Almachtige God zegt: “Op de derde dag laten de woorden van God de aarde en de zeeën geboren worden en het gezag van God zorgt ervoor dat de wereld vol leven is”

De woorden van de Heilige Geest ‘God Zelf, de unieke I Gods gezag (I)’ Deel een

Gods woorden in deze video zijn van het boek ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ De inhoud van deze video:

Op de eerste dag zijn de dag en nacht van de mensheid geboren en ze stonden vast dankzij het gezag van God

Op de tweede dag, regelt Gods gezag de wateren en maakt het gewelf en een ruimte voor de meest elementaire menselijke overleving verschijnt

Op de derde dag laten de woorden van God de aarde en de zeeën geboren worden en het gezag van God zorgt ervoor dat de wereld vol leven is

❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿

⭐⭐ Relevante woorden van God:⭐⭐

De woorden van de Heilige Geest ‘God Zelf, de unieke I Gods gezag (I)’ Deel drie

Gods woorden in deze video zijn van het boek ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ De inhoud van deze video:

Nadat Hij alle dingen heeft gemaakt, wordt het gezag van de Schepper nogmaals bevestigd en getoond in het verbond van de regenboog

De unieke manier en kenmerken van de uitspraken van de Schepper zijn een symbool van de unieke identiteit en het gezag van de Schepper

.•*¨*•.¸¸♬ .•*¨*•.¸¸ ♪.•*¨*•.¸¸♬.•*¨*•.¸¸♪.•*¨*•.¸¸ ♪.•*¨*•.¸¸♬.•*¨*•.¸¸♪

 🌱🌱 christelijke apps 🌱🌱


Almachtige God zegt: “Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt?"

Lezing van de woorden van Almachtige God ‘Als je het spirituele lichaam van Jezus ziet, heeft God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt’ (Fragment I)

Almachtige God zegt: “Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout betekenisloze eer te bewijzen aan de naam van de Messias en ondertussen op alle mogelijke manieren op te staan tegen het wezen van de Messias. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën? Ik vraag jullie nogmaals: is het niet heel makkelijk voor jullie om de fouten van de vroegste farizeeërs te begaan, omdat jullie niet het geringste begrip van Jezus hebben? Kun je de weg van de waarheid onderscheiden? Kun je echt garanderen dat je je niet zult verzetten tegen Christus? Kun je het werk van de Heilige Geest volgen? Als je niet weet of je je zult verzetten tegen Christus, dan zeg ik dat je al op de rand van de dood leeft. Zij die de Messias niet kenden waren allemaal in staat om zich tegen Jezus te verzetten, of om Jezus te verwerpen, of kwaad te spreken over Hem. Mensen die Jezus niet begrijpen, kunnen Hem allemaal ontkennen en beschimpen. Ze zijn bovendien in staat de terugkeer van Jezus als het bedrog van Satan te zien en meer mensen zullen de in het vlees teruggekeerde Jezus veroordelen. Maakt dit alles jullie niet bang? Jullie krijgen met blasfemie tegen de Heilige Geest te maken, de verwoesting van de woorden van de Heilige Geest aan de kerken, en de afwijzing van alles dat Jezus tot uitdrukking heeft gebracht. Als jullie zo verward zijn, wat kunnen jullie van Jezus krijgen? Hoe kunnen jullie het werk van Jezus begrijpen wanneer Hij naar het vlees terugkeert op een witte wolk, als jullie koppig blijven weigeren je je fouten te realiseren? Dit is wat ik jullie vertel: mensen die de waarheid niet aanvaarden, maar blind de komst van Jezus op een witte wolk afwachten, zullen zeker blasfemie plegen jegens de Heilige Geest, en zij behoren tot de categorie die vernietigd zal worden. Jullie willen slechts de genade van Jezus ontvangen en genieten van het zalige hemelrijk, maar jullie hebben de woorden die Jezus heeft gesproken nooit gehoorzaamd en jullie hebben de waarheid die Jezus heeft geuit toen Hij terugkeerde naar het vlees nooit ontvangen. Wat hebben jullie te bieden in ruil voor het feit dat Jezus op een witte wolk terugkomt? Is het de eerlijkheid waarmee jullie regelmatig zonden begaan en ze vervolgens opbiechten, steeds weer? Wat kunnen jullie als offer aanbieden aan Jezus die op een witte wolk terugkeert? Zijn het de jaren van werk waarmee jullie jezelf prijzen? Wat hebben jullie te bieden zodat de teruggekeerde Jezus jullie kan vertrouwen? Is het die arrogante natuur van jullie, die aan geen enkele waarheid gehoorzaamt?”

uit 'Het Woord verschijnt in het vlees' 

<*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*>

🌱🌱 Mogelijk vindt u dit ook interessant: ❓❓ Christelijke film ‘Het mysterie van de goddelijkheid: het vervolg’ Clip 6 - Is de Heer Jezus de Zoon van God of God Zelf?



Almachtige God zegt: “De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is.”

Gods woord ‘Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader’ (Fragment I)

Almachtige God zegt: “De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert. Maar zowel Zijn menselijkheid als Zijn goddelijkheid onderwerpen zich aan de wil van de Vader in de hemel. Het wezen van Christus is de Geest, dat wil zeggen de goddelijkheid. Daarom is Zijn wezen het wezen van God Zelf; dit wezen staat Zijn eigen werk niet in de weg, en Hij zou met geen mogelijkheid ook maar iets kunnen doen dat Zijn eigen werk teniet zal doen of woorden spreken die tegen Zijn wil ingaan. Daarom zou de vleesgeworden God absoluut nooit iets doen dat Zijn eigen management in de weg staat. Dit is wat alle mensen zouden moeten begrijpen. De essentie van het werk van de Heilige Geest is de mens te redden en is in het belang van Gods eigen management. En zo is ook het werk van Christus de mens te redden, wat in het belang is van Gods wil. Omdat God vlees wordt, neemt Hij Zijn wezen aan in Zijn vlees, zodat Zijn vlees volstaat om Zijn werk te ondernemen. Daarom wordt tijdens Zijn incarnatie al het werk van Gods Geest vervangen door het werk van Christus en centraal in het werk gedurende de hele periode van de incarnatie is het werk van Christus. Het kan niet vermengd worden met werk uit welke andere tijd dan ook. En omdat God vlees wordt, werkt Hij in de identiteit van Zijn vlees; omdat Hij in het vlees is gekomen, voltooit Hij het werk dat Hij moet doen in het vlees. Of het nu de Geest van God is, of het is Christus, beiden zijn God Zelf, en Hij verricht het werk dat Hij moet verrichten en voert de bediening uit die Hij uit moet voeren.”



Almachtige God zegt: “Maar het werk dat Hij doet, is dat van de Geest en vertegenwoordigt het werk van God Zelf. Het maakt Hem niet uit hoe mensen Hem noemen. Kan die naam Zijn werk bepalen? Hoe je Hem ook noemt, wat God aangaat is Hij het geïncarneerde vlees van de Geest van God; Hij vertegenwoordigt de Geest en wordt goed bevonden door de Geest. Als je geen ruimte kunt maken voor een nieuw tijdperk, een oud tijdperk niet kunt afsluiten, geen nieuw tijdperk kunt inluiden of nieuw werk kunt doen, kun je geen God genoemd worden!”

1. In het Tijdperk van Genade bereidde Johannes de weg voor Jezus. Hij kon niet het werk van God Zelf doen en vervulde slechts de taak van een mens. Johannes was wel de voorloper van de Heer, maar hij kon God niet vertegenwoordigen; hij was slechts een mens die door de Heilige Geest werd gebruikt. Na de doop van Jezus “daalde de Heilige Geest als een duif op Hem neer”. Hij begon toen Zijn werk, dat wil zeggen: Hij begon aan de bediening van Christus. Daarom nam Hij de identiteit van God aan, want Hij kwam van God. Hoe Zijn geloof hiervoor ook was – soms zwak misschien, of soms sterk – dat hoorde allemaal bij het normale mensenleven dat Hij leidde vóór Zijn bediening. Na Zijn doop (dat wil zeggen zalving), rustten de macht en de glorie van God meteen op Hem, en zo begon Hij aan Zijn bediening. Hij kon tekenen en wonderen verrichten, en Hij had macht en gezag, want Hij werkte direct namens God Zelf; Hij deed het werk van de Geest in Zijn plaats en verwoordde de stem van de Geest. Daarom was Hij God Zelf; dit staat buiten kijf. Johannes werd gebruikt door de Heilige Geest. Hij kon God niet vertegenwoordigen en het was voor hem ook niet mogelijk om God te vertegenwoordigen. Had hij dat willen doen, dan zou de Heilige Geest dat niet hebben toegestaan, want hij kon het werk niet doen dat God Zelf tot stand wilde brengen. Misschien was er veel in hem dat naar de wil van de mens was, of iets wat afweek; hij kon God nooit rechtstreeks vertegenwoordigen. Zijn fouten en tekortkomingen vertegenwoordigden alleen hemzelf, maar zijn werk vertegenwoordigde de Heilige Geest. Toch kun je niet zeggen dat hij in alles God vertegenwoordigde. Konden zijn afwijking en tekortkomingen God eveneens vertegenwoordigen? Fouten maken in het vertegenwoordigen van een mens is normaal, maar als iemand afwijkt in het vertegenwoordigen van God, zou dat God dan niet onteren? Zou dat geen godslastering tegen de Heilige Geest zijn? De Heilige Geest laat niet zomaar toe dat iemand de plaats van God inneemt, zelfs niet als hij door anderen wordt bejubeld. Als hij God niet is, zou hij op het einde niet standvastig kunnen blijven. De Heilige Geest laat niet toe dat een mens God naar eigen goeddunken vertegenwoordigt! Zo was het de Heilige Geest die tot Johannes getuigde en was het ook de Heilige Geest die hem openbaarde dat hij de weg voor Jezus moest bereiden, maar het werk van de Heilige Geest op hem was goed afgebakend. Alles wat Johannes moest doen, was de wegbereider zijn voor Jezus, om de weg voor Hem te bereiden. Dat wil zeggen: de Heilige Geest stond hem alleen bij in zijn werk om de weg te bereiden en stond hem alleen toe dat werk te doen – iets anders werd hem niet toegestaan. Johannes vertegenwoordigde Elia en hij vertegenwoordigde een profeet die de weg bereidde. De Heilige Geest stond hem daarin bij; zolang zijn werk het bereiden van de weg was, stond de Heilige Geest hem bij. Als hij echter had beweerd dat hij God Zelf was en gezegd dat hij was gekomen om het verlossingswerk te volbrengen, zou de Heilige Geest hem hadden moeten bestraffen. Hoe belangrijk het werk van Johannes ook was, en ook al werd het door de Heilige Geest gesteund, zijn werk was wel afgebakend. De Heilige Geest verleende Zijn steun weliswaar aan zijn werk, maar de macht die hem toen gegeven werd, beperkte zich tot het bereiden van de weg. Hij kon geen enkel ander werk doen, want hij was slechts Johannes die de weg bereidde, niet Jezus. Het getuigenis van de Heilige Geest is dan ook belangrijk, maar het werk dat de Heilige Geest de mens toestaat om te doen, is nog crucialer. Had Johannes destijds geen onmiskenbaar getuigenis ontvangen? Was zijn werk ook niet belangrijk? Maar het werk dat hij deed, kon dat van Jezus niet overtreffen, want hij was slechts een man die door de Heilige Geest werd gebruikt en kon God niet rechtstreeks vertegenwoordigen, dus was het werk dat hij deed afgebakend. Nadat hij het werk had voltooid om de weg te bereiden, was er niemand om zijn getuigenis te steunen, er volgde geen nieuw werk voor hem en hij verdween toen het werk van God Zelf begon.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

2. Sommigen zijn bezeten door een boze geest en roepen luidruchtig uit: “Ik ben God!” Toch worden ze uiteindelijk onthuld, want ze zitten fout in wat ze vertegenwoordigen. Ze vertegenwoordigen Satan en de Heilige Geest slaat geen acht op hen. Hoe hoog je jezelf ook verheft of hoe krachtig je ook roept, je blijft een schepsel en iemand die Satan toebehoort. Ik roep nooit uit: “Ik ben God, ik ben de geliefde Zoon van God!” Maar het werk dat ik doe, is Gods werk. Moet ik schreeuwen? Er is geen reden tot zelfverheffing. God doet Zijn eigen werk Zelf en heeft de mens niet nodig om Hem een status te verlenen of Hem een eretitel te geven: Zijn werk is voldoende om Zijn identiteit en status te vertegenwoordigen. Was Jezus vóór Zijn doop niet God Zelf? Was Hij niet het geïncarneerde vlees van God? Je kunt toch zeker niet zeggen dat Hij pas na het verkrijgen van een getuigenis de enige Zoon van God werd? Was er lang voordat Hij Zijn werk begon niet al een man die Jezus heette? Jij kunt geen nieuwe paden voortbrengen of de Geest vertegenwoordigen. Jij kunt het werk van de Geest of de woorden die Hij spreekt niet uiten. Jij kunt het werk van God Zelf niet doen en dat van de Geest kun je niet doen. De wijsheid, het wonder en de onvoorstelbaarheid van God, plus de totale gezindheid waarmee God de mens tuchtigt: jij bent niet in staat om dit alles onder woorden te brengen. Het zou dus zinloos zijn om te beweren dat je God bent; je zou dan alleen de naam maar niets van de inhoud hebben. God is Zelf gekomen, maar niemand herkent Hem, toch blijft Hij Zijn werk doen en vertegenwoordigt Hij daarbij de Geest. Of je Hem nu mens of God, de Heer of Christus noemt, of Haar zuster noemt, dat maakt niet uit. Maar het werk dat Hij doet, is dat van de Geest en vertegenwoordigt het werk van God Zelf. Het maakt Hem niet uit hoe mensen Hem noemen. Kan die naam Zijn werk bepalen? Hoe je Hem ook noemt, wat God aangaat is Hij het geïncarneerde vlees van de Geest van God; Hij vertegenwoordigt de Geest en wordt goed bevonden door de Geest. Als je geen ruimte kunt maken voor een nieuw tijdperk, een oud tijdperk niet kunt afsluiten, geen nieuw tijdperk kunt inluiden of nieuw werk kunt doen, kun je geen God genoemd worden!

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

3. Zelfs iemand die door de Heilige Geest wordt gebruikt, kan God Zelf niet vertegenwoordigen. Dit wil niet alleen zeggen dat zo iemand God niet kan vertegenwoordigen, maar ook dat het werk dat hij doet God niet rechtstreeks kan vertegenwoordigen. Met andere woorden: de menselijke ervaring kan niet rechtstreeks binnen het management van God worden geplaatst en kan het management van God niet vertegenwoordigen. Het werk dat God Zelf doet, is geheel het werk dat Hij beoogt te doen in Zijn eigen managementplan en heeft betrekking op het grootse management. Het werk van mensen (dat wil zeggen, mensen die door de Heilige Geest worden gebruikt) voorziet in hun persoonlijke ervaring. Het bestaat uit het zoeken naar een nieuw ervaringspad buiten de platgetreden paden, en het begeleiden van hun broeders en zusters terwijl ze door de Heilige Geest geleid worden. Deze mensen voorzien in hun persoonlijke ervaring of de geestelijke geschriften van geestelijke mensen. Hoewel deze mensen door de Heilige Geest worden gebruikt, heeft het werk dat ze doen niets te maken met het grote managementwerk in het plan van zesduizend jaar. Het zijn slechts mensen die de Heilige Geest heeft doen opstaan in verschillende perioden om het volk in de stroom van de Heilige Geest te leiden, tot de taken aflopen die ze kunnen uitvoeren of tot hun leven erop zit. Het werk dat ze doen, is alleen om een geschikt pad te bereiden voor God Zelf of om een bepaald aspect van het management van God Zelf op aarde voort te zetten. Deze mensen zijn uit zichzelf niet in staat om het grotere werk in Zijn management te doen, evenmin kunnen ze nieuwe uitwegen openen en echt niemand van hen kan al Gods werk uit het voorgaande tijdperk afronden. Daarom vertegenwoordigt het werk dat ze doen slechts een schepsel dat zijn taak uitvoert en kan het niet God Zelf vertegenwoordigen die Zijn bediening ter hand neemt. Dit komt omdat het werk dat ze doen anders is dan wat God Zelf doet. Het werk om een nieuw tijdperk in te luiden, is niet iets wat de mens in Gods plaats kan doen. Dat kan niemand anders dan alleen God Zelf doen. Al het werk dat de mens doet, bestaat uit het uitvoeren van zijn taak als schepsel en wordt gedaan wanneer de Heilige Geest iemand daartoe aanspoort of verlicht. De leiding die deze mensen verschaffen, bestaat volledig uit het tonen van het pad van de praktijk aan de mens in het dagelijks leven en hoe hij dient te handelen in overeenstemming met Gods wil. Het werk van de mens behelst niet het management van God en vertegenwoordigt evenmin het werk van de Geest. Het werk van Witness Lee en Watchman Nee was bijvoorbeeld om voor te gaan op de weg. Of de weg nu nieuw of oud was, het werk was gericht op het principe om Bijbels te blijven. Of het nu was om de lokale kerk te herstellen of de lokale kerk op te bouwen, hun werk had te maken met het vestigen van kerken. Het werk dat ze deden, was een voortzetting van het werk dat Jezus en Zijn apostelen niet hadden afgemaakt of niet verder hadden ontwikkeld in het Tijdperk van Genade. Wat ze deden in hun werk was herstellen wat Jezus in Zijn vroege werk aan de generaties na Hem had gevraagd te doen, zoals hun hoofd bedekken, de doop ondergaan, brood breken of wijn drinken. Je kunt zeggen dat het hun werk was zich aan de Bijbel te houden en paden binnen de Bijbel te zoeken. Ze zetten geen nieuwe stappen voorwaarts. Men kan in hun werk dan ook alleen de ontdekking van nieuwe wegen in de Bijbel zien, alsmede betere en realistischere praktijken. Maar men kan in hun werk niet de huidige wil van God vinden en al helemaal niet het nieuwe werk dat God in de laatste dagen plant te doen. Het pad dat ze bewandelden was namelijk nog steeds een oud pad; er was geen vernieuwing en geen vooruitgang. Ze bleven zich vasthouden aan het feit van Jezus’ kruisiging, aan de praktijk om mensen tot bekering en het belijden van hun zonden aan te sporen, aan de gezegden dat wie tot het einde volhardt, gered zal worden, dat de man het hoofd van de vrouw is en de vrouw haar man moet gehoorzamen, en nog meer aan de traditionele opvatting dat zusters niet mogen prediken, maar alleen gehoorzamen. Als dergelijk leiderschap was blijven voortbestaan, zou de Heilige Geest nooit in staat zijn geweest om nieuw werk uit te voeren, om mensen van doctrines te verlossen of om ze het domein van vrijheid en schoonheid binnen te leiden. Daarom moet deze fase van het werk, waarmee het tijdperk verandert, door God Zelf worden gedaan en gesproken; geen mens kan dat anders in Zijn plaats doen. Tot dusver is al het werk van de Heilige Geest buiten deze stroom tot stilstand gekomen en zijn mensen die door de Heilige Geest werden gebruikt de kluts kwijtgeraakt. Aangezien het werk van de mens die door de Heilige Geest wordt gebruikt verschilt van het werk dat God Zelf doet, zijn hun identiteit en de personen ten behoeve van wie ze handelen eveneens verschillend. Het werk dat de Heilige Geest voor ogen heeft, is namelijk anders, daarom krijgen mensen die eveneens werk doen, verschillende identiteiten en statussen toegemeten. De mensen die door de Heilige Geest worden gebruikt, kunnen ook wat nieuw werk doen en wat werk uit het voorgaande tijdperk elimineren, maar ze kunnen niet de gezindheid en de wil van God in het nieuwe tijdperk verwoorden. Ze werken alleen om het werk van het voorgaande tijdperk af te danken en niet om het nieuwe werk te doen met het doel de gezindheid van God Zelf rechtstreeks te vertegenwoordigen. Dus, hoeveel achterhaalde praktijken ze ook afschaffen of hoeveel nieuwe praktijken ze ook introduceren, ze vertegenwoordigen nog steeds de mens en schepselen. Wanneer God Zelf echter werk uitvoert, verklaart Hij niet openlijk de afschaffing van de praktijken van het oude tijdperk of kondigt Hij het begin van een nieuw tijdperk niet rechtstreeks aan. Hij is direct en duidelijk in Zijn werk. Hij is openhartig in de uitvoering van het werk dat Hij voor ogen heeft, Hij brengt het werk dat Hij verricht heeft direct tot uiting, doet direct Zijn oorspronkelijk beoogde werk, waardoor Hij Zijn wezen en gezindheid laat zien. In de ogen van de mens verschillen Zijn gezindheid en daarmee ook Zijn werk van die in voorbije tijdperken. Maar vanuit Gods eigen perspectief is dit slechts een voortzetting en verdere ontwikkeling van Zijn werk. Wanneer God Zelf werkt, uit Hij Zijn woord en begint Hij het nieuwe werk direct. Wanneer de mens werkt, daarentegen, is het na overdenking en studie, of is het een voortvloeisel van kennis en systematisering van praktijken op basis van het werk van anderen. Dat wil zeggen: de essentie van het werk dat de mens doet, is het volgen van een gevestigde orde en “oude paden bewandelen in nieuwe schoenen”. Dit betekent dat zelfs het pad dat de mensen bewandelen die door de Heilige Geest worden gebruikt, is gebaseerd op het pad dat God Zelf geopend heeft. De conclusie is dus: de mens blijft mens en God blijft God.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

