelheid woorden die Hij spreekt, is de persoon van God vanaf het begin tot nu verborgen gebleven. Wie heeft ooit de werkelijke persoon van God gezien, zelfs al is Hij, vanaf de tijd van de Bijbelse verhalen tot op de dag van vandaag, twee keer vlees geworden? Heeft iemand, zoals jullie het begrijpen, ooit de werkelijke persoon van God gezien? Nee. Niemand heeft de werkelijke persoon van God gezien, dat wil zeggen niemand heeft ooit Gods Ware Zelf gezien. Hierover is iedereen het eens. Dat wil zeggen, de werkelijke persoon van God, of Gods Geest, blijft verborgen voor de hele mensheid, waaronder Adam en Eva, die Hij heeft geschapen, en waaronder de rechtvaardige Job, die Hij had aanvaard. Zelfs zij konden niet de werkelijke persoon van God zien. Maar waarom verbergt God bewust Zijn werkelijke persoon? Sommige mensen zeggen: “God is bang om mensen schrik aan te jagen.” Anderen zeggen: “God verbergt Zijn werkelijke persoon, omdat de mens daar te klein voor is en God daarvoor te groot; mensen mogen Hem niet zien, anders zullen ze dat met de dood bekopen.” Er zijn ook mensen die zeggen: “God heeft er Zijn handen vol aan om elke dag Zijn werk gedaan te krijgen, mogelijk is Hij niet in de gelegenheid om zich aan de mensen te laten zien. ” Wat jullie ook van mening zijn, ik heb hier een conclusie. Wat is die conclusie? Die conclusie is dat God niet eens wil dat mensen Zijn werkelijke persoon zien. God houdt zich bewust verborgen voor de mensheid. Met andere woorden, het is Gods bedoeling dat mensen niet Zijn werkelijke persoon zien. Dit zou nu voor iedereen duidelijk moeten zijn. Als God Zijn persoon nooit aan iemand heeft laten zien, denken jullie dan dat Gods persoon bestaat? (Hij bestaat.) Natuurlijk bestaat Hij. Het bestaan van Zijn persoon kan echt niet worden ontkend. Maar zijn vragen als ‘hoe groot is Gods persoon’ of ‘hoe ziet Hij eruit’, vragen die de mensheid dient te onderzoeken? Nee. Het antwoord is ontkennend. Als Gods persoon geen onderwerp is dat we dienen te onderzoeken, welke vraag zouden we dan wel in overweging moeten nemen? (Gods gezindheid.) (Gods werk.) Laten we echter, voordat we het gaan hebben over het officiële onderwerp, teruggaan naar waar het net over hadden: Waarom heeft God de mensheid nooit Zijn persoon laten zien? Waarom laat God bewust aan de mensheid Zijn persoon niet zien? Er is maar één reden en dat is: Hoewel de geschapen mens Gods werk duizenden jaren heeft meegemaakt, is er geen enkel mens die Gods werk, Gods gezindheid en Gods wezen kent. Mensen die daar geen kennis van hebben, verzetten zich in de ogen van God tegen Hem, en God laat Zijn persoon niet zien aan mensen die vijandig tegenover Hem staan. Dat is de enige reden waarom God de mensheid nooit Zijn persoon heeft laten zien en waarom Hij bewust Zijn persoon voor hen verbergt. Hebben jullie nu voor jezelf duidelijkheid over het belang van het leren kennen van Gods gezindheid?

Zolang Gods management voor de mensheid heeft bestaan, heeft Hij zich volledig ingezet voor de uitvoering van Zijn werk. Ondanks dat God niet Zijn persoon aan de mens onthult, heeft Hij altijd aan de zijde van de mens gestaan, op de mens ingewerkt, uitdrukking gegeven aan Zijn gezindheid, de hele mensheid geleid met Zijn wezen. Hij heeft altijd met Zijn macht, Zijn wijsheid en Zijn gezag op elk individueel mens ingewerkt, en zo is door Hem het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van de Genade en nu het Tijdperk van het Koninkrijk ontstaan. Hoewel God voor de mens Zijn persoon verbergt, worden Zijn gezindheid, Zijn wezen en eigendommen en Zijn wil zonder enige reserve aan de mens onthuld, zodat de mens die kan zien en ervaren. Met andere woorden, hoewel mensen God niet kunnen zien of aanraken, zijn de gezindheid en het wezen van God waar de mensheid mee in contact heeft gestaan de absolute uitdrukking van God Zelf. Is dat niet de waarheid? Ongeacht volgens welke methode of vanuit welke invalshoek God Zijn werk doet, Hij behandelt mensen altijd met Zijn ware identiteit, waarbij Hij gehoor geeft aan deze ware identiteit in wat Hij doet en wat Hij zegt. Ongeacht vanuit welke positie God spreekt – vanuit de derde hemel, in het vlees of zelfs als gewoon mens – Hij spreekt altijd tot de mens met heel Zijn hart en heel Zijn verstand, zonder enige misleiding en zonder iets achter te houden. Bij de uitvoering van Zijn werk geeft God zonder enige reserve uitdrukking aan Zijn woord en Zijn gezindheid, aan wat Hij is en heeft. Hij wijst de mensheid de weg met Zijn leven, met Zijn wezen en eigendommen. Zo heeft de mens geleefd in het Tijdperk van de Wet – het wiegtijdperk van de mensheid – onder de leiding van de onzichtbare en ontastbare God.

God verscheen voor het eerst in het vlees na het Tijdperk van de Wet, een incarnatie die drieëndertig en een half jaar duurde. Is voor een mens drieëndertig en een half jaar een lang leven? (Nee). Omdat de levensverwachting van mensen meestal langer is dan zo’n dertig jaar, is dit voor een mens niet erg lang. Maar voor de vleesgeworden God is deze periode van drieëndertig en een half jaar erg lang geweest. Hij werd een persoon – een gewoon persoon die Gods werk en opdracht moest uitvoeren. Dit betekende dat Hij het werk moest doen dat een gewoon persoon niet in staat is te doen, terwijl Hij ook nog eens buitengewoon moest lijden, iets waar gewone mensen aan onderdoor gaan. De hoeveelheid lijden die de Heer Jezus heeft ondergaan in het Tijdperk van Genade, van het begin van Zijn werk tot aan het moment dat Hij aan het kruis werd genageld, is iets dat de hedendaagse mens misschien niet persoonlijk kan hebben meegemaakt, maar kunnen jullie je er wel wat bij voorstellen op basis van de Bijbelverhalen? Het doet er niet toe hoeveel details er zijn opgeschreven van deze feiten, uiteindelijk was Gods werk in deze periode vol van lijden en pijn. Voor een verdorven mens is drieëndertig en een half jaar geen lange tijd; een beetje lijden is niet erg. Maar voor de heilige, onberispelijke God, die alle zonden van heel de mensheid moet dragen, en moet eten, slapen en wonen bij deze zondaars, is deze pijn te groot. Hij is de Schepper, de Meester aller dingen en de Heerser over alles, maar toen Hij in de wereld kwam moest Hij de onderdrukking en wreedheid ondergaan van verdorven mensen. Om Zijn werk te vervolmaken en de mensheid uit de ellende te verlossen, moest Hij veroordeeld worden door de mensen, en de zonden van de hele mensheid op zich nemen. Gewone mensen kunnen onmogelijk de mate van Zijn lijden bevatten of begrijpen. Waar staat dit lijden voor? Het laat Gods toewijding aan de mensheid zien. Het staat voor de vernedering die Hij leed en de prijs die Hij betaalde voor de redding van de mensen, om hen te verlossen van hun zonden, en deze fase van Zijn werk te voltooien. Dit betekent ook dat de mens verlost wordt van het kruis door God. Dit is een prijs die betaald is met bloed, met leven, een prijs die schepselen niet kunnen betalen. Het is vanwege het feit dat Hij Gods wezen heeft en uitgerust is met wat God heeft en is, dat Hij dit soort lijden kan dragen en dit soort werk kan doen. Dit is iets dat geen geschapen wezen kan doen in Zijn plaats. Dit is het werk van God gedurende het Tijdperk van Genade en het is een openbaring van Zijn gezindheid. Onthult dit iets van wat God heeft en is? En is het belangrijk dat de mensheid dit te weten komt?

In dat tijdperk hebben de mensen, hoewel ze niet Gods persoon zagen, Gods zondoffer ontvangen en zijn ze door God gered van het kruis. De mensheid is wellicht niet onbekend met Gods werk tijdens het Tijdperk van Genade, maar is men ook bekend met de gezindheid en de wil die God in deze periode tot uitdrukking heeft laten komen? De mens kent slechts de inhoud van Gods werk in de verschillende periodes door diverse kanalen, of kent verhalen over God die plaatsvonden in dezelfde tijd dat God Zijn werk aan het uitvoeren was. Deze details en verhalen zijn hooguit wat informatie of legendes over God en hebben niets te maken met Gods gezindheid en wezen. Dus het doet er niet toe hoeveel verhalen mensen kennen over God, dat wil nog niet zeggen dat zij ook een diep begrip en kennis hebben van Gods gezindheid of Zijn wezen. Net als in het Tijdperk van de Wet, was de kennis van Gods gezindheid en Gods wezen in het Tijdperk van Genade bijna geheel afwezig, ondanks dat de mensen in die tijd intiem contact met de vleesgeworden God hadden en Hem van dichtbij meemaakten.

In het Tijdperk van het Koninkrijk werd God opnieuw vlees, op dezelfde manier als de eerste keer. In deze periode drukt God nog steeds zonder terughoudendheid Zijn woord uit, doet Hij het werk dat Hij op zich heeft genomen en geeft Hij uiting aan wat Hij heeft en is. Tegelijkertijd blijft Hij de ongehoorzaamheid en de onwetendheid van de mensen verdragen. Onthult God niet ook onophoudelijk Zijn gezindheid en geeft Hij niet steeds uiting aan Zijn wil in deze periode van Zijn werk? En dus zijn Gods gezindheid, Zijn wezen en eigendommen, en Zijn wil altijd voor iedereen toegankelijk geweest vanaf de schepping tot aan de huidige tijd. God heeft nooit doelbewust Zijn wezen, Zijn gezindheid, of Zijn wil verborgen. Het is gewoon dat het de mensheid niet interesseert wat God doet, wat Zijn wil is – daarom is het menselijk begrip van God zo meelijwekkend. Met andere woorden, terwijl God Zich als persoon verbergt, steunt Hij de mens ook altijd, en laat Hij openlijk Zijn wil zien, Zijn gezindheid en Zijn wezen, door alle tijden heen. Op een bepaalde manier is Gods persoon ook toegankelijk voor mensen, maar vanwege hun verblindheid en ongehoorzaamheid, kunnen ze Gods verschijning niet zien. En als dit dus zo is, zou het dan niet voor iedereen eenvoudig moeten zijn om Gods gezindheid en God Zelf te begrijpen? Het is erg moeilijk om deze vraag te beantwoorden, nietwaar? Jullie kunnen zeggen dat het makkelijk is, maar er zijn mensen die op zoek zijn naar God, en wie het toch niet echt lukt om Hem te leren kennen of een helder begrip van Hem te krijgen – het blijft voor hen altijd wazig en vaag. Maar als jullie zeggen dat het niet eenvoudig is, dan klopt dat ook niet. Omdat we allemaal al zo lang onderworpen zijn geweest aan Gods werk, zou iedereen door zijn eigen ervaringen, echte momenten van contact met God moeten hebben gehad. Mensen zouden op z’n minst God tot op zekere hoogte ervaren moeten hebben in hun hart, of eerder gebotst moeten hebben met God op een geestelijk niveau, en zo zouden ze zich ten minste perceptief een beetje bewust moeten zijn van Gods gezindheid of enig begrip van Hem krijgen. Vanaf de tijd dat de mens God begon te volgen tot nu heeft de mens veel te veel gekregen, maar vanwege allerlei redenen – het slechte kaliber van de mensen, zijn onwetendheid, rebellie, en verschillende intenties – heeft de mensheid er ook teveel van verloren. Heeft God de mensheid al niet genoeg gegeven? Hoewel God Zijn persoon verbergt voor de mensen, voorziet Hij hen van datgene wat Hij heeft en is, en Hij geeft zelfs Zijn leven; de kennis van de mensheid over God moet niet voor altijd slechts op het huidige niveau blijven. Daarom denk ik dat het nodig is om samen met jullie verder te communiceren over het thema van Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf. Het doel is dat God niet voor niets duizenden jaren Zijn zorg en gedachten over de mens heeft uitgestort, en dat de mensheid Gods wil voor hen echt gaat begrijpen en waarderen. Deze verdieping is bedoeld om mensen een stap voorwaarts te laten zetten in hun kennis van God. Het zal God ook Zijn rechtmatige plaats teruggeven in het hart van de mensen, dat wil zeggen, Hem eer aandoen.

Om Gods gezindheid en God Zelf te begrijpen, moet je met heel weinig beginnen. Maar met het weinige waarvan moet je starten? Ten eerste heb ik een paar hoofdstukken uit de Bijbel opgezocht. Hieronder staan Bijbelverzen vermeld, die allemaal betrekking hebben op het onderwerp Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf. Ik heb deze passages vooral gevonden als naslagmateriaal om jullie te helpen Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf te kennen. Hier zal ik ze met jullie delen om na te gaan wat voor soort gezindheid en wezen God in het verleden via Zijn werk heeft geopenbaard, maar waar mensen geen kennis van hebben. Deze hoofdstukken mogen dan oud zijn, maar het onderwerp dat we communiceren, is iets nieuws wat mensen niet hebben en waarvan ze nog nooit hebben gehoord. Sommigen van jullie kunnen dat wellicht niet vatten – als we Adam en Eva te berde brengen en naar Noach teruggaan, vormt dat dan geen herhaling van zetten? Wat jullie er ook van denken, deze hoofdstukken zijn erg nuttig voor de communicatie van dit onderwerp en kunnen fungeren als onderwijsteksten of materialen uit de eerste hand voor de communicatie van vandaag. Wanneer ik deze communicatie zal beëindigen, zullen jullie begrijpen waarom ik deze gedeelten heb gekozen. Degenen die de Bijbel eerder hebben gelezen, hebben deze paar verzen mogelijk al gezien, maar begrijpen ze wellicht niet werkelijk. Laten we er eerst eens globaal naar kijken, voordat we ze een voor een meer in detail gaan bestuderen.

Adam en Eva zijn de voorouders van de mensheid. Als we karakters uit de Bijbel willen noemen, moeten we bij deze twee beginnen. De volgende is Noach, de tweede voorouder van de mensheid. Zien jullie dat? Wie is het derde karakter? (Abraham.) Kennen jullie allemaal het verhaal van Abraham? Sommigen van jullie kennen het misschien, maar voor anderen is het wellicht niet zo duidelijk. Wie is het vierde karakter? Wie wordt er genoemd in het verhaal over de vernietiging van Sodom? (Lot.) Maar hier wordt niet naar Lot verwezen. Naar wie verwijst dit verhaal? (Abraham.) Het belangrijkste in het verhaal van Abraham is wat Jehova God heeft gezegd. Zien jullie dat? Wie is het vijfde karakter? (Job.) Vertelt God niet een groot deel van Jobs verhaal in deze fase van Zijn werk? Hechten jullie dan ook veel belang aan dit verhaal? Als jullie daar veel belang aan hechten, hebben jullie Jobs verhaal in de Bijbel dan zorgvuldig gelezen? Weten jullie welke dingen Job heeft gezegd, welke dingen hij heeft gedaan? Degenen die het verhaal het meest hebben gelezen: hoe vaak hebben jullie het gelezen? Lezen jullie het vaak? Zusters uit Hongkong, vertel het ons. (Ik heb het al een paar keer gelezen toen we ons in het Tijdperk van de Genade bevonden.) Hebben jullie het sindsdien niet meer gelezen? Zo niet, dan is dat een grote schande. Laat mij jullie dit vertellen: tijdens deze fase van Gods werk heeft Hij Job vele malen genoemd, waarmee Hij uiting geeft aan Zijn bedoelingen. Dat Hij Job vele malen heeft genoemd, maar niet jullie belangstelling heeft gewekt, laat het volgende zien: Jullie vinden het niet belangrijk goede mensen te zijn en mensen die God vrezen en het kwaad mijden. Dat komt omdat jullie genoegen nemen met slechts een globaal beeld van het verhaal van Job dat door God wordt verteld. Jullie vinden het voldoende dat jullie het verhaal zelf begrijpen, maar jullie hechten er geen belang aan te weten wie Job als persoon precies is en jullie proberen de details van Jobs persoonlijkheid niet te begrijpen en evenmin waarom God bij meerdere gelegenheden naar Job verwijst. Als jullie zelfs niet geïnteresseerd zijn in een dergelijke persoon die door God werd geprezen, waar gaat jullie aandacht dan precies naar uit? Als jullie geen belang hechten aan zo’n belangrijke persoon die door God is genoemd en als jullie niet proberen die persoon te begrijpen, wat zegt dan over jullie houding tegenover Gods woord? Is dat niet beklagenswaardig? Bewijst dit niet dat de meesten van jullie zich niet met praktische zaken bezighouden en dat jullie niet allemaal de waarheid najagen? Als je de waarheid zoekt, zul je de benodigde aandacht schenken aan mensen die bij God in de gunst staan en aan de verhalen van de karakters waarover God heeft gesproken. Ongeacht of je het kunt bevatten of tastbaar vindt, zul je het snel gaan lezen, proberen het te begrijpen, manieren vinden om het voorbeeld ervan te volgen en naar je beste kunnen handelen. Dat is het gedrag van iemand die naar de waarheid verlangt. Maar feit is dat de meesten van jullie die hier zitten, het verhaal van Job nooit hebben gelezen. Dat zegt wel iets!