4. Johannes werd geboren volgens een belofte, zoals Izaäk werd geboren als zoon van Abraham. Hij bereidde de weg voor Jezus en deed veel werk, maar hij was God niet. Hij was veeleer een van de profeten, want hij bereidde slechts de weg voor Jezus. Johannes’ werk was ook belangrijk: Jezus begon Zijn werk immers pas officieel nadat hij de weg had bereid. In essentie arbeidde hij gewoon voor Jezus en stond het werk dat hij deed in dienst van het werk van Jezus. Nadat hij de weg had bereid, begon Jezus Zijn werk, werk dat nieuwer, concreter en gedetailleerder was. Johannes deed slechts het eerste deel van het werk; Jezus deed het grootste deel van het nieuwe werk. Johannes deed ook wel nieuw werk, maar hij luidde niet een nieuw tijdperk in. Johannes werd geboren volgens een belofte en de engel gaf hem zijn naam. Sommigen wilden hem destijds naar zijn vader Zacharia noemen, maar zijn moeder sprak zich uit: “Dit kind kan die naam niet krijgen. Hij moet Johannes heten.” Dit was allemaal in opdracht van de Heilige Geest. Waarom werd Johannes in dat geval niet God genoemd? Jezus kreeg Zijn naam ook in opdracht van de Heilige Geest, Hij werd geboren uit de Heilige Geest en werd beloofd door de Heilige Geest. Jezus was God, Christus en de Zoon des mensen. Maar het werk van Johannes was ook belangrijk, waarom werd hij dan niet God genoemd? Wat was het verschil tussen het werk dat Jezus deed en het werk dat Johannes deed? Was de enige reden dat Johannes de weg voor Jezus bereidde? Of omdat dit door God was voorbestemd? Hoewel Johannes ook zei: “Jullie moeten je bekeren, want het koninkrijk van de hemel is nabij” en hij eveneens het evangelie van het koninkrijk van de hemel predikte, ontwikkelde zijn werk zich niet verder en vormde het slechts een begin. Jezus, daarentegen, luidde een nieuw tijdperk in en sloot het oude tijdperk af, maar Hij vervulde tevens de wet van het Oude Testament. Het werk dat Hij deed, was groter dan dat van Johannes en bovendien kwam Hij om de hele mensheid te verlossen – Hij volbracht die fase van het werk. Johannes bereidde slechts de weg. Hoewel zijn werk belangrijk was, zijn woorden veel waren en de discipelen die hem volgden talrijk, bracht zijn werk de mensen alleen een nieuw begin. Mensen kregen van hem nooit leven, de weg of diepere waarheden, evenmin kregen mensen door hem inzicht in de wil van God. Johannes van een groot profeet (Elia) die baanbrekend werk deed voor Jezus’ werk en de uitverkorenen voorbereidde; hij was de voorloper van het Tijdperk van Genade. Dergelijk zaken zijn niet zomaar te onderscheiden aan hun normale menselijke verschijningen. Dit geldt nog meer aangezien Johannes’ werk best aanzienlijk was en bovendien door de Heilige Geest beloofd was en door de Heilige Geest werd gesteund. Gezien dit feit kan men alleen door het werk dat ze doen onderscheid maken tussen hun respectieve identiteit, want men kan iemands wezen niet aflezen aan zijn uiterlijke verschijning, noch kan de mens vaststellen wat het getuigenis van de Heilige Geest is. Het werk dat Johannes deed en het werk dat Jezus deed, waren niet hetzelfde en hadden zelfs een ander karakter. Hieruit kan men opmaken of hij God is of niet. Het werk van Jezus was initiëren, voortgaan, afronden en tot bloei brengen. Hij voerde deze stappen allemaal uit, terwijl het werk van Johannes slechts een begin maakte. In het begin verspreidde Jezus het evangelie en predikte Hij de weg van bekering, daarna doopte Hij mensen, genas Hij de zieken en wierp Hij demonen uit. Uiteindelijk verloste Hij de mensheid van zonde en voltooide Hij Zijn werk voor het hele tijdperk. Hij trok ook in elke plaats rond, predikte daarbij tot de mensen en verspreidde het evangelie van het koninkrijk van de hemel. In dit opzicht leken Hij en Johannes op elkaar, met het verschil dat Jezus een nieuw tijdperk inluidde en het Tijdperk van Genade voor de mens introduceerde. Uit Zijn mond kwam het woord over wat de mens in praktijk moest doen en de weg die de mens diende te volgen in het Tijdperk van Genade, en uiteindelijk volbracht Hij het verlossingswerk. Johannes had dit werk nooit kunnen uitvoeren. En dus was het Jezus die het werk van God Zelf deed, is Hij is het die God Zelf is en Hij vertegenwoordigt God rechtstreeks. De mens is van mening dat allen die volgens een belofte geboren worden, uit de Geest geboren worden, door de Heilige Geest worden gesteund en nieuwe wegen openen God zijn. Volgens deze redenering zou Johannes ook God zijn, en Mozes, Abraham en David … ook zij zouden allemaal God zijn. Is dit geen volmaakt lachertje?

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

5. Mensen geloven dat God die in het vlees komt zeker niet zo leeft als een normale mens; ze geloven dat Hij schoon is zonder Zijn tanden te hoeven poetsen of Zijn gezicht te wassen, want Hij is een heilige persoon. Zij dit geen pure denkbeelden van de mens? De Bijbel geeft geen beschrijving van het leven van Jezus als mens, alleen van Zijn werk, maar dit bewijst niet dat Hij geen normale menselijkheid had of dat Hij geen normaal mensenleven leidde vóór Zijn dertigste. Hij begon Zijn werk officieel op de leeftijd van 29 jaar, maar je kunt Zijn hele leven als mens vóór die leeftijd niet afschrijven. De Bijbel heeft die periode gewoon uit de boeken weggelaten; het ging om het leven van een normaal mens en niet om de periode van Zijn goddelijke werk, daarom was er geen noodzaak om het op te schrijven. Want vóór de doop van Jezus werkte de Heilige Geest niet rechtstreeks, maar stond Hij Hem in Zijn leven als normaal mens bij tot de dag waarop Jezus Zijn bediening aanving. Hoewel Hij de vleesgeworden God was, onderging Hij het proces van volwassen worden als een normaal mens. Dit proces van volwassen worden, werd uit de Bijbel weggelaten. Het werd weggelaten omdat het geen grote bijdrage kon leveren aan de groei in het leven van de mens. De periode vóór Zijn doop was een verborgen periode, waarin Hij geen tekenen en wonderen verrichtte. Pas na de doop van Jezus begon Hij al het verlossingswerk voor de mensheid, werk dat uiterst overvloedig was in genade, in waarheid, in liefde en in barmhartigheid. Het begin van dit werk viel ook precies samen met het begin van het Tijdperk van Genade; daarom werd het opgetekend en doorgegeven tot op de dag van vandaag toe. Het was om een uitweg te openen en alles tot bloei te brengen voor de mensen in het Tijdperk van Genade, om het pad van het Tijdperk van Genade en het pad van het kruis te betreden. Hoewel het uit door de mens opgetekende geschriften komt, berust alles op feiten, behalve dat er hier en daar wat kleine fouten te vinden zijn. Desondanks kan men niet zeggen dat deze verslagen onwaar zijn. De dingen berusten geheel op feiten, alleen bij het opschrijven ervan heeft men fouten gemaakt. Sommigen zullen zich afvragen hoe Jezus als normaal en gewoon mens in staat was om tekenen en wonderen te verrichten. De veertig dagen van verleiding die Jezus meemaakte, is een wonderbaarlijk teken, iets wat een normaal mens niet zou kunnen volbrengen. Zijn veertig dagen van verleiding was volgens de werking van de Heilige Geest; hoe kan men dan zeggen dat er niets bovennatuurlijks in Hem schuilt? Zijn vermogen om tekenen en wonderen te verrichten, bewijst niet dat Hij een bovenaards mens en geen gewoon mens was; het is gewoon zo dat de Heilige Geest in een normaal mens zoals Hij werkte, waardoor Hij wonderen kon verrichten en een nog groter werk kon doen. Vóór Jezus’ bediening, of zoals de Bijbel zegt, voordat de Geest op Hem neerdaalde, was Jezus slechts een normaal mens en geenszins bovennatuurlijk. Toen de Heilige Geest op Hem neerdaalde, dat wil zeggen toen Hij Zijn bediening ter hand nam, werd Hij vervuld met het bovennatuurlijke. Zo gaat de mens geloven dat Gods geïncarneerde vlees geen normale menselijkheid heeft en bovendien onterecht denken dat de vleesgeworden God geen menselijkheid heeft. Zeker, wanneer God op aarde komt, zijn Zijn werk en alles wat de mens van Hem ziet bovennatuurlijk. Wat je met je ogen ziet en wat je met je oren hoort, is allemaal bovennatuurlijk, want Zijn werk en Zijn woorden zijn voor de mens onbegrijpelijk en ongrijpbaar. Als iets vanuit de hemel naar de aarde wordt gebracht, hoe kan het dan niet bovennatuurlijk zijn? Wanneer de mysteries van het koninkrijk van de hemel naar de aarde worden gebracht, mysteries die voor de mens onbegrijpelijk en onvoorstelbaar zijn, die te wonderlijk en wijs zijn – zijn die niet allemaal bovennatuurlijk? Je moet echter weten dat alles, hoe bovennatuurlijk ook, wordt uitgevoerd binnen Zijn normale menselijkheid. Gods geïncarneerde vlees is volop menselijk; anders zou Hij niet Gods geïncarneerde vlees zijn.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

6. Het werk van Gods Geest in het vlees wordt ook bestuurd door zijn eigen principes. Pas wanneer Hij over de normale menselijkheid beschikt, kan Hij het werk ter hand nemen en de opdracht van de Vader uitvoeren. Pas dan kan Hij Zijn werk beginnen. In Zijn kindertijd kon Jezus gewoon niet echt iets begrijpen over veel van wat er in vroegere tijden was gebeurd. Hij verkreeg dat inzicht alleen door de leraren in de synagoge vragen te stellen. Was Hij Zijn werk begonnen zodra Hij leerde praten, hoe zou Hij dan geen fouten hebben kunnen maken? Hoe kan God misstappen begaan? Daarom begon Hij Zijn werk pas nadat Hij in staat was om te werken; Hij verrichtte geen werk totdat Hij volledig capabel was om het te doen. Jezus was op 29-jarige leeftijd al behoorlijk volwassen en Zijn menselijkheid was voldoende ontwikkeld om het werk ter hand te nemen dat Hij kwam doen. Pas toen begon de Heilige Geest, na dertig jaar verborgen te zijn geweest, Zichzelf te openbaren en begon de Geest van God officieel in Hem te werken. Rond die tijd had Johannes zeven jaar lang de weg voor Hem bereid, en werd hij in de gevangenis geworpen nadat hij zijn werk had voltooid. De last viel toen geheel op Jezus’ schouders. Als Hij dit werk op de leeftijd van 21 of 22 ter hand had genomen, op een moment dat Zijn menselijkheid nog niet helemaal ontwikkeld was, toen Hij nog maar net een jongvolwassene was geworden en Hij vele dingen nog niet begreep, zou Hij niet in staat zijn geweest om het werk op zich te nemen. Johannes had zijn werk destijds al enige tijd uitgevoerd voordat Jezus Zijn werk begon; tegen die tijd was Hij al van middelbare leeftijd. Op die leeftijd was Zijn normale menselijkheid voldoende ontwikkeld om het werk ter hand te nemen dat Hem te doen stond.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

7. Wanneer de vleesgeworden God in het vlees werkt, zijn er vele principes en vele zaken die de mens simpelweg niet begrijpt; de mens gebruikt steevast zijn eigen opvattingen om het de maat te nemen of om buitensporige eisen aan God te stellen. Toch zijn veel mensen tot op de dag van vandaag zich niet bewust dat hun kennis uitsluitend bestaat uit hun eigen opvattingen. In welk tijdperk of welke plaats God ook vlees wordt, de principes voor Zijn werk in het vlees blijven onveranderlijk. Hij kan geen vlees worden en het vlees dan in Zijn werk ontstijgen; Hij kan al helemaal geen vlees worden en dan niet gaan werken binnen de normale menselijkheid van het vlees. Anders zou Gods vleeswording niets te betekenen hebben en zou het vleesgeworden Woord volkomen inhoudsloos worden. Bovendien weet alleen de Vader in de hemel (de Geest) van Gods vleeswording en niemand anders, zelfs niet het vlees Zelf of de boodschappers van de hemel. Met dit feit is Gods werk in het vlees zeker normaal en kan het nog beter aantonen dat het Woord inderdaad vlees is geworden, en dat het vlees een gewoon en normaal mens betekent.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

8. Sommigen vragen zich misschien af: waarom moet het tijdperk door God Zelf worden ingeluid? Kan een schepsel Zijn plaats niet innemen? Jullie zijn allemaal op de hoogte dat God vlees wordt met het uitdrukkelijke doel om een nieuw tijdperk in te luiden en uiteraard sluit Hij bij het inluiden van een nieuw tijdperk het voorgaande tijdperk meteen af. God is het begin en het einde; Hij zet Zijn werk Zelf in beweging en dus moet Hij ook Zelf het voorgaande tijdperk afsluiten. Dat is het bewijs dat Hij Satan verslaat en de wereld overwint. Telkens wanneer Hij Zelf onder de mensen werkt, is dat het begin van een nieuwe strijd. Zonder het begin van nieuw werk zou het oude werk uiteraard niet ten einde lopen. En wanneer het oude werk niet wordt afgerond, is dat bewijs dat de strijd met Satan nog voleindigd moet worden. Alleen als God Zelf komt en nieuw werk onder de mensen uitvoert, kan de mens zich volledig uit de greep van Satan losrukken en een nieuw leven en nieuw begin krijgen. Anders zal de mens voor altijd in het oude tijdperk leven en voor altijd onder de oude invloed van Satan leven. Met elk tijdperk onder leiding van God wordt een deel van de mensheid verlost en zo gaat de mens voort samen met het werk van God naar het nieuwe tijdperk. De overwinning van God betekent een overwinning voor allen die Hem volgen. Als het geschapen mensenras de opdracht kreeg om het tijdperk af te sluiten, zou dit vanuit het gezichtspunt van de mens of van Satan niet meer zijn dan een daad van opstand of verraad tegen God, niet een daad van gehoorzaamheid aan God, en zou het werk van de mens een hulpmiddel worden voor Satan. Alleen als de mens God gehoorzaamt en volgt in een tijdperk dat God Zelf heeft ingeluid, kan Satan volledig overtuigd worden, want dat is de plicht van een schepsel. En dus zeg ik dat jullie alleen hoeven te volgen en te gehoorzamen, meer wordt er van jullie niet vereist. Dit betekent het dat ieder zich van zijn taak kwijt en ieder zijn respectieve functie uitoefent. God doet Zijn eigen werk en heeft geen mensen nodig om dat in Zijn plaats te doen, evenmin neemt Hij deel aan het werk van schepsels. De mens vervult zijn eigen plicht en neemt niet deel aan het werk van God. Alleen dit is gehoorzaamheid en bewijs van Satans nederlaag. Nadat God het nieuwe tijdperk Zelf heeft ingeluid, daalt Hij niet meer neer om Zelf onder de mensen te werken. Pas dan betreedt de mens het nieuwe tijdperk officieel om zijn plicht te vervullen en zijn opdracht als schepsel uit te voeren. Dit zijn de principes die het werk besturen, die niemand mag overtreden. Alleen werken op deze manier is zinvol en redelijk. Het werk van God moet door God Zelf worden gedaan. Hij zet Zijn werk in beweging en Hij voleindigt Zijn werk. Hij plant het werk en Hij bestuurt het, en bovendien brengt Hij het werk tot bloei. Zoals in de Bijbel staat: “Ik ben het Begin en het Einde; ik ben de Zaaier en de Maaier.” Alles wat met het werk van Zijn management te maken heeft, doet God Zelf. Hij heerst over het managementplan van zesduizend jaar; niemand kan Zijn werk in Zijn plaats doen en niemand kan Zijn werk voltooien, want Hij houdt alles in Zijn hand. Hij heeft de wereld geschapen en zal de hele wereld leiden om in Zijn licht te leven. Hij zal ook het hele tijdperk afsluiten en Zijn hele plan zo tot bloei brengen!

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

9. In de tijd dat Jezus in Judea werkte, deed Hij dat openlijk, maar nu werk en spreek ik in het geheim onder jullie. De ongelovigen zijn zich daar volkomen onbewust van. Mijn werk onder jullie is afgesloten voor degenen in de buitenwereld. Deze woorden, deze tuchtigingen en oordelen, zijn alleen bekend bij jullie allemaal en niet bij anderen. Al dit werk wordt uitgevoerd in jullie midden en alleen voor jullie ontsloten; niemand onder de ongelovigen weet hiervan, want de tijd is nog niet gekomen. Deze mensen hier zijn er bijna aan toe om compleet te worden gemaakt nadat ze tuchtigingen hebben ondergaan, maar degenen in de buitenwereld weten hier niets van. Dit werk is veel te verborgen! Voor hen is de vleesgeworden God verborgen, maar voor hen in deze stroom kan men zeggen dat Hij open is. Hoewel in God alles open is, alles wordt geopenbaard en alles wordt vrijgegeven, gaat dit alleen op voor hen die in Hem geloven; wat de rest, de ongelovigen betreft, wordt er niets bekendgemaakt. Het werk dat hier nu wordt uitgevoerd, is strikt afgesloten om te voorkomen dat zij ervan weten. Mochten zij lucht krijgen van dit werk, dan zouden zij het alleen veroordelen en aan vervolging onderwerpen. Zij zouden er niet in geloven. Werken in het land van de grote rode draak, deze meest achterlijke plaats, is geen sinecure. Als dit werk openlijk werd gedaan, zou het onmogelijk voort kunnen gaan. Deze fase van het werk kan gewoonweg niet op deze plaats worden uitgevoerd. Als dit werk openlijk werd uitgevoerd, hoe zou men het dan doorgang laten vinden? Zou dit het werk niet nog meer in gevaar brengen? Als dit werk niet verborgen was, maar veeleer werd uitgevoerd zoals in de tijd van Jezus, toen Hij op spectaculaire wijze de zieken genas en demonen uitwierp, zou het dan niet lang geleden al ‘gevangengenomen zijn’ door de duivels? Zouden zij het bestaan van God kunnen tolereren? Als ik nu de zalen binnenging om tot de mensen te prediken en ze de les te lezen, zou ik dan niet lang geleden al zijn vermorzeld? Als dat gebeurd was, hoe had mijn werk dan verder kunnen worden uitgevoerd? De reden dat er helemaal geen tekenen en wonderen openlijk worden gemanifesteerd, is om het in de verborgenheid te houden. Voor ongelovigen is mijn werk dus niet te zien, te kennen of te ontdekken. Als deze fase van het werk op dezelfde manier werd gedaan als dat van Jezus in het Tijdperk van Genade, zou het niet zo stabiel kunnen zijn als het nu is. Dus op deze manier in het geheim werken, komt jullie en het werk als geheel ten goede. Wanneer Gods werk op aarde ten einde loopt, dat wil zeggen, wanneer dit geheime werk wordt afgesloten, dan zal deze fase van het werk in de openbaarheid uitbarsten. Allen zullen weten dat er een groep overwinnaars in China is; allen zullen weten dat de vleesgeworden God in China is en dat Zijn werk tot een einde is gekomen. Pas dan zal het de mens gaan dagen: waarom is er in China nog geen sprake van verval of instorting? Het blijkt dat God Zijn werk persoonlijk in China uitvoert en een groep mensen tot overwinnaars heeft vervolmaakt.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