Laten we terugkeren naar het onderwerp waar ik het zojuist over had. Dit deel van de Schrift over het oudtestamentische Tijdperk van de Wet betreft hoofdzakelijk verhalen van karakters die ik heb uitgekozen. Het zijn verhalen die bij verreweg de meeste mensen die de Bijbel hebben gelezen, wel bekend zijn. Deze karakters zijn bijzonder representatief. Degenen die hun verhalen hebben gelezen, zijn in staat te ervaren dat het werk dat God aan hen heeft gedaan en de woorden die God tot hen heeft gesproken, tastbaar zijn en voor de mensen van vandaag toegankelijk zijn. Wanneer je deze verhalen en verslagen uit de Bijbel leest, kun je beter begrijpen hoe God destijds Zijn werk verrichtte en met mensen omging. Maar ik gebruik deze hoofdstukken vandaag niet om je de gelegenheid te bieden deze verhalen en de karakters die daarin voorkomen, te doorgronden. Nee, ik doe dat zodat je door de verhalen van deze karakters heen Gods daden en Zijn gezindheid kunt zien, waardoor het eenvoudiger wordt God te leren kennen en te begrijpen, Zijn ware aard te ontdekken, je verbeelding een halt toe te roepen, je opvattingen over Hem aan de kant te schuiven en een eind te maken aan je geloof dat omgeven wordt door vaagheid. Wanneer je zonder fundament tracht inzicht te krijgen in Gods gezindheid en probeert God Zelf te begrijpen en te leren kennen, kun je je vaak hulpeloos en machteloos voelen en niet weten waar je moet beginnen. Daarom kwam ik op het idee om deze methode en aanpak te hanteren zodat je God beter begrijpt, Gods wil meer op authentieke wijze doorgrondt en Gods gezindheid en God Zelf leert kennen, en werkelijk voelt dat God bestaat en Zijn wil voor de mensheid doorgrondt. Hebben jullie daar geen baat bij? Wat voelen jullie nu in jullie hart wanneer jullie opnieuw naar deze verhalen en Schriftgedeelten kijken? Denken jullie dat deze Schriftgedeelten die ik heb uitgekozen, overbodig zijn? Ik moet opnieuw benadrukken wat ik jullie zojuist heb verteld: dat ik jullie de verhalen van deze karakters laat lezen, heeft als doel jullie te helpen te bevatten hoe God Zijn werk aan mensen verricht en wat Zijn houding jegens de mensheid is. Waardoor kunnen jullie dit begrijpen? Door het werk dat God in het verleden heeft gedaan, in combinatie met het werk dat God op dit moment doet om jullie te helpen de verschillende dingen die op Hem betrekking hebben, te begrijpen. Deze verschillende dingen zijn reëel en moeten gekend en doorgrond worden door degenen die God willen leren kennen.

We zullen nu beginnen met het verhaal van Adam en Eva. Laten we eerst de Schriftgedeelten lezen.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈•✼

🌷🌷 Meer bekijken: Wanneer komt Heer Jezus terug 

Almachtige God zegt: “Binnen de individuele harten van deze mensen is een sterk verlangen om door God te worden beproefd, om Gods rechtvaardige gezindheid te zien terwijl men wordt beproefd, om een zuiverder liefde te bereiken, en tegelijkertijd in staat te zijn God echter te begrijpen en te kennen.”

Vijf soorten mensen

Voorlopig zal ik onze communicatie over de rechtvaardige gezindheid van God hiermee laten eindigen. Vervolgens zal ik Gods volgelingen indelen in verschillende categorieën, afhankelijk van hun begrip van God en hun kennis van en ervaring met Zijn rechtvaardige gezindheid, zodat jullie het stadium kennen waar je op dit moment toe behoort evenals jullie huidige gestalte. Wat betreft hun kennis van God en hun begrip van Zijn rechtvaardige gezindheid, kunnen de verschillende stadia en gestaltes die mensen innemen over het algemeen in vijf typen worden verdeeld. Dit onderwerp is gebaseerd op het kennen van de unieke God en Zijn rechtvaardige gezindheid; Wanneer jullie de volgende inhoud lezen, moeten jullie daarom zorgvuldig proberen om erachter te komen hoeveel begrip en kennis jullie hebben met betrekking tot Gods uniekheid en Zijn rechtvaardige gezindheid, en dit dan gebruiken om te beoordelen in welk stadium jullie echt thuishoren, hoe groot jullie gestalte werkelijk is, en welk type persoon jullie echt zijn.

Het eerste type: de fase van de ingebakerde baby

Wat is een ingebakerde baby? Een ingebakerde baby is een baby die zojuist in deze wereld is gekomen, een pasgeboren baby. Op dat moment zijn mensen op hun kleinst en meest onvolwassen.

Mensen in deze fase bezitten in wezen geen besef of bewustzijn van zaken betreffende het geloof in God. Ze zijn verbijsterd en onwetend over alles. Deze mensen hebben misschien al heel lang of helemaal niet lang in God geloofd, maar hun verbijsterde en onwetende gesteldheid en hun ware gestalte plaatsen hen in het stadium van een ingebakerde baby. De precieze definitie van de omstandigheden van een ingebakerd kind is als volgt: hoe lang zo’n soort persoon ook in God heeft geloofd, hij zal altijd warrig, verward en eenvoudig denken; hij weet niet waarom hij in God gelooft, noch weet hij wie God is, noch kan hij God identificeren. Hoewel hij God volgt, is er geen exacte definitie van God in zijn hart, en kan hij niet bepalen of wie hij volgt, God is, laat staan of hij echt in God moet geloven en Hem moet volgen. Dit is de ware toestand van dit type mens. De gedachten van deze mensen zijn vertroebeld en eenvoudig gezegd bestaat hun geloof uit verwarring. Ze zijn altijd in een gesteldheid van verbijstering en leegte; warrigheid, verwarring en eenvoud is kort samengevat hun gesteldheid. Ze hebben het bestaan van God nooit gezien of gevoeld, en daarom is met hen praten over het kennen van God net zo nuttig als hen een boek laten lezen dat in hiërogliefen is geschreven; zij zullen het niet begrijpen of aannemen. Voor hen is God kennen hetzelfde als het horen van een fantasieverhaal. Terwijl hun gedachten misschien vertroebeld zijn, zijn ze ervan overtuigd dat het kennen van God een totale verspilling van tijd en moeite is. Dit is het eerste type persoon: een ingebakerde baby.

Het tweede type: de fase van de zogende baby

In vergelijking met een ingebakerde baby, heeft dit type persoon enige vooruitgang geboekt. Helaas hebben ze nog steeds geen enkel begrip van God. Ze missen nog steeds een duidelijk begrip van en inzicht in God, en ze zien niet erg duidelijk waarom ze in God zouden moeten geloven, maar in hun hart hebben ze hun eigen doel en heldere ideeën. Ze houden zich niet bezig met de vraag of het juist is om in God te geloven. De doelstelling en het doel dat zij zoeken door geloof in God is om te genieten van Zijn genade, om vreugde en vrede te hebben, om comfortabel te leven, om Gods zorg en bescherming te hebben en om te leven onder Gods zegeningen. Ze houden zich niet bezig met de mate waarin ze God kennen; ze hebben geen drang om begrip van God te zoeken, noch houden ze zich bezig met wat God aan het doen is of wat Hij wil doen. Ze zoeken er slechts blindelings naar zich te verheugen in Zijn genade en meer van Zijn zegeningen te verkrijgen; ze proberen deze honderdvoudig te ontvangen in het huidige tijdperk en het eeuwige leven in het komende tijdperk. Hun gedachten, bestedingen en toewijding, evenals hun lijden, hebben allemaal hetzelfde doel: Gods genade en zegeningen verkrijgen. Ze hebben geen aandacht voor iets anders. Dit type personen is er alleen zeker van dat God hen veilig kan bewaren en Zijn genade aan hen kan schenken. Je kunt zeggen dat ze niet geïnteresseerd zijn in en niet erg duidelijk weten waarom God de mens wil redden of welk resultaat God met Zijn woorden en werk wil bereiken. Ze hebben nooit moeite gedaan om Gods wezen en rechtvaardige gezindheid te kennen, noch kunnen ze de interesse daarvoor opbrengen. Ze hebben geen zin om op deze dingen te letten en willen ze ook niet kennen. Ze willen niet vragen naar Gods werk, Gods eisen aan de mens, Gods wil of wat dan ook dat betrekking heeft op God, en het is voor hen te veel gevraagd om naar deze dingen te vragen. Dit komt omdat zij geloven dat deze zaken niets te maken hebben met hun plezier in Gods genade; ze houden zich alleen bezig met een God die genade kan schenken en die gerelateerd is aan hun persoonlijke belangen. Ze hebben helemaal geen interesse in iets anders, en dus kunnen ze de realiteit van de waarheid niet binnengaan, ongeacht hoeveel jaar ze in God hebben geloofd. Zonder dat iemand hen vaak water geeft of voedt, is het voor hen moeilijk om verder te gaan op het pad van het geloof in God. Als ze niet kunnen genieten van hun vroegere vreugde en vrede of Gods genade genieten, zijn ze nogal onderhevig aan terugkrabbelen. Dit is het tweede type persoon: de persoon die leeft in het stadium van het gespeende kind.

Het derde type: de fase van het gespeende kind, ofwel het stadium van het jonge kind

Deze groep mensen heeft een duidelijk bewustzijn. Deze mensen weten dat het genieten van Gods genade niet betekent dat zij zelf echte ervaring bezitten; ze zijn zich ervan bewust dat als ze nooit moe worden van het zoeken naar vreugde en vrede, van het zoeken naar genade, of als ze kunnen getuigen door het delen van hun ervaring van het genieten van Gods genade of door het prijzen van God vanwege de zegeningen die Hij hen heeft geschonken, deze dingen niet betekenen dat ze het leven bezitten, noch dat ze de realiteit van de waarheid bezitten. Beginnend vanuit hun bewustzijn, houden ze op met het koesteren van wilde hoop dat ze louter vergezeld zullen worden door Gods genade; in plaats daarvan, terwijl ze genieten van Gods genade, willen ze tegelijkertijd iets voor God doen; ze zijn bereid om hun plicht te vervullen, om een beetje ontbering en vermoeidheid te doorstaan, om enige mate van samenwerking met God te hebben. Omdat hun streven in hun geloof in God echter te verwaterd is, omdat de individuele intenties en verlangens die ze herbergen te sterk zijn, omdat hun gezindheid te wild arrogant is, is het erg moeilijk voor hen om aan Gods verlangen tegemoet te komen of om loyaal te zijn aan God; daarom kunnen ze hun individuele wensen vaak niet uitvoeren of hun beloften aan God nakomen. Ze bevinden zich vaak in een tegenstrijdige gesteldheid: ze willen God heel graag in de grootst mogelijke mate tevreden stellen, maar toch gebruiken ze al hun macht om zich tegen Hem te verzetten; ze leggen vaak geloften af aan God, maar onttrekken zich snel aan hun eed. Nog vaker bevinden ze zich in andere tegenstrijdige gesteldheden: ze geloven oprecht in God en toch ontkennen ze Hem en alles wat van Hem komt; ze hopen vurig dat God hen zal verlichten, leiden, voorzien en helpen, maar toch zoeken ze hun eigen uitweg. Ze willen God begrijpen en kennen, maar toch zijn ze niet bereid om dicht bij Hem te komen. In plaats daarvan mijden ze God altijd; hun harten zijn gesloten voor Hem. Hoewel ze een oppervlakkig begrip en ervaring hebben van de letterlijke betekenis van Gods woorden en van de waarheid, en een oppervlakkig concept van God en waarheid, kunnen ze onbewust nog steeds niet bevestigen of bepalen of God de waarheid is; ze kunnen niet bevestigen of God echt rechtvaardig is; noch kunnen zij de echtheid van Gods gezindheid en wezen bepalen, laat staan Zijn ware bestaan. Hun geloof in God bevat altijd twijfels en misverstanden, en het bevat ook ideeën en opvattingen. Terwijl ze genieten van Gods genade, ervaren of praktiseren ze ook met tegenzin sommige waarheden waarvan zij geloven dat ze haalbaar zijn, om hun geloof te verrijken, om hun ervaring in het geloof in God te vergroten, om hun begrip van geloven in God te verifiëren, ter bevrediging van hun ijdelheid over het wandelen op het levenspad dat zij zelf hebben ingesteld en het bereiken van een rechtvaardige zaak van de mensheid. Tegelijkertijd doen ze deze dingen ook om hun eigen verlangen naar het verwerven van zegeningen te bevredigen, om een gok te wagen zodat ze grotere zegeningen van de mensheid kunnen dragen, om het ambitieuze streven en de levenslange wens te bereiken om niet te rusten tot zij God verkregen hebben. Deze mensen zijn zelden in staat om Gods verlichting te verkrijgen, want hun verlangen en hun voornemen om zegeningen te ontvangen zijn voor hen te belangrijk. Ze talen er niet naar om dit op te geven en zouden dat ook niet over hun hart kunnen verkrijgen. Ze zijn bang de motivatie om in God te geloven te verliezen zonder het verlangen om zegeningen te krijgen, zonder de lang gekoesterde ambitie om niet te rusten voordat ze God hebben verkregen. Daarom willen ze de realiteit niet onder ogen zien. Ze willen Gods woorden of Gods werk niet onder ogen zien. Ze willen Gods gezindheid of wezen niet onder ogen zien, laat staan dat ze het onderwerp van het kennen van God ter sprake willen brengen. Dit komt omdat wanneer God, Zijn wezen en Zijn rechtvaardige gezindheid hun verbeelding vervangen, hun dromen in rook zullen opgaan; hun zogenaamd pure geloof en ‘verdiensten’, opgespaard door jarenlang nauwgezet werk, zullen verdwijnen en niets meer waard zijn; hun ‘territorium’ dat ze in de loop van de jaren met hun zweet en bloed hebben veroverd, zal op instorten staan. Dit zal betekenen dat hun vele jaren van hard werken en inspanning nutteloos zijn geweest, dat ze opnieuw met niets moeten beginnen. Dit is de moeilijkste pijn voor hen om in hun hart te verdragen, en het is het resultaat dat zij het minst wensen te zien; daarom zijn ze altijd opgesloten in dit soort patstelling en weigeren ze terug te keren. Dit is het derde type persoon: de persoon die leeft in het stadium van het gespeende kind.

De drie soorten mensen die hierboven zijn beschreven – met andere woorden, de mensen die in deze drie stadia leven – hebben geen echt geloof in Gods identiteit en status of in Zijn rechtvaardige gezindheid, noch hebben ze enige duidelijke, definitieve erkenning of bevestiging van deze dingen. Daarom is het erg moeilijk voor deze drie soorten mensen om de realiteit van de waarheid binnen te gaan, en het is ook moeilijk voor hen om Gods genade, verlichting of illuminatie te ontvangen, omdat de manier waarop zij in God geloven en hun verkeerde houding ten opzichte van God het voor Hem onmogelijk maakt om werk in hun harten te verrichten. Hun twijfels, misvattingen en verbeeldingen met betrekking tot God hebben hun geloof en kennis van God overtroffen. Dit zijn drie soorten mensen die erg veel risico lopen en vormen drie zeer gevaarlijke stadia. Wanneer iemand een houding van twijfel houdt tegenover God, Gods wezen, Gods identiteit, de kwestie of God de waarheid is en de echtheid van Zijn bestaan, en niet zeker van deze dingen kan zijn, hoe kan iemand dan alles accepteren wat van God komt? Hoe kan iemand het feit accepteren dat God de waarheid, de weg en het leven is? Hoe kan iemand Gods tuchtiging en oordeel accepteren? Hoe kan iemand Gods redding accepteren? Hoe kan zo iemand Gods ware leiding en voorziening verkrijgen? Degenen die in deze drie fasen verkeren, kunnen zich verzetten tegen God, oordelen over God, God lasteren of God op enig moment verraden. Ze kunnen de ware weg en God op ieder moment verlaten. Je kunt zeggen dat mensen in deze drie stadia in een kritieke periode zitten, want ze zijn niet op het juiste spoor gekomen om in God te geloven.

Het vierde type: de fase van het volwassen wordende kind, ofwel de kindertijd

Nadat iemand is gespeend, dat wil zeggen, nadat men een ruime hoeveelheid genade heeft genoten, begint men te onderzoeken wat het betekent om in God te geloven, om verschillende vragen te willen begrijpen, zoals waarom de mens leeft, hoe de mens moet leven en waarom God Zijn werk aan de mens uitvoert. Wanneer deze onduidelijke gedachten en verwarde gedachtepatronen bij hen naar boven komen en in hen bestaan, ontvangen ze voortdurend bewatering en zijn ze ook in staat om hun plicht te vervullen. Gedurende deze periode hebben ze geen twijfels meer over de waarheid van Gods bestaan, en hebben ze een nauwkeurig begrip van wat het betekent om in God te geloven. Op dit fundament hebben ze een geleidelijke kennis van God en krijgen ze geleidelijk een aantal antwoorden op hun onduidelijke gedachten en verwarde gedachtepatronen over Gods gezindheid en wezen. Wat betreft hun veranderingen in gezindheid en hun kennis van God, beginnen mensen in deze fase het juiste pad te bewandelen en gaan ze een overgangsperiode in. In deze fase beginnen mensen leven te ontvangen. Duidelijke aanwijzingen van het bezit van leven zijn de geleidelijke oplossing van de verschillende vragen met betrekking tot het kennen van God die mensen in hun hart hebben – misverstanden, verbeeldingen, opvattingen en vage definities van God – dat ze niet alleen werkelijk in de echtheid van Gods bestaan geloven en deze kennen, maar dat ze ook een nauwkeurige definitie van God krijgen en in hun hart de juiste plaats voor God hebben, dat waarachtig volgen van God hun vage geloof vervangt. Tijdens deze fase leren mensen geleidelijk hun misvattingen tegenover God en hun verkeerde bezigheden en manieren van geloven kennen. Ze beginnen naar de waarheid te hunkeren, ze hunkeren naar het ervaren van Gods oordeel, kastijding en discipline, hunkeren naar een verandering in hun gezindheid. Ze verlaten geleidelijk alle soorten opvattingen en verbeeldingen van God in deze fase; tegelijkertijd veranderen en corrigeren ze hun onjuiste kennis van God en verkrijgen ze wat correcte fundamentele kennis van God. Hoewel een deel van de kennis waarover mensen in deze fase beschikken niet al te specifiek of nauwkeurig is, laten ze op zijn minst geleidelijk aan hun opvattingen, verkeerde kennis en misverstanden over God varen; ze handhaven niet langer hun eigen opvattingen en fantasieën ten opzichte van God. Ze beginnen te leren hoe dingen op te geven – dingen verkregen uit hun eigen opvattingen, van kennis en van Satan; ze worden bereid om zich te onderwerpen aan correcte en positieve dingen, zelfs aan dingen die voortkomen uit Gods woorden en in overeenstemming zijn met de waarheid. Ze beginnen ook te proberen om Gods woorden te ervaren, persoonlijk Zijn woorden te kennen en uit te voeren, Zijn woorden te accepteren als de beginselen van hun daden en als basis om hun gezindheid te veranderen. Tijdens deze periode accepteren mensen onbewust Gods oordeel en tuchtiging, accepteren ze onbewust Gods woorden als hun leven. Terwijl ze Gods oordeel en tuchtiging accepteren en Gods woorden accepteren, worden ze zich steeds meer bewust en kunnen ze aanvoelen dat de God waar ze in hun hart in geloven werkelijk bestaat. In Gods woorden, hun ervaringen en hun leven, voelen ze steeds meer dat God altijd de leiding heeft gehad over het lot van de mens, de mens heeft geleid en voor de mens heeft voorzien. Door hun omgang met God bevestigen zij geleidelijk aan Gods bestaan. Daarom, voordat ze het beseffen, hebben ze al onbewust ingestemd met en vast geloofd in Gods werk, en hebben ze Gods woorden goedgekeurd. Als mensen eenmaal Gods woorden goedkeuren en Gods werk goedkeuren, verloochenen zij zichzelf onophoudelijk, verloochenen hun eigen opvattingen, verloochenen hun eigen kennis, verloochenen hun eigen fantasieën en proberen tegelijkertijd onophoudelijk te zoeken naar wat de waarheid en wat Gods wil is. De kennis van mensen over God is vrij oppervlakkig tijdens deze periode van ontwikkeling – ze zijn zelfs niet in staat om deze kennis duidelijk uit te drukken in woorden, noch kunnen ze er specifiek over uitweiden – en ze hebben alleen een scherpzinnig begrip; echter, in tegenstelling tot de voorgaande drie fasen, hebben de onvolwassen levens van mensen in deze periode al bewatering en de toevoer van Gods woorden gekregen en zijn ze al begonnen te ontspruiten. Het is als een in de grond begraven zaadje; na het verkrijgen van vocht en voedingsstoffen zal het uit de grond opkomen; zijn ontkiemen vertegenwoordigt de geboorte van een nieuw leven. Met deze geboorte van een nieuw leven kan iemand een glimp opvangen van de indicaties van het leven. Met het leven zullen mensen daardoor groeien. Daarom zal op deze fundamenten – geleidelijk op weg op het juiste pad van het geloof in God, het opgeven van hun eigen opvattingen, het verkrijgen van Gods leiding – het leven van mensen onvermijdelijk stap voor stap groeien. Op welke basis wordt deze groei gemeten? Deze wordt gemeten naar hun ervaring met Gods woorden en hun ware begrip van Gods rechtvaardige gezindheid. Hoewel ze het heel moeilijk vinden om hun eigen woorden te gebruiken om hun kennis van God en Zijn wezen nauwkeurig te beschrijven tijdens deze groeiperiode, is deze groep mensen niet langer subjectief bereid plezier na te streven door het genieten van Gods genade, of om hun doel achter het geloven in God na te streven, namelijk het verkrijgen van Zijn genade. In plaats daarvan zijn ze bereid om te proberen naar Gods woord te leven, om een voorwerp van Gods redding te worden. Bovendien bezitten ze het vertrouwen en zijn ze klaar om Gods oordeel en tuchtiging te accepteren. Dit is het kenmerk van een persoon in de fase van groei.

Hoewel mensen in deze fase enige kennis hebben van Gods rechtvaardige gezindheid, is deze kennis erg vaag en onduidelijk. Terwijl ze dit niet duidelijk kunnen uitwerken, hebben ze het gevoel dat ze intern al iets hebben gewonnen, want ze hebben een zekere mate van kennis en begrip van Gods rechtvaardige gezindheid verkregen door Gods tuchtiging en oordeel; het is echter allemaal tamelijk oppervlakkig en het bevindt zich nog in een elementaire fase. Deze groep mensen heeft een concreet gezichtspunt waarmee ze Gods genade benaderen. Dit gezichtspunt komt tot uiting in de veranderingen van de doelstellingen die zij nastreven en de manier waarop zij deze nastreven. Ze hebben al gezien – in Gods woorden en werk, in allerlei soorten eisen die Hij stelt aan de mens en in Zijn openbaringen van de mens – dat als ze nog steeds de waarheid niet nastreven, als ze nog steeds niet proberen de realiteit na te streven, als ze nog steeds niet proberen God tevreden te stellen en te kennen terwijl zij Zijn woorden ervaren, dat zij dan de betekenis van het geloven in God zullen verliezen. Ze zien dat, hoezeer ze ook genieten van Gods genade, ze hun gezindheid niet kunnen veranderen, God niet tevreden kunnen stellen en Hem niet kunnen kennen, en dat als mensen voortdurend leven onder Gods genade, ze nooit groei zullen bereiken, nooit leven zullen krijgen en nooit in staat zullen zijn om redding te ontvangen. Kortom, als iemand Gods woorden niet echt kan ervaren en God niet door Zijn woorden kan kennen, zal hij eeuwig in de fase van een heel jong kind blijven en nooit een enkele stap voorwaarts nemen in de groei van zijn leven. Als je voor altijd in de fase van een heel jong kind leeft, als je nooit de realiteit van Gods woord binnengaat, als je nooit Gods woord ervaart als je leven, als je nooit het ware geloof en kennis van God bezit, is het dan mogelijk dat je door God compleet gemaakt wordt? Iedereen die de realiteit van Gods woord binnengaat, iedereen die Gods woord als zijn leven aanvaardt, iedereen die begint met het accepteren van Gods tuchtiging en oordeel, iedereen wiens verdorven gezindheid begint te veranderen, en iedereen die een hart heeft dat hunkert naar waarheid, heeft daarom een verlangen om God te kennen, heeft een verlangen om Gods redding te accepteren – deze mensen zijn degenen die echt het leven bezitten. Dit is echt het vierde type persoon, het volwassen wordende kind, de persoon in de fase van de kindertijd.

Het vijfde type: de fase van het volwassen leven, ofwel de volwassen fase

Nadat ze de dribbelfase van de kindertijd hebben meegemaakt, deze groeifase vol herhaalde kenteringen, zijn de levens van mensen al gestabiliseerd, houden hun stappen vooruit niet langer op en is niemand in staat om hen nog te belemmeren. Hoewel het pad dat voor hen ligt nog ruw en ruig is, zijn ze niet langer zwak of angstig; ze struikelen niet langer vooruit en raken niet langer gedesoriënteerd. Hun fundamenten zijn diep geworteld in de echte ervaring van Gods woord. Hun harten zijn aangetrokken door Gods waardigheid en grootheid. Ze hunkeren ernaar om Gods voetstappen te volgen, Gods wezen te kennen, God in Zijn geheel te kennen.

Mensen in deze fase weten al duidelijk in wie ze geloven en ze weten duidelijk waarom ze in God moeten geloven en wat de betekenis is van hun eigen individuele leven; ze weten ook duidelijk dat alles wat God uitdrukt de waarheid is. In hun vele jaren van ervaring beseffen ze dat men zonder Gods oordeel en tuchtiging nooit in staat zal zijn om God tevreden te stellen of te kennen, noch ooit echt in staat zal zijn om voor God te verschijnen. Binnen de individuele harten van deze mensen is een sterk verlangen om door God te worden beproefd, om Gods rechtvaardige gezindheid te zien terwijl men wordt beproefd, om een zuiverder liefde te bereiken, en tegelijkertijd in staat te zijn God echter te begrijpen en te kennen. Degenen die tot deze fase behoren, hebben van de fase van het jonge kind al volledig afscheid genomen, de fase van het genieten van Gods genade en het eten van brood en het gevuld zijn. Ze hebben niet langer de buitenissige hoop dat God hen zal tolereren en hun genade zal betonen; integendeel, zij vertrouwen er op Gods onophoudelijke tuchtiging en oordeel te ontvangen en hopen daarop, om zich zo te scheiden van hun verdorven gezindheid en God tevreden te stellen. Hun kennis van God, hun bezigheden of de uiteindelijke doelen van hun bezigheden: deze dingen zijn allemaal heel duidelijk in hun hart. Daarom hebben mensen in de volwassen fase al volledig afscheid genomen van de fase van vaag geloof, de fase waarin ze vertrouwen op genade voor redding, de fase van het onvolwassen leven dat niet bestand is tegen beproevingen, de fase van vaagheid, de fase van tasten, de fase van vaak geen pad hebben om te bewandelen, de onstabiele periode van afwisselend plotselinge hitte en kou, en de fase waarin men God volgt met toegedekte ogen. Zo iemand ontvangt vaak Gods verlichting en illuminatie en houdt zich vaak bezig met ware omgang en communicatie met God. Men kan zeggen dat mensen die in deze fase leven al een deel van Gods wil begrepen hebben; ze zijn in staat om de principes van de waarheid te vinden in alles wat ze doen; ze weten hoe Gods verlangen te bevredigen. Bovendien hebben ze ook het pad gevonden om God te kennen en zijn ze begonnen te getuigen van hun kennis van God. Tijdens het proces van geleidelijke groei hebben ze een geleidelijk begrip en kennis van Gods wil, van Gods wil in het scheppen van de mensheid, van Gods wil in het beheren van de mensheid; daarnaast hebben zij ook geleidelijk begrip en kennis van Gods rechtvaardige gezindheid als het om de hoofdzaak gaat. Geen enkele menselijke opvatting of verbeelding kan deze kennis vervangen. Hoewel men niet kan zeggen dat iemands leven in de vijfde fase volledig volwassen is en deze persoon niet rechtvaardig of volledig genoemd kan worden, heeft zo iemand al een stap gezet naar de fase van volwassenheid in het leven; zo’n persoon is al in staat om voor God te verschijnen, om oog in oog te staan met Gods woord en oog in oog met God. Omdat zulk soort mensen zoveel van Gods woord hebben ervaren, ontelbare beproevingen hebben meegemaakt en ontelbare voorbeelden van discipline, oordeel en tuchtiging van God hebben ervaren, is hun onderwerping aan God niet relatief maar absoluut. Hun kennis van God is getransformeerd van onderbewuste naar heldere en precieze kennis, van oppervlakkig naar diep, van wazig en vaag naar nauwgezet en tastbaar, en van zwaar geklungel en passief gezoek zijn ze overgegaan naar moeiteloze kennis en proactief getuigen. Men kan zeggen dat mensen in deze fase de realiteit van de waarheid van Gods woord bezitten, dat zij een pad naar vervolmaking zijn ingeslagen zoals dat van Petrus. Dit is het vijfde type persoon, iemand die leeft in een staat van volwassen zijn – de volwassen fase.

14 december 2013

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿

🍒🍒 Mogelijk vindt u dit ook interessant: christelijke apps



Almachtige God zegt: “Hoe maakt God de mens volmaakt? Wat is de gezindheid van God? En wat ligt vervat in Zijn gezindheid?”

Gods woorden ‘Alleen zij die God kennen, kunnen een getuigenis van God afleggen’ | Nederlands 

Het is de wet van de hemel en het principe van de aarde om in God te geloven en God te kennen, en vandaag de dag – in een tijdperk waarin de geïncarneerde God in eigen persoon Zijn werk verricht – is het een bijzonder goede tijd om God te kennen. God tevredenstellen wordt bereikt door te bouwen op het fundament van het begrip van Gods wil, en om Gods wil te begrijpen, is het noodzakelijk om enige kennis van God te hebben. Deze kennis van God is de visie die iemand die in God gelooft moet hebben; het is de basis van het geloof van de mens in God. Als deze kennis afwezig zou zijn, zou het geloof van de mens in God bestaan in een vage gesteldheid, te midden van een lege theorie. Zelfs als het het voornemen is van dergelijke mensen om God te volgen, zullen ze niets winnen. Allen die niets winnen in deze stroom zijn degenen die geëlimineerd zullen worden – zij zijn allemaal profiteurs. Welke stap in Gods werk je ook ervaart, je zou vergezeld moeten zijn van een machtig visioen. Anders zou het moeilijk voor je zijn om elke stap van nieuw werk te accepteren, want het nieuwe werk van God gaat de menselijke verbeeldingskracht te boven, en bevindt zich buiten de grenzen van zijn noties. En dus, zonder een herder om de mens te leiden, zonder een herder om deel te nemen aan gemeenschap over visioenen, is de mens niet in staat om dit nieuwe werk te accepteren. Als de mens geen visioenen kan ontvangen, dan kan hij het nieuwe werk van God niet ontvangen, en als de mens Gods nieuwe werk niet kan gehoorzamen, dan zal de mens niet in staat om Gods wil te begrijpen, en dus zal zijn kennis van God tot niets leiden. Voordat de mens het woord van God uitvoert, moet hij het woord van God kennen, dat wil zeggen, hij moet Gods wil begrijpen; alleen op deze manier kan Gods woord nauwkeurig en naar Gods wil worden uitgevoerd. Dit is iets dat iedereen die de waarheid zoekt moet bezitten, en het is tevens het proces dat iedereen die God probeert te kennen moet ondergaan. Het proces van het leren kennen van het woord van God is het proces van het leren kennen van God, en ook het proces van het leren kennen van het werk van God. Dus verwijst het kennen van visioenen niet alleen naar het kennen van de menselijkheid van de vleesgeworden God, maar omvat het ook het kennen van het woord en het werk van God. Uit het woord van God leren mensen Gods wil begrijpen en uit het werk van God leren ze Gods gezindheid kennen en wat God is. Geloof in God is de eerste stap naar het kennen van God. Het proces van vooruitgang van dit beginnend geloof in God naar het diepste geloof in Hem is het proces van het leren kennen van God en het proces van het ervaren van het werk van God. Als je alleen in God gelooft omwille van het geloof in God, en niet om Hem te kennen, dan is jouw geloof niet werkelijk, en dan kan jouw geloof niet zuiver worden – hierover bestaat geen twijfel. Als, tijdens het proces waarmee hij Gods werk ervaart, de mens geleidelijk aan God leert kennen, dan zal zijn gezindheid geleidelijk veranderen en zal zijn geloof meer en meer werkelijk worden. Op deze manier, wanneer de mens succes bereikt in zijn geloof in God, zal hij God volledig gewonnen hebben. De reden waarom God er alles aan deed om voor de tweede keer vlees te worden en in eigen persoon Zijn werk te doen, was opdat de mens Hem zou kunnen leren kennen en Hem zien. God kennen[a] is het uiteindelijke effect dat bereikt moet worden met de conclusie van Gods werk; het is Gods laatste vereiste aan de mensheid. De reden waarom Hij dit doet is vanwege Zijn laatste getuigenis – zodat de mens zich uiteindelijk en volledig tot Hem kan wenden – daarom doet Hij dit werk. De mens kan alleen van God leren houden door God te kennen, en om God lief te hebben moet hij God kennen. Hoe hij ook zoekt, of wat hij wil bereiken, hij moet in staat zijn om kennis van God te bereiken. Alleen op deze manier kan de mens Gods hart tevreden stellen. Alleen door God te kennen, kan de mens een waar geloof in God hebben, en alleen door God te kennen, kan hij waarachtig God eren en gehoorzamen. Degenen die God niet kennen, zullen nooit tot echte gehoorzaamheid en verering van God komen. God kennen omvat het kennen van Zijn gezindheid, het begrijpen van Zijn wil en weten wat Hij is. Maar welk aspect men ook leert kennen, elk aspect vereist dat de mens een prijs betaalt, en vereist de wil om te gehoorzamen, zonder welke niemand tot het einde zou kunnen blijven volgen. Het werk van God is te onverenigbaar met de opvattingen van de mens, Gods gezindheid en wat God is, zijn te moeilijk voor de mens om te kennen, en alles wat God zegt en doet is te onbegrijpelijk voor de mens; als de mens God wenst te volgen, en toch niet bereid is om Hem te gehoorzamen, dan zal de mens niets winnen. Vanaf de schepping van de wereld tot vandaag, heeft God veel werk gedaan dat onbegrijpelijk is voor de mens en dat de mens moeilijk heeft kunnen accepteren, en God heeft veel gezegd wat de opvattingen van de mens moeilijk te genezen maakt. Maar Hij heeft Zijn werk nooit gestaakt omdat de mens te veel moeilijkheden heeft; integendeel, Hij is doorgegaan met werken en spreken, en hoewel grote aantallen ‘strijders’ langs de kant zijn gevallen, doet Hij nog steeds Zijn werk en blijft Hij zonder onderbreking de ene groep mensen na de andere kiezen die bereid zijn om zich aan Zijn nieuwe werk te onderwerpen. Hij heeft geen medelijden met die gevallen ‘helden’, maar in plaats daarvan koestert Hij hen die zijn nieuwe werk en woorden accepteren. Maar tot welk doel werkt Hij, stap voor stap, op deze manier? Waarom verwerpt Hij altijd sommige mensen en verkiest Hij andere? Waarom gebruikt Hij altijd zo’n methode? Het doel van Zijn werk is de mens toestaan Hem te kennen en zo door Hem te worden gewonnen. Het principe van Zijn werk is om te werken aan diegenen die in staat zijn om zich te onderwerpen aan het werk dat Hij vandaag doet, en niet om te werken aan diegenen die zich onderwerpen aan Zijn werk uit het verleden, terwijl zij zich verzetten tegen het werk dat Hij vandaag doet. Dit is de reden waarom Hij zoveel mensen heeft geëlimineerd.