10. De vleesgeworden God manifesteert Zichzelf slechts aan een deel van de mensen die Hem volgen gedurende deze periode waarin Hij Zijn werk persoonlijk uitvoert, en niet aan alle schepselen. Hij is alleen vlees geworden om één fase van Zijn werk te voltooien en niet om de mens Zijn beeltenis te tonen. Hij moet Zijn werk echter Zelf uitvoeren, dus is het noodzakelijk voor Hem om dat in het vlees te doen. Wanneer dit werk is voltooid, zal Hij uit de mensenwereld vertrekken; Hij kan niet langdurig onder de mensen blijven uit vrees om het komende werk in de weg te staan. Wat Hij manifesteert aan de menigte is alleen Zijn rechtvaardige gezindheid en al Zijn daden, en niet de beeltenis van Zijn lichaam toen Hij twee keer vlees werd, want de beeltenis van God kan alleen worden getoond door Zijn gezindheid en is niet te vervangen door de beeltenis van Zijn geïncarneerde vlees. De beeltenis van Zijn vlees wordt slechts aan een beperkt aantal mensen getoond, alleen aan hen die Hem volgen terwijl Hij in het vlees werkt. Dit is waarom het werk dat nu wordt uitgevoerd in het geheim plaatsvindt. Zo toonde Jezus Zichzelf ook alleen aan de Joden toen Hij Zijn werk deed, en toonde Hij Zichzelf nooit in het openbaar aan enige andere natie. Dus toen Hij Zijn werk eenmaal had voltooid, verliet Hij de mensen meteen en bleef Hij niet; daarna was Hij het niet, deze beeltenis van een mens, die Zichzelf aan de mens toonde, maar de Heilige Geest die het werk rechtstreeks uitvoerde. Zodra het werk van de vleesgeworden God volledig is voltooid, vertrekt Hij van de sterfelijke wereld en doet Hij nooit weer het soort werk dat Hij deed toen Hij in het vlees was. Hierna wordt het werk allemaal rechtstreeks door de Heilige Geest gedaan. In deze periode is de mens nauwelijks in staat om de beeltenis van Zijn vleselijke lichaam te zien; Hij toont Zichzelf helemaal niet aan de mens, maar blijft voor altijd verborgen. De tijd voor het werk van de vleesgeworden God is beperkt. Het wordt uitgevoerd in een specifiek tijdperk, periode, natie en onder specifieke mensen. Dit werk vertegenwoordigt alleen het werk gedurende de periode van Gods vleeswording en is speciaal voor het tijdperk; het vertegenwoordigt het werk van de Geest van God in één bepaald tijdperk en niet Zijn gehele werk. Daarom zal de beeltenis van de vleesgeworden God niet aan alle volken worden getoond. Wat de menigte te zien krijgt, is de rechtvaardigheid van God en Zijn gehele gezindheid, niet zozeer Zijn beeltenis toen Hij twee keer vlees werd. Het is niet de ene beeltenis die aan de mens wordt getoond, evenmin zijn het de twee beeltenissen gecombineerd. Daarom is het noodzakelijk dat Gods geïncarneerde vlees van de aarde vertrekt nadat het werk is voltooid dat Hij moet doen, want Hij komt alleen om het werk te doen dat Hij behoort te doen en niet om de mensen Zijn beeltenis te tonen. Ook al is de betekenis van de vleeswording al vervuld doordat God twee keer vlees is geworden, dan nog zal Hij Zichzelf niet openlijk manifesteren aan enige natie die Hem nooit eerder heeft gezien.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

11. Zodra het werk van Gods twee vleeswordingen tot een einde komt, zal Hij Zijn rechtvaardige gezindheid beginnen te tonen in alle heidense naties, zodat de menigte Zijn beeltenis kan zien. Hij zal Zijn gezindheid manifesteren en daardoor het einde van de verschillende categorieën mensen duidelijk maken, waardoor het oude tijdperk geheel wordt afgesloten. De reden waarom Zijn werk in het vlees zich niet uitstrekt over een heel groot gebied (net zoals Jezus alleen in Judea werkte en ik vandaag alleen onder jullie werk) is omdat Zijn werk in het vlees grenzen en beperkingen heeft. Hij voert slechts een korte periode werk uit in de gedaante van gewoon en normaal vlees; Hij gebruikt dit geïncarneerde vlees niet om het werk van de eeuwigheid te doen of het werk om te verschijnen aan de volken van de heidense naties. Het werk in het vlees kan alleen in reikwijdte zijn beperkt (zoals alleen werken in Judea of alleen onder jullie), daarna kan de reikwijdte ervan door middel van het uitgevoerde werk binnen deze grenzen worden uitgebreid. Uiteraard moet het werk van uitbreiding rechtstreeks door Zijn Geest worden uitgevoerd en zal dan niet langer het werk van Zijn geïncarneerde vlees zijn. Want het werk in het vlees heeft grenzen en strekt zich niet uit tot alle hoeken van het universum – dit valt hiermee niet te bereiken. Door het werk in het vlees voert Zijn Geest het werk uit dat daarna komt. Het werk in het vlees is dan ook van inleidende aard en wordt binnen bepaalde grenzen uitgevoerd; hierna is het Zijn Geest die dit werk voortzet, en die dat bovendien in een uitgebreidere strekking doet.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

12. Het werk dat God komt doen op deze aarde is slechts het tijdperk begeleiden, een nieuw tijdperk openen en het oude tot een einde te brengen. Hij is niet gekomen om een heel mensenleven op aarde te vertoeven, om voor Zichzelf de vreugde en het verdriet van het leven als mens te ervaren, of om een bepaalde persoon te vervolmaken door Zijn hand of persoonlijk een bepaalde persoon in de gaten te houden terwijl hij groeit. Dit is niet Zijn werk; Zijn werk is slechts het nieuwe tijdperk openen en het oude tot een einde brengen. Dat wil zeggen, Hij zal in eigen persoon een tijdperk openen, in eigen persoon het andere tot een einde brengen en Satan verslaan door Zijn werk in eigen persoon uit te voeren. Telkens wanneer Hij Zijn werk in eigen persoon uitvoert, is het alsof Hij een voet op het slagveld zet. Hij verslaat eerst de wereld en overwint Satan in het vlees; Hij neemt alle glorie in bezit en licht de sluier op van het gehele werk van de tweeduizend jaar; Hij zorgt ervoor dat alle mensen op aarde het juiste pad hebben om te bewandelen en een bestaan van vrede en geluk om te leven. God kan echter niet lang onder de mensen op aarde vertoeven, want God is God en immers niet als de mens. Hij kan niet de levensduur van een normaal mens leven, dat wil zeggen, Hij kan niet op aarde verblijven als een doodgewoon mens, want Hij heeft slechts een minimaal deel van de normale menselijkheid van een gewoon mens om Zijn menselijke leven vol te houden. Met andere woorden: hoe kan God ooit een gezin stichten, een carrière opbouwen en kinderen grootbrengen op aarde? Zou dit geen schande jegens Hem zijn? Dat Hij is begiftigd met normale menselijkheid, heeft alleen als doel om werk op een normale manier uit te voeren, niet om Hem in staat te stellen om een gezin en carrière te hebben zoals dat voor een normaal mens geldt. Zijn normale gevoel, Zijn normale verstand en het normaal voeden en kleden van Zijn vlees zijn voldoende om te bewijzen dat Hij een normale menselijkheid heeft; Hij hoeft geen gezin of een carrière te hebben om te bewijzen dat Hij van een normale menselijkheid is voorzien. Dit zou volslagen overbodig zijn! Gods komst naar de aarde is het Woord dat vlees wordt; Hij stelt de mens eenvoudigweg in staat om Zijn woord te begrijpen en Zijn woord te zien, dat wil zeggen, Hij stelt de mens in staat om het door het vlees uitgevoerde werk te zien. Het is niet Zijn bedoeling dat mensen Zijn vlees op een bepaalde manier behandelen, maar alleen dat de mens tot het einde gehoorzaam zal zijn, dat wil zeggen, alle woorden zal gehoorzamen die uit Zijn mond uitgaan, en zich aan al het werk onderwerpt dat Hij doet. Hij werkt slechts in het vlees; Hij vraagt de mens niet doelbewust om de grootsheid en heiligheid van Zijn vlees te verheerlijken, maar toont de mens de wijsheid van Zijn werk en al het gezag dat Hij uitoefent. Daarom doet Hij ook geen mededelingen, ook al beschikt Hij over een uitstekende menselijkheid, en richt Hij Zich alleen op het werk dat Hij behoort te doen. Jullie dienen te weten waarom God vlees is geworden en toch niet Zijn normale menselijkheid in het openbaar verkondigt of ervan getuigt, maar in plaats daarvan gewoon het werk uitvoert dat Hij wenst te doen. Daarom is alles wat jullie kunnen zien van de vleesgeworden God wat Hij goddelijk is; dit is omdat Hij nooit verkondigt wat Hij menselijkerwijs is wat de mens kan evenaren. Alleen wanneer een mens de mensen leidt, spreekt hij over wat hij menselijkerwijs is, om hun bewondering en onderwerping des te meer te bewerkstelligen en daardoor leiderschap over anderen te verkrijgen. God overwint mensen daarentegen louter door Zijn werk (dat wil zeggen, werk dat voor de mens ongrijpbaar is); het gaat er voor Hem niet om door de mens te worden bewonderd of de mens Hem te laten aanbidden. Alles wat Hij doet, is de mens een gevoel bij te brengen van eerbied voor Hem, en een idee van Zijn onvoorstelbaarheid. God heeft niet de behoefte om indruk op de mens te maken; Hij heeft er alleen behoefte aan dat je Hem vereert nadat je getuige bent geweest van Zijn gezindheid. Het werk dat God doet, is Zijn eigen werk; geen mens kan dat in Zijn plaats doen en geen mens kan het tot stand brengen. Alleen God Zelf kan Zijn eigen werk doen en een nieuw tijdperk inluiden om de mens een nieuw leven in te leiden. Het werk dat Hij doet, is de mens in staat stellen om in het bezit van een nieuw leven te komen en een nieuw tijdperk binnen te gaan. De rest van het werk wordt overgedragen aan die mensen met een normale menselijkheid en die door anderen bewonderd worden. Daarom voltooide Hij in het Tijdperk van Genade het werk van tweeduizend jaar in slechts drie en een half jaar van Zijn drieëndertig jaar in het vlees. Wanneer God naar de aarde komt om Zijn werk uit te voeren, voltooit Hij altijd het werk van tweeduizend jaar of een heel tijdperk binnen de kortste tijdspanne van enkele jaren. Hij verspilt geen tijd en Hij talmt niet; Hij verkort het werk van vele jaren gewoon, zodat het binnen slechts enkele korte jaren is voltooid. Dit is omdat het werk dat Hij in eigen persoon doet, geheel ten behoeve is van het openen van een nieuwe uitweg en het inluiden van een nieuw tijdperk.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

13. Het werk van de vleesgeworden God is anders dan het werk van de mensen die door de Heilige Geest worden gebruikt. Wanneer God komt om Zijn werk op aarde te doen, houdt Hij Zich alleen bezig met de vervulling van Zijn bediening. Wat betreft alle andere zaken die niet in verband staan met Zijn bediening: daar doet Hij nagenoeg niets mee, Hij sluit er zelfs Zijn ogen voor. Hij voert gewoon het werk uit dat Hij behoort te doen en bekommert Zich allerminst om het werk dat de mens behoort te doen. Het werk dat Hij doet, is uitsluitend dat wat met te maken heeft met het tijdperk waarin Hij Zich bevindt en met de bediening die Hij behoort te vervullen, alsof alle andere zaken buiten Zijn werkterrein liggen. Hij voorziet Zichzelf niet van meer basiskennis over het leven als mens, evenmin doet Hij meer sociale vaardigheden op of rust Hij Zich uit met iets anders wat de mens begrijpt. Alles wat de mens behoort te bezitten, boeit Hem helemaal niet en Hij doet gewoon het werk dat Zijn plicht is. En dus is de vleesgeworden God in zo veel opzichten gebrekkig, in de ogen van de mens althans, dat Hij zelfs geen aandacht schenkt aan de dingen die de mens behoort te hebben en bovendien geen begrip van dergelijke zaken heeft. Dingen zoals algemene kennis van het leven en de principes die het persoonlijke gedrag en de interactie met anderen aansturen, lijken niet op Hem van toepassing te zijn. Maar je kunt bij de vleesgeworden God geen greintje abnormaliteit bespeuren. Dat wil zeggen, Zijn menselijkheid zorgt alleen voor het behoud van Zijn leven als een gewoon mens en het normale redeneringsvermogen van Zijn hersenen, zodat Hij onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Hij is echter niet voorzien van enige andere zaken, allemaal dingen die alleen mensen (geschapen wezens) dienen te bezitten. God wordt alleen vlees om Zijn eigen bediening te vervullen. Zijn werk is gericht op een heel tijdperk, niet op één persoon of plaats, maar op het hele universum. Dit is de richting van Zijn werk en het principe waarmee Hij werkt. Niemand kan dit veranderen en de mens kan er op geen enkele manier bij betrokken raken. Telkens wanneer God vlees wordt, brengt Hij het werk van dat tijdperk met Zich mee en is Hij geenszins van plan om twintig, dertig, veertig of zelfs zeventig of tachtig jaar onder de mensen te leven opdat zij meer begrip van en inzicht in Hem krijgen. Daar is geen noodzaak voor! Dat zou de kennis die de mens heeft van Gods inherente gezindheid op geen enkele manier verdiepen; het zou in plaats daarvan zijn opvattingen alleen maar voeden en ervoor zorgen dat zijn opvattingen en gedachten zouden verstenen. En dus is het goed voor jullie allemaal om precies te begrijpen wat het werk van de vleesgeworden God is. De woorden die ik tot jullie gesproken heb, kunnen jullie toch zeker niet zijn ontgaan: “Ik ben niet gekomen om het leven van een gewoon mens te ervaren”? Zijn jullie de woorden vergeten: “God komt niet naar de aarde om het leven van een gewoon mens te leiden”? Jullie begrijpen Gods doel van Zijn vleeswording niet, evenmin kennen jullie de betekenis van “Hoe zou God naar de aarde kunnen komen met de bedoeling om het leven van een geschapen wezen te ervaren?” God komt uitsluitend naar de aarde om Zijn werk te voltooien en dus duurt Zijn werk op aarde maar kort. Hij komt niet naar de aarde met de bedoeling om de Geest van God Zijn lichaam van vlees tot een superieur mens te laten vormen die de kerk zal leiden. Wanneer God naar de aarde komt, is dat het vleesgeworden Woord; de mens heeft echter geen weet van Zijn werk en schrijft Hem ongevraagd eigenschappen toe. Maar jullie dienen allemaal te beseffen dat God het “vleesgeworden Woord” is, niet een lichaam van vlees dat door de Geest van God is gevormd om op dit moment de rol van God op zich te nemen. God Zelf is niet een gevormd product, maar is het vleesgeworden Woord, en vandaag voert Hij Zijn werk officieel onder jullie allen uit.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

14. God wordt alleen vlees om het tijdperk te leiden en nieuw werk in gang te zetten. Het is noodzakelijk dat jullie dit punt begrijpen. Dit is heel anders dan de functie van de mens en die twee zijn niet in één adem te noemen. De mens moet over een lange periode worden gevormd en vervolmaakt voordat hij kan worden gebruikt om werk uit te voeren, en de daarvoor benodigde menselijkheid is van een bijzonder hoge orde. Niet alleen moet de mens in staat zijn om zijn normale menselijke denkvermogen te onderhouden, maar hij moet daarnaast ook veel van de principes en regels begrijpen die ten grondslag liggen aan zijn gedrag met betrekking tot anderen, en hij moet zich bovendien nog meer verdiepen in studie van de wijsheid en ethische kennis van de mens. Hiermee dient de mens te zijn uitgerust. Dit is echter niet zo voor de vleesgeworden God, want Zijn werk vertegenwoordigt niet de mens en is ook niet het werk van de mens; het is veeleer een directe uitdrukking van Zijn wezen en een directe implementatie van het werk dat Hij behoort te doen. (Zijn werk wordt uiteraard op de juiste tijd uitgevoerd, niet nonchalant en zomaar willekeurig, en vangt aan wanneer het tijd is om Zijn bediening te vervullen.) Hij neemt niet deel aan het leven van de mens of het werk van de mens, dat wil zeggen, Zijn menselijkheid is hier niet van voorzien (hoewel dit Zijn werk niet belemmert). Hij vervult alleen Zijn bediening wanneer het voor Hem de tijd is om dat te doen; wat Zijn status ook is, Hij gaat gewoon voort met het werk dat Hij behoort te doen. Wat de mens ook over Hem weet en wat de mens ook over Hem denkt, heeft geen enkele invloed op Zijn werk. Toen Jezus bijvoorbeeld Zijn werk uitvoerde, wist niemand precies wie Hij was, maar ging Hij gewoon voort in Zijn werk. Niets hiervan hinderde Hem in de uitvoering van het werk dat Hij behoorde te doen. Daarom bracht Hij Zijn eigen identiteit aanvankelijk niet voor het voetlicht en liet Hij mensen Hem alleen volgen. Natuurlijk was dit niet alleen de nederigheid van God; het was ook de manier waarop God in het vlees werkte. Hij kon alleen op deze manier werken, want de mens kon Hem geenszins herkennen met het blote oog. En zelfs als de mens Hem wel had herkend, zou hij niet in staat zijn geweest om te helpen in Zijn werk. Bovendien werd Hij geen vlees opdat de mens Zijn vlees zou leren kennen; het was om werk uit te voeren en Zijn bediening te vervullen. Daarom hechtte Hij er geen belang aan om Zijn identiteit openbaar te maken. Toen Hij al het werk had voltooid dat Hij behoorde te doen, werden Zijn hele identiteit en status de mens natuurlijk duidelijk. De vleesgeworden God zwijgt en doet nooit enige proclamaties uitgaan. Hij let niet op de mens noch op hoe de mens ervoor staat in het volgen van Hem, maar gaat gewoon voort met het vervullen van Zijn bediening en het uitvoeren van het werk dat Hij behoort te doen. Niemand is in staat om Zijn werk in de weg te staan. Wanneer de tijd komt waarop Hij Zijn werk moet beëindigen, zal het zeker worden beëindigd en tot een einde worden gebracht, niemand is in staat om het anders te laten verlopen. Pas nadat Hij de mens na het voltooien van Zijn werk verlaten heeft, zal de mens het werk begrijpen dat Hij doet, hoewel nog steeds niet in alle duidelijkheid. En het zal lang duren voordat de mens de bedoeling waarmee Hij Zijn werk eerst uitvoerde volledig zal begrijpen. Met andere woorden, het werk van het tijdperk van de vleesgeworden God is verdeeld in twee onderdelen. Eén onderdeel bestaat uit het werk dat het geïncarneerde vlees van God Zelf doet en de woorden die het geïncarneerde vlees van God Zelf spreekt. Nadat de bediening van Zijn vlees volledig is vervuld, blijft het andere onderdeel van het werk nog over om te worden uitgevoerd door hen die door de Heilige Geest worden gebruikt. Dit is de tijd waarin de mens zijn functie dient te vervullen, want God heeft de weg al geopend en die moet door de mens zelf worden bewandeld. Dat wil zeggen, de vleesgeworden God voert één onderdeel van het werk uit en daarna zullen de Heilige Geest plus de mensen die de Heilige Geest gebruikt dit werk navolgen. Daarom dient de mens te weten wat het werk is dat de vleesgeworden God in deze fase voornamelijk moet uitvoeren; hij moet ook precies begrijpen wat de betekenis is van God die vlees wordt en wat het werk is dat Hij behoort te doen, in plaats van eisen te stellen aan God volgens de eisen die aan de mens worden gesteld. Hierin gaan de fouten, opvattingen en, nog meer, de ongehoorzaamheid van de mens schuil.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

15. God wordt geen vlees met de bedoeling om de mens Zijn vlees te laten leren kennen of om de mens de verschillen tussen het vlees van de vleesgeworden God en dat van de mens te laten onderscheiden; God wordt ook geen vlees om het onderscheidingsvermogen van de mens te trainen en Hij doet dat al helemaal niet met de bedoeling om de mens het geïncarneerde vlees van God te laten aanbidden, om zo groots verheerlijkt te worden. Geen van deze dingen is de oorspronkelijke bedoeling van God bij Zijn vleeswording. God wordt ook geen vlees om de mens te veroordelen, de mens opzettelijk aan de kaak te stellen of om dingen moeilijk voor hem te maken. Geen van deze dingen is de oorspronkelijke bedoeling van God. Telkens wanneer God vlees wordt, is het een vorm van werk dat onvermijdelijk is. Het is ten behoeve van Zijn grotere werk en Zijn grotere management dat Hij doet zoals Hij doet en niet om de redenen die de mens zich voorstelt. God komt alleen naar de aarde voor zover Zijn werk dat vereist en alleen als dat noodzakelijk is. Hij komt niet naar de aarde met de bedoeling om op aarde rond te dolen, maar om het werk uit te voeren dat Hij behoort te doen. Waarom zou Hij anders zo’n zware last op Zich nemen en zulke grote risico’s nemen om dit werk uit te voeren? God wordt alleen vlees wanneer dat nodig is en altijd met een unieke betekenis. Als het alleen was om mensen de gelegenheid te bieden Hem te zien en hun horizon te openen, dan zou Hij, met absolute zekerheid, nooit zo lichtvaardig onder de mensen komen. Hij komt naar de aarde ten behoeve van Zijn management en Zijn grotere werk en opdat Hij meer mensen zal kunnen verkrijgen. Hij komt om het tijdperk te vertegenwoordigen, Hij komt om Satan te verslaan en om Satan te verslaan neemt Hij het vlees op Zich. Bovendien komt Hij om alle mensen te leiden in hun levenswandel. Dit alles gaat Zijn management aan en het gaat het werk van het ganse universum aan. Als God vlees werd alleen maar om mensen Zijn vlees te laten leren kennen en om de ogen van mensen te openen, waarom zou Hij dan niet naar iedere natie gaan? Is dit geen kwestie van bovenmatig gemak? Maar dat deed Hij niet, maar Hij koos in plaats daarvan een geschikte plaats om Zich in te vestigen en het werk te beginnen dat Hij behoorde te doen. Alleen al dit vlees op zich is van aanzienlijke betekenis. Hij vertegenwoordigt een heel tijdperk en voert ook het werk van een heel tijdperk uit; Hij brengt het eerdere tijdperk tot een einde en luidt het nieuwe tijdperk in. Dit is allemaal een belangrijke kwestie die Gods management betreft en het is de betekenis van één fase van het werk dat God op aarde komt uitvoeren.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