De effecten van de les van het leren kennen van God kunnen niet binnen een of twee dagen worden bereikt: de mens moet ervaringen opdoen, lijden ondergaan en ware onderwerping bereiken. Begin allereerst met het werk en de woorden van God. Het is noodzakelijk dat je begrijpt wat is vervat in de kennis van God, hoe deze kennis te bereiken en hoe God te zien in je ervaringen. Dit is wat iedereen moet doen als ze God nog moeten leren kennen. Niemand kan het werk en de woorden van God in één keer begrijpen en niemand kan in korte tijd kennis opdoen van Gods totaliteit. Er is een noodzakelijk proces van ervaring, zonder welke niemand God zou kunnen kennen of Hem echt zou kunnen volgen. Hoe meer werk God doet, hoe meer de mens Hem kent. Hoe meer het werk van God op gespannen voet staat met de opvattingen van de mens, hoe meer de kennis van de mens over Hem wordt vernieuwd en verdiept. Als het werk van God voor altijd zou vaststaan en onveranderd zou blijven, dan zou de mens maar geringe kennis van Hem hebben. Tussen de schepping en het heden, wat God deed tijdens het Tijdperk van de Wet, wat Hij deed tijdens het Tijdperk van Genade, en wat Hij doet gedurende het Tijdperk van het Koninkrijk, moeten deze visioenen voor jullie volkomen helder zijn. Jullie moeten het werk van God kennen. Pas toen hij Jezus volgde, ging Petrus langzamerhand veel van het werk dat de Geest in Jezus deed, begrijpen. Hij zei: “Vertrouwen op de ervaringen van de mens is niet genoeg om volledige kennis te verkrijgen; er moeten veel nieuwe dingen uit het werk van God voortkomen om ons te helpen Hem te kennen.” In het begin geloofde Petrus dat Jezus iemand was die door God gezonden was, als een apostel, en zag hij Jezus niet als de Christus. Op dat moment, toen hij Jezus begon te volgen, vroeg Jezus hem: “Simon, zoon van Jona, zul je mij volgen?” Petrus zei: “Ik moet Hem volgen die door de hemelse Vader is gezonden. Ik moet Hem erkennen die is gekozen door de Heilige Geest. Ik zal u volgen.” Uit zijn woorden kan worden afgeleid dat Petrus eenvoudigweg geen kennis van Jezus had; hij had de woorden van God ervaren, zichzelf aangepakt en ontbering geleden voor God, maar hij had geen kennis van het werk van God. Na een periode van ervaring zag Petrus in Jezus veel van de daden van God, hij zag de schoonheid van God en hij zag veel van Gods wezen in Jezus. Zo zag hij ook dat de woorden die Jezus sprak niet door een mens gesproken hadden kunnen zijn en dat het werk van Jezus niet door een mens gedaan had kunnen worden. In Jezus’ woorden en daden zag Petrus bovendien veel van de wijsheid van God en veel werk van een goddelijke natuur. Tijdens zijn ervaringen leerde hij niet alleen zichzelf kennen, maar hij lette goed op elke handeling van Jezus, waaruit hij veel nieuwe dingen ontdekte; namelijk dat er veel uitdrukkingen waren van de praktische God in het werk dat God door Jezus deed, en dat Jezus verschilde van een gewoon mens in de woorden die Hij sprak en de handelingen die Hij deed, en ook in de manier waarop Hij de kerken begeleidde en het werk dat Hij uitvoerde. En dus leerde Petrus van Jezus veel lessen die hij verondersteld werd te leren, en tegen de tijd dat Jezus op het punt stond aan het kruis te worden genageld, had hij een bepaalde hoeveelheid kennis van Jezus opgedaan – kennis die de basis werd van zijn levenslange loyaliteit aan Jezus, en van zijn kruisiging ondersteboven omwille van de Heer. Hoewel hij bezeten was door een aantal opvattingen en in het begin geen duidelijke kennis van Jezus had, zijn zulke dingen onvermijdelijk deel van de verdorven mens. Toen Jezus op het punt stond te vertrekken, vertelde Hij aan Petrus dat Zijn kruisiging het werk was waartoe Hij gekomen was om dat te doen: Het was noodzakelijk dat Hij door het tijdperk verlaten werd, dit onzuivere en oude tijdperk Hem aan het kruis moest nagelen; Hij was gekomen om het werk van de verlossing te voltooien, en als dit werk voltooid was, zou Zijn bediening ten einde zijn. Toen hij dit hoorde, werd Petrus overmand door verdriet en raakte hij nog meer met Jezus verbonden. Toen Jezus aan het kruis genageld werd, weende Petrus bitter in afzondering. Voorafgaand hieraan had hij Jezus gevraagd: “Mijn Heer! U zegt dat u zult worden gekruisigd. Als u weg bent, wanneer zullen wij u opnieuw zien?” Was er niet een element van vervalsing in de woorden die hij sprak? Waren ze niet doorspekt met opvattingen? In zijn hart wist hij dat Jezus gekomen was om een deel van Gods werk te voltooien, en dat, nadat Jezus vertrokken was, de Geest met hem zou zijn; ook al zou Hij aan het kruis genageld worden en naar de hemel opstijgen, toch zou de Geest van God met hem zijn. In die tijd had Petrus enige kennis van Jezus: hij wist dat Jezus door de Geest van God was gezonden, dat de Geest van God in Hem was en dat Jezus God Zelf was, dat Hij Christus was. Maar het was vanwege zijn liefde voor Jezus en vanwege zijn menselijke zwakte, dat Petrus nog steeds zulke woorden sprak. Als iemand in elke stap van Gods werk kan observeren en het moeizaam kan ondergaan, dan zal hij in staat zijn om geleidelijk de schoonheid van God te ontdekken. En welk visioen droeg Paulus met zich mee? Toen Jezus aan hem verscheen, zei Paulus: “Wie bent u, Heer?” Jezus zei: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt.” Dit was het visioen van Paulus. Petrus nam als zijn visioen Jezus’ opstanding, Zijn verschijning gedurende veertig dagen, en de leringen van Jezus gedurende Zijn leven, tot aan het einde van zijn reis.

De mens ervaart Gods werk, leert zichzelf kennen, bevrijdt zichzelf van zijn verdorven gezindheid en zoekt groei in het leven, alles omwille van het kennen van God. Als je alleen maar probeert jezelf te kennen en te stellen hebt met je eigen verdorven gezindheid, maar geen kennis hebt van wat voor werk God doet aan de mens, hoe groot Zijn redding is, of hoe je Gods werk ervaart en getuigt van Zijn daden, dan is deze ervaring van je dwaas. Als je denkt dat alleen het in praktijk kunnen brengen van de waarheid en kunnen verdragen, inhoudt dat iemands leven volwassenheid heeft bereikt, betekent dit dat je de ware zin van het leven nog steeds niet hebt begrepen, noch Gods doel van het werken in de mens. Op een dag, wanneer je in de religieuze kerken bent, tussen leden van de ‘Repentance Church’ of de ‘Life Church’, zul je veel vrome mensen tegenkomen wiens gebeden visioenen bevatten, en die zich, in hun zoektocht naar het leven, aangeraakt voelen en geleid worden door woorden. Bovendien zijn ze in veel zaken in staat om te verdragen en zichzelf te verzaken, en worden ze niet geleid door het vlees. Op dat moment zul je niet in staat zijn om het verschil te zien: je zult geloven dat alles wat ze doen goed is, dat het de natuurlijke uiting van leven is, en dat het jammer is dat de naam waarin ze geloven verkeerd is. Zijn dergelijke standpunten niet dwaas? Waarom wordt er gezegd dat veel mensen geen leven hebben? Omdat zij God niet kennen en er dus wordt gezegd dat zij geen God in hun hart hebben en geen leven hebben. Als jouw geloof in God een bepaald punt heeft bereikt, waarop je in staat bent om de daden van God, de realiteit van God en elke fase van Gods werk grondig te kennen, dan ben je bezeten van de waarheid. Als je het werk en de gezindheid van God niet kent, is er nog steeds iets mis in je ervaring. Hoe Jezus die fase van Zijn werk uitvoerde, hoe deze fase wordt uitgevoerd, hoe God Zijn werk deed in het Tijdperk van Genade en wat voor werk er werd gedaan, welk werk er in deze fase wordt gedaan – als je geen grondige kennis hebt van deze dingen, dan zul je je nooit verzekerd voelen en altijd onzeker zijn. Als je na een periode van ervaring in staat bent om het werk van God en elke stap van Zijn werk te kennen, en een grondige kennis hebt verkregen van Gods doelen door het spreken van Zijn woorden, en waarom zoveel woorden die Hij heeft gesproken niet zijn vervuld, dan kun je vrijmoedig en zonder aarzelen de weg die voor je ligt volgen, vrij van zorgen en loutering. Jullie zouden moeten zien met welke middelen God zoveel van Zijn werk volbrengt. Hij gebruikt de woorden die Hij spreekt, loutert de mens en transformeert zijn opvattingen door middel van veel soorten woorden. Al het leed dat jullie hebben doorstaan, alle loutering die jullie hebben ondergaan, de behandeling die jullie in jezelf hebben aanvaard, de verlichting die jullie hebben ervaren – deze zijn allemaal bereikt door middel van de woorden die God sprak. Vanwege wat volgt de mens God? Vanwege de woorden van God! De woorden van God zijn diep mysterieus en kunnen bovendien het hart van de mens bewegen, dingen diep begraven in het hart van de mens onthullen, hem dingen laten weten die in het verleden zijn gebeurd en hem toestaan door te dringen in de toekomst. En zo verdraagt de mens het lijden vanwege Gods woorden en wordt hij ook vervolmaakt door Gods woorden; pas op dat moment volgt de mens God. Wat de mens in deze fase zou moeten doen, is de woorden van God aanvaarden, en ongeacht of hij vervolmaakt is of onderworpen aan loutering, de woorden van God zijn doorslaggevend. Dit is het werk van God en dit is ook het visioen dat de mens vandaag de dag zou moeten kennen.

Hoe maakt God de mens volmaakt? Wat is de gezindheid van God? En wat ligt vervat in Zijn gezindheid? Om al deze dingen te verduidelijken: de een noemt dit het verspreiden van Gods naam, de ander het getuigen van God en weer een ander het verhogen van God. De mens zal op basis van het fundament van het kennen van God uiteindelijk veranderd worden in zijn levensgezindheid. Hoe meer aanpak en loutering de mens ondergaat, hoe meer hij gesterkt is, en hoe talrijker de stappen van Gods werk, hoe meer de mens vervolmaakt wordt. In de ervaring van de mens slaat elke stap van Gods werk vandaag de dag terug op zijn opvattingen, en ze stijgen allemaal boven het intellect van de mens uit, en liggen buiten zijn verwachtingen. God verschaft alles wat de mens nodig heeft en in alle opzichten staat het haaks op zijn opvattingen. God spreekt zijn woorden uit op het moment dat je zwak bent; alleen op deze manier kan Hij je leven voorzien. Doordat Hij terugslaat op je opvattingen, zorgt Hij ervoor dat je de aanpak van God accepteert; alleen op deze manier kun je jezelf ontdoen van je verdorvenheid. Vandaag de dag werkt de vleesgeworden God aan de ene kant in een gesteldheid van goddelijkheid, en aan de andere kant in een gesteldheid van normale menselijkheid. Als je geen enkel werk van God meer kunt ontkennen, als je in staat bent je te onderwerpen ongeacht wat God zegt of doet binnen de gesteldheid van normale menselijkheid, als je in staat bent je te onderwerpen en te begrijpen ongeacht de soort normaliteit die Hij manifesteert, en als je werkelijke ervaring hebt verkregen, alleen dan kun je er zeker van zijn dat Hij God is, alleen dan zul je ophouden opvattingen voort te brengen en alleen dan zul je Hem tot het einde kunnen volgen. Er is wijsheid in Gods werk en Hij weet hoe de mens standvastig kan zijn in getuigen van Hem. Hij weet waar de vitale zwakheid van de mens ligt, en de woorden die Hij spreekt, kunnen je treffen in je vitale zwakheid, maar Hij gebruikt Zijn majestueuze en wijze woorden ook om je standvastig te maken in getuigen van Hem. Dat zijn de wonderbaarlijke daden van God. Het werk dat God doet is onvoorstelbaar voor het menselijk intellect. De soorten verderf waardoor de mens, een wezen van vlees en bloed, bezeten is, en de dingen waaruit de essentie van de mens is samengesteld, worden allemaal geopenbaard door Gods oordeel en dat het laat voor de mens geen enkele plek over om zich te verbergen voor zijn schaamte.

God verricht het werk van oordeel en tuchtiging zodat de mens kennis van Hem kan verkrijgen, en omwille van Zijn getuigenis. Zonder Zijn oordeel over de verdorven gezindheid van de mens, zou de mens Zijn rechtvaardige gezindheid die geen belediging duldt, onmogelijk kunnen kennen en zijn oude kennis van God niet in een nieuwe kunnen veranderen. Omwille van Zijn getuigenis, en omwille van Zijn management, maakt Hij Zijn totaliteit openbaar, en door Zijn publieke verschijning stelt Hij de mens in staat kennis van God te bereiken, veranderd te worden in zijn gezindheid, en een klinkend getuigenis van God af te leggen. De verandering van de gezindheid van de mens wordt bereikt door verschillende soorten van Gods werk; zonder zulke veranderingen in zijn gezindheid zou de mens niet in staat zijn om een getuigenis van God af te leggen en zou hij niet iemand naar Gods hart kunnen zijn. Veranderingen in de menselijke gezindheid betekenen dat de mens zich heeft bevrijd van de slavernij van Satan en van de invloed van duisternis en werkelijk een model en voorbeeld van Gods werk is geworden, een getuige van God en iemand naar Gods hart. Tegenwoordig is de vleesgeworden God gekomen om Zijn werk op aarde te verrichten, en Hij eist dat de mensen kennis over Hem verwerven, gehoorzaamheid aan Hem tonen, een getuigenis van Hem afleggen – Zijn praktische en normale werk kennen, al Zijn woorden en werk gehoorzamen die niet overeenstemmen met de opvattingen van de mens, en getuigen van al het werk dat Hij doet om de mens te redden, en alle daden die Hij verricht om de mens te overwinnen. Degenen die getuigen van God, moeten kennis van God hebben; alleen dit soort getuigenis is accuraat en echt, en alleen dit soort getuigenis kan Satan beschaamd doen staan. God gebruikt degenen die Hem hebben leren kennen door Zijn oordeel en tuchtiging, aanpak en snoei te ondergaan, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij gebruikt degenen die verdorven zijn door Satan om een getuigenis van Hem af te leggen, en zo ook gebruikt Hij degenen wiens gezindheid is veranderd en die aldus Zijn zegeningen hebben verkregen, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij heeft de mens niet nodig om Hem met zijn mond te prijzen, noch heeft Hij de lof en de getuigenis nodig van het soort van Satan, mensen die niet door Hem gered zijn. Alleen degenen die God kennen, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen, en alleen degenen die veranderd zijn in hun gezindheid, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen. God zal niet toestaan dat de mens opzettelijk schande brengt over Zijn naam.

Voetnoot:

a. De originele tekst luidt: ‘Het werk van God kennen.’

De bijbeltekst is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿

🌷🌷 Mogelijk vindt u dit ook interessant: wederkomst van Jezus 


Almachtige God zegt: “Dus waarom zegende God Noach? Omdat dit de manier is waarop God reageert op zulke daden en de gehoorzaamheid van de mens.”

Gen. 9:1-6 Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt.

Wat concluderen jullie uit deze passage? Waarom heb ik deze verzen uitgekozen? Waarom heb ik geen gedeelte gekozen over Noach en het leven van zijn familie in de ark? Omdat de informatie die daarin staat, weinig verband houdt met het onderwerp dat we vandaag behandelen. Onze aandacht gaat uit naar Gods gezindheid. Als jullie meer over de details willen weten, kunnen jullie die zelf in de Bijbel lezen. We gaan ze hier niet bespreken. Het belangrijkste gespreksthema vandaag is hoe we kunnen weten hoe God handelt.

Nadat Noach Gods instructies had aanvaard en de ark had gebouwd en de dagen had beleefd waarin God de wereld door een vloed vernietigde, was zijn hele familie van acht personen nog in leven. Behalve Noachs familie van acht personen waren de hele mensheid en alle levende wezens op aarde vernietigd. Aan Noach gaf God Zijn zegen en Hij zei een paar dingen tegen hem en zijn zoons. Daarbij ging het om wat God hem schonk en ook om Gods zegen voor hem. Dit is de zegen en de belofte die God geeft aan iemand die naar Hem kan luisteren en Zijn instructies kan aanvaarden, en het is tevens de manier waarop God mensen beloont. In het kort betekent dit dat, ongeacht of Noach in Gods ogen een volmaakt of rechtschapen man was en ongeacht hoeveel hij over God wist, Noach en zijn drie zoons allemaal naar Gods woorden luisterden, met Gods werk samenwerkten en deden wat zij volgens Gods instructies geacht werden te doen. Als gevolg hiervan hielpen zij God om de mens en allerlei soorten levende wezens na de vernietiging van de wereld door de vloed te behouden, waardoor zij een grote bijdrage leverden aan de volgende stap in Gods managementplan. Vanwege alles wat hij had gedaan, zegende God hem. Misschien is wat Noach deed, voor de mensen van vandaag niet de moeite van het vermelden waard. Wellicht denken sommigen zelfs: Noach heeft niets gedaan; God had besloten hem te bewaren, dus stond al vast dat hij zou worden bewaard. Dat hij het overleefde, heeft hij niet aan zichzelf te danken. God wilde dat dit zou gebeuren, omdat de mens passief is. Maar zo dacht God niet. Voor God maakt het niet uit of een persoon groot of onbetekenend is. Zolang iemand naar Hem kan luisteren, Zijn instructies of wat Hij toevertrouwt kan gehoorzamen en met Zijn werk, Zijn wil en Zijn plan kan samenwerken, zodat Zijn wil en Zijn plan soepel kunnen worden uitgevoerd, is dat gedrag het waard om door Hem herinnerd te worden en Zijn zegen te ontvangen. God koestert zulke mensen en Hij koestert hun daden en hun liefde en genegenheid voor Hem. Dat is Gods houding. Dus waarom zegende God Noach? Omdat dit de manier is waarop God reageert op zulke daden en de gehoorzaamheid van de mens.

Wat betreft Gods zegen voor Noach zullen sommige mensen zeggen: “Als de mens naar God luistert en God tevredenstelt, moet God de mens zegenen. Spreekt dat niet vanzelf?” Kunnen we dat zeggen? Sommige mensen zeggen: “Nee.” Waarom kunnen we dat niet zeggen? Sommige mensen zeggen: “De mens is het niet waard Gods zegen te ervaren.” Dat is niet helemaal juist. Wanneer een persoon aanvaardt wat God toevertrouwt, heeft God namelijk een norm waaraan Hij toetst of de daden van die persoon goed of slecht zijn en of die persoon gehoorzaam is geweest, en of die persoon Gods wil heeft gedaan en of wat hij doet, geschikt is. Wat God belangrijk vindt, is het hart van de persoon, niet zijn daden aan de oppervlakte. Het is niet zo dat God iemand moet zegenen zolang hij het maar doet, ongeacht hoe hij het doet. Wat dit betreft, begrijpen mensen God verkeerd. God kijkt niet uitsluitend naar het eindresultaat van dingen, maar legt meer nadruk op hoe het hart van een persoon is en welke houding een persoon aan de dag legt tijdens de ontwikkeling van dingen; Hij kijkt of er sprake is van gehoorzaamheid, voorkomendheid en een verlangen in het hart van die persoon om God te tevreden te stellen. Hoeveel wist Noach destijds over God? Net zoveel als de leerstellingen die jullie nu kennen? Werd hij net zoveel bewaterd en geleid als jullie, als het gaat om aspecten van de waarheid zoals concepten en kennis van God? Nee! Maar één feit valt niet te ontkennen: in het bewustzijn, de gedachten en zelfs de diepten van de harten van de mensen van vandaag zijn hun concepten van en houding jegens God vaag en dubbelzinnig. Jullie zouden zelfs kunnen zeggen dat een deel van de mensen een negatieve houding tegenover het bestaan van God heeft. Maar in Noachs hart en bewustzijn was beslist geen enkele twijfel over Gods bestaan en daarom was zijn gehoorzaamheid aan God zuiver en kon hij de test doorstaan. Zijn hart was puur en open voor God. Hij had niet al te veel kennis van leerstellingen nodig om zichzelf ervan te overtuigen elk woord van God te volgen en evenmin had hij veel feiten nodig om het bestaan van God te bewijzen, zodat hij kon aanvaarden wat God toevertrouwde en in staat was te doen wat God hem liet doen. Dit is het wezenlijke verschil tussen Noach en de mensen van vandaag en het is tevens precies de ware omschrijving van wat een volmaakt man in Gods ogen is. Wat God wil zijn mensen als Noach. Hij is het soort persoon dat God prijst en ook precies het soort persoon dat God zegent. Hebben jullie hierover verlichting ontvangen? Mensen kijken naar elkaars buitenkant, terwijl God kijkt naar de harten van mensen en naar hoe ze in wezen zijn. God staat niet toe dat iemand halfslachtig jegens Hem is of twijfels over Hem heeft en evenmin duldt Hij dat mensen Hem op enige wijze verdacht maken of op de proef stellen. Daarom zijn de mensen van vandaag afgesneden van hun ware geloof in God en zijn ze niet langer in staat Hem te gehoorzamen, ondanks dat zij oog in oog met Gods woord staan of zoals jullie zelfs zouden kunnen zeggen, dat ze oog in oog met God staan. Dat komt door iets wat diep in hun hart zit, het bestaan van hun verdorven wezen en hun vijandige houding jegens Hem. Om die reden is het erg moeilijk voor hen dezelfde zegen te verwerven die God aan Noach schonk.

uit ‘De Kerk van Almachtige God 

Almachtige God zegt: “Wat voor persoon is deze man op wie Hij een beroep doet, in Gods ogen? Dit moet een persoon zijn die naar Zijn woorden kan luisteren, die Zijn instructies kan opvolgen. ”

1) God is van plan de wereld door een vloed te vernietigen en draagt Noach op een ark te bouwen

Gen. 6:9-14 Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek.