16. Het geheel van Gods gezindheid is geopenbaard in de loop van het zesduizendjarige managementplan. Het is niet alleen geopenbaard in het Tijdperk van Genade, noch alleen in het Tijdperk van de Wet en zelfs nog minder alleen in deze periode van de laatste dagen. Het werk van de laatste dagen vertegenwoordigt oordeel, toorn en tuchtiging. Het werk dat in de laatste dagen wordt verricht is geen vervanging voor het werk van het Tijdperk van de Wet of voor het Tijdperk van Genade. De drie werkfases vormen echter samen één entiteit en ze zijn allemaal het werk van één God. De uitvoering van dit werk is vanzelfsprekend verdeeld in afzonderlijke tijdperken. Het werk dat in de laatste dagen wordt verricht brengt alles tot een einde; het werk dat in het Tijdperk van de Wet wordt verricht is het werk van de aanvang; en het werk in het Tijdperk van Genade is het werk van verlossing. Wat betreft de visies van het werk van dit gehele zesduizendjarige managementplan is niemand in staat om inzicht of begrip te verwerven en blijven deze visies raadsels. In de laatste dagen wordt alleen het werk van het woord verricht om het Tijdperk van het Koninkrijk aan te kondigen, maar het is niet representatief voor alle tijdperken. De laatste dagen zijn niet meer dan de laatste dagen en niet meer dan het Tijdperk van het Koninkrijk, die het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet niet vertegenwoordigen. Het is eenvoudigweg gedurende de laatste dagen dat al het werk van het zesduizendjarige managementplan aan jullie geopenbaard wordt. Dit is de onthulling van het mysterie. Dit is het soort mysterie dat door geen mens kan worden onthuld. Ongeacht hoe groot het inzicht van de mens in de Bijbel ook is, het blijven alleen maar woorden, want de mens begrijpt de essentie van de Bijbel niet. Door het lezen van de Bijbel kan de mens wellicht enkele waarheden bevatten, een aantal woorden uitleggen of enkele beroemde passages en hoofdstukken onderwerpen aan zijn bekrompen onderzoek, maar hij zal de betekenis die in deze woorden gelegen is nooit uit kunnen puzzelen, want al wat men ziet, zijn dode woorden, niet de taferelen van het werk van Jehova en Jezus. De mens kan het mysterie van dit werk op geen enkele manier ontrafelen. Het mysterie van het zesduizendjarige managementplan is dus het grootste mysterie, het diepst verborgen en geheel ondoorgrondelijk voor de mens. Niemand kan rechtstreeks de wil van God begrijpen, tenzij Hij dit Zelf aan de mens uitlegt en openbaart. Anders blijven deze dingen voor altijd raadsels voor de mens en verzegelde mysteries. Maak je niet druk over mensen uit de religieuze gemeenschap. Als het vandaag niet aan jullie was verteld, hadden jullie het ook niet begrepen.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

17. Het werk in de laatste dagen is de laatste van de drie fases. Het is het werk van weer een nieuw tijdperk en het vertegenwoordigt niet de totaliteit van het managementwerk. Het zesduizendjarige managementplan is verdeeld in drie werkfases. Geen enkele fase kan op zichzelf het werk van de drie tijdperken vertegenwoordigen; ze vertegenwoordigt maar één deel van het geheel. De naam Jehova kan Gods hele gezindheid niet vertegenwoordigen. Het feit dat Hij Zijn werk in het Tijdperk van de Wet heeft uitgevoerd, is geen bewijs dat God kan alleen maar onder de wet God kan zijn. Jehova heeft wetten voor de mens ingesteld en hem de geboden gegeven met de vraag om de tempel en de altaren te bouwen. Het werk dat Hij deed, vertegenwoordigt alleen het Tijdperk van de Wet. Dit werk dat Hij deed, is geen bewijs dat God alleen maar een God is die aan de mens vraagt om zich aan de wet te houden, of dat Hij de God in de tempel is, of dat Hij de God vóór het altaar is. Het zou onwaar zijn om dit te zeggen. Het werk dat onder de wet wordt gedaan, kan slechts één tijdperk vertegenwoordigen. Daarom, als God alleen het werk heeft verricht in het Tijdperk van de Wet, zou de mens God beperken tot de volgende definitie, die zegt: “God is de God in de tempel en om God te dienen moeten we priesterlijke gewaden dragen en de tempel binnengaan.” Indien het werk in het Tijdperk van Genade nooit was uitgevoerd en het Tijdperk van de Wet was verdergegaan tot op de huidige dag, dan zou de mens niet weten dat God ook genadig en liefdevol is. Indien het werk in het Tijdperk van de Wet niet was gedaan en alleen maar het werk in het Tijdperk van Genade, dan zou de mens alleen maar weten dat God de mens kan verlossen en hem zijn zonden kan vergeven. De mens zou alleen maar weten dat Hij heilig is en onschuldig, en dat Hij omwille van de mens in staat is om zichzelf op te offeren en te laten kruisigen. De mens zou alleen deze dingen weten maar al het andere niet begrijpen. En dus vertegenwoordigt elk tijdperk een deel van Gods gezindheid. Pas wanneer alle drie de fases tot één geheel zijn samengevoegd – de aspecten van Gods gezindheid vertegenwoordigd in het Tijdperk van de Wet, de aspecten in het Tijdperk van Genade en de aspecten in de huidige fase – kunnen ze de totaliteit van Gods gezindheid openbaren. Pas wanneer de mens alle drie de fases heeft leren kennen, kan hij het volledig begrijpen. Geen van de drie fases kan worden weggelaten. Je zult de eigenlijke gezindheid van God pas in zijn geheel zien na het leren kennen van deze drie werkfases. Het feit dat God Zijn werk in het Tijdperk van de Wet heeft voltooid, bewijst niet dat Hij alleen de God onder de wet is en het feit dat Hij Zijn werk van de verlossing heeft voltooid, wil niet zeggen dat God de mensheid altijd zal verlossen. Dit zijn allemaal conclusies die door de mens worden getrokken. Met het einde van het tijdperk van Genade kun je niet zeggen dat God alleen aan het kruis hoort en dat alleen het kruis de redding van God vertegenwoordigt. Door dit te doen, zou je God beperken. In de huidige fase doet God voornamelijk het werk van het woord, maar je kunt daarmee niet zeggen dat God de mens nooit genadig is geweest en dat Hij alleen maar tuchtiging en oordeel heeft gebracht. Het werk in de laatste dagen legt het werk van Jehova en Jezus bloot, en alle mysteries die niet door de mens begrepen zijn om zodoende de bestemming en de uitkomst van de mensheid te openbaren, en het gehele reddingswerk voor de mensheid te beëindigen. Deze werkfase in de laatste dagen brengt alles tot een einde. Alle mysteries die niet door de mens zijn begrepen, moeten worden ontrafeld, zodat de mens deze kan doorgronden en in zijn hart een volledig en duidelijk begrip verkrijgt. Pas dan kan het menselijke ras naar zijn soort worden onderverdeeld. Pas nadat het zesduizendjarige managementplan is voltooid, zal de mens de gezindheid van God in haar totaliteit begrijpen, want Zijn management zal dan tot een einde gekomen zijn.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

18. Wat tegenwoordig van de mens wordt gevraagd, lijkt niet op dat wat in het verleden werd gevraagd en zelfs nog minder op dat wat in het Tijdperk van de Wet van de mens werd gevraagd. Welnu, wat werd van de mens gevraagd in de tijd van de wet, toen Hij Zijn werk in Israël deed? Het was niets meer dan dat de mens de sabbat moest eren en zich aan de wetten van Jehova moest houden. Niemand mocht werken op de sabbat of de wetten van Jehova overtreden. Maar nu geldt dat niet. De mens werkt, verzamelt en bidt op de sabbat zoals gebruikelijk, en er worden hem geen beperkingen opgelegd. In het Tijdperk van Genade moest men worden gedoopt en verder werd hun gevraagd om te vasten, het brood te breken, wijn te drinken, hun hoofden te bedekken en elkaars voeten te wassen. Nu zijn deze regels afgeschaft, maar er worden hogere eisen gesteld aan de mens, want het werk van God verdiept zich onophoudelijk en de intrede van de mens reikt steeds hoger. In het verleden legde Jezus de mens de handen op en bad, maar nu alles is gezegd, wat is het nut van het opleggen van handen? Woorden alleen al kunnen resultaten boeken. Toen Hij in het verleden de mens Zijn handen oplegde, was dat om hem te zegenen en zijn ziekten te genezen. Zo werkte de Heilige Geest in die tijd, maar dat is nu niet meer zo. Nu gebruikt de Heilige Geest woorden om te werken en resultaten te boeken. Zijn woorden zijn jullie duidelijk gemaakt en jullie moeten ze in praktijk brengen, precies zoals het jullie verteld is. Zijn woorden zijn Zijn wil. Ze zijn het werk dat Hij wil doen. Door Zijn woorden leer je Zijn wil kennen en dat wat Hij je vraagt te bereiken. Je brengt Zijn woorden direct in praktijk zonder dat handen hoeven te worden opgelegd. Sommigen zullen misschien zeggen: “Leg uw handen op mij! Leg mij uw handen op, zodat ik u zegen mag ontvangen en dat ik uw deelgenoot mag zijn.” Deze praktijken uit het verleden zijn allemaal achterhaald en niet meer van toepassing, want het tijdperk is veranderd. De Heilige Geest werkt in overeenstemming met het tijdperk, zonder willekeur en zonder zich te houden aan vastgestelde regels. Het tijdperk is veranderd en een nieuw tijdperk brengt noodzakelijkerwijs nieuw werk met zich mee. Dit geldt voor iedere werkfase en Zijn werk wordt dus nooit herhaald. In het Tijdperk van Genade deed Jezus nogal wat van dat soort werk, zoals het genezen van ziekte, het uitdrijven van demonen, de mens Zijn handen opleggen om voor hem te bidden en hem te zegenen. Maar het zou zonder betekenis zijn om dat nu weer te doen. De Heilige Geest werkte toen op die manier, want het was het Tijdperk van Genade en er was voldoende genade voor de mens. Er werd geen enkele compensatie van welke aard dan ook van hem gevraagd en zolang hij geloofde, ontving hij genade. Iedereen werd zeer genadig behandeld. Nu is het tijdperk veranderd en het werk van God is doorgegaan. Door tuchtiging en oordeel worden de opstandigheid van de mens en de onreine dingen in de mens uitgedelgd. In die fase van verlossing betaamde het God om op die manier te werken en de mens blijk te geven van voldoende genade, zodat de mens kon worden verlost van zonde en deze door genade vergeven kon worden. Dit huidige tijdperk is bedoeld om de ongerechtigheid in de mens aan het licht te brengen door middel van tuchtiging, oordeel, het treffen met woorden en eveneens door middel van het disciplineren en de openbaring van woorden, zodat de mensheid daarna kan worden gered. Dit is werk gaat dieper dan de verlossing. De genade in het Tijdperk van Genade was voldoende voor de mens. Nu de mens deze genade al heeft ervaren, heeft hij deze niet meer nodig. Dit werk is nu verleden tijd en hoeft niet langer te worden verricht. Nu moet de mens worden gered door het oordeel van het woord. Nadat de mens is geoordeeld, getuchtigd en gelouterd, wordt zijn gezindheid daarmee veranderd. Is dit niet allemaal vanwege de woorden die ik heb gesproken? Iedere werkfase wordt gedaan overeenkomstig de voortgang van de gehele mensheid en het tijdperk. Al het werk is betekenisvol en het wordt allemaal gedaan met het oog op de uiteindelijke redding, zodat de mensheid in de toekomst een goede bestemming mag hebben en de mensheid uiteindelijk kan worden onderverdeeld naar haar soort.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

19. Het werk van de laatste dagen is het spreken van woorden. Woorden kunnen grote veranderingen teweegbrengen in de mens. De veranderingen die in deze mensen plaatsvinden na het aanvaarden van deze woorden, zijn veel groter dan de veranderingen die plaatsvinden na het aanvaarden van de wonderen en tekenen in het Tijdperk van Genade. Want in het Tijdperk van Genade werden demonen uitgedreven door gebed en oplegging van handen, maar de verdorven gezindheid binnenin de mens bleef aanwezig. De mens werd genezen van ziekte en zijn zonden werden hem vergeven, maar het werk moest nog worden verricht om de mens vrij te maken van de verdorven satanische gezindheid binnenin hem. Alleen vanwege zijn geloof werd de mens gered en werden zijn zonden hem vergeven, maar de zondige natuur van de mens was niet weggevaagd en bleef nog steeds in hem. De zonden van de mens werden vergeven door bemiddeling van de vleesgeworden God, maar dit wil niet zeggen dat de mens geen zonde meer in zich heeft. De zonden van de mens konden door het zondoffer worden vergeven, maar voor het probleem hoe de mens dan niet meer tot zonde kan worden gebracht, en hoe zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en getransformeerd, voor dat probleem heeft hij geen oplossing. De zonden van de mens werden vergeven en dit is het gevolg van het werk van Gods kruisiging, maar de mens bleef leven in de verdorven satanische gezindheid van weleer. Dit is de reden dat de mens volledig moet worden gered van zijn verdorven satanische gezindheid, zodat zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en niet meer zal opkomen, waardoor de gezindheid van de mens kan worden getransformeerd. Hiertoe moet de mens het pad naar groei in het leven, de weg van leven en de weg naar verandering van gezindheid begrijpen. Bovendien moet de mens handelen in overeenstemming met dit pad, zodat zijn gezindheid geleidelijk kan veranderen en hij kan leven in het schijnende licht, zodat al wat hij doet in overeenstemming is met de wil van God, zodat hij zijn verdorven satanische gezindheid kan uitbannen en hij kan losbreken van Satans duistere invloed en volledig van de zonde zal loskomen. Alleen dan zal de mens volledige redding ontvangen. Toen Jezus Zijn werk deed, had de mens nog maar een vage en onduidelijke kennis over Hem. De mens heeft altijd gedacht dat Hij de zoon van David was en verkondigde Hem als een grote profeet, de liefdadige Heer die de mens van zijn zonden verloste. Sommigen werden, door de kracht van hun geloof, alleen al genezen door het aanraken van Zijn mantel: de blinden konden zien en zelfs de doden konden tot leven worden gewekt. De mens was echter niet in staat om de diepgewortelde verdorven satanische gezindheid in zichzelf te ontdekken, noch wist hij hoe hij zich ervan kon ontdoen. De mens ontving veel genade, zoals de vrede en het geluk van het vlees, het geloof van een lid dat zegen bracht aan een hele familie, de genezing van ziekte, enzovoort. De rest bestond uit de goede daden van de mens en zijn goddelijke verschijning. Als de mens zo kon leven, werd hij beschouwd als een aanvaardbare gelovige. Alleen dit soort gelovigen kan na de dood de hemel binnengaan, wat betekent dat ze gered zijn. Maar tijdens hun leven hebben deze mensen de weg van het leven absoluut niet begrepen. Alles wat ze deden, was zondigen om vervolgens hun zonden te belijden. Dit gebeurde in een constante cyclus zonder dat ze iets ondernamen om hun gezindheid te veranderen. Dit was de toestand van de mens in het Tijdperk van Genade. Heeft de mens volledige redding ontvangen? Nee! Daarom bleef na beëindiging van die werkfase het werk van het oordeel en tuchtiging over. Deze fase is bedoeld om de mens te zuiveren door middel van het woord en hem daarmee op een weg te leiden die hij volgen kan. Deze fase zou niet vruchtbaar en zinvol zijn als het verder ging met het uitdrijven van demonen, want het zou de zondige natuur van de mens niet uitbannen en de vergeving van zonden zou bij de mens tot stilstand komen. Door het zondoffer zijn de zonden van de mens vergeven, want het werk van de kruisiging is reeds beëindigd en God heeft gezegevierd over Satan. Maar omdat de verdorven gezindheid van de mens nog steeds in hem is, kan de mens nog steeds zondigen en tegen God in opstand komen, en heeft God de mensheid niet gewonnen. Daarom gebruikt God in deze werkfase het woord om de verdorven gezindheid van de mens bloot te leggen, waardoor hij praktiseert in overeenstemming met het juiste pad. Deze fase heeft meer betekenis dan de vorige en is eveneens vruchtbaarder, want nu is het het woord dat het leven van de mens rechtstreeks voedt en dat het mogelijk maakt dat de gezindheid van de mens volledig wordt vernieuwd. Het is een veel grondigere werkfase. De incarnatie in de laatste dagen heeft de betekenis van Gods incarnatie dus compleet gemaakt en heeft Gods managementplan voor de redding van de mens volledig afgerond.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

20. Gods redding van de mens gebeurt niet rechtstreeks via de methode van de Geest en de identiteit van de Geest, want Zijn Geest kan niet worden aangeraakt, noch worden gezien door de mens, noch kan de mens dichterbij komen. Als Hij zou proberen om de mens rechtstreeks te redden op de manier van de Geest, dan zou de mens niet in staat zijn om Zijn redding te ontvangen. Als God de uiterlijke vorm van een geschapen mens niet zou aannemen, dan zou de mens deze redding geenszins kunnen ontvangen. Want er is voor de mens geen manier om Hem te naderen, zoals ook niemand in de buurt van de wolk van Jehova kon komen. Alleen door een geschapen mens te worden, dat wil zeggen alleen door het leggen van Zijn woord in het lichaam van het vlees dat Hij weldra zal worden, kan Hij persoonlijk het woord overbrengen in allen die Hem volgen. Alleen dan kan de mens Zijn woord persoonlijk zien en horen, en bovendien Zijn woord eigen maken en op deze manier volledig gered worden. Indien God geen vlees was geworden, zou geen mens van vlees en bloed in staat zijn geweest om zo’n grote redding te ontvangen en zou geen enkel mens gered worden. Als de Geest van God rechtstreeks te midden van de mensen zou werken, dan zou de hele mensheid neergeslagen worden, of anders geenszins met God in aanraking kunnen komen en volledig in gevangenschap door Satan weggevoerd worden.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

21. De eerste incarnatie was bedoeld om de mens van zonde te verlossen, om hem te verlossen door het vleselijke lichaam van Jezus. Dat houdt in dat Hij de mens op het kruis heeft gered, maar de verdorven satanische gezindheid is nog steeds in de mens achtergebleven. De tweede incarnatie is niet langer om te dienen als een zondoffer maar om hen volledig te redden die van zonde waren verlost. Dit is gedaan, zodat degenen die zijn vergeven, van hun zonden kunnen worden bevrijd en volledig gereinigd kunnen worden en door het verkrijgen van een veranderde gezindheid kunnen vrijkomen van Satans duistere invloed en voor de troon van God kunnen terugkeren. Alleen op deze manier kan de mens volledig worden geheiligd. Nadat het Tijdperk van de Wet ten einde kwam en het begin van het Tijdperk van Genade aanbrak, begon God met het reddingswerk, hetgeen voortduurt tot de laatste dagen waarin Hij de mensheid vanwege zijn opstandigheid volledig zal zuiveren door het oordelen en het tuchtigen van het menselijke ras. Pas dan zal God Zijn reddingswerk afronden en de rust binnengaan. Daarom is God in de drie werkfases slechts tweemaal vleesgeworden om Zijn werk Zelf te midden van de mensheid uit te voeren. Dat komt omdat slechts één van de drie werkfases bedoeld is om richting te geven aan het leven van de mensen, terwijl de andere twee bestaan uit het reddingswerk. Alleen door de vleeswording kan God naast de mens leven, het leed van de wereld ervaren en in een gewoon vleselijk lichaam leven. Alleen op deze manier kan Hij de mens praktische woorden geven, zoals schepsels die nodig hebben. Het is door de incarnatie van God dat de mens volledige redding ontvangt van God en niet rechtstreeks uit de hemel in antwoord op zijn gebeden. Want in het vlees zijnde kan de mens de Geest van God niet zien, veel minder nog kan hij naderen tot Zijn Geest. De mens kan alleen maar in contact komen met het geïncarneerde vlees van God en alleen zo is de mens in staat om alle woorden en alle waarheden te bevatten en volledige redding te ontvangen. De tweede incarnatie zal voldoende zijn om de zonden van de mens uit te wissen en hem volledig te zuiveren. Daarom zal de totaliteit van Gods werk in het vlees met de tweede incarnatie tot een einde worden gebracht en zal de waarde van Gods incarnatie compleet worden gemaakt. Vanaf dat ogenblik zal het werk van God in het vlees geheel tot een einde zijn gebracht. Na de tweede incarnatie zal Hij niet voor een derde keer vlees worden voor Zijn werk. Want Zijn gehele management zal tot een einde gekomen zijn. De incarnatie van de laatste dagen zal Zijn uitverkoren volk volledig hebben gewonnen en de mensheid zal in de laatste dagen zijn onderverdeeld naar soort. Hij zal niet langer het reddingswerk doen, noch zal Hij terugkeren naar het vlees om enig werk te verrichten.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

22. Tijdens het werk van de laatste dagen is het woord machtiger dan de manifestatie van wonderen en tekenen en het gezag van het woord overtreft dat van wonderen en tekenen. Het woord brengt de verdorven gezindheid die diep begraven ligt in het hart van de mens helemaal aan het licht. Je kunt haar absoluut niet vanuit jezelf herkennen. Wanneer zij door het woord voor je wordt blootgelegd, zul je haar als vanzelfsprekend ontdekken. Je zal haar niet kunnen ontkennen en je zal rotsvast overtuigd zijn. Is dit niet het gezag van het woord? Dit is het resultaat dat tegenwoordig door het werk van het woord bereikt wordt. Daarom is het dus niet door de genezing van ziekte en het uitdrijven van demonen dat de mens volledig kan worden gered van zijn zonden. Evenmin kan hij compleet gemaakt worden door de manifestatie van wonderen en tekenen. Het gezag om ziekte te genezen en demonen uit te drijven levert de mens alleen maar genade op, maar het vlees van de mens behoort nog steeds tot Satan en de verdorven satanische gezindheid is nog steeds in de mens achtergebleven. Met andere woorden: dat wat nog niet gereinigd is, behoort nog steeds tot zonde en vuiligheid. Pas nadat hij met behulp van het woord is gereinigd, kan hij worden gewonnen door God en een geheiligd mens worden. Toen de demonen uit de mens waren verdreven en hij was verlost, betekende dit alleen dat hij uit de handen van Satan was gerukt en terug bij God was gekomen. Zonder reiniging of verandering door God blijft hij echter een verdorven mens. Er is nog steeds vuil, verzet en ongehoorzaamheid in de mens. De mens is alleen teruggekeerd tot God door Zijn verlossing, maar hij heeft niet de geringste kennis van God en is nog steeds weerspannig tegen Hem en ongehoorzaam. Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. Al het werk dat op deze dag wordt gedaan, is dusdanig dat de mens gezuiverd en veranderd kan worden. Door het oordeel en de tuchtiging door het woord en door de loutering kan de mens zijn verdorvenheid uitdelgen en rein worden gemaakt. Beter nog dan deze werkfase als een fase van redding te beschouwen, zou het treffender zijn om te zeggen dat deze het werk is van zuivering. Waarachtig, deze fase is een fase van overwinning, en ook de tweede fase in het reddingswerk. Het is door het oordeel en de tuchtiging van het woord dat de mens kan worden gewonnen door God en het is door het gebruik van het woord om te louteren, te oordelen en te onthullen, zodat alle onzuiverheden, opvattingen, motieven en persoonlijke aspiraties in het hart van de mens volledig bekend worden. Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven. Toen de mensen bijvoorbeeld beseften dat ze van Moab afstamden, gingen zij zich beklagen, wilden ze het leven niet meer nastreven en werden zij volkomen passief. Toont dit niet aan dat de mensheid zich nog steeds niet geheel kan onderwerpen aan de heerschappij van God? Is dit niet precies hun verdorven satanische gezindheid? Toen je niet aan tuchtiging werd onderworpen, reikten je handen hoger dan de anderen, zelfs die van Jezus. En je riep met luide stem: “Wees een geliefde zoon van God! Wees een intieme vriend van God! Wij zouden nog liever sterven dan zwichten voor Satan! Kom in opstand tegen de oude Satan! Kom in opstand tegen de grote rode draak! Moge de grote rode draak op een ellendige manier ten val komen! Moge God ons compleet maken!” Jouw geroep was harder dan dat van alle anderen. Maar toen kwamen de tijden van tuchtiging en opnieuw werd de verdorven gezindheid van de mens geopenbaard. Toen stopten zij met roepen en hun voornemen mislukte. Dit is de verdorvenheid van de mens. Deze gaat dieper dan de zonde. Ze is aangebracht door Satan en zit diepgeworteld in de mens. Het is niet gemakkelijk voor de mens om zich van zijn zonden bewust te worden. Hij kan zijn eigen diepgewortelde natuur niet herkennen en moet vertrouwen op het oordeel van het woord om dit te bereiken. Alleen zo kan de mens geleidelijk vanaf dit punt veranderen. In het verleden schreeuwde de mens aldus, omdat hij zijn oorspronkelijke verdorven gezindheid niet kende. Dit zijn de onzuiverheden die in de mens huizen. Gedurende deze lange periode van oordeel en tuchtiging leefde de mens in een gespannen sfeer. Was dit niet allemaal het gevolg van de werking van het woord? Schreeuwde jij het ook niet uit met een zeer luide stem vóór de beproeving van[a] de dienstdoeners? “Ga het koninkrijk binnen! Allen die deze naam aanvaarden, zullen het koninkrijk binnengaan! Allen zullen deelhebben aan God!” Toen de beproeving van de dienstdoeners kwam, schreeuwde je het niet langer uit. In het begin riep iedereen uit: “O God! Waar u mij ook maar wilt inzetten, ik zal mij onderwerpen om mij door u te laten leiden.” Na het lezen van de woorden van God “Wie zal mijn Paulus zijn?” zei de mens: “Ik ben bereid!” Toen zag hij de woorden “En hoe zit het met het geloof van Job?” en zei hij: “Ik ben bereid om het geloof van Job op mij te nemen. God, stelt u mij alstublieft op de proef!” Toen de beproeving van de dienstdoeners kwam, stortte hij meteen in en kon hij bijna niet meer opstaan. Daarna namen de onzuiverheden in het hart van de mens allengs af. Kwam dit niet door het woord? Wat jullie vandaag dus hebben meegemaakt, zijn resultaten die door het woord zijn bereikt. Deze zijn zelfs groter dan de resultaten die zijn bereikt door de werking van de wonderen en tekenen van Jezus. De glorie van God die je ziet en het gezag van God Zelf dat je ziet, komen niet zozeer voort uit het zien van de kruisiging of de genezing van ziekte en het uitdrijven van demonen, maar veeleer uit het oordeel van Zijn woord. Dit toont aan dat het gezag en de macht van God niet alleen bestaan uit de werking van tekenen, de genezing van ziekte en het uitdrijven van demonen. Maar het oordeel van het woord is beter in staat om het gezag van God te vertegenwoordigen en Zijn almacht te openbaren.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

23. Wat de mens momenteel heeft bereikt – zijn huidige gestalte, kennis, liefde, trouw, gehoorzaamheid en inzicht – zijn resultaten die door het oordeel van het woord zijn verkregen. Dat je in staat bent tot trouw en tot op deze dag staande bent gebleven, is dankzij de werking van het woord. Nu ziet men in dat het werk van vleesgeworden God inderdaad buitengewoon is en veel ervan niet kan worden bereikt door de mens. Dit zijn mysteries en wonderen. Daarom hebben velen zich onderworpen. Sommigen hebben zich sinds de dag van hun geboorte nog nooit aan enig mens onderworpen, maar als ze de woorden van God nu zien, onderwerpen zij zich geheel zonder dat ze het zelf door hebben en durven ze niets anders te onderzoeken of te zeggen. De mensheid is gevallen onder het woord en ligt ter aarde geworpen onder het oordeel van het woord. Als de Geest van God rechtstreeks tot de mens sprak, dan zouden ze allemaal gehoorzamen aan Zijn stem en zonder woorden van openbaring neervallen, vergelijkbaar met de manier waarop Paulus op de grond viel bij het licht op de weg naar Damascus. Indien God op deze manier te werk zou blijven gaan, zou de mens nooit door het woord zijn eigen verdorvenheid kunnen leren kennen en zodoende redding verkrijgen. Alleen door de vleeswording kan Hij Zijn woorden persoonlijk in het oor van ieder mens uitspreken, zodat iedereen die oren heeft, Zijn woorden kan horen en Zijn werk van oordeel van het woord kan ontvangen. Alleen is dit eerder het resultaat dat door Zijn woord wordt verkregen, dan de uiting van de Geest om de mens bang te maken zodat hij zich onderwerpt. Het is alleen door middel van dit praktische en toch buitengewone werk dat de oude gezindheid van de mens, vele jaren diep verholen, volledig kan worden blootgegeven, zodat de mens deze kan herkennen en laten veranderen. Deze dingen zijn allemaal het praktische werk van vleesgeworden God, waardoor Hij, met het op een praktische manier uitspreken en vellen van een oordeel, de resultaten boekt door het woord van het oordeel over de mens. Dit is het gezag van vleesgeworden God en de waarde van Gods incarnatie. Het wordt gedaan om het gezag van vleesgeworden God bekend te maken, de geboekte resultaten door het werk van het woord bekend te maken en bekend te maken dat de Geest in het vlees is gekomen en Zijn gezag betoont door de mens met het woord te oordelen. Hoewel Zijn vlees de uiterlijke vorm is van gewone en normale menselijkheid, zijn het de resultaten die door Zijn woorden geboekt worden, die de mens laten zien dat Hij veel gezag heeft, dat Hij God Zelf is en dat Zijn woorden de uitdrukking van God Zelf zijn. Op deze manier toont Hij aan de gehele mensheid dat Hij God Zelf is, God Zelf die vlees is geworden en dat Hij door niemand beledigd mag worden. Niemand kan Zijn oordeel door het woord overtreffen en geen enkele macht van de duisternis kan zegevieren over Zijn gezag. De mens onderwerpt zich geheel aan Hem, omdat Hij het Woord is dat vlees is geworden, vanwege Zijn gezag en vanwege Zijn oordeel door het woord. Het werk dat Zijn geïncarneerde vlees voortbracht, is het gezag dat Hij bezit. De reden waarom Hij vlees is geworden, is omdat het vlees ook gezag kan hebben, en Hij is in staat om op een praktische manier werk te verrichten onder de mensheid, op zodanige wijze dat het zichtbaar en tastbaar is voor de mens. Dit werk is veel realistischer dan het werk dat rechtstreeks door de Geest van God, die alle gezag bezit, wordt gedaan, en de resultaten ervan zijn ook duidelijk. Dit is omdat Gods geïncarneerde vlees op een praktische manier kan spreken en werken. De uiterlijke vorm van Zijn vlees heeft geen gezag en kan door de mens worden benaderd. Zijn wezen draagt echter wel degelijk gezag, hoewel dit voor niemand zichtbaar is. Wanneer Hij spreekt en werkt, kan de mens het bestaan van Zijn gezag niet opmerken en dit maakt het voor Hem mogelijk om praktisch werk te verrichten. En al dit praktische werk kan resultaten boeken. Hoewel niemand beseft dat Hij gezag draagt, of dat Hij niet beledigd dient te worden, of Zijn toorn ziet, bereikt Hij toch de beoogde resultaten van Zijn woorden door Zijn bedekte gezag, Zijn verborgen toorn en de woorden die Hij openlijk spreekt. Met andere woorden: door de klank van Zijn stem, de ernst van Zijn spreken en alle wijsheid van Zijn woorden is de mens volledig overtuigd. Op deze manier is de mens gehoorzaam aan het woord van vleesgeworden God, die schijnbaar geen gezag heeft en daardoor Gods doel van het redden van de mens bereikt. Dit is een ander aspect van de betekenis van Zijn incarnatie: om realistischer te spreken en te zorgen dat de werkelijkheid van Zijn woorden invloed heeft op de mens, zodat de mens getuige kan zijn van de kracht van het woord van God. Daarom zou dit werk, als het niet via incarnatie zou worden gedaan, niet het geringste resultaat bereiken en zondaren niet volledig kunnen redden. Indien God geen vlees was geworden, zou Hij de Geest blijven die zowel onzichtbaar als ontastbaar is voor de mens. De mens, als schepsel van vlees, en God behoren twee verschillende werelden toe en zijn begiftigd met een verschillende natuur. De Geest van God is onverenigbaar met de mens, die van vlees is, en er is gewoon geen manier om een relatie tussen hen te leggen, om nog maar te zwijgen over de mogelijkheid voor een mens om in een geest te veranderen. Aangezien dit nu eenmaal zo is, moet de Geest van God een schepsel worden om Zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten. God kan zowel opstijgen naar de hoogste plaats als Zichzelf vernederen om mens te worden en werk onder de mensen te verrichten en in hun midden te wonen. Maar de mens kan niet opstijgen naar de hoogste plaats en geest worden en nog minder kan hij afdalen naar de laagste plaats. Dit is waarom God vlees moet worden om Zijn werk uit te voeren. Evenzo kon het vlees van de geïncarneerde God de mens verlossen door Zijn kruisiging, terwijl de Geest van God geenszins zou kunnen worden gekruisigd als zondoffer voor de mens. God kon rechtstreeks vlees worden om als zondoffer te dienen voor de mens, maar de mens kon niet rechtstreeks naar de hemel opstijgen om het zondoffer aan te nemen dat God voor hem had voorbereid. Zodoende is het alleen maar mogelijk om aan God te vragen om enkele keren tussen de hemel en de aarde heen en weer te reizen. De mens kon namelijk niet opstijgen naar de hemel om deze redding aan te nemen, aangezien de mens gevallen is en de mens dus eenvoudigweg niet kon opstijgen naar de hemel, laat staan dat hij het zondoffer kon verkrijgen. Daarom was het voor Jezus nodig om naar de mens te komen en Zelf het werk te doen dat door de mens eenvoudigweg niet gerealiseerd kon worden. Elke keer dat God vlees wordt, is dat uit absolute noodzaak. Als er ook maar een fase rechtstreeks door de Geest van God kon worden uitgevoerd, zou Hij Zich niet hebben verlaagd tot een vleeswording.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Almachtige God zegt: “Hebben jullie gezien wat voor werk God tot stand zal brengen in deze groep mensen? God zei dat mensen Zijn woorden zelfs tot in het Duizendjarig Koninkrijk moeten blijven volgen.”

Hebben jullie gezien wat voor werk God tot stand zal brengen in deze groep mensen? God zei dat mensen Zijn woorden zelfs tot in het Duizendjarig Koninkrijk moeten blijven volgen. Gods woorden zullen het leven van de mens ook in de toekomst rechtstreeks in het goede land Kanaän leiden. Toen Mozes in de wildernis was, instrueerde God hem en sprak Hij rechtstreeks tot hem. God zond vanuit de hemel voedsel, water en manna waar de mens van kon smullen en dat is vandaag de dag nog steeds zo: God heeft persoonlijk dingen omlaag gezonden die de mens tot zijn genot kan eten en drinken. Hij heeft ook persoonlijk vloeken doen neerkomen om mensen te kastijden. God voert elke stap van Zijn werk aldus persoonlijk uit. Mensen zien tegenwoordig reikhalzend uit naar gebeurtenissen. Ze proberen tekenen en wonderen te zien en al die mensen blijven mogelijk verlaten achter, want het werk van God wordt steeds werkelijker. Niemand weet dat God uit de hemel is neergedaald. Ze beseffen nog steeds niet dat God voedsel en dranken uit de hemel heeft gezonden. Toch bestaat God werkelijk en de hartverwarmende taferelen van het Duizendjarig Koninkrijk die mensen zich voorstellen, zijn ook de persoonlijke uitingen van God. Dit is een feit en alleen dit is met God op aarde regeren. Met God op aarde regeren heeft betrekking op het vlees. Wat niet van het vlees is, is niet op aarde en daarom is het zo, dat allen die sterk hun best doen om naar de derde hemel te gaan, hier tevergeefs mee bezig zijn. Op een dag, wanneer het hele universum tot God terugkeert, zal de kern van Zijn werk door de kosmos heen de uitspraken van God volgen. Op andere plaatsen zullen sommige mensen telefoneren, sommigen zullen een vliegtuig nemen of een boot over de zee, en sommigen zullen lasers gebruiken om de woorden van God te ontvangen. Iedereen zal aanbidden en vol verlangen zijn. Ze zullen allemaal dicht bij God komen en tot God samenkomen. Allen zullen God aanbidden en dit alles zal aan Gods daden zijn toe te schrijven. Vergeet dat niet! God zal nooit ergens anders opnieuw beginnen. God zal dit feit tot stand brengen: Hij zal ervoor zorgen dat alle mensen in het hele universum voor Hem komen te staan en de God op aarde zullen vereren. Zijn werk in andere plaatsen zal ophouden en mensen zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Het zal zijn zoals bij Jozef: iedereen kwam bij hem om voedsel en boog zich voor hem neer, want hij had eten. Mensen zullen gedwongen worden de ware weg te zoeken om hongersnood te vermijden. De hele religieuze gemeenschap zal ernstige honger lijden en alleen de God van het heden is de bron van levend water, in het bezit van de eeuwig stromende bron voor het welzijn van de mens, en mensen zullen komen en zich op Hem verlaten. Dat zal zijn wanneer de daden van God geopenbaard zullen worden en God verheerlijkt wordt; alle mensen in het hele universum zullen deze onopvallende “man” vereren. Zal dit niet de dag van Gods heerlijkheid zijn? Op een dag zullen oude voorgangers telegrammen versturen en op zoek zijn naar het water uit de bron van levend water. Ze zullen op leeftijd zijn, maar toch zullen ze deze man, die ze veracht hebben, komen vereren. In hun mond zal erkenning zijn en in hun hart vertrouwen – is dit geen teken en geen wonder? De dag waarop het hele koninkrijk zich verheugt is de dag van Gods heerlijkheid en wie ook tot jullie komt en Gods goede nieuws ontvangt, zal door God worden gezegend. God zal deze landen en deze mensen zegenen en voor ze zorgen. De toekomstige koers is als volgt: degenen die de woorden uit Gods mond krijgen, zullen een pad ter bewandeling op aarde hebben en degenen die zonder Gods woord zijn, of ze nu zakenlieden, wetenschappers, leerkrachten of industriëlen zijn, zullen heel veel moeite hebben om zelfs maar één stap te zetten, en zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Dat wordt er bedoeld met: “Met de waarheid wandel je over de hele wereld, zonder de waarheid kom je nergens.” De feiten zijn als volgt: God zal de Weg (oftewel al Zijn woorden) gebruiken om het hele universum te gebieden en de mensheid te besturen en te overwinnen. Mensen hopen altijd op een grote wending in de werkwijze van God. Om het duidelijk te zeggen: God bestuurt mensen door middel van woorden en jullie moeten doen wat Hij zegt, of je dat nu wilt of niet. Dit is een objectief feit, dat iedereen moet gehoorzamen. Het is dan ook onverbiddelijk en bij allen bekend.