Gen. 6:18-22 Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen.

Hebben jullie nu, na het lezen van deze passages, een algemeen inzicht in wie Noach is? Wat voor persoon is Noach? In de grondtekst staat: “Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde.” Wat voor persoon is naar het idee van moderne mensen een rechtschapen man in die tijd? Een rechtschapen man moet een volmaakt man zijn. Weten jullie of deze volmaakte man volmaakt is in de ogen van de mens of volmaakt in de ogen van God? Zonder twijfel is deze volmaakte man een volmaakte man in de ogen van God en niet in de ogen van de mens. Dat staat vast! Dat komt omdat de mens blind is en niet kan zien, en alleen God kijkt naar de hele aarde en naar iedere afzonderlijke persoon, alleen God weet dat Noach een volmaakt man is. Daarom vatte God het plan op om de wereld door een vloed te vernietigen vanaf het moment dat Hij een beroep op Noach begon te doen.

In dat tijdperk was het Gods bedoeling Noach op te roepen iets heel belangrijks te doen. Waarom moest Hij dat doen? Omdat God op dat moment een plan in Zijn hart had. Het was Zijn plan de wereld door een vloed te vernietigen. Waarom de wereld vernietigen? Er staat: “In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht.” Wat concluderen jullie uit de zin “verdorven en vol onrecht”? Wanneer de wereld en de bevolking daarvan uitermate verdorven zijn, is dat een aards fenomeen: “verdorven en vol onrecht.” In hedendaagse taal betekent “vol geweld” dat alles een puinhoop is. Voor de mens betekent dit dat er op alle terreinen van het leven orde ontbreekt en dat dingen behoorlijk chaotisch en moeilijk te beheersen zijn. In Gods ogen betekent het dat de mensen van de wereld te verdorven zijn. Verdorven in welke mate? Verdorven in die mate dat God het niet langer kan aanzien en niet langer geduld kan opbrengen. Verdorven in die mate dat God besluit de wereld te vernietigen. Toen God vastbesloten was om de wereld te vernietigen, besloot Hij iemand te zoeken om een ark te bouwen. Vervolgens koos God Noach uit om dat te doen, namelijk om een ark te bouwen. Waarom koos Hij Noach? In Gods ogen is Noach een rechtschapen man en wat God hem ook opdraagt, zal hij uitvoeren. Het betekent dat hij alles zal doen wat God hem gebiedt. God wilde zo iemand vinden om met Hem samen te werken, om te voltooien wat Hij had toevertrouwd, om Zijn werk op aarde te voltooien. Was er destijds nog een andere persoon dan Noach die zo’n taak kon voltooien? Absoluut niet! Noach was de enige gegadigde, de enige persoon die kon voltooien wat God toevertrouwde, en daarom koos God hem. Maar waren Gods reikwijdte en normen voor het redden van mensen toen dezelfde als nu? Het antwoord luidt dat er beslist een verschil is! Waarom vraag ik dat? Noach was destijds in Gods ogen de enige rechtschapen man, wat impliceert dat zijn vrouw en zoons en schoondochters allemaal geen rechtschapen mensen waren. God bewaarde hen echter ook omwille van Noach. God vroeg geen dingen van hen zoals Hij nu dingen van mensen vraagt, maar hield alle acht leden van Noachs familie in leven. Zij ontvingen Gods zegen dankzij de rechtvaardigheid van Noach. Als er geen Noach was geweest, had niemand van hen kunnen voltooien wat God had toevertrouwd. Daarom was het de bedoeling dat Noach als enige de vernietiging van de wereld in die tijd zou overleven, en de anderen hadden het geluk dat ze daarvan profiteerden. Hieruit blijkt dat in het tijdperk voordat God officieel met Zijn managementwerk begon, de beginselen en normen op basis waarvan Hij mensen behandelde en dingen van hen verlangde, relatief soepel waren. Voor de mensen van vandaag lijkt het alsof God Noachs familie van acht personen oneerlijk behandelde. Maar vergeleken met de omvang van het werk dat Hij nu aan mensen verricht en de vele aspecten van Zijn woord die Hij overbrengt, was de wijze waarop God Noachs familie van acht personen behandelde, niet meer dan een werkbeginsel gezien de achtergrond van Zijn werk destijds. Ter vergelijking: heeft Noachs familie van acht personen meer van God ontvangen of ontvangen de mensen van vandaag meer?

Dat een beroep op Noach werd gedaan, is een simpel feit, maar het voornaamste punt waarover we spreken – Gods gezindheid, Zijn wil en Zijn wezen in dit verslag – is niet simpel. Om deze verschillende aspecten van God te begrijpen, moeten we eerst begrijpen op wat voor persoon God een beroep wenst te doen en dan daardoor Zijn gezindheid, wil en wezen begrijpen. Dit is van cruciaal belang. Wat voor persoon is deze man op wie Hij een beroep doet, in Gods ogen? Dit moet een persoon zijn die naar Zijn woorden kan luisteren, die Zijn instructies kan opvolgen. Tegelijkertijd moet dit ook een persoon zijn met verantwoordelijkheidsbesef, iemand die Gods woord uitvoert door het als zijn verantwoordelijkheid en plicht te beschouwen. Moet deze persoon dan iemand zijn die God kent? Nee. Noach had destijds niet al te veel gehoord over wat God leerde of enig werk van God ervaren. Daarom had Noach heel weinig kennis van God. Er staat weliswaar dat Noach met God wandelde, maar heeft hij ooit Gods persoon gezien? Het antwoord luidt beslist nee! In die dagen kwamen namelijk alleen Gods boodschappers naar de mensen toe. Zij konden God vertegenwoordigen door dingen te zeggen en te doen, maar zij brachten slechts Gods wil en Zijn bedoelingen over. Gods persoon werd niet rechtstreeks aan de mens geopenbaard. In dit Schriftgedeelte zien we eigenlijk alleen maar wat deze persoon, Noach, moest doen en welke instructies God hem gaf. Wat is nu het wezenlijke dat God hier laat zien? Alles wat God doet, wordt precies gepland. Wanneer hij een zaak of situatie waarneemt, beoordeelt Hij deze aan de hand van een bepaalde norm, en het hangt van deze norm af of Hij begint met de opstelling van een plan om deze aan te pakken of om vast te stellen hoe hij met deze zaak en situatie om moet gaan. Hij is niet onverschillig en Hem laat niet alles koud. Het is eigenlijk compleet het tegenovergestelde. God zegt hier in een vers tegen Noach: “Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij.” Zei God, ditmaal in Zijn eigen woorden, dat Hij alleen de mensen zou vernietigen? Nee! God zei dat Hij alle vleselijke levende schepsels zou vernietigen. Waarom was God uit op vernietiging? We hebben hier te maken met een andere openbaring van Gods gezindheid: in Gods ogen is er een grens aan Zijn geduld met de verdorvenheid van de mens, met de smerigheid, het geweld en de ongehoorzaamheid van alle vlees. Wat is Zijn grens? Zoals God zei: “Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde.” Wat betekent de frase “dat iedereen een verderfelijk leven leidde”? Het betekent het volgende: toen alle levende wezens, ook degenen die God volgden, die de naam van God aanriepen, die God ooit brandoffers hadden gebracht, die met woorden God erkenden en zelfs loofden, compleet verdorven gedrag vertoonden en God dat opmerkte, moest Hij ze vernietigen. Dat was Gods grens. In hoeverre bleef God dan geduld hebben met de mens en met de verdorvenheid van alle vlees? In zoverre dat alle mensen, of ze nu God volgden of ongelovig waren, niet het juiste pad bewandelden. In zoverre dat de mens niet uitsluitend moreel verdorven en vol kwaad was, maar ook dat er niemand was die in het bestaan van God geloofde, laat staan iemand die geloofde dat de wereld door God wordt geregeerd en dat God mensen licht kan brengen en het juiste pad kan wijzen. In zoverre dat de mens het bestaan van God verachtte en niet toeliet dat God bestond. Toen de verdorvenheid van de mens eenmaal dit punt had bereikt, was Gods geduld op. Wat kwam daarvoor in de plaats? Gods toorn en Gods straf. Was dat niet een gedeeltelijke openbaring van Gods gezindheid? Is er in het huidige tijdperk nog een rechtschapen man in de ogen van God? Is er nog een volmaakt man in de ogen van God? Is in dit tijdperk het gedrag van alle vlees op aarde verdorven in de ogen van God? Tarten op deze dag en in dit tijdperk niet alle vleselijke mensen de grens van Gods geduld – afgezien van degenen die God compleet wil maken, die God kunnen volgen en Zijn redding aanvaarden? Is niet alles wat bij jullie gebeurt, wat jullie met jullie ogen zien en met jullie oren horen en elke dag persoonlijk in deze wereld ervaren, vol geweld? Zou in Gods ogen aan zo’n wereld, zo’n tijdperk, niet een eind moeten worden gemaakt? Hoewel de achtergrond van het huidige tijdperk totaal anders is dan de achtergrond van Noachs tijd, zijn de gevoelens en de toorn van God jegens de verdorvenheid van de mens exact dezelfde als destijds. God kan vanwege Zijn werk geduld oefenen, maar gezien allerlei omstandigheden en situaties had deze wereld in Gods ogen lang geleden al vernietigd moeten worden. De situatie is nog veel erger dan in de tijd dat de wereld door de vloed werd vernietigd. Maar wat is het verschil? Dit is ook wat Gods hart het meest bedroefd maakt en misschien iets wat geen van jullie kan doorgronden.

Toen Hij de wereld door een vloed vernietigde, kon God een beroep doen op Noach om de ark te bouwen en iets van het voorbereidende werk te verrichten. God kon een beroep doen op één man – Noach – om deze reeks dingen voor Hem te doen. Maar in het huidige tijdperk is er niemand op wie God een beroep kan doen. Waarom is dat zo? Iedere persoon die hier zit, begrijpt en weet waarschijnlijk heel goed wat hiervan de reden is. Willen jullie dat ik het uitleg? Als ik het hardop zeg, betekent dat voor jullie misschien gezichtsverlies en raakt wellicht iedereen overstuur. Sommige mensen zullen misschien zeggen: “We mogen dan geen rechtschapen mensen zijn en niet volmaakt in de ogen van God, maar als God ons opdraagt iets te doen, kunnen we dat wel degelijk uitvoeren. Al eerder, toen Hij zei dat er een ramp op komst was, zijn we begonnen de daarvoor benodigde voedingsmiddelen en artikelen gereed te maken. Is dit niet allemaal in overeenstemming met Gods eisen gebeurd? Werkten we niet echt samen met Gods werk? Kunnen onze daden niet worden vergeleken met wat Noach deed? Hebben wij niet werkelijk in gehoorzaamheid gehandeld? Volgden we Gods instructies niet op? Hebben we niet gedaan wat God zei omdat we geloof hechten aan Gods woorden? Waarom is God dan nog steeds bedroefd? Waarom zegt God dat er niemand is op wie Hij een beroep kan doen?” Is er verschil tussen jullie daden en die van Noach? Wat is het verschil? (Vandaag voedsel gereedmaken met het oog op de ramp was ons eigen plan.) (Onze daden verdienen niet het predicaat “rechtschapen”, terwijl Noach een rechtschapen man in Gods ogen is.) Wat jullie zeiden is niet ver bezijden de waarheid. Wat Noach deed is wezenlijk anders dan wat mensen nu doen. Toen Noach deed wat God van hem vroeg, wist hij niet wat Gods bedoelingen waren. Hij wist niet wat God wilde bereiken. God had hem enkel een bevel gegeven en hem opgedragen iets te doen, maar zonder veel uitleg, en vervolgens ging hij aan de slag. Hij probeerde niet binnenskamers te achterhalen wat Gods bedoelingen waren. Evenmin verzette hij zich tegen God of was hij dubbelhartig. Hij ging gewoon aan de slag met een zuiver en eenvoudig hart. Hij deed alles wat God hem liet doen, vanuit de overtuiging dat hij Gods woord wilde gehoorzamen en daarnaar wilde luisteren. Zo simpel en direct ging hij om met wat God toevertrouwde. Zijn wezen – het wezen van zijn daden was gehoorzaamheid, geen kritiek achteraf, geen weerstand en bovendien dacht hij niet aan zijn eigen persoonlijke belangen en aan wat hij er zelf door zou winnen en verliezen. Verder, toen God zei dat Hij de wereld door een vloed zou vernietigen, vroeg hij niet wanneer dat zou gebeuren en probeerde hij niet het naadje van de kous te weten te komen, en hij vroeg God zeker niet hoe Hij de wereld ging vernietigen. Hij deed gewoon wat God hem opdroeg. God gaf aan hoe hij moest bouwen en waarmee en hij deed precies wat God van hem vroeg. Hij ging ook meteen aan de slag. Hij handelde volgens Gods instructies en zijn grondhouding daarbij was dat hij God tevreden wilde stellen. Deed hij het om de ramp voor zichzelf af te wenden? Nee. Vroeg hij God hoe lang het zou duren voordat de wereld zou worden vernietigd? Dat deed hij niet. Vroeg hij God of wist hij hoeveel tijd het bouwen van de ark in beslag zou nemen? Dat wist hij ook niet. Hij gehoorzaamde gewoon, luisterde en handelde daarnaar. De mensen van tegenwoordig zijn anders: zodra er ook maar een beetje informatie via Gods woord uitlekt, zodra mensen iets van onrust of problemen bespeuren, komen ze onmiddellijk in actie, ongeacht wat er aan de hand is en wat de prijs ook is, en maken ze gereed wat ze in de nasleep van de ramp willen eten, drinken en gebruiken. Ze plannen zelfs ontsnappingsroutes voor wanneer het onheil toeslaat. Nog interessanter is dat op dit belangrijke moment menselijke hersens erg “nuttig” zijn. Onder omstandigheden waarin God geen instructies heeft gegeven, kan de mens alles heel goed plannen. Jullie zouden het woord “volmaakt” kunnen gebruiken om dat te beschrijven. Niemand maakt zich echter druk om wat God zegt, wat Gods bedoelingen zijn of wat God wil, en niemand probeert dat te doorgronden. Is dat niet het grootste verschil tussen de mensen van vandaag en Noach?

Zien jullie in dit verslag van Noachs verhaal een deel van Gods gezindheid? Er is een grens aan Gods geduld met de verdorvenheid, de smerigheid en het geweld van de mens. Wanneer Hij die grens bereikt, zal Hij niet langer geduldig zijn en begint Hij met zijn nieuwe management en nieuwe plan, start Hij met wat Hij moet doen en openbaart Hij Zijn daden en de andere kant van Zijn gezindheid. Hij wil daarmee niet laten zien dat Hij nooit door de mens beledigd mag worden of dat Hij vol gezag en toorn is en evenmin dat Hij de mensheid kan vernietigen. Het gaat erom dat Zijn gezindheid en Zijn heilige wezen niet langer kunnen toestaan, niet langer kunnen dulden dat dit soort mensheid in Zijn bijzijn, onder Zijn heerschappij leeft. Dat wil zeggen dat wanneer de hele mensheid tegen Hem is, wanneer er op de hele aarde niemand is die Hij kan redden, Hij niet langer geduld heeft met deze mensheid en zonder enige bedenkingen Zijn plan zal uitvoeren – om deze mensheid te vernietigen. Een dergelijke daad van God wordt ingegeven door Zijn gezindheid. Dit is een noodzakelijk gevolg, en een gevolg dat ieder geschapen wezen onder Gods heerschappij moet dragen. Blijkt hier niet uit dat in dit huidige tijdperk God niet kan wachten om Zijn plan te voltooien en de mensen te redden die Hij wil redden? Wat vindt God onder deze omstandigheden het belangrijkst? Niet de wijze waarop degenen die Hem helemaal niet volgen of die toch al Zijn tegenstanders zijn, Hem behandelen of zich tegen Hem verzetten, of de wijze waarop de mensheid Hem belastert. Hij vindt het alleen belangrijk te weten of degenen die Hem volgen, de voorwerpen van Zijn redding in Zijn managementplan, door Hem compleet zijn gemaakt, of zij Hem tevreden hebben gesteld. Wat betreft de mensen die Hem niet volgen, geeft Hij slechts af een toe een beetje straf om Zijn toorn te tonen. Bijvoorbeeld tsunami’s, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, enzovoorts. Tegelijkertijd beschermt Hij degenen die Hem volgen en die heel binnenkort door Hem zullen worden gered, met krachtige hand en zorgt voor hen. Gods gezindheid ziet er als volgt uit: Enerzijds kan Hij voor de mensen die Hij compleet wil maken, uitermate veel geduld en verdraagzaamheid opbrengen en op hen wachten, zolang Hij maar kan; anderzijds heeft God een enorme hekel aan de Satanachtige mensen die Hem niet volgen en zich tegen Hem verzetten. Hoewel het Hem niet uitmaakt of deze Satanachtige types Hem volgen of Hem aanbidden, haat Hij ze toch terwijl Hij in Zijn hart geduld met hen heeft; wanneer Hij het einde van deze Satanachtige types vaststelt, wacht Hij tevens op het arriveren van de stappen van Zijn managementplan.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈•✼

🌱🌱 Mogelijk vindt u dit ook interessant: christelijke apps 🌱🌱



Almachtige God zegt: “De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is.”

Gods woord ‘Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader’ (Fragment I)

Almachtige God zegt: “De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert. Maar zowel Zijn menselijkheid als Zijn goddelijkheid onderwerpen zich aan de wil van de Vader in de hemel. Het wezen van Christus is de Geest, dat wil zeggen de goddelijkheid. Daarom is Zijn wezen het wezen van God Zelf; dit wezen staat Zijn eigen werk niet in de weg, en Hij zou met geen mogelijkheid ook maar iets kunnen doen dat Zijn eigen werk teniet zal doen of woorden spreken die tegen Zijn wil ingaan. Daarom zou de vleesgeworden God absoluut nooit iets doen dat Zijn eigen management in de weg staat. Dit is wat alle mensen zouden moeten begrijpen. De essentie van het werk van de Heilige Geest is de mens te redden en is in het belang van Gods eigen management. En zo is ook het werk van Christus de mens te redden, wat in het belang is van Gods wil. Omdat God vlees wordt, neemt Hij Zijn wezen aan in Zijn vlees, zodat Zijn vlees volstaat om Zijn werk te ondernemen. Daarom wordt tijdens Zijn incarnatie al het werk van Gods Geest vervangen door het werk van Christus en centraal in het werk gedurende de hele periode van de incarnatie is het werk van Christus. Het kan niet vermengd worden met werk uit welke andere tijd dan ook. En omdat God vlees wordt, werkt Hij in de identiteit van Zijn vlees; omdat Hij in het vlees is gekomen, voltooit Hij het werk dat Hij moet doen in het vlees. Of het nu de Geest van God is, of het is Christus, beiden zijn God Zelf, en Hij verricht het werk dat Hij moet verrichten en voert de bediening uit die Hij uit moet voeren.”



Almachtige God zegt: “In plaats van Zichzelf op een hoogverheven positie te plaatsen, maakte God persoonlijk kleding van dierenvellen voor de mens. Het maakt niet uit of deze bontjas werd gebruikt om hun schaamte te bedekken of hen tegen de kou te beschermen. Kort gezegd, deze kleding die werd gebruikt om het lichaam van de mens te bedekken, was eigenhandig door God gemaakt.”

God maakt kleren van dierenvellen voor Adam en Eva

Gen. 3:20-21 En Adam gaf zijn vrouw de naam Eva, want zij werd de moeder van al het menselijke leven. Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.

Laten we naar deze derde passage kijken, waarin staat dat de naam die Adam aan Eva gaf, een bepaalde betekenis geeft. Zo is het toch? Hieruit blijkt dat Adam nadat hij geschapen was, zijn eigen gedachten had en veel dingen begreep. Maar voor nu gaan we niet onderzoeken of verkennen wat hij begreep of hoeveel hij begreep, want dit is niet het belangrijkste punt in de derde passage dat ik wil bespreken. Wat is dan wel het belangrijkste punt van de derde passage? Laten we eens kijken naar de regel: “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” Als we vandaag niet communiceren over deze regel uit de Schrift, zullen jullie misschien nooit beseffen wat de bijbetekenissen achter deze woorden zijn. Ik zal eerst een paar aanknopingspunten geven. Gebruik jullie verbeelding en maak jullie een voorstelling van de hof van Eden, met Adam en Eva die daarin leven. God zoekt hen op, maar ze verbergen zich omdat ze naakt zijn. God kan hen niet zien en nadat Hij hen heeft geroepen, zeggen ze: “We durven u niet onder ogen te komen, want ons lichaam is naakt.” Ze durven God niet onder ogen te komen omdat ze naakt zijn. Wat doet Jehova God nu voor hen? In de grondtekst staat: “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” Weten jullie wat God gebruikte om hun kleren te maken? God gebruikte dierenvellen om hun kleren te maken. Oftewel, God maakte een bontjas voor de mens. Dat was het eerste kledingstuk dat God voor de mens maakte. Naar onze huidige maatstaven is een bontjas een exclusief kledingstuk, iets wat niet iedereen zich kan permitteren. Als iemand je vraagt: “Wat was het eerste kledingstuk dat de voorouders van de mensheid droegen?” Dan kun je antwoorden: “Dat was een bontjas.” “Wie maakte deze bontjas?” Je kunt dan antwoorden: “God heeft hem gemaakt!” Dat is het belangrijkste punt: dit kledingstuk is door God gemaakt. Is dat niet opmerkelijk? Hebben jullie daar een beeld bij gekregen, nu ik het zojuist heb beschreven? Jullie zouden in elk geval een globale indruk moeten hebben. Ik vertel jullie dit vandaag niet om jullie te laten weten wat het eerste kledingstuk van de mens was. Waar gaat het dan wel om? Het gaat niet om de bontjas, maar om hoe je kunt weten wat de gezindheid en het wezen en de eigendommen zijn die God openbaarde toen Hij dit deed.

Gezien dit beeld van “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” wat voor rol speelt God dan wanneer Hij bij Adam en Eva is? Wat voor rol heeft God in een wereld met slechts twee mensen? De rol van God? Broeders en zusters uit Hongkong, willen jullie antwoord geven? (De rol van een ouder.) Broeders en zusters uit Zuid-Korea, wat voor rol heeft God volgens jullie? (Hoofd van het gezin.) Broeders en zusters uit Taiwan, wat denken jullie? (De rol van iemand in het gezin van Adam en Eva, de rol van een gezinslid.) Sommigen van jullie denken dat God fungeert als een gezinslid van Adam en Eva, terwijl anderen zeggen dat God fungeert als hoofd van het gezin en weer anderen als een ouder. Dat klopt allemaal. Maar waar doel ik op? God schiep deze twee mensen en behandelde hen als Zijn metgezellen. Als hun enige familie zorgde God voor hun levensonderhoud en voorzag Hij ook in hun basisbehoeften. Hier fungeert God als een ouder van Adam en Eva. Wanneer God dit doet, ziet de mens niet hoe verheven God is; hij ziet niet Gods opperste superioriteit, Zijn raadselachtigheid en vooral niet Zijn toorn of majesteit. Al wat hij ziet, is Gods nederigheid, Zijn affectie, Zijn zorg voor de mens en Zijn verantwoordelijkheid en aandacht voor hem. Gods houding en de wijze waarop Hij met Adam en Eva omging, lijken op hoe menselijke ouders zorg voor hun eigen kinderen tonen. Ze lijken ook op hoe menselijke ouders hun eigen zoons en dochters liefhebben en zorg en aandacht voor hen hebben – reëel, zichtbaar en tastbaar. In plaats van Zichzelf op een hoogverheven positie te plaatsen, maakte God persoonlijk kleding van dierenvellen voor de mens. Het maakt niet uit of deze bontjas werd gebruikt om hun schaamte te bedekken of hen tegen de kou te beschermen. Kort gezegd, deze kleding die werd gebruikt om het lichaam van de mens te bedekken, was eigenhandig door God gemaakt. God heeft deze niet simpelweg via een gedachte of wonderbaarlijke methodes gecreëerd zoals mensen zich voorstellen, maar Hij heeft op legitieme wijze iets gedaan waarvan de mens denkt dat God dat niet zou kunnen en moeten doen. Dit is wellicht iets eenvoudigs waarvan sommigen zelfs kunnen denken dat het niet de moeite waard is om te noemen. Hierdoor kunnen echter allen die God volgen, maar voorheen allemaal vage ideeën over Hem hadden, een inzicht in Zijn waarachtigheid en beminnelijkheid krijgen en Zijn trouwe en nederige natuur waarnemen. Het zorgt ervoor dat onuitstaanbaar arrogante mensen die denken dat ze hoog verheven zijn, hun verwaande hoofd schaamtevol buigen in het licht van Gods waarachtigheid en nederigheid. Dankzij Gods waarachtigheid en nederigheid kunnen mensen tevens zien hoe beminnelijk Hij is. Daarentegen is de immense God, de beminnelijke God en de almachtige God in de harten van mensen heel klein, onaantrekkelijk en niet in staat om ook maar aan één klap weerstand te bieden. Wanneer je dit vers ziet en dit verhaal hoort, kijk je dan neer op God, omdat Hij zoiets heeft gedaan? Voor sommige mensen geldt dat misschien, maar voor anderen is het precies andersom. Zij zullen denken dat God waarachtig en beminnelijk is, en het is nu juist Gods waarachtigheid en beminnelijkheid die hen raakt. Hoe meer zij de ware kant van God ontdekken, hoe meer zij de ware aanwezigheid van Gods liefde en het belang van God in hun hart kunnen doorgronden, en hoe Hij op elk moment naast hen staat.

Nu is het moment gekomen om een koppeling met het heden te maken. God kon deze verschillende kleine dingen doen voor de mensen die Hij in het allereerste begin schiep, zelfs dingen waaraan mensen nooit zouden durven denken of die ze nooit zouden verwachten. Kan God zulke dingen dan ook doen voor de mensen van vandaag? Sommige mensen zeggen: “Ja!” Waarom zeggen ze dat? Omdat Gods wezen niet namaak is, Zijn beminnelijkheid is niet namaak. Omdat Gods wezen werkelijk bestaat en niet iets is wat door anderen is toegevoegd, en zeker niet iets wat wijzigt wanneer tijd, plaats en tijdperken veranderen. Gods waarachtigheid en beminnelijkheid kunnen werkelijk tot uiting komen door iets te doen waarvan mensen denken dat het nietszeggend en onbetekenend is, iets zo kleins waarvan mensen zelfs niet denken dat Hij dat ooit zou doen. God heeft geen pretenties. Er is geen overdrijving, vermomming, trots of arrogantie in Zijn gezindheid en wezen. Hij schept nooit op, maar heeft de mensen die Hij heeft geschapen lief, bekommert zich om hen, zorgt voor hen en leidt hen vanuit trouw en oprechtheid. Het lijdt geen twijfel dat God deze dingen doet, ongeacht de mate waarin mensen dit doorgronden, voelen of zien. Zou de wetenschap dat dit het wezen van God is, invloed hebben op de liefde van mensen voor Hem? Zou het gevolgen hebben voor hun vrees voor God? Ik hoop dat wanneer je de ware aard van God begrijpt je nog dichter naar Hem zult toegroeien en in staat zult zijn Zijn liefde en zorg voor de mensheid nog beter te doorgronden, waarbij je tegelijkertijd ook je hart aan God geeft en niet langer bedenkingen of twijfels jegens Hem hebt. God doet in stilte alles voor de mens door Zijn oprechtheid, trouw en liefde. Maar Hij heeft nooit schroom of spijt bij ook maar iets wat Hij doet, en evenmin heeft Hij het nodig dat iemand Hem op enige wijze terugbetaalt, noch is het Zijn bedoeling dat Hij ooit iets van de mensheid zal verkrijgen. Het enige doel van alles wat Hij ooit heeft gedaan, is dat Hij ware trouw en liefde van de mensheid ontvangt. Laten we het eerste onderwerp hier afsluiten.

Heeft deze bespreking jullie geholpen? Wat heeft het jullie gebracht? (Meer begrip en kennis van Gods liefde.) (Deze manier van bespreken kan ons in de toekomst helpen Gods woord beter te doorgronden, de emoties te bevatten die Hij had evenals de betekenis achter de dingen die Hij zei op het moment dat Hij ze zei, en te ervaren wat Hij destijds voelde.) Ervaren jullie nog meer van Gods feitelijke bestaan na deze woorden te hebben gelezen? Voelen jullie dat Gods bestaan niet langer leeg of vaag is? Wanneer jullie dit gevoel eenmaal hebben, ervaren jullie dan dat God vlak bij jullie is? Misschien is die sensatie nu nog niet duidelijk of kunnen jullie deze nog niet voelen. Maar op een dag, wanneer jullie werkelijk in je hart een diep besef en reële kennis van Gods gezindheid en wezen hebben, zul je ervaren dat God vlak bij je is – je had alleen God nog nooit waarachtig in je hart aangenomen. Dat is de realiteit.

Wat vinden jullie van deze manier van communicatie? Konden jullie het volgen? Vinden jullie deze manier van communiceren over Gods werk en Gods gezindheid erg zwaar? Hoe voelden jullie je? (Heel goed, enthousiast.) Wat maakte dat jullie je goed voelden? Waarom waren jullie enthousiast? (Het was alsof we terugkeerden naar de hof van Eden en weer naast God stonden.) “Gods gezindheid” is voor iedereen eigenlijk een zeer onbekend onderwerp: wat je je doorgaans voorstelt, wat je in boeken leest of tijdens communicaties hoort, geeft je namelijk altijd het gevoel dat je een blinde man bent die een olifant aanraakt – je voelt iets met je handen, maar met je ogen zie je niets. Door iets “met de hand aan te raken” krijg je simpelweg geen basale indruk van de kennis van God, laat staan een duidelijk concept. Wel wordt je verbeeldingskracht erdoor vergroot, zodat je niet exact kunt definiëren wat Gods gezindheid en wezen zijn. In plaats daarvan lijken deze factoren van onzekerheid die uit je verbeelding voortvloeien, je hart altijd met twijfel te vullen. Wanneer je niet zeker over iets kunt zijn en toch probeert het te begrijpen, zullen er altijd tegenstrijdigheden en conflicten in je hart zijn. Soms kan het zelfs een storende factor worden waardoor je je verloren voelt. Is het niet erg pijnlijk wanneer je God wilt zoeken, God wilt leren kennen en Hem duidelijk wilt zien, maar nooit de antwoorden lijkt te kunnen vinden? Uiteraard zijn deze woorden alleen bedoeld voor degenen die ernaar verlangen God te vereren en God tevreden te stellen. Voor mensen die eenvoudigweg geen aandacht aan zulke dingen schenken, maakt dit allemaal niet uit. Zij hopen dat het het beste is dat de werkelijkheid en het bestaan van God een legende of fantasie zijn, zodat ze kunnen doen wat ze maar willen, zodat ze de grootste en belangrijkste kunnen zijn, zodat ze slechte dingen kunnen doen zonder dat daar consequenties aan vast zitten, zodat ze geen straf krijgen of enige verantwoordelijkheid dragen, zodat zelfs de dingen die God over boosdoeners zegt, niet op hen van toepassing zijn. Deze mensen zijn niet bereid Gods gezindheid te begrijpen, zij hebben er geen zin meer in te proberen God en alles wat met Hem te maken heeft, te leren kennen. Zij zouden liever zien dat God niet bestaat. Deze mensen verzetten zich tegen God en zullen worden geëlimineerd.

Nu zullen we het verhaal van Noach bespreken en hoe dit zich verhoudt tot het onderwerp Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf.

Wat doet God volgens jullie in dit Schriftgedeelte met Noach? Misschien weet iedereen die hier zit, daar iets over omdat hij de Bijbel heeft gelezen: God liet Noach de ark bouwen, waarna God de wereld door een overstroming vernietigde. God liet Noach de ark bouwen om zijn familie van acht personen te redden, om hen te laten overleven, zodat zij de voorouders voor de volgende generatie van de mensheid zouden worden. Laten we nu de Schriftgedeelten lezen.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

═══════ ♡♡♡ ═══════  ♡♡♡  ═══════  ♡♡♡ ═══════ ♡♡♡ ═══════  ♡♡♡ ═══════ ♡♡♡ ═══════

🌱🌱👉👉 Ik wil een gerelateerd  lied delen: Hoe belangrijk Gods liefde voor de mens is


Een Nederlands christelijk lied ‘Hoe belangrijk Gods liefde voor de mens is’

I

De scene uit de Bijbel "Gods gebod aan Adam"

is ontroerend en hartverwarmend.

Ook al zien we alleen de mens en God,

de relatie tussen beiden is zo intiem

dat we bewondering gaan voelen.

II

Zijn overvloeiende liefde, is er voor iedereen, Zijn liefde omringt hem.

De mens, onschuldig en puur, zonder Hem neer te halen,

leeft gelukkig in het oog van God.

Hij waakt over en beschermt de mens.

Wat de mens doet, zijn woorden en zijn daden,

met God verbonden, nooit los van Hem.

III

God heeft de mens geschapen en vanaf dat moment, nam Hij ze onder Zijn hoede.

Wat voor soort hoede is dat?

Hij waakt over en beschermt de mens.

Hij hoopt dat de mens Zijn woord vertrouwd, vertrouwen en gehoorzaamheid.

Dit was het eerste God verwachtte verwachtte van de mensheid.

IV

Vol van deze hoop sprak God de volgende woorden:

"'T staat je vrij te eten van elke boom in de tuin,

maar van de boom der kennis van goed en kwaad, goed en kwaad,

mag je niet eten,

want de dag dat je daarvan eet, dan zul je zeker sterven."

Deze woorden, staan voor Gods wil,

ze laten zien dat Hij toen al om de mens gaf.

V

Door deze simpele woorden, kennen we Gods hart.

Is Zijn hart niet vol liefde, zorg en betrokkenheid?

Gods liefde en zorg is iets dat, gevoeld en ervaren wordt.

Als je een geweten hebt en ook menslievend bent,

je voelt je warm, verzorgd en geliefd,

je voelt je gezegend met geluk.

VI

Wanneer je dit gevoel hebt, hoe handel je naar God toe?

Klamp je je aan Hem vast?

Voel je in je hart een hoogachtende grote liefde voor Hem?

Voel je meer verbondenheid?

Dit laat zien hoe waardevol, Gods liefde voor de mensheid is.

Maar nog belangrijker dan dit is

dat de mens Gods liefde kan voelen en begrijpen.

uit 'Het Woord verschijnt in het vlees'

Almachtige God zegt: “Als je vermoeid bent en als je iets begint te voelen van de troosteloze verlatenheid van deze wereld, wees dan niet verloren, huil dan niet. Almachtige God, de Wachter, zal je komst op elk moment omarmen. Hij houdt aan je zijde de wacht, Hij wacht tot je omkeert en terugkeert.”