De Heilige Geest geeft mensen een gevoel. Ze zijn na het lezen van de woorden van God standvastig en vredig in hun hart, terwijl mensen die Gods woorden niet ontvangen, zich leeg voelen. Dat is de kracht van Gods woorden – mensen moeten ze lezen, door het lezen worden ze gevoed en kunnen ze niet meer zonder. Het werkt als een soort opium bij mensen: ze krijgen er kracht door en als ze het niet hebben, voelen ze de sterke aantrekking ervan en zijn ze krachteloos. Dat is de tendens onder mensen tegenwoordig. Gods woorden lezen geeft mensen kracht. Lezen ze die niet, dan voelen ze zich lusteloos, maar na het lezen staan ze meteen van hun ‘ziekbed’ op. Dit is Gods woord, die gezag uitoefent op aarde en God regeert op aarde. Sommige mensen willen weggaan of zijn moe van Gods werk. Hoe dan ook, ze kunnen Gods woorden niet aan de kant zetten. Hoe zwak ze ook zijn, ze moeten op Gods woorden vertrouwen om te leven. En hoe opstandig ze ook zijn, ze durven Gods woorden toch niet aan de kant te zetten. Gods woorden tonen werkelijk hun macht wanneer God regeert en macht uitoefent. Op die manier werkt God. Dit is per slot van rekening hoe God werkt en niemand kan eraan verlaten. Gods woorden zullen zich verspreiden naar talloze huizen. Ze zullen iedereen bekend worden en alleen dan zal Zijn werk zich in het hele universum verspreiden. Dat wil zeggen, wil Gods werk zich in het hele universum verspreiden, dan moeten Zijn woorden verspreid worden. Op de dag van Gods heerlijkheid zullen Gods woorden hun kracht en gezag tonen. Al Zijn woorden sinds mensenheugenis tot op heden zullen bewaarheid en vervuld worden. Zo zal God op aarde heerlijkheid toekomen. Dat wil zeggen: Zijn woorden zullen op aarde regeren. Allen die goddeloos zijn, zullen door de woorden in Gods mond getuchtigd worden. Allen die rechtvaardig zijn, zullen door de woorden in Zijn mond gezegend worden. En alles zal door de woorden in Zijn mond tot stand worden gebracht en vervolmaakt worden. Hij zal geen tekenen of wonderen tonen. Alles zal door Zijn woorden tot stand worden gebracht en Zijn woorden zullen feiten voortbrengen. Iedereen op aarde zal Gods woorden vieren. Alle mensen, groot of klein, man of vrouw, oud of jong, zullen zich aan de woorden van God onderwerpen. Gods woorden verschijnen in het vlees, zodat mensen ze op aarde kunnen zien, levendig en levensecht. Dat wordt er bedoeld met het Woord dat vlees wordt. God is voornamelijk op aarde gekomen om “het vleesgeworden Woord” te bewerkstelligen. Dat wil zeggen: Hij is gekomen zodat Zijn woorden vanuit het vlees zullen uitgaan (niet zoals in de tijd van Mozes in het Oude Testament, toen God rechtstreeks vanuit de lucht sprak). Daarna zullen al Zijn woorden vervuld worden tijdens het Tijdperk van het Duizendjarig Koninkrijk. Ze zullen voor de ogen van mensen zichtbare feiten worden, en mensen zullen ze zonder enig verschil met eigen ogen aanschouwen. Dit is de opperste betekenis van Gods vleeswording. Dat wil zeggen: het werk van de Geest wordt volbracht door het vlees en door woorden. Dit is de ware betekenis van “het vleesgeworden Woord” en “de verschijning van het Woord in het vlees”. Alleen God kan de wil van de Geest spreken en alleen God in het vlees kan namens de Geest spreken. De woorden van God worden duidelijk in de vleesgeworden God en iedereen wordt er verder door geleid. Niemand is uitgezonderd, iedereen bestaat binnen dit opzicht. Alleen uit deze woorden kunnen mensen tot kennis komen. Mensen die niet op deze manier kennis verkrijgen, zijn aan het dagdromen als ze menen dat ze woorden uit de hemel kunnen ontvangen. Zo is het gezag dat van het vlees van de vleesgeworden God uitgaat: allen tot geloof brengen. Zelfs de meest eerbiedwaardige experts en religieuze voorgangers kunnen deze woorden niet spreken. Ze moeten zich er allemaal aan onderwerpen en niemand kan opnieuw beginnen. God zal woorden gebruiken om het universum te overwinnen. Dat zal Hij niet doen door Zijn vleesgeworden vlees, maar door de uitspraken uit de mond van de vleesgeworden God te gebruiken om alle mensen in het hele universum te overwinnen. Alleen dit is het vleesgeworden Woord en alleen dit is de verschijning van het Woord in het vlees. Misschien schijnt het mensen toe dat God niet veel werk heeft gedaan – maar God hoeft slechts Zijn woorden te uiten om mensen volkomen te overtuigen en versteld te doen staan. Mensen schreeuwen en gillen als er geen feiten zijn. Met de woorden van God vallen ze stil. God zal dit feit zeker bewerkstelligen, want dit is Gods reeds lang gemaakte plan: de komst van het Woord op aarde bewerkstelligen. Ik hoef het eigenlijk niet uit te leggen: de komst van het Duizendjarig Koninkrijk op aarde is de komst van Gods woorden op aarde. Het neerdalen van het nieuwe Jeruzalem uit de hemel is de komst van Gods woorden om onder de mens te leven, om alle daden van de mens en al zijn diepste gedachten te vergezellen. Dit is ook het feit dat God wil bewerkstelligen en het prachtige tafereel van het Duizendjarig Koninkrijk. Dit is het door God gemaakte plan: Zijn woorden zullen duizend jaar lang op aarde verschijnen, al Zijn daden manifesteren en al Zijn werk op aarde voltooien. Daarna zal deze fase van de mensheid tot een einde komen.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 



Almachtige God zegt: “Wanneer je Gods wil in gedachten houdt, zal God je deze last opleggen en zal God je verlichten over de dingen die Hij je heeft toevertrouwd.”

Hoe meer je denkt aan Gods wil, hoe zwaarder je last is; hoe zwaarder je last is, hoe rijker je ervaringen zullen zijn. Wanneer je Gods wil in gedachten houdt, zal God je deze last opleggen en zal God je verlichten over de dingen die Hij je heeft toevertrouwd. Nadat God je deze last opgelegd heeft, zul je aandacht besteden aan de waarheden die hier betrekking op hebben wanneer je Gods woorden eet en drinkt. Als je een last draagt die te maken heeft met de omstandigheden van het leven van broeders en zusters, is dit een last die door God aan jou is toevertrouwd en deze last zal altijd in je dagelijkse gebeden voorkomen. Wat God doet is aan jou toevertrouwd, je bent bereid dat wat God wil te doen, en dat is wat het betekent als je Gods last als je eigen last op je neemt. Op dat punt zal het eten en drinken van Gods woorden zich toespitsen op de problemen in verband hiermee en je zult je afvragen: Hoe moet ik deze problemen oplossen? Hoe zal ik de broeders en zusters de kans geven om vrij te worden, om vreugde te ervaren in hun geest? Je zult je richten op het oplossen van deze problemen als je in communicatie bent, je zult je richten op het eten en drinken van woorden die betrekking hebben op deze problemen wanneer je de woorden van God eet en drinkt, je zult Gods woorden eten en drinken terwijl je deze last draagt, en je zult Gods eisen begrijpen. Op dat punt zal het pad dat je moet bewandelen, je duidelijker worden. Dat is de verlichting en verheldering door de Heilige Geest die door jouw last teweeg wordt gebracht, en het is God die Zijn leiding verschaft. Waarom zeg ik dit? Als je geen last draagt, dan let je niet op als je Gods woorden eet en drinkt; wanneer je Gods woorden eet en drinkt terwijl je een last draagt, kun je het wezen van Gods woorden vatten, je weg vinden en Gods wil in gedachten houden. Daarom moet je in je gebeden God vragen meer lasten op je schouders te leggen, zodat Hij je misschien nog grotere dingen toevertrouwt, jij beter een pad voorwaarts kunt vinden om te beoefenen, je effectiever wordt in het eten en drinken van Gods woorden, je het wezen van Zijn woorden kunt vatten en je beter kunt accepteren dat je door de Heilige Geest bewogen wordt.

Het eten en drinken van Gods woorden, oefening in bidden, het accepteren van Gods last, accepteren wat Hij je toevertrouwt — dat is allemaal nodig om het pad dat voor je ligt te kunnen gaan. Hoe groter de last is die je voor Gods opdracht hebt, hoe gemakkelijker het voor je zal zijn om door God vervolmaakt te worden. Sommigen zijn niet bereid samen te werken bij het dienen van God, ook niet als ze daartoe opgeroepen zijn; dit zijn luie mensen, die graag een comfortabel leven leiden. Hoe meer je gevraagd wordt samen te werken in het dienen van God, hoe meer ervaring je opdoet. Omdat je meer lasten draagt en je meer meemaakt, heb je meer kansen om vervolmaakt te worden. Daarom is het zo dat je, als je God oprecht dient, je Gods last in gedachten zult houden en je op die manier meer kansen zult hebben om door God vervolmaakt te worden. Op dit moment is er zo'n groep mensen die vervolmaakt wordt. Hoe meer de Heilige Geest je beweegt, hoe meer tijd je zult besteden aan het denken aan Gods last, hoe meer je door God vervolmaakt zult worden, hoe beter God je zal winnen en uiteindelijk word je dan iemand die door God gebruikt wordt. Op dit moment zijn er mensen die geen lasten dragen voor de kerk. Dit zijn lakse en slordige mensen, die zich alleen zorgen maken over hun eigen lichaam. Zij zijn te zelfzuchtig en ze zijn ook blind. Je zult geen last dragen als je niet in staat bent dit duidelijk te zien. Hoe meer je Gods wil in gedachten houdt, hoe zwaarder de last is die God je zal toevertrouwen. Zelfzuchtige mensen zijn niet bereid dit soort dingen te verdragen, ze zijn niet bereid de prijs te betalen, en als gevolg daarvan krijgen ze niet de kans door God vervolmaakt te worden. Betekent dat niet dat zij zichzelf iets aandoen? Als je iemand bent die de wil van God in gedachten houdt, zul je een werkelijke last voor de kerk ontwikkelen. Maar het is niet zozeer een last voor de kerk als wel een last voor je eigen leven, omdat de last die je voor de kerk ontwikkelt, inhoudt dat jij door middel van die ervaringen door God vervolmaakt wordt. Daarom is het zo dat zij die de zwaarste last dragen voor de kerk en zij die de last dragen van het binnengaan in het leven, diegenen zijn die door God vervolmaakt worden. Heb je dat duidelijk gezien? Wanneer de kerk waarvan je lid bent een chaos is en je je toch nog steeds geen zorgen maakt en niet ongerust bent wanneer de broeders en zusters Gods woorden niet op de goede manier eten en drinken en je dit steeds meer door de vingers ziet, dan draag je geen lasten. God houdt niet van zulke mensen. De mensen van wie God houdt, zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en die Zijn wil in gedachten houden. Daarom moeten jullie vanaf nu Gods last in gedachten houden. Jullie moeten niet wachten met aan Gods last te denken tot Gods rechtvaardige gezindheid aan alle mensen geopenbaard is. Zou het dan niet te laat zijn? Nu is het moment om door God vervolmaakt te worden. Als jullie deze gelegenheid door de vingers laten glippen, zul je daar voor de rest van je leven spijt van hebben, zoals Mozes het goede land van Kanaän niet kon binnengaan, dat de rest van zijn leven betreurde en vol wroeging stierf. Als Gods rechtvaardige gezindheid eenmaal aan alle volkeren geopenbaard is, zullen jullie er spijt van hebben. Zelfs als God jullie niet straft, zullen jullie jezelf straffen door je eigen wroeging. Sommige mensen worden hier niet door overtuigd. Maar als jullie het niet geloven, wacht dan maar af. Sommige mensen zullen dienen als de vervulling van deze woorden. Zijn jullie bereid je voor deze woorden op te offeren?

Als je niet uitkijkt naar kansen om door God vervolmaakt te worden, als je er niet naar streeft vervolmaakt te worden, dan zul je uiteindelijk met wroeging vervuld worden. Nu is de beste gelegenheid om vervolmaakt te worden; dit is het beste moment. Als je niet oprecht zoekt naar vervolmaking door God, is het te laat wanneer Zijn werk voltooid is; dan heb je die kans gemist. Het doet er niet toe hoe sterk je ernaar verlangt, als God niet langer werk uitvoert - ongeacht de moeite die jij ervoor doet - kun je nooit meer vervolmaakt worden. Je moet deze kans grijpen en samenwerken met het grootse werk van de Heilige Geest. Als je deze kans mist, krijg je geen andere kans meer, hoeveel moeite je er ook voor doet. Er zijn mensen die roepen: “God, ik wil Uw last in gedachten houden en ik ben bereid Uw wil te doen”. Maar omdat zij geen pad hebben om te beoefenen, zijn hun lasten niet blijvend. Als er een pad is, doe je stapje voor stapje ervaring op, op een gestructureerde en georganiseerde manier. Nadat een last is voltooid, krijg je een nieuwe. Doordat je levenservaring zich verdiept, verdiepen je lasten zich ook. Sommige mensen dragen alleen een last wanneer ze door de Heilige Geest bewogen worden, maar na een tijdje, als er geen pad van beoefening is, dragen ze geen lasten meer. Je kunt geen lasten verwerven door alleen maar Gods woorden te eten en te drinken. Door vele waarheden te begrijpen, verkrijg je inzicht, zul je problemen kunnen oplossen door gebruik te maken van de waarheid en zul je een verfijnder begrip krijgen van Gods woorden en Gods wil. Daardoor ontwikkel je lasten en zul je in staat zijn goed werk te doen wanneer je eenmaal een last draagt. Het werkt ook niet als je alleen maar een last draagt, maar geen duidelijk inzicht in de waarheid hebt. Je moet Gods woorden zelf ervaren hebben en weten hoe je ze in de praktijk moet brengen, en je moet eerst zelf de werkelijkheid binnengaan, voordat je voor anderen kunt zorgen, anderen kunt leiden en door God vervolmaakt kunt worden.

In ‘De weg … (4)’ wordt gezegd dat jullie allen kinderen van het koninkrijk zijn die door God vóór het begin van de wereld uitverkoren zijn, en niemand kan dat van jullie afnemen. En wordt ook gezegd dat God wenst dat iedereen door God gebruikt wordt en door God vervolmaakt wordt, en dat Hij van hen eist dat zij zich gedragen als Zijn volk, en dat alleen door Gods volk te worden Zijn wil gedaan kan worden. Jullie hadden op dat moment een communicatie met betrekking tot deze kwestie, een communicatie met betrekking tot het pad van binnenkomst, gebaseerd op de aan Gods volk gestelde maatstaven en daarom bestond het door de Heilige Geest verrichte werk er toen uit om iedereen uit zijn negatieve toestand te halen en naar een positieve toestand te leiden. In die periode was het de bedoeling van het werk van de Heilige Geest om iedereen van Gods woorden te laten genieten als Gods volk en ieder van jullie duidelijk te laten begrijpen dat jullie Gods volk zijn dat vóór het begin van de wereld is uitverkoren, en dat Satan dat niet teniet kan doen. Daarom baden jullie allemaal: “God! Ik ben bereid tot uw volk te behoren, omdat wij door u vóór het begin van de wereld zijn uitverkoren, omdat u ons dit geschonken hebt. Wij zijn bereid deze positie te aanvaarden en u tevreden te stellen.” Toen jullie op die manier baden, zou de Heilige Geest jullie in beweging zetten – dat was de tendens van het werk van de Heilige Geest. In deze periode is het de bedoeling dat jullie bidden en oefenen om rust te vinden bij God, zodat jullie het leven en de deelname aan de opleiding van het koninkrijk kunnen nastreven. Dat is de eerste stap. Op dit moment is het Gods werk om iedereen op het juiste spoor te laten komen, een normaal geestelijk leven en werkelijke ervaring te laten hebben, bewogen te laten worden door de Heilige Geest en, op basis hiervan, datgene wat door God is toevertrouwd te laten accepteren. Het doel van het deel gaan uitmaken van de opleiding van het koninkrijk is het mogelijk te maken dat ieder woord van jullie, iedere daad, iedere stap, iedere gedachte en ieder idee deel uitmaakt van Gods woorden, het jullie mogelijk te maken vaker door God bewogen te worden en liefde voor God en een zwaardere last voor Gods wil te ontwikkelen, opdat iedereen op weg is om door God vervolmaakt te worden en iedereen zich op het juiste spoor bevindt. Als je eenmaal op weg bent om door God vervolmaakt te worden, dan bevind je je op het juiste spoor. Wanneer je geest en je ideeën en ook je verkeerde bedoelingen gecorrigeerd kunnen worden en je in staat bent de gedachten aan het vlees achter je te laten en aan Gods wil te denken, en wanneer je in staat bent je niet in de war te laten brengen door slechte bedoelingen als die zich aandienen, maar overeenkomstig Gods wil te handelen - als je zo'n transformatie teweeg kunt brengen, dan zit je op het juiste spoor van levenservaring. Wanneer je met je manier van bidden op het juiste spoor zit, dan zal de Heilige Geest je bij het bidden in beweging zetten. Elke keer wanneer je bidt, zal de Heilige Geest je in beweging zetten; elke keer wanneer je bidt, zul je voor God rust kunnen vinden in je hart. Steeds wanneer je een passage uit de woorden van God eet en drinkt, als je het werk dat Hij nu verricht kunt begrijpen en weet hoe je moet bidden, hoe je moet samenwerken en hoe je binnen moet gaan, is dat slechts het behalen van resultaten als gevolg van het eten en drinken van Gods woorden. Wanneer je de weg om binnen te gaan in Gods woorden kunt vinden en in staat bent de hedendaagse dynamiek van Gods werk te vatten en ook de trend van het werk van de Heilige Geest in Zijn woorden, is het duidelijk dat je op het juiste spoor bent. Als je bij het eten en drinken van Gods woorden de hoofdpunten niet hebt begrepen, als je niet in staat bent een weg te vinden om te beoefenen, nadat je Gods woorden hebt gegeten en gedronken, is het duidelijk dat je nog steeds niet weet hoe je Zijn woorden moet eten en drinken en dat je de methode of het principe voor het eten en drinken van Zijn woorden niet ontdekt hebt. Als je het werk dat God nu verricht niet hebt begrepen, zul je Gods opdracht niet kunnen accepteren. Het werk dat nu door God wordt verricht, is waar mensen nu deel van moeten uitmaken en kennis van moeten hebben. Begrijpen jullie deze dingen?

Wanneer jullie eenmaal resultaten geboekt hebben door het eten en drinken van Gods woorden, en je geestelijk leven normaal is geworden, en je in staat bent Gods woorden te eten en te drinken als normaal, te bidden als normaal, je kerkelijk leven te leiden als normaal, ongeacht de beproevingen waarmee je misschien wordt geconfronteerd, de omstandigheden waarin je verzeild raakt, de ziekte van het vlees die je misschien moet verdragen, de vervreemding van broeders en zusters, of de moeilijkheden in je gezin of familie - als je zover kunt komen, dan is het duidelijk dat je op het juiste spoor zit. Sommige mensen zijn te zwak en het ontbreekt hen aan doorzettingsvermogen. Ze jammeren wanneer ze een kleine hindernis tegenkomen; ze worden zwak. Voor het najagen van de waarheid zijn doorzettingsvermogen en vastberadenheid nodig. Als je deze keer niet Gods wil kunt vervullen, moet je een afkeer van jezelf kunnen hebben om op een kalme manier in je hart vastbesloten te zijn Gods wil de volgende keer wél te vervullen. Als je deze keer Gods last niet in gedachten hebt gehad, moet je vastbesloten zijn in opstand te komen tegen het vlees wanneer je in de toekomst dezelfde hindernis tegenkomt, en besluiten Gods wil te vervullen. Op die manier word je verdienstelijk. Sommige mensen weten niet eens of hun eigen gedachten en ideeën juist zijn – dit zijn dwazen. Als je je hart wilt beteugelen en tegen het vlees in opstand wilt komen, moet je eerst weten of je bedoelingen goed zijn; pas dan kun je je hart beteugelen. Als je niet weet of je bedoelingen goed zijn, kun je dan je hart beteugelen en tegen het vlees in opstand komen? Zelfs als je in opstand komt, doe je dat op een wanordelijke manier. Je moet weten dat het in opstand komen tegen je verkeerde bedoelingen hetzelfde is als het in opstand komen tegen het vlees. Als je weet dat je bedoelingen, je gedachten en ideeën niet goed zijn, dan moet je snel omkeren en de juiste weg gaan bewandelen. Je moet hiervoor eerst een doorbraak meemaken en oefenen om in te treden in dit opzicht, omdat jij het beste weet of je bedoelingen wel of niet goed zijn. Wanneer de verkeerde bedoelingen gecorrigeerd zijn en in Gods belang zijn, dan heb je het doel van de beteugeling van je hart bereikt.

De essentie voor jullie is nu om kennis van God te hebben, kennis van Gods werk te hebben, en jullie moeten weten hoe de Heilige Geest Zijn werk aan mensen verricht; dit is de sleutel voor het bereiken van het juiste spoor. Op het juiste spoor binnengaan is gemakkelijk voor jullie als je eenmaal deze essentie hebt begrepen. Jullie geloven in God en kennen God, wat ervan getuigt dat jullie geloof in Hem echt is. Als je tot het eind blijft ervaren en toch God nog steeds niet kunt kennen, dan ben je zeker iemand die zich tegen God verzet. Zij die alleen in Jezus Christus geloven, maar niet geloven in de geïncarneerde God van vandaag, zijn allen verdoemd. Het zijn allemaal hedendaagse Farizeeërs, omdat ze de hedendaagse God niet erkennen, en ze verzetten zich allemaal tegen God. Het doet er niet toe hoe toegewijd ze in Jezus geloven, dat zal allemaal tevergeefs zijn; ze zullen Gods lof niet ontvangen. Allen die zeggen dat ze in God geloven, maar toch God in hun hart niet werkelijk kennen, zijn huichelaars.

Als je zoekt naar vervolmaking door God, moet je eerst begrijpen wat het betekent door Hem vervolmaakt te worden, welke gesteldheid je moet hebben om vervolmaakt te worden, en daarna, wanneer je deze dingen eenmaal begrijpt, moet je het pad van de beoefening zoeken. Je moet een bepaald kaliber hebben om door God vervolmaakt te worden. Velen van jullie bezitten niet het vereiste kaliber, dat van je vraagt een bepaalde prijs te betalen en een subjectieve inspanning te leveren. Hoe lager je kaliber is, hoe meer subjectieve inspanning je moet leveren. Hoe beter je de woorden van God begrijpt en in de praktijk brengt, hoe sneller je op de weg kunt komen waarop God je vervolmaakt. Door te bidden kun je onder het zeggen van gebeden vervolmaakt worden; door de woorden van God te eten en te drinken, de essentie van de woorden van God te vatten en de realiteit van Gods woorden uit te leven, kun je vervolmaakt worden. Door elke dag de woorden van God te beleven, leer je wat er aan je ontbreekt en word je je bovendien bewust van je achilleshiel en je zwakheden, en bid je tot God, waardoor je geleidelijk aan vervolmaakt wordt. De wegen naar vervolmaking zijn: bidden, de woorden van God eten en drinken, de essentie van Gods woorden vatten, de woorden van God gaan beleven, leren wat er aan je ontbreekt, het werk van God gehoorzamen, denken aan Gods last en het vlees verloochenen door je liefde voor God, en door vaak te communiceren met broeders en zusters; dat verrijkt je ervaringen. Of het nu het gemeenschapsleven of het persoonlijke leven betreft en of het om grote of kleine gemeentes gaat, ze geven je allemaal de gelegenheid ervaringen op te doen en training te krijgen zodat je hart stil kan zijn voor God en tot God terug kan keren. Dit valt allemaal onder het proces van vervolmaking. Het ervaren van de woorden van God die zijn gesproken, betekent dat je feitelijk de woorden van God kunt proeven en ze de gelegenheid geeft in je na te leven, zodat je geloof in God en je liefde voor God groter worden. Hierdoor zul je geleidelijk de verdorven satanische gezindheid van je afwerpen, oneigenlijke motiveringen geleidelijk van je afzetten en gaan leven naar het beeld van een normaal mens. Hoe groter de liefde voor God is binnenin jou – dat wil zeggen: hoe groter het deel van jou is dat door God vervolmaakt is – hoe minder je door Satan wordt aangetast. Door je praktijkervaringen zul je geleidelijk aan op de weg van de vervolmaking komen. Als je dus vervolmaakt wilt worden, is het vooral belangrijk dat je de wil van God voor ogen houdt en de woorden van God ervaart.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’

Almachtige God zegt: “De vijf wijze maagden vertegenwoordigen mijn zonen en mijn volk onder de mensen die ik geschapen heb.”

Relevante woorden van God:

In het verleden hebben sommige mensen voorspellingen gedaan over “vijf wijze maagden, vijf dwaze maagden”; hoewel de voorspelling niet accuraat is, is die niet geheel en al verkeerd, dus kan ik jullie wat uitleg geven. Vijf wijze maagden en vijf dwaze maagden vertegenwoordigen zeker niet allebei het aantal mensen, evenmin vertegenwoordigen ze respectievelijk één type mens. Vijf wijze maagden duiden het aantal mensen aan, vijf dwaze maagden vertegenwoordigen één type mens, maar geen van beide verwijzen ze naar de eerstgeboren zonen en ze vertegenwoordigen in plaats daarvan de schepping. Dit is de reden waarom ze de vraag kregen om in de laatste dagen olie te bereiden. (De schepping bezit niet mijn kwaliteit; als ze wijzen willen maken, moeten ze olie bereiden en zo moeten ze met mijn woorden uitgerust worden.) De vijf wijze maagden vertegenwoordigen mijn zonen en mijn volk onder de mensen die ik geschapen heb. Dat ik ze aanspreek met[a] “maagden” is omdat ze weliswaar op aarde zijn geboren, maar wel door mij gewonnen zijn; men kan zeggen dat ze heilig zijn geworden, dus worden ze “maagden” genoemd. De eerder genoemde “vijf” vertegenwoordigt het aantal van mijn zonen en mijn volk dat ik voorbestemd heb. “Vijf dwaze maagden” verwijst naar de dienstdoeners. Ze doen dienst aan mij zonder enig belang aan het leven te hechten, ze jagen alleen uiterlijke zaken na (omdat ze mijn kwaliteit niet hebben, is wat ze ook doen slechts iets uiterlijks) en ze zijn niet in staat om mijn capabele helpers te zijn, dus worden ze “dwaze maagden” genoemd. De eerder genoemde “vijf” vertegenwoordigt Satan en de verwijzing[b] “maagden” betekent dat ze door mij overwonnen zijn en in staat zijn om dienst te doen aan mij, maar dergelijke personen zijn niet heilig, dus worden ze dienstdoeners genoemd.

‘Hoofdstuk 116’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Vandaag is iedereen die de huidige woorden van God volgt in de stroom van de Heilige Geest en staan mensen voor wie de woorden van God van vandaag vreemd zijn, buiten de stroom van de Heilige Geest en zulke mensen worden niet door God verheerlijkt. … Het ‘volgen van het werk van de Heilige Geest’ betekent het begrijpen van Gods wil voor vandaag, het kunnen handelen in overeenstemming met de tegenwoordige eisen van God, het kunnen gehoorzamen en volgen van de God van vandaag, en het kunnen leven naar de meest recente uitspraken van God. Alleen zo iemand volgt het werk van de Heilige Geest en is in de stroom van de Heilige Geest. Zulke mensen zijn niet alleen in staat om Gods lof te ontvangen en God te zien, maar uit het nieuwste werk van God kunnen ze ook Gods gezindheid herleiden, en kennen ze de opvattingen en ongehoorzaamheid van de mens, en de natuur en het wezen van de mens. Bovendien kunnen ze in hun dienstbaarheid geleidelijk veranderingen in hun gezindheid teweegbrengen. Alleen zulke mensen kunnen God winnen en hebben echt de ware weg gevonden. Zij die geëlimineerd worden door het werk van de Heilige Geest, zijn mensen die niet in staat zijn om zich te voegen naar het nieuwste werk van God en die hiertegen in opstand komen. Dat zulke mensen openlijk tegen God in opstand komen, is omdat God een nieuw werk heeft gedaan en omdat het beeld van God niet overeenkomt met hun opvattingen. Hierdoor gaan zij openlijk tegen God in en oordelen zij over God, hetgeen ertoe leidt dat God een afkeer van hen krijgt en hen verwerpt. Het is niet eenvoudig om je de kennis van het nieuwste werk van God eigen te maken. Maar als mensen erop ingesteld zijn om gehoorzaam te zijn aan het werk van God en dat zoeken, dan hebben ze de kans om God te zien en de nieuwste leiding van de Heilige Geest te ontvangen. Zij die opzettelijk tegen het werk van God ingaan, kunnen de verlichting van de Heilige Geest en de leiding van God niet ontvangen. Dus of mensen al dan niet het nieuwste werk van God kunnen ontvangen, hangt af van Gods genade, hun streven en hun intenties.

Allen die in staat zijn om de tegenwoordige uitspraken van de Heilige Geest te gehoorzamen, zijn gezegend. Het maakt niet uit hoe zij waren of hoe de Heilige Geest in hen werkzaam was. Zij die het nieuwste werk hebben, zijn het meest gezegend en zij die het nieuwste werk niet kunnen volgen, worden geëlimineerd. God wil hen die het nieuwe licht kunnen aanvaarden en Hij wil hen die Zijn nieuwste werk kennen en aanvaarden. Waarom wordt gezegd dat jullie een ingetogen maagd moeten zijn? Een ingetogen maagd is in staat om het werk van de Heilige Geest te zoeken en de nieuwe dingen te begrijpen, en is bovendien in staat om oude opvattingen terzijde te leggen en vandaag gehoorzaam te zijn aan het werk van God.

uit ‘Ken het nieuwste werk van God en treed in het voetspoor van God’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Zij die Satan toebehoren, begrijpen de woorden van God niet en zij die God toebehoren, kunnen de stem van God horen. Allen die de woorden die ik spreek, beseffen en begrijpen, zijn degenen die worden gered en die van God getuigen. Allen die de woorden die ik spreek, niet begrijpen, kunnen niet van God getuigen en zijn degenen die geëlimineerd zullen worden.

uit ‘Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Het doel van Gods verschijning, vrij van de beperkingen van enige vorm of welk land dan ook, is dat Hij in staat zal zijn om het werk van Zijn plan te voltooien. Bijvoorbeeld, toen God in Judea vlees werd, was Zijn doel om het werk van de kruisiging te voltooien om de hele mensheid te verlossen. Toch geloofden de Joden dat het voor God onmogelijk was om dit te doen en dachten ze dat het onmogelijk was dat God vlees kon worden en de gedaante van de Heer Jezus aan kon nemen. Hun ‘onmogelijk’ werd de basis waardoor zij God veroordeelden en zich tegen Hem verzetten, en wat uiteindelijk leidde tot de vernietiging van Israël. Tegenwoordig hebben veel mensen een soortgelijke fout begaan. Ze verkondigen uit alle macht de aanstaande verschijning van God, maar veroordelen ook Zijn verschijning; hun ‘onmogelijk’ beperkt nogmaals de verschijning van God binnen de grenzen van hun verbeelding. En zo heb ik veel mensen in de lach zien schieten na het ontvangen van de woorden van God. Is dit gelach soms anders dan de veroordeling en godslastering van de Joden? Jullie zijn niet vroom in het onder ogen zien van de waarheid, en nog minder verlangen jullie naar de waarheid. Jullie studeren alleen maar blindelings en wachten nonchalant. Wat kunnen jullie bereiken met studeren en wachten op deze manier? Kunnen jullie de persoonlijke leiding van God ontvangen? Als je de uitspraken van God niet kunt herkennen, hoe ben je dan gekwalificeerd om getuige te zijn van de verschijning van God? Waar God verschijnt, daar is de uitdrukking van de waarheid, en daar is de stem van God. Alleen zij die de waarheid kunnen accepteren, kunnen de stem van God horen, en alleen zulke mensen zijn gekwalificeerd om getuige te zijn van de verschijning van God.

uit ‘De verschijning van God heeft een nieuw tijdperk gebracht’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Gedeelten uit preken en communicatie als referentie:

De ‘wijze maagden’ zijn degenen die Gods stem kunnen kennen en in staat zijn de stem van de ‘bruidegom’ te herkennen en daarom Christus kunnen aanvaarden en zich aan Hem kunnen onderwerpen, waarmee ze de wederkomst van de Heer verwelkomen en de bruiloft van het Lam bijwonen. Omdat de ‘dwaze maagden’ de stem van de ‘bruidegom’ niet kennen en Gods stem niet herkennen, verwerpen zij Christus en blijven ze naar een vage God verlangen tot ze door God worden verlaten en geëlimineerd. We kunnen zien dat het in ons geloof in God heel moeilijk is om Christus te aanvaarden zonder werkelijk geloof. Diegenen die weigeren Christus te aanvaarden, zullen het ‘bruiloftsmaal van de Beminde’ mislopen en kunnen niet door de Heer worden opgenomen in het huis in het koninkrijk van de hemel, en ze kunnen niet de plek betreden die door God is gereedgemaakt voor de mens. Dus of mensen de Christus van de laatste dagen kunnen aanvaarden en zich aan Zijn werk kunnen onderwerpen, is een doorslaggevende factor bij het bepalen of mensen slagen of falen in hun geloof in God.

uit “Waarom de religieuze wereld God altijd heeft weerstaan, hoewel men Hem diende” in Verzameling preken − voorziening voor het leven

De Heer Jezus profeteerde in de Bijbel dat er ten tijde van Zijn wederkeer twee typen mensen zouden zijn. Hij gebruikte de wijze en de dwaze maagden als gelijkenis voor alle gelovigen van het Tijdperk van Genade: Allen die de stem van God horen en in staat zijn die te aanvaarden en te gehoorzamen, zijn wijze maagden; allen die niet in staat zijn de stem van God te horen, die luisteren en toch niet geloven en nog steeds ontkennen, zijn de dwaze maagden. Kunnen de dwaze maagden worden opgenomen? Nee, dat kunnen ze niet. Dus hoe kunnen deze dwaze en wijze maagden aan het licht worden gebracht? Zij worden aan het licht gebracht door het woord van God, en door hun houding nadat ze Gods uitingen in de laatste dagen hebben gelezen – Het Woord verschijnt in het vlees. Als sommige gelovigen het hebben gelezen, zeggen ze: “Zulke diepzinnige woorden; deze woorden bevatten de waarheid.” En als ze ze nogmaals zorgvuldig hebben gelezen, zeggen ze: “Deze woorden kunnen niet van zomaar iemand afkomstig zijn; ze lijken wel van God te zijn gekomen.” Dan kijken ze nogmaals heel goed en zeggen: “Dit is de stem van God; deze woorden kunnen onmogelijk van een mens komen.” Zo iemand is gezegend, zo iemand is een wijze maagd. Wat de dwaze maagden aangaat, sommigen van hen zijn voorgangers, sommigen zijn ouderlingen, sommigen zijn predikers, en sommigen zijn gelovigen die in de war zijn en zich alleen maar willen volstoppen. Wat is hun houding nadat ze het woord van God hebben gelezen? “Hmm, deze woorden stemmen niet overeen met mijn opvattingen en voorstellingen, ik ben het er niet mee eens.” En als ze ze nog eens zorgvuldig hebben doorgelezen, zeggen ze: “Sommige van deze woorden klinken redelijk, maar dat is onmogelijk; dit kan het werk van God niet zijn.” Dus opnieuw stroken die woorden niet met hun opvattingen en voorstellingen. En uiteindelijk strookt het, naarmate ze het vaker lezen, steeds minder met hun opvattingen. Ze zeggen: “Dit is niet het woord van God; ik aanvaard dit niet. Dit is namaak, een valse Christus die mensen probeert te misleiden. Ik kan dit niet geloven.” Wat voor iemand is dat? Dat is een farizeeër, een dwaze maagd. Degenen die wijze maagden zijn en degenen die dwaze maagden zijn, worden aan het licht gebracht door het woord van God. Het is het woord van God in de laatste dagen dat hen indeelt en scheidt in de categorieën waar ze thuishoren, en dan zal God beginnen de goeden te belonen en de slechten te straffen.

uit Preken en communicatie over het binnengaan in het leven, deel 133

Wijze maagden zullen naar de stem van de Heer luisteren, vooral omdat zij degenen zijn die de waarheid liefhebben en de waarheid zoeken. Ze dorsten naar het verschijnen van God. Dit is de reden waarom ze in staat zijn de komst van de Heer te zoeken en te onderzoeken, en waarom ze de stem van de Heer kunnen onderscheiden. Omdat dwaze maagden de waarheid niet liefhebben, zoeken of onderzoeken ze de komst van de Heer niet en weten ze zich alleen halsstarrig aan de regels vast te klampen. Sommige van hen houden vol dat ze geen enkele Heer die niet op een wolk komt, zullen aanvaarden of onderzoeken. Anderen geven zich volledig over aan de manipulaties van de voorgangers en ouderlingen van de religieuze wereld. Het maakt niet uit wat de voorgangers en ouderlingen zeggen, ze zullen ernaar luisteren en het navolgen. Ze geloven in naam in de Heer, maar in werkelijkheid volgen en gehoorzamen ze deze voorgangers en ouderlingen. Ze onderzoeken niet voor zichzelf de ware weg en ze zijn niet in staat de stem van de Heer te onderscheiden. Sommigen zijn nog dwazer. Omdat er in de laatste dagen valse christussen verschijnen, zoeken of onderzoeken ze de ware Christus niet en zijn zelfs in staat Hem te ontkennen en te veroordelen. Staat dit niet gelijk aan het met een kanon op een mug schieten? Dit is ook een manifestatie van een dwaze maagd.

uit Antwoorden op vragen over het scenario

Almachtige God zegt: “Wat is het meest fundamentele principe in het zoeken naar de ware weg?”

Gods woorden ‘Alleen zij die God en Zijn werk kennen, kunnen God behagen’ (Lezing)

Almachtige God zegt: “Geloven in God en de kennis van God nastreven, zijn geen simpele kwesties. Die bereik je niet door simpelweg bijeen te komen en naar een preek te luisteren en je kunt evenmin door passie alleen vervolmaakt worden. Je moet ervaren en weten en volgens principes handelen, en je zo het werk van de Heilige Geest eigen maken. Wanneer je ervaring hebt opgedaan, ben je in staat om vele dingen te onderscheiden: je zult dan onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, tussen rechtschapenheid en goddeloosheid, tussen wat van vlees en bloed is en wat van de waarheid is. Je moet tussen al deze dingen onderscheid kunnen maken, dan zul je, ongeacht de omstandigheden, nooit verloren raken. Dat is wie je werkelijk bent. Het werk van God kennen, is geen simpele kwestie: je moet normen en een doel hebben in je streven, je moet weten hoe je de ware weg zoekt en hoe je moet nagaan of het de ware weg en het werk van God is of niet. Wat is het meest fundamentele principe in het zoeken naar de ware weg? Je moet nagaan of er sprake is van het werk van de Heilige Geest, of deze woorden wel of niet de waarheid uitdrukken, van wie er wordt getuigd en wat je eraan hebt.”

Relevante woorden van God: https://deoostelijkebliksemnl.site123.me/gods-woorden/gods-woord-het-kennen-van-de-drie-fases-van-gods-werk-is-de-weg-naar-het-kennen-van-god-deel-twee

Almachtige God zegt: “De drie werkfases zijn de volledige uitdrukking van het werk van de redding van de mensheid.”

Almachtige God zegt: “De drie werkfases vormen het hart van Gods algehele management en daarin wordt de gezindheid van God uitgedrukt en wat Hij is. Zij die de drie fases van Gods werk niet kennen, zijn niet in staat om zich te realiseren hoe God Zijn gezindheid uitdrukt, noch kennen zij de wijsheid van Gods werk en zij blijven onwetend over de vele manieren waarop Hij de mensheid redt en zij zullen Zijn wil voor de gehele mensheid niet kennen. De drie werkfases zijn de volledige uitdrukking van het werk van de redding van de mensheid. Zij die de drie werkfases niet kennen, zullen de diverse methoden en principes van het werk van de Heilige Geest niet kennen. Zij die rigide alleen vasthouden aan doctrine die is overgebleven uit één werkfase zijn mensen die God beperken tot doctrine en van wie het geloof in God vaag en onzeker is. Zulke mensen zullen Gods redding nooit ontvangen.”

Almachtige God zegt: “Als een mens zichzelf God noemt, maar het goddelijke wezen niet kan uitdrukken, het werk van God Zelf niet kan doen, of God niet kan vertegenwoordigen, dan is hij ongetwijfeld niet God, want hij heeft de essentie van God niet, en dat wat God van nature kan bereiken, bestaat in hem niet.”

Jullie moeten de visie van Gods werk leren kennen en begrijpen wat de grote lijn van Zijn werk is. Zo doe je op een positieve manier intrede. Als je eenmaal de waarheden van de visie goed meester bent geworden, is je intrede zeker gesteld; hoe Zijn werk ook verandert, jouw hart blijft standvastig, jij weet wat de visie inhoudt en jij hebt een doel voor je intrede en je streven. Op die manier zal alle ervaring en kennis in je zich verdiepen en verfijnen. Als je eenmaal het grotere geheel voor ogen hebt, zul je in je leven niets meer verliezen en je zult niet verloren raken. Als je deze stappen van het werk niet leert kennen, zul je bij elke stap verlies lijden. Je kunt niet binnen een paar dagen rechtsomkeert maken en je zult het juiste pad zelfs niet binnen een paar weken kunnen volgen. Betekent dit geen terugval voor jou? Er is veel intrede op positieve wijze en dergelijke gebruiken die je je eigen moet maken; zo moet je ook verschillende punten van de visie van Zijn werk doorgronden, zoals de betekenis van Zijn overwinningswerk, het toekomstige pad naar vervolmaakt worden, wat bereikt moet worden door het ervaren van beproevingen, de betekenis van oordeel en tuchtiging, de principes van het werk van de Heilige Geest, en de principes van vervolmaking en van overwinning. Dit zijn allemaal waarheden uit de visie. De overige zijn de drie werkstadia in het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk, alsook toekomstige getuigenis. Ook dit zijn waarheden die bij de visie horen, en ze zijn de fundamenteelste én de cruciaalste. Op dit moment is er te veel wat jullie moeten binnengaan en in praktijk brengen, en het is nu gelaagder en gedetailleerder. Als je geen kennis van deze waarheden hebt, is dat het bewijs dat je nog niet binnengegaan bent. Meestal is de kennis van de mens over de waarheid te oppervlakkig; de mens is niet in staat om bepaalde fundamentele waarheden in praktijk te brengen en weet niet hoe hij moet omgaan met zelfs de meest triviale zaken. De reden dat de mens niet in staat is de waarheid in praktijk te brengen, is dat hij geneigd is rebels te zijn, en dat zijn kennis van het werk van tegenwoordig te oppervlakkig en eenzijdig is. Het is dus geen kleine opgave voor de mens om vervolmaakt te worden. Jouw rebelsheid is te sterk en je houdt te veel aan je oude zelf vast; je bent niet in staat aan de zijde van de waarheid te staan, of zelfs maar de meest evidente waarheden in praktijk te brengen. Zulke mensen kunnen niet gered worden, het zijn de mensen die niet overwonnen zijn. Als jouw intrede geen detail of doel heeft, zal jouw groei zeer langzaam verlopen. Als jouw intrede gespeend is van alle realiteit, zal jouw streven zinloos zijn. Als je je niet bewust bent van het wezen van de waarheid, zul je niet veranderen. Groei in het leven van de mens en verandering in zijn gezindheid worden bereikt door intrede in de realiteit, sterker nog, door intrede in specifieke ervaringen. Als je veel specifieke ervaringen hebt tijdens je intrede en je veel echte kennis en intrede hebt, zal je gezindheid snel veranderen. Zelfs als je op dit moment in de praktijk nog niet erg verlicht bent, moet je tenminste verlicht zijn wat betreft de visie van het werk. Zo niet, dan kun je niet binnengaan, en intrede kan niet zonder dat je eerst kennis hebt van de waarheid. Alleen als de Heilige Geest jou verlicht door middel van je ervaringen, zul je een dieper begrip van de waarheid verkrijgen en dieper binnentreden. Je moet het werk van God leren kennen.