Er is een enorm geheim in je hart, waar je je nooit bewust van bent geweest, want je hebt steeds in een wereld zonder licht geleefd. Je hart en je geest zijn weggekaapt door de boze. Je ogen zijn verduisterd door duisternis en je kunt de zon aan de hemel niet zien, noch die twinkelende ster van de nacht. Je oren zijn verstopt met misleidende woorden en je hoort de donderende stem van Jehova niet, noch het geluid van de wateren die vloeien vanaf de troon. Je hebt alles verloren wat jou rechtens toebehoort, alles wat de Almachtige je heeft geschonken. Je bent een eindeloze zee van ellende binnengegaan, zonder macht tot redding, zonder hoop op overleving, en je worstelt alleen maar en haast je rond … Vanaf dat moment was je gedoemd om door de boze te worden geteisterd, ver verwijderd van de zegeningen van de Almachtige, buiten bereik van de voorzieningen van de Almachtige, een weg bewandelend waarvan geen terugkeer mogelijk is. Een miljoen oproepen kunnen je hart en je geest amper wekken. Je sluimert vast in de handen van de boze, die je heeft meegelokt naar een grenzeloos rijk zonder richtingaanwijzing of wegaanduidingen. Van toen af aan ben je je oorspronkelijke onschuld en zuiverheid kwijtgeraakt, en ben je de zorg van de Almachtige gaan ontwijken. In je hart stuurt de boze je in alle aangelegenheden en is hij je leven geworden. Je vreest hem, vermijdt hem of wantrouwt hem niet langer; in plaats daarvan behandel je hem als de God in je hart. Je begon hem te vereren, hem te aanbidden, en jullie tweeën zijn zo onafscheidelijk geworden als een lichaam en zijn schaduw, elkaar toegewijd in leven en dood. Je hebt geen idee waar je vandaan kwam, waarom je geboren bent of waarom je zult sterven. Je beschouwt de Almachtige als een vreemde; je kent Zijn oorsprong niet, laat staan alles wat Hij voor je heeft gedaan. Je hebt een hekel gekregen aan alles wat van Hem komt; je koestert het niet, noch ken je de waarde ervan. Je wandelt naast de boze, vanaf de dag waarop je de voorziening van de Almachtige ontving. Je hebt duizenden jaren aan orkanen en stormen met de boze doorstaan en je staat samen met hem op tegen de God die de bron van je leven was. Je weet niets van berouw, laat staan dat je op het randje staat om te vergaan. Je bent vergeten dat de boze je heeft verleid en geteisterd; je bent je oorsprong vergeten. Zo heeft de boze je bij elke stap tot aan de dag van vandaag toe geteisterd. Je hart en je geest zijn gevoelloos en verdorven gemaakt. Je bent opgehouden met klagen over de ergernissen van de mensenwereld; je gelooft niet langer dat de wereld onrechtvaardig is. Het interesseert je nog minder of de Almachtige al dan niet bestaat. Dit komt omdat je lang geleden de boze als je ware vader beschouwde en niet zonder hem kan. Dit is het geheim in je hart.

Bij het ochtendgloren begint er een morgenster te schijnen in het oosten. Dit is een ster die er eerder nooit was. Hij verlicht het kalme, twinkelende uitspansel, en wakkert het gedoofde licht in het hart van mensen weer aan. De mensheid is niet langer eenzaam dankzij dit licht, dat evenzeer op jou schijnt als op anderen. Toch blijf jij alleen vast in slaap in de donkere nacht. Je hoort geen geluid en ziet geen licht; je bent je niet bewust van de komst van een nieuwe hemel en aarde, van een nieuw tijdperk, want je vader zegt tegen je: “Mijn kind, sta niet op, het is nog vroeg. Het weer is koud, ga dus niet naar buiten, zodat je ogen niet door zwaard en speer worden doorboord.” Je vertrouwt alleen in je vaders vermaningen, omdat je gelooft dat alleen je vader gelijk heeft, aangezien je vader ouder is dan jij en hij heel veel van je houdt. Dergelijke vermaningen en dergelijke liefde leiden ertoe dat je niet meer gelooft in de legende dat er licht is in de wereld; ze weerhouden je ervan je te interesseren voor de vraag of er nog wel waarheid bestaat in deze wereld. Je durft niet meer te hopen op redding door de Almachtige. Je stelt je tevreden met de status quo, je kijkt niet langer uit naar de komst van het licht, kijkt niet langer uit naar de komst van de Almachtige zoals in de legende wordt verhaald. Alles wat mooi is, kan wat jou betreft niet weer tot leven gewekt worden, het kan niet bestaan. In jouw ogen verdwijnt de dag van morgen, de toekomst, voor de mensheid eenvoudigweg; wordt deze weggevaagd. Je klampt je uit alle macht vast aan je vaders kleren en deelt luchthartig in de ontberingen, bang om je reisgenoot en de richting van je verre reis te verliezen. De uitgestrekte en vage mensenwereld heeft velen van jullie gevormd, onbevreesd en onverschrokken in het vervullen van de verschillende rollen van deze wereld. Ze heeft veel ‘krijgers’ gecreëerd zonder vrees voor de dood. Meer dan dat: ze heeft lichting na lichting versufte en verlamde menselijke wezens gemaakt die geen benul hebben van het doel van hun schepping. De ogen van de Almachtige onderzoeken ieder lid van het diep geteisterde mensdom. Wat Hij hoort is het gejammer van hen die lijden, wat Hij ziet is de schaamteloosheid van hen die geteisterd worden, en wat Hij voelt is de hulpeloosheid en angst van een mensdom dat de genade van redding is kwijtgeraakt. De mensheid wijst Zijn zorg af, kiest ervoor zijn eigen pad te bewandelen en probeert de kritische blik van Zijn ogen te ontlopen. Zij proeft liever de bitterheid van de diepe zee in het gezelschap van de vijand, tot de laatste druppel toe. Het zuchten van de Almachtige wordt niet langer gehoord door de mensheid; de handen van de Almachtige zijn niet langer bereid om deze tragische mensheid te strelen. Steeds herwint Hij en steeds verliest Hij weer, en zo wordt het werk dat Hij doet herhaald. Vanaf dat moment begint Hij moe te worden, Zich vermoeid te voelen, en dus staakt Hij het onderhanden werk en wandelt Hij niet langer te midden van de mensheid … De mensheid is zich totaal niet bewust van deze veranderingen, zich niet bewust van het komen en gaan, de droefheid en melancholie van de Almachtige.

Alles van deze wereld verandert snel met de gedachten van de Almachtige en onder Zijn ogen. Dingen waarvan de mensheid nooit heeft gehoord, zijn er plotseling, terwijl dingen die de mensheid al lang bezit stilletjes verdwijnen. Niemand kan de verblijfplaats van de Almachtige doorgronden, nog minder kan iemand bevroeden hoe transcendent en groots de levenskracht van de Almachtige is. Hij is transcendent omdat Hij kan waarnemen wat mensen niet kunnen waarnemen. Hij is groots omdat Hij de Ene is die door de mensheid is verlaten en de mensheid toch redt. Hij kent de betekenis van leven en dood, en meer dan dat: Hij weet welke regels geschikt zijn om het bestaan te besturen van de mensheid die Hij heeft geschapen. Hij is het fundament van het menselijk bestaan en Hij is de Verlosser die de mensheid weer uit de dood doet opstaan. He drukt blijde harten terneer met verdriet en verheft verdrietige harten met blijdschap, allemaal omwille van Zijn werk en omwille van Zijn plan.

De mensheid is afgedwaald van de voorziening voor het leven door de Almachtige, is zich niet bewust van het doel van het bestaan, maar is desalniettemin bang voor de dood. De mensen zijn zonder hulp of steun, toch schromen ze om hun ogen te sluiten, en ze harden zichzelf omzich in deze wereld onwaardig door het bestaan te sleuren, zakken vlees zonder gevoel voor hun eigen ziel. Je leeft op deze manier, zonder hoop, zoals anderen, zonder doel. Alleen de legendarische Heilige zal de mensen redden die, weeklagend in hun lijden, wanhopig verlangen naar Zijn komst. Tot dusver is dergelijk geloof niet verwezenlijkt in hen die bewustzijn ontberen. Toch verlangen de mensen er nog steeds zo naar. De Almachtige is barmhartig voor deze mensen die erg geleden hebben; Hij is deze mensen die bewustzijn ontberen tegelijkertijd zat, daar Hij te lang op antwoord van de mensheid heeft moeten wachten. Hij wil graag zoeken, je hart en je geest zoeken, om je water en voedsel te brengen en je op te wekken, opdat je niet langer zult dorsten en hongeren. Als je vermoeid bent en als je iets begint te voelen van de troosteloze verlatenheid van deze wereld, wees dan niet verloren, huil dan niet. Almachtige God, de Wachter, zal je komst op elk moment omarmen. Hij houdt aan je zijde de wacht, Hij wacht tot je omkeert en terugkeert. Hij wacht op de dag dat je plotseling je geheugen terugkrijgt: wanneer je beseft dat je van God kwam, dat je op een of ander moment je richting kwijtraakte, en op een of ander moment je bewustzijn op de weg verloor, en op een of ander moment een ‘vader’ verkreeg; wanneer je bovendien beseft dat de Almachtige altijd de wacht heeft gehouden en daar heel, heel lang gewacht heeft op je terugkeer. Hij heeft met wanhopig verlangen uitgekeken, gewacht op een reactie zonder antwoord. Zijn vaste wacht gaat elke prijs te boven, en is omwille van het menselijk hart en de menselijke geest. Deze vaste wacht is misschien voor onbepaalde tijd en misschien wel ten einde. Maar je dient precies te weten waar je hart en je geest zich op dit moment bevinden.

28 mei 2003

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

Mooie christelijke muziek: Hij die de heerschappij over alles heeft

Almachtige God zegt: “Omdat ik van plan ben mijn glorie die bestaat in de menselijke wereld terug te nemen, zal ik een volledige overwinning behalen over de overblijvende overlevenden onder de mensheid, als bewijs van mijn glorie aangaande het verslaan van Satan.”

Lezing | Gods Woord ‘Wat het betekent om een echt mens te zijn’

Almachtige God zegt: “Je zou echter moeten weten dat de mensen die ik schiep heilige mensen waren die mijn beeld en mijn glorie droegen. Ze behoorden niet toe aan Satan, noch waren ze onderworpen aan zijn vertrapping, maar waren puur een manifestatie van mij, vrij van het geringste spoor van Satans gif. En dus laat ik de mensheid weten dat ik alleen datgene wil dat is geschapen door mijn hand, de heiligen die ik liefheb en die bij geen enkele andere entiteit horen. Verder zal ik plezier in hen hebben en hen beschouwen als mijn glorie. Maar wat ik wil is niet de mensheid die gecorrumpeerd is door Satan, die vandaag de dag aan Satan toebehoort, en die niet langer mijn oorspronkelijke schepping is. Omdat ik van plan ben mijn glorie die bestaat in de menselijke wereld terug te nemen, zal ik een volledige overwinning behalen over de overblijvende overlevenden onder de mensheid, als bewijs van mijn glorie aangaande het verslaan van Satan. Ik neem alleen mijn getuigenis als een kristallisatie van mijzelf, als het object van mijn plezier. Dit is mijn wil.”

Bekijk film over de wederkeer van de Heer Jezus: https://deoostelijkebliksemnl.site123.me/video-s/christelijke-film-kloppen-aan-de-deur-de-wederkomst-van-jezus

Almachtige God zegt: “Al degenen die zijn gered door de genade van Jezus Christus in het Tijdperk van Genade hebben verlangd naar die vreugdevolle dag in de laatste dagen wanneer Jezus de Redder op een witte wolk afdaalt en onder de mensen verschijnt. ... ”

Uitspraken van Christus van de laatste dagen ‘De Redder is al teruggekeerd op een “witte wolk”’

Almachtige God zegt: “Sinds het afscheid van Jezus hebben Zijn volgelingen en al de heiligen die Zijn gered in zijn Naam, wanhopig naar Hem verlangd en uitgekeken. Al degenen die zijn gered door de genade van Jezus Christus in het Tijdperk van Genade hebben verlangd naar die vreugdevolle dag in de laatste dagen wanneer Jezus de Redder op een witte wolk afdaalt en onder de mensen verschijnt. ... Toch is dit niet wat Jezus de Redder heeft gedaan; Hij heeft het tegenovergestelde gedaan van wat de mens zich heeft voorgesteld. Hij is niet afgedaald onder degenen die zozeer naar zijn terugkeer hebben verlangd en Hij is niet rijdend op een witte wolk aan alle mensen verschenen. Hij is al aangekomen, maar de mens kent Hem niet en weet niet van Zijn komst. De mens kijkt slechts tevergeefs naar Hem uit, niet vermoedend dat Hij al op een witte wolk is afgedaald (de witte wolk die Zijn Geest, Zijn woorden en Zijn gezindheid in al haar aspecten en alles wat Hij is) en Hij is nu onder een groep mensen die Hij in de laatste dagen tot overwinnaars zal maken.”

GRelevante een mooie film: wederkomst van Jezus 


Almachtige God zegt: “Degenen die God liefhebben zijn Gods vertrouwelingen, zij zijn de mensen die door God geliefd zijn en zij kunnen samen met God zegeningen genieten. Alleen mensen zoals deze zullen tot in eeuwigheid leven, en alleen zij zullen voor altijd leven onder Gods zorg en bescherming. ”

De essentie van het geloof in God van de meeste mensen is een religieuze overtuiging: ze zijn niet in staat om van God te houden en kunnen God alleen als een robot volgen, zonder in staat te zijn om echt naar God te smachten of Hem te aanbidden. Ze volgen Hem alleen maar in stilte. Veel mensen geloven in God, maar er zijn er maar heel weinig die van God houden; ze vereren God alleen omdat ze bang zijn voor rampspoed, of ze bewonderen God omdat Hij hoog en machtig is – maar hun eerbied en bewondering bevat geen liefde of echt verlangen. Ze zoeken in hun ervaringen naar de details van de waarheid of naar wat onbelangrijke mysteries. De meeste mensen zijn volgers, ze vissen in duistere wateren, alleen om zegeningen te ontvangen; ze zoeken de waarheid niet, noch gehoorzamen ze God werkelijk om Gods zegen te ontvangen. Het leven van ieders geloof in God is zinloos, het is waardeloos, en daarin zijn hun persoonlijke overwegingen en bezigheden; ze geloven niet in God om God lief te hebben, maar om gezegend te worden. Veel mensen handelen naar eigen goeddunken, ze doen maar wat ze willen en overwegen nooit de belangen van God, of dat wat ze doen in overeenstemming is met de wil van God. Zulke mensen kunnen niet een werkelijk geloof bereiken, laat staan de liefde van God. De mens moet niet alleen in het wezen van God geloven, maar het bovendien liefhebben. Maar velen van degenen die in God geloven, zijn niet in staat om dit ‘geheim’ te ontdekken. Mensen durven niet van God te houden en proberen Hem ook niet lief te hebben. Ze hebben nooit ontdekt dat er zo veel is dat beminnelijk is aan God, ze hebben nooit ontdekt dat God de God is die de mens liefheeft en dat Hij de God is die voor de mens is om van te houden. De liefelijkheid van God is uitgedrukt in Zijn werk: alleen wanneer ze Zijn werk ervaren, kunnen mensen Zijn liefelijkheid ontdekken, alleen in hun werkelijke ervaringen kunnen ze de liefelijkheid van God waarderen en zonder het in het echte leven waar te nemen, kan niemand Gods liefelijkheid ontdekken. Er is zoveel aan God om van te houden, maar mensen zijn niet in staat om het te ontdekken als ze niet met Hem omgaan. Dat wil zeggen, als God geen vlees geworden was dan zouden mensen niet in staat zijn om daadwerkelijk met Hem om te gaan, en als ze niet in staat waren om daadwerkelijk met Hem om te gaan zouden ze ook niet in staat zijn om Zijn werk te ervaren – en dus zou hun liefde voor God besmet zijn met een heleboel leugens en verzinsels. Hun liefde voor de God in de hemel is niet zo echt als hun liefde voor de God op aarde, want de kennis van mensen van God in de hemel is gebaseerd op hun verbeelding, in plaats van wat ze met hun eigen ogen hebben gezien en wat ze persoonlijk hebben ervaren. Wanneer God naar de aarde komt, zijn de mensen in staat om Zijn werkelijke daden en Zijn liefelijkheid te aanschouwen en zij kunnen alles zien van Zijn praktische en normale gezindheid, die duizenden keren meer echt is dan de kennis van de God in de hemel. Ongeacht hoeveel mensen de God in de hemel liefhebben, er is niets echts aan deze liefde en het zit vol menselijke ideeën. Ongeacht hoe klein hun liefde voor de God op aarde is, deze liefde is echt; zelfs als er maar een beetje van is, is het nog steeds echt. God zorgt ervoor dat mensen Hem leren kennen door werkelijk werk en door deze kennis verkrijgt Hij hun liefde. Het is als met Petrus: als hij niet met Jezus had geleefd, zou het onmogelijk voor hem zijn geweest om Jezus te vereren. Zo was ook zijn loyaliteit aan Jezus gebaseerd op zijn omgang met Jezus. Om de mens van Hem te laten houden, is God te midden van de mensen gekomen en leeft Hij samen met de mens en alles wat Hij de mens laat zien en ervaren is de realiteit van God.

God maakt gebruik van de realiteit en de benadering van feiten om mensen te vervolmaken; Gods woorden vervullen een deel van Zijn vervolmaking van mensen. Dit is het werk van begeleiding en het openen van de weg. Dat wil zeggen, in Gods woorden moet je het pad van beoefening vinden en moet je de kennis van visies vinden. Door deze dingen te begrijpen, zullen mensen een pad en visies hebben terwijl ze feitelijk beoefenen en in staat zijn om verlicht te worden door Gods woorden, ze zullen kunnen begrijpen dat deze dingen van God komen en in staat zijn om veel te onderscheiden. Na het begrijpen moeten ze onmiddellijk deze realiteit binnengaan en Gods woorden gebruiken om God tevreden te stellen in hun werkelijke leven. God zal je in alle dingen leiden en je een pad van beoefening geven en je laten voelen dat God zo liefelijk is en je toestaan te zien dat elke stap van Gods werk in jou er is om je te vervolmaken. Als je Gods liefde wilt zien, als je Gods liefde echt wilt ervaren, dan moet je diep in de realiteit gaan, moet je diep in het echte leven gaan en inzien dat alles wat God doet liefde is en redding en om te zorgen dat mensen hetgeen wat onrein is achterlaten en om de dingen in hun binnenste, die niet in staat zijn om Gods wil te bevredigen, te louteren. God gebruikt woorden om de mensen te voorzien, terwijl Hij ook omgevingen in het werkelijke leven creëert die de mensen laten ervaren en als de mensen veel van Gods woorden eten en drinken, als ze die werkelijk in praktijk brengen, dan kunnen ze alle moeilijkheden in hun leven oplossen door veel woorden van God te gebruiken. Dat wil zeggen, je moet de woorden van God hebben om diep in de realiteit te gaan; als je de woorden van God niet eet en drinkt en zonder werk van God bent, dan zul je geen pad in het werkelijke leven hebben. Als je de woorden van God nooit eet of drinkt, dan zal je verbijsterd zijn als jou iets overkomt. Je weet alleen maar dat je van God moet houden, maar je bent niet in staat om te onderscheiden en hebt geen pad van beoefening; je bent vertroebeld en verward en soms geloof je zelfs dat je God tevreden stelt door het bevredigen van het vlees – dit is allemaal het gevolg van het niet eten en drinken van Gods woorden. Dat wil zeggen, als je de hulp van Gods woorden niet hebt en alleen maar rondtast in de realiteit, dan ben je fundamenteel niet in staat het pad van beoefening te vinden. Zulke mensen begrijpen gewoon niet wat het betekent om in God te geloven en nog minder begrijpen ze wat het betekent om God lief te hebben. Als je, gebruikmakend van de verlichting en begeleiding van Gods woorden, vaak bidt en onderzoek doet en zoekt, waardoor je ontdekt wat je in praktijk zou moeten brengen, gelegenheden voor het werk van de Heilige Geest vindt, echt samen met God werkt en je niet vertroebeld en verward bent, dan zul je in het echte leven een pad hebben en God echt tevreden stellen. Als je God tevreden hebt gesteld, zal de leiding van God binnenin je zijn en zul je bijzonder gezegend zijn door God, wat je een gevoel van vreugde zal geven: je zult je vooral vereerd voelen dat je God tevreden hebt gesteld, je zult je vooral helder voelen van binnen en in je hart zul je helder en vreedzaam zijn, je geweten zal worden getroost en vrij van beschuldigingen zijn en je zult je van binnen prettig voelen als je je broeders en zusters ziet. Dit is wat het betekent om Gods liefde te genieten en alleen dit is werkelijk genieten van God. Het genieten, door de mensen, van Gods liefde wordt verkregen door het ervaren: door ontberingen te ervaren en door het ervaren van het in praktijk brengen van de waarheid, verkrijgen zij Gods zegeningen. Als je alleen maar zegt dat God echt van je houdt, dat God een zware prijs heeft betaald in mensen, dat Hij geduldig en vriendelijk zoveel woorden heeft gesproken en altijd mensen redt, dan is jouw uiting van deze woorden slechts één kant van het genieten van God. Maar een grotere vreugde – echte vreugde – zou zijn dat mensen de waarheid in hun werkelijke leven in praktijk te brengen, waarna ze vreedzaam en helder in hun hart zullen zijn, ze zullen zich innerlijk zo ontroerd voelen en dat God zo lieflijk is. Je zult het gevoel hebben dat de prijs die je hebt betaald zo de moeite waard is. Als je een hoge prijs hebt betaald betreffende je inspanningen, zul je bijzonder helder van binnen zijn: je zult het gevoel hebben dat je Gods liefde echt ervaart en begrijpen dat God het reddingswerk onder de mensen gedaan heeft, dat Hij de mensen loutert om hen puur te maken en dat God mensen beproeft om te testen of ze echt van Hem houden. Als je de waarheid steeds op deze manier in praktijk brengt, dan zul je geleidelijk een duidelijke kennis van veel van Gods werk ontwikkelen en gedurende die tijd zul je steeds het gevoel hebben dat Gods woorden zo helder als kristal zijn voor je. Als je veel waarheden duidelijk kunt begrijpen, zul je voelen dat alle zaken gemakkelijk in praktijk te brengen zijn, dat je dit probleem kunt overwinnen en die verleiding kunt weerstaan en je zult zien dat niets een probleem voor je is, waardoor je heel los en bevrijd wordt. Op dat moment zul je genieten van Gods liefde en Gods ware liefde zal tot je zijn gekomen. God zegent hen die visies hebben, die de waarheid hebben, die kennis hebben en die echt van Hem houden. Als mensen Gods liefde willen aanschouwen, dan moeten ze de waarheid in praktijk brengen in het werkelijke leven, dan moeten ze bereid zijn om pijn te verdragen en verzaken waar ze van houden om God tevreden te stellen en ondanks de tranen in hun ogen moeten ze toch in staat zijn om Gods hart tevreden te stellen. Op deze manier zal God je zeker zegenen en als je moeilijkheden zoals deze doorstaat, zal het worden gevolgd door het werk van de Heilige Geest. Door het werkelijke leven en door het ervaren van Gods woorden, zijn mensen in staat Gods liefelijkheid te zien en alleen als ze Gods liefde hebben geproefd, kunnen ze werkelijk van Hem houden.

Hoe meer je de waarheid in praktijk brengt, des te meer je de waarheid bezit; hoe meer je de waarheid in praktijk brengt, des te meer je Gods liefde bezit; en hoe meer je de waarheid in praktijk brengt, des te meer je door God gezegend wordt. Als je altijd op deze manier beoefent, zul je geleidelijk Gods liefde in je zien en je zult God kennen zoals Petrus deed: Petrus zei dat God niet alleen de wijsheid heeft om de hemelen en de aarde en alle dingen te scheppen, maar dat Hij ook de wijsheid heeft om daadwerkelijk werk te doen in mensen. Petrus zei dat Hij niet alleen de liefde van mensen waardig is vanwege Zijn schepping van de hemelen en de aarde en alle dingen, maar bovendien vanwege Zijn vermogen om de mens te scheppen, de mens te redden, de mens te vervolmaken en Zijn liefde na te laten aan de mens. Zo zei Petrus ook dat er in Hem veel is dat de liefde van de mens waardig is. Petrus zei tegen Jezus: “Verdient u de liefde van mensen niet voor veel meer dan het scheppen van de hemelen en de aarde en alle dingen? Er is meer in u dat beminnelijk is, u handelt en beweegt zich in het werkelijke leven, uw Geest raakt mij van binnen, u disciplineert mij, u roept mij tot de orde – deze dingen zijn nog meer de liefde van mensen waardig.” Als je Gods liefde wilt zien en ervaren, dan moet je in het werkelijke leven verkennen en zoeken en moet je bereid zijn om je eigen vlees opzij te zetten. Je moet deze beslissing nemen. Je moet iemand met vastberadenheid zijn, die in staat is om God in alle dingen tevreden te stellen, zonder lui te zijn, of de pleziertjes van het vlees te begeren, niet leven voor het vlees, maar leven voor God. Er kunnen momenten zijn wanneer je God niet tevreden stelt. Dat komt omdat je Gods wil niet begrijpt; de volgende keer, ook al kost het je meer moeite, moet je Hem tevreden stellen en moet je niet het vlees bevredigen. Wanneer je op deze manier ervaart zul je God hebben leren kennen. Je zult inzien dat God de hemelen en de aarde en alle dingen kon schapen, dat Hij vlees geworden is, zodat mensen Hem echt en daadwerkelijk kunnen zien en echt en daadwerkelijk met Hem kunnen omgaan, inzien dat Hij in staat is om te midden van de mensen te wandelen, dat Zijn Geest mensen kan vervolmaken in het werkelijke leven, zodat ze Zijn liefelijkheid kunnen zien en Zijn discipline, Zijn kastijding en Zijn zegeningen kunnen ervaren. Als je altijd op deze manier ervaart, zul je in het werkelijke leven onafscheidelijk van God zijn en als op een dag je relatie met God ophoudt normaal te zijn, zul je in staat zijn om berispingen te ondergaan en om spijt te voelen. Wanneer je een normale relatie met God hebt, zul je God nooit willen verlaten en als God op een dag zegt dat Hij je zal verlaten, zul je bang zijn en zul je zeggen dat je liever zou sterven dan door God te worden verlaten. Zodra je deze emoties hebt, zul je voelen dat je niet in staat bent om God te verlaten en op deze manier zul je een fundament hebben en Gods liefde werkelijk genieten.

Mensen spreken er vaak over om God hun leven te laten zijn, maar moeten dat tot dan toe nog ervaren. Je zegt alleen maar dat God je leven is, dat Hij je elke dag begeleidt, dat je elke dag zijn woorden eet en drinkt en dat je elke dag tot Hem bidt en dat Hij daarom je leven is geworden. De kennis van hen die dit zeggen is zo oppervlakkig. Bij veel mensen is er geen fundament; Gods woorden zijn in hen geplant, maar ze moeten nog ontkiemen, laat staan dat ze vrucht dragen. In welke mate heb je vandaag de dag ervaren? Pas nu, nadat God je heeft gedwongen om zover te komen, heb je het gevoel dat je God niet kunt verlaten. Wanneer je, op een dag, tot een bepaald punt hebt ervaren en God zou je laten vertrekken, dan zou je dat niet kunnen. Je zult altijd het gevoel hebben dat je niet zonder God binnen in je kan bestaan; je kunt zonder echtgenoot, echtgenote of kinderen, zonder familie, zonder moeder of vader, zonder vleselijk genot zijn, maar niet zonder God. Zonder God zijn is alsof je je leven verliest, je zult niet in staat zijn om zonder God te leven. Wanneer je tot op dit punt hebt ervaren, zul je het doel hebben bereikt betreffende je geloof in God en op deze manier zal God je leven zijn geworden, Hij zal het fundament van je bestaan zijn geworden en je zult God nooit meer kunnen verlaten. Wanneer je tot dit punt hebt ervaren, zul je Gods liefde echt hebben genoten, zal je relatie met God zo dichtbij zijn, zal God je leven zijn, je liefde en op dat moment zul je tot God bidden en zeggen: “O God! Ik kan u niet verlaten, u bent mijn leven, ik kan zonder al het andere – maar zonder u kan ik niet blijven leven.” Dit is de ware gestalte van de mensen; het is het werkelijke leven. Sommige mensen zijn gedwongen om zover te komen als vandaag de dag: ze moeten doorgaan of ze willen of niet, en ze hebben altijd het gevoel dat ze zich tussen wal en schip bevinden. Je moet op zodanige wijze ervaren dat God je leven is, zodanig dat als God van je hart weggenomen zou worden, het zou zijn alsof je je leven verliest; God moet je leven zijn en je moet Hem niet kunnen verlaten. Op deze manier zul je God echt ervaren hebben en op dat moment, wanneer je God weer liefhebt, zul je echt God liefhebben en zal het een unieke, pure liefde zijn. Op een dag wanneer je ervaringen zo zijn dat je leven een bepaald punt heeft bereikt, zul je tot God bidden en de woorden van God eten en drinken en zul je God binnen in jou niet kunnen verlaten en zelfs als je dat zou willen, zou je niet in staat zijn om Hem te vergeten. God zal je leven zijn geworden; je kunt de wereld vergeten, je kunt je vrouw, man of kinderen vergeten, maar je zult moeite hebben om God te vergeten – dat is onmogelijk, dit is je ware leven en je ware liefde voor God. Wanneer de liefde van mensen tot God een bepaald punt heeft bereikt, is niets waar zij van houden gelijk aan hun liefde voor God, Hij is hun liefde nummer één en op deze manier kunnen ze al het andere opgeven en zijn ze bereid om al het aanpakken en het snoeien van God te accepteren. Als je een liefde voor God hebt bereikt die al het andere overtreft, zul je in de realiteit leven en in Gods liefde.

Zodra God het leven in de mensen wordt, zijn ze niet langer in staat om God te verlaten. Is dit niet de daad van God? Er is geen groter getuigenis! God heeft tot op een zeker punt gewerkt; Hij heeft gezegd dat mensen dienst moesten doen en getuchtigd moesten worden of sterven en mensen hebben zich toch niet teruggetrokken, wat aantoont dat ze door God zijn overwonnen. Mensen die de waarheid hebben zijn degenen die in hun werkelijke ervaringen standvastig zijn in hun getuigenis, standvastig zijn in hun positie, aan de kant van God staan, zonder zich ooit terug te trekken en die een normale relatie kunnen hebben met mensen die van God houden, die als er wat met hen gebeurt, in staat zijn om God volledig te gehoorzamen en God tot de dood kunnen gehoorzamen. Je beoefening en openbaringen in het werkelijke leven zijn de getuigenis van God, zij zijn de naleving van de mens en de getuigenis van God en dit is echt genieten van de liefde van God ; wanneer je tot op dit punt hebt ervaren, zal het gepaste effect zijn bereikt. Je bent bezeten van daadwerkelijke naleving en alles wat je doet wordt met bewondering door anderen bekeken. Je uiterlijk is onopvallend, maar je leeft een leven van uiterste vroomheid en wanneer je de woorden van God communiceert, word je door hem geleid en verlicht. Je bent in staat om Gods wil uit te spreken door je woorden, de realiteit te communiceren en je begrijpt veel over het dienen in de geest. Je bent openhartig in je spraak, je bent fatsoenlijk en oprecht, niet confronterend en beleefd, in staat om Gods regelingen te gehoorzamen en standvastig te blijven in je getuigenis wanneer dingen je overkomen en je bent kalm en beheerst, ongeacht waar je mee te maken hebt. Dit soort persoon heeft echt Gods liefde gezien. Sommige mensen zijn nog jong, maar ze gedragen zich als iemand van middelbare leeftijd; ze zijn volwassen, bezeten van de waarheid en worden bewonderd door anderen – en dit zijn de mensen die getuigenis hebben en de manifestatie van God zijn. Dat wil zeggen, wanneer ze tot op een zeker punt hebben ervaren, zullen ze van binnen een inzicht hebben in God, en zo zal hun externe gezindheid zich ook stabiliseren. Veel mensen brengen de waarheid niet in praktijk en zijn niet standvastig in hun getuigenis. In zulke mensen is er geen liefde voor God, of een getuigenis van God en dit zijn de mensen die het meest door God worden veracht. Ze eten en drinken de woorden van God, maar wat ze uitdrukken is Satan en ze laten toe dat Gods woorden door Satan belasterd worden. In dat soort mensen is geen spoor van Gods liefde; alles wat ze uitdrukken is van Satan. Als je hart altijd in vrede is voor God en je altijd aandacht schenkt aan de mensen en dingen om je heen en wat er om je heen gebeurt en als je je bewust bent van Gods last en altijd een hart hebt dat God vereert, dan zal God je vaak van binnen verlichten. In de kerk zijn er mensen die ‘opzichter’ zijn, die specifiek de tekortkomingen van anderen in de gaten houden, en deze vervolgens kopiëren en trachten te evenaren. Ze zijn niet in staat om onderscheid te maken, ze haten de zonde niet en verafschuwen en walgen niet van de dingen van Satan. Zulke mensen zijn vervuld van de dingen van Satan en zij zullen uiteindelijk volkomen door God verlaten worden. Je hart zou altijd eerbiedig moeten zijn voor God, je moet gematigd zijn in je woorden en daden en je nooit verzetten tegen God of Hem boos maken. Je moet nooit toestaan dat Gods werk in jou voor niets is geweest, of toestaan dat alle ontberingen die je hebt doorstaan en alles wat je in praktijk hebt gebracht, teniet wordt gedaan. Je moet bereid zijn harder te werken en God meer lief te hebben op het pad dat voor je ligt. Dit zijn de mensen die een visie als hun fundament hebben. Dit zijn de mensen die vooruitgang zoeken.

Als mensen in God geloven en Gods woorden ervaren, met een hart dat God vereert, dan is in zulke mensen Gods redding zichtbaar en Gods liefde. Deze mensen kunnen getuigen van God, ze leven de waarheid uit en waar ze van getuigen is ook de waarheid, wat God is en Gods gezindheid, en ze leven te midden van Gods liefde en hebben Gods liefde gezien. Als mensen God willen liefhebben, moeten ze Gods liefelijkheid proeven en Gods liefelijkheid zien; alleen dan kan er een hart in hen worden opgewekt dat God liefheeft, een hart dat bereid is zich loyaal aan God te besteden. God laat mensen niet van Hem houden door middel van woorden en uitdrukkingen, of hun verbeelding en Hij dwingt mensen niet om Hem lief te hebben. In plaats daarvan laat Hij hen van Hem houden uit hun eigen wil en Hij laat hen Zijn liefelijkheid zien in Zijn werk en uitingen, waarna de liefde van God in hen wordt meegedragen. Alleen op deze manier kunnen mensen echt getuigen van God. Mensen houden niet van God omdat ze daartoe door anderen zijn aangespoord, noch is het een kortstondige emotionele impuls. Ze houden van God omdat ze Zijn liefelijkheid hebben gezien, ze hebben gezien dat er zo veel van Hem is dat de liefde van mensen waardig is, omdat ze Gods redding, wijsheid en wonderbaarlijke daden hebben gezien – en als gevolg daarvan prijzen ze God waarlijk en verlangen echt naar Hem en is er zo’n passie in hen opgewekt dat ze niet zouden kunnen overleven zonder God te winnen. De reden waarom zij die echt van God getuigen in staat zijn om een klinkende getuigenis van Hem te geven, is omdat hun getuigenis op het fundament staat van de ware kennis en het ware verlangen naar God. Het is niet volgens een emotionele impuls, maar volgens de kennis van God en Zijn gezindheid. Omdat ze God hebben leren kennen, hebben ze het gevoel dat ze zeker van God moeten getuigen en dat ze iedereen die naar God verlangt, God moeten laten leren kennen en hen bewust moeten laten zijn van Gods liefelijkheid en Zijn werkelijkheid. Net als de liefde van mensen voor God is hun getuigenis spontaan, het is echt en heeft werkelijke betekenis en waarde. Het is niet passief of hol en zonder betekenis. De reden waarom alleen degenen die echt van God houden de meeste waarde en betekenis in hun leven hebben en alleen zij echt in God geloven, is omdat deze mensen in Gods licht leven, ze in staat zijn te leven voor Gods werk en management. Ze leven niet in de duisternis, maar leven in het licht; ze leven geen zinloze levens, maar levens die gezegend zijn door God. Alleen zij die van God houden, kunnen van God getuigen, alleen zij zijn Gods getuigen, alleen zij zijn door God gezegend en alleen zij zijn in staat Gods beloften te ontvangen. Degenen die God liefhebben zijn Gods vertrouwelingen, zij zijn de mensen die door God geliefd zijn en zij kunnen samen met God zegeningen genieten. Alleen mensen zoals deze zullen tot in eeuwigheid leven, en alleen zij zullen voor altijd leven onder Gods zorg en bescherming. God is om lief te hebben voor mensen en Hij is de liefde van alle mensen waardig, maar niet alle mensen zijn in staat God lief te hebben en niet alle mensen kunnen van God getuigen en met God de macht behouden. Omdat zij in staat zijn om van God te getuigen en al hun inspanningen aan Gods werk te wijden, kunnen zij die echt van God houden overal onder de hemelen rondlopen zonder dat iemand tegen hen durft op te staan en zij kunnen de macht op aarde uitoefenen en over alle mensen van God heersen. Deze mensen zijn samengekomen van over de hele wereld, ze spreken verschillende talen en hebben verschillende huidskleuren, maar hun bestaan heeft dezelfde betekenis, ze hebben allemaal een hart dat God liefheeft, ze geven allemaal dezelfde getuigenis en hebben hetzelfde voornemen en dezelfde wens. Degenen die van God houden kunnen vrij rondlopen over de hele wereld, zij die van God getuigen kunnen door het hele heelal reizen. Deze mensen zijn geliefd door God, ze zijn gezegend door God en ze zullen voor altijd in Zijn licht leven.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 



I BUILT MY SITE FOR FREE USING