In het begin, na de schepping van de mensheid, waren het de Israëlieten die dienst deden als de basis van het werk, en heel Israël was de basis van Jehova’s werk op aarde. Het werk van Jehova was de mens direct te leiden en te hoeden door de wetten uit te vaardigen, zodat de mens een normaal leven kon leiden en Jehova op aarde op een normale manier kon vereren. God was Een die door de mens niet gezien of aangeraakt kon worden in het Tijdperk van de Wet. Hij leidde slechts de mensen die eerst door Satan waren verdorven en Hij was er om deze mensen te instrueren en te hoeden, en dus gingen de woorden die hij sprak alleen over regelingen, verordeningen en de algemene kennis over hoe als mens te leven, en helemaal niet over waarheden die het leven van de mens voeden. De Israëlieten onder Zijn leiding waren niet degenen die diep door Satan waren verdorven. Zijn wetswerk was slechts de allereerste fase van het reddingswerk, het allereerste begin van het reddingswerk, en het had vrijwel niets te maken met de veranderingen in de levensgezindheid van de mens. Aan het begin van het reddingswerk was het daarom voor Hem niet nodig een vleselijke vorm aan te nemen voor Zijn werk in Israël. Dit is de reden dat Hij een medium, dat wil zeggen: een werktuig, nodig had om contact te hebben met de mens. En zo ontstonden er wezens onder de schepselen die namens Jehova spraken en werkten, en dit is hoe mensenzonen en profeten onder de mensheid begonnen te werken. De mensenzonen werkten onder de mensheid namens Jehova. Op die manier door Hem geroepen worden, betekent dat zulke mensen wetten uitvaardigden namens Jehova, en ook waren ze priesters onder het volk van Israël; zulke mannen waren priesters die door Jehova werden beschut en beschermd, de Geest van Jehova werkte in hen; ze waren leiders onder het volk en dienden Jehova rechtstreeks. Anderzijds waren het de profeten die zich erop toelegden om namens Jehova tot alle mensen van alle landen en van alle stammen te spreken. Zij waren ook degenen die het werk van Jehova profeteerden. Of het nu de mensenzonen of de profeten waren, allemaal werden ze verheven door de Geest van Jehova Zelf en ze droegen het werk van Jehova in zich. Onder het volk waren zij degenen die Jehova rechtstreeks vertegenwoordigden; ze werkten alleen omdat ze door Jehova verheven waren en niet omdat ze het vlees waren waarin de Heilige Geest Zelf was geïncarneerd. En dus waren deze mensenzonen en profeten in het Tijdperk van de Wet, hoewel ze op vergelijkbare wijze namens God spraken en werkten, niet het vlees van de geïncarneerde God. Dit was exact het tegenovergestelde van het Tijdperk van Genade en de laatste fase, want het reddingswerk en het oordeel over mensen werd door de vleesgeworden God Zelf gedaan, en daarom was het niet nodig om de profeten en de mensenzonen opnieuw te verheffen om namens Hem te werken. In de ogen van de mens bestaan er geen wezenlijke verschillen tussen de inhoud en de middelen van hun werk. Daardoor verwart de mens altijd het werk van de vleesgeworden God met dat van de profeten en de mensenzonen. Het uiterlijk van de vleesgeworden God was in wezen hetzelfde als dat van de profeten en de mensenzonen. En de vleesgeworden God was zelfs nog gewoner en echter dan de profeten. Daarom is het voor de mens volkomen onmogelijk om hen van elkaar te onderscheiden. De mens focust alleen op het uiterlijk; hoewel ze beiden werken en spreken, gaat hij er helemaal aan voorbij dat er een essentieel verschil is. Omdat het onderscheidingsvermogen van de mens te slecht is, kan hij basale zaken niet nuanceren en is hij zelfs nóg minder in staat om iets dat zo complex is te onderkennen. De woorden en het werk van de profeten en van hen die door de Heilige Geest gebruikt werden, vervulden allemaal de plicht van de mens, voerden zijn functie als schepsel uit, en deden wat een mens hoort te doen. Maar de woorden en het werk van de vleesgeworden God waren bedoeld om Zijn bediening uit te dragen. Ook al was Zijn uiterlijke vorm die van een schepsel, Zijn werk was niet Zijn functie uitdragen, maar Zijn bediening. De term ‘plicht’ is van toepassing op schepselen, terwijl van ‘bediening’ wordt gesproken in verband met het vlees van de geïncarneerde God. Er bestaat een wezenlijk verschil tussen deze twee en ze zijn niet onderling verwisselbaar. Het werk van de mens bestaat slechts uit het vervullen van zijn plicht, terwijl het werk van God het beheren en uitdragen van Zijn bediening is. Dus, ook al werden er door de Heilige Geest veel apostelen gebruikt en waren veel profeten van Hem vervuld, hun werk en woorden waren alleen maar het vervullen van hun plicht als schepselen. Hoewel hun profetieën misschien hoger waren dan de weg van leven waarover de vleesgeworden God sprak, en misschien zelfs hun menselijkheid uitsteeg boven die van de vleesgeworden God, dan nog voerden ze hun plicht uit en vervulden ze niet hun bediening. De plicht van de mens verwijst naar de functie van de mens, en is voor de mens bereikbaar. Maar de bediening die door de vleesgeworden God wordt uitgevoerd, heeft te maken met Zijn management en is voor de mens onbereikbaar. Of de vleesgeworden God nu spreekt, werkt of wonderen verricht, Hij doet groot werk binnen Zijn management, en zulk werk kan niet in Zijn plaats door een mens worden gedaan. Het werk van de mens bestaat alleen uit het vervullen van zijn plicht als schepsel in enige fase van Gods managementwerk. Zonder Gods management, dat wil zeggen, als de bediening van de vleesgeworden God verloren zou gaan, zou ook de plicht van een schepsel verloren gaan. Gods werk in het uitvoeren van Zijn bediening bestaat uit het beheren van de mens, terwijl de mens die zijn plicht vervult, zijn verplichtingen nakomt om aan de eisen van de Schepper te voldoen, en dat kan op geen enkele manier opgevat worden als het uitdragen van iemands bediening. Voor de intrinsieke essentie van God, dat wil zeggen, Zijn Geest, is het werk van God Zijn management, maar voor de vleesgeworden God, die het uiterlijk van een schepsel heeft, is Zijn werk het uitdragen van Zijn bediening. Wat voor werk Hij ook doet, het is om Zijn bediening uit te dragen, en de mens kan alleen maar zijn best doen binnen het kader van Zijn management en onder Zijn leiderschap.

Als de mens zijn plicht doet, bereikt hij in werkelijkheid al datgene wat van nature in hem zit, dat wil zeggen: wat voor de mens mogelijk is. Dán is zijn plicht vervuld. De tekortkomingen van de mens tijdens zijn dienst worden gaandeweg minder door toenemende ervaring en het proces van zijn ervaring met oordeel; ze hinderen of beïnvloeden de plicht van de mens niet. Zij die ophouden te dienen of die zwichten en terugvallen uit vrees voor eventuele tekortkomingen in het dienen, zijn de allerlafsten onder de mensen. Als de mens niet kan uitdrukken wat hij geacht wordt uit te drukken tijdens de dienst of niet kan bereiken wat in essentie tot zijn mogelijkheden behoort, en in plaats daarvan aanmoddert en de dingen alleen voor de vorm doet, dan is hij de functie kwijtgeraakt die een schepsel hoort te hebben. Zo’n mens wordt gezien als een onbeduidende nul en zinloze verspilling van ruimte; hoe kan zo iemand de eer krijgen een schepsel genoemd te worden? Zijn zij niet de entiteiten van verdorvenheid die aan de buitenkant glanzen, maar van binnen rot zijn? Als een mens zichzelf God noemt, maar het goddelijke wezen niet kan uitdrukken, het werk van God Zelf niet kan doen, of God niet kan vertegenwoordigen, dan is hij ongetwijfeld niet God, want hij heeft de essentie van God niet, en dat wat God van nature kan bereiken, bestaat in hem niet. Als de mens verliest wat van nature bereikbaar is, kan hij niet langer als mens gezien worden en is hij het niet waard om als een schepsel te bestaan of voor God te verschijnen en Hem te dienen. Bovendien is hij het niet waard om de genade van God te ontvangen, of om door God behoed, beschermd en vervolmaakt te worden. Velen die het vertrouwen van God hebben verloren, verliezen vervolgens de genade van God. Ze verfoeien niet alleen hun wandaden niet, maar verkondigen onbeschaamd het idee dat de weg van God onjuist is. En die weerspannigen ontkennen zelfs het bestaan van God; hoe kan zo’n soort mens met zulke opstandigheid het voorrecht krijgen om Gods genade te genieten? Mensen die verzuimen aan hun plicht te voldoen, zijn zeer opstandig geweest tegenover God en zijn Hem veel verschuldigd, maar ze slaan om en hekelen God door te stellen dat Hij ongelijk heeft. Hoe kan zo’n soort mens het waard zijn om vervolmaakt te worden? Is dit niet de voorloper van geëlimineerd en gestraft worden? Een mens die zijn plicht jegens God niet vervult, is al schuldig aan de meest gruwelijke misdaad, waarvoor zelfs de dood geen afdoende straf is, maar toch heeft de mens de brutaliteit om met God te redetwisten en zichzelf op gelijke voet met Hem te stellen. Wat is er de waarde van zo’n soort mens te vervolmaken? Als de mens verzuimt zijn plicht te vervullen, hoort hij zich schuldig te voelen, en te voelen dat hij een schuld heeft; hij hoort zijn zwakheid, nutteloosheid, opstandigheid en verdorvenheid te verafschuwen, en bovendien hoort hij zijn leven en zijn bloed op te offeren voor God. Alleen dan is hij een schepsel dat werkelijk van God houdt, en alleen zo’n soort mens is het waard om te genieten van de zegeningen en de belofte van God, en om door Hem vervolmaakt te worden. En hoe zit het met het merendeel van jullie? Hoe behandelen jullie de God die te midden van jullie leeft? Hoe hebben jullie je plicht aan Hem vervuld? Hebben jullie alles gedaan wat van jullie gevraagd werd, zelfs als dat ten koste ging van jullie eigen leven? Wat hebben jullie opgeofferd? Hebben jullie niet veel van mij ontvangen? Kunnen jullie het onderscheid maken? Hoe loyaal zijn jullie aan mij? Hoe hebben jullie mij gediend? En hoe zit het met alles wat ik jullie heb toebedeeld en voor jullie heb gedaan? Hebben jullie het allemaal bijgehouden? Hebben jullie je van dit alles rekenschap gegeven en het beoordeeld en vergeleken met het weinige geweten dat jullie in je hebben? Wie zouden jullie woorden en daden waard kunnen zijn? Kan het zo zijn dat zo’n minuscule opoffering van jullie kant alles waard is wat ik jullie heb toebedeeld? Ik heb geen andere keuze en heb me van ganser harte aan jullie gewijd, maar toch houden jullie er boosaardige twijfel over mij op na en zijn jullie halfslachtig. Tot zover reikt jullie plicht, jullie enige functie. Zo is het toch? Weten jullie niet dat jullie helemaal niet de plicht van een schepsel hebben vervuld? Hoe kunnen jullie gezien worden als een schepsel? Weten jullie niet duidelijk wat jullie uitdrukken en naleven? Jullie hebben niet aan jullie plicht voldaan, maar jullie willen wel de genade en de overvloedige gratie van God verkrijgen. Zulke genade staat niet klaar voor zulke waardeloze, lage personen als jullie, maar voor hen die niets vragen en graag offers brengen. Zulke mensen als jullie, zulke onbeduidende nullen, zijn het niet waard van de hemelse gratie te genieten. Alleen ontbering en eindeloze straf zal jullie dagen vergezellen! Als jullie mij niet trouw kunnen zijn, zal lijden jullie lot zijn. Als jullie geen verantwoording kunnen afleggen tegenover mijn woorden en mijn werk, dan zal straf jullie deel zijn. Alle gratie, zegeningen en het prachtige leven in het koninkrijk zal aan jullie voorbijgaan. Jullie verdienen het dat het zo afloopt, het is het gevolg van jullie eigen daden! Niet alleen hebben die kortzichtige en arrogante mensen niet hun best gedaan en hun plicht niet vervuld, ze houden hun handen uitgestoken om gratie te ontvangen, alsof ze verdiend hebben waar ze om vragen. En als het niet lukt om te krijgen waar ze om vragen, dan worden ze zelfs nog ongeloviger. Hoe kunnen zulke mensen redelijk gevonden worden? Jullie zijn van laag kaliber en onverstandig, volkomen ongeschikt om de plicht te vervullen die jullie horen te vervullen tijdens het managementwerk. Jullie waarde is al enorm gedaald. Dat jullie mij niet terugbetaald hebben voor de aanzienlijke gunsten die ik jullie heb verleend, is een daad van extreme opstandigheid, ernstig genoeg om jullie te veroordelen en jullie lafheid, onbekwaamheid, verachtelijkheid en onwaardigheid aan te tonen. Hoe zouden jullie er nog voor in aanmerking komen om je handen op te houden? Jullie zijn niet in staat om ook maar een klein beetje te helpen bij mijn werk, niet in staat om jullie aan je geloof te wijden, niet in staat om getuige te zijn voor mij. Nu al zijn dit jullie wandaden en tekortkomingen, maar toch vallen jullie mij aan, vertellen onwaarheden over mij en klagen erover dat ik onrechtvaardig ben. Is dit waar jullie loyaliteit uit bestaat? Is dit waar jullie liefde uit bestaat? Welk ander werk kunnen jullie doen, behalve dit? Hoe hebben jullie bijgedragen aan het werk dat gedaan moet worden? Hoeveel hebben jullie besteed? Het is al een daad van grote genade dat ik jullie niet schuldig vind, maar toch komen jullie met schaamteloze excuses en beklagen jullie je onder elkaar over mij. Bezitten jullie eigenlijk wel een greintje menselijkheid? Hoewel de plicht van de mens bezoedeld is door het verstand van de mens en zijn opvattingen, moet je je plicht vervullen en je toewijden aan je geloof. De onzuiverheden in het werk van de mens zijn een kwestie van zijn kaliber, en als hij zijn plicht niet vervult, is het een teken van zijn opstandigheid. Er bestaat geen verband tussen de plicht van de mens en of hij gezegend of vervloekt is. Zijn plicht is wat de mens hoort te vervullen; het is zijn gezworen plicht en zou niet afhankelijk moeten zijn van vergoeding, voorwaarden of redenen. Dan pas is er sprake van zijn plicht vervullen. Een mens die gezegend is, geniet goedheid als hij na het oordeel vervolmaakt wordt. Een mens die vervloekt is, krijgt straf als zijn gezindheid onveranderd blijft nadat hij getuchtigd en geoordeeld is, dat wil zeggen dat hij niet vervolmaakt is. Als schepsel hoort de mens zijn plicht te vervullen, hij moet doen wat hij hoort te doen, en wat hij kan doen, of hij nu gezegend of vervloekt zal worden. Dit is de fundamentele voorwaarde voor de mens, als iemand die op zoek is naar God. Je moet je plicht niet vervullen alleen om gezegend te worden en je moet niet weigeren iets te doen uit angst om vervloekt te worden. Laat me jullie dit ene ding vertellen: Als de mens in staat is om zijn plicht te vervullen, betekent het dat hij doet wat hij hoort te doen. Als de mens niet in staat is om zijn plicht te vervullen, laat het zien dat de mens opstandig is. Het is altijd door het proces van zijn plicht vervullen dat de mens gaandeweg veranderd wordt, en door dit proces toont hij zijn loyaliteit. Derhalve, hoe meer je in staat bent je plicht te vervullen, des te meer waarheden je zult ontvangen, en dan zal ook jouw uitdrukking echter worden. Zij die hun plicht alleen voor de vorm vervullen en niet op zoek zijn naar de waarheid, zullen uiteindelijk geëlimineerd worden, want zulke mensen vervullen hun plicht niet bij het praktiseren van de waarheid, ze praktiseren geen waarheid bij het vervullen van hun plicht. Zulke mensen blijven onveranderd en zullen worden vervloekt. Niet alleen is hun uitdrukking onzuiver, maar wat ze uitdrukken is niets anders dan verdorvenheid.

In het Tijdperk van Genade heeft Jezus ook veel gesproken en veel werk verricht. Waarin verschilde Hij van Jesaja? Waarin verschilde Hij van Daniël? Was Hij een profeet? Waarom wordt er gezegd dat Hij Christus is? Wat zijn de verschillen tussen hen? Het waren allemaal mannen die woorden spraken, en voor de mens leken hun woorden min of meer hetzelfde. Ze spraken allemaal en verrichtten werk. De profeten van het Oude Testament verkondigden profetieën en Jezus kon dat eender doen. Waarom is dat? Het onderscheid is gebaseerd op de aard van het werk. Om dit duidelijk te zien, kun je de aard van het vlees niet in beschouwing nemen en moet je de diepte of oppervlakkigheid van iemands woorden niet in beschouwing nemen. Je moet altijd eerst zijn werk en de effecten van zijn werk op de mens in beschouwing nemen. De profetieën die destijds door de profeten werden uitgesproken voorzagen niet in het leven van de mens, en de boodschappen die ontvangen werden door mensen als Jesaja en Daniël waren slechts profetieën en niet de levensweg. Zonder de rechtstreekse openbaring van Jehova had geen van hen dat werk kunnen doen, wat onmogelijk is voor stervelingen. Ook Jezus sprak veel, maar zulke woorden waren de levensweg waardoor de mens een weg naar het praktiseren kon vinden. Dat wil zeggen: allereerst kon Hij voorzien in het leven van de mens, want Jezus is leven; ten tweede kon Hij de afwijkingen van de mens omkeren; ten derde kon Zijn werk dat van Jehova opvolgen om het tijdperk voort te zetten; ten vierde kon Hij de innerlijke behoeften van de mens bevatten en begrijpen wat de mens tekortkomt; ten vijfde kon Hij een nieuw tijdperk inluiden en het vorige afsluiten. Daarom wordt Hij God en Christus genoemd. Hij is niet alleen anders dan Jesaja, maar ook anders dan alle andere profeten. Neem Jesaja als vergelijking voor het werk van de profeten. Ten eerste kon hij niet in het leven van de mens voorzien; ten tweede kon hij geen nieuw tijdperk inluiden. Hij werkte onder het leiderschap van Jehova en niet om een nieuw tijdperk in te luiden. Ten derde, wat hij zelf sprak ging zijn eigen bevattingsvermogen te boven. Hij ontving openbaringen rechtstreeks van de Geest van God, en anderen zouden het niet begrepen hebben, zelfs als ze ernaar geluisterd hadden. Alleen al deze paar dingen zijn genoeg om te bewijzen dat zijn woorden niet meer waren dan profetieën, niet meer dan een aspect van het werk uitgevoerd namens Jehova. Hij kon echter Jehova niet helemaal vertegenwoordigen. Hij was Jehova’s dienaar, een werktuig van Jehova’s werk. Hij deed alleen werk in het Tijdperk van de Wet en binnen het bereik van Jehova’s werk; buiten het Tijdperk van de Wet deed hij geen werk. Het werk van Jezus was daarentegen anders. Hij overtrof het bereik van Jehova’s werk, Hij werkte als de vleesgeworden God en onderging kruisiging om heel de mensheid te verlossen. Dat wil zeggen, Hij deed nieuw werk, buiten het werk dat door Jehova was gedaan. Dit was het inluiden van een nieuw tijdperk. Een andere omstandigheid is dat Hij kon spreken over wat de mens niet kon bereiken. Zijn werk was werk binnen het management van God en had betrekking op heel de mensheid. Hij werkte niet in maar enkele mensen, en evenmin was het Zijn werk om een beperkt aantal mensen te leiden. Hoe God vlees werd om een mens te zijn, hoe de Geest in die tijd openbaringen gaf, en hoe de Geest neerdaalde op een mens om het werk te doen, dat zijn zaken die de mens niet kan zien of kan aanraken. Het is volstrekt onmogelijk dat deze waarheden als bewijs dienen dat Hij de vleesgeworden God is. Het onderscheid kan daarom alleen gemaakt worden bij de woorden en het werk van God die voor de mens tastbaar zijn. Alleen dit is echt. Dit is omdat kwesties van de Geest voor jou niet zichtbaar zijn en omdat die alleen door God Zelf echt gekend worden, en zelfs Gods geïncarneerde vlees weet niet alles; je kunt alleen verifiëren of Hij God is[a] uit het werk dat Hij gedaan heeft. Uit Zijn werk blijkt ten eerste dat Hij een nieuw tijdperk kan laten ingaan; en ten tweede dat Hij in het leven van de mens kan voorzien en de mens kan tonen welke weg hij moet volgen. Dit is genoeg om vast te stellen dat Hij God Zelf is. Op zijn minst kan het werk dat Hij doet de Geest van God helemaal vertegenwoordigen, en uit zulk werk blijkt dat de Geest van God in Hem is. Aangezien het werk dat uitgevoerd werd door de vleesgeworden God voornamelijk bedoeld was om een nieuw tijdperk in te luiden, nieuw werk te leiden en nieuwe omstandigheden te ontsluiten, zijn deze paar omstandigheden op zich al voldoende om vast te stellen dat Hij God Zelf is. Dit onderscheidt Hem dus van Jesaja, Daniël en de andere grote profeten. Jesaja, Daniël en de anderen kwamen allemaal uit een klasse hoogopgeleide en ontwikkelde mensen, ze waren buitengewone mensen onder leiderschap van Jehova. Het vlees van de geïncarneerde God was ook ontwikkeld en het ontbrak Hem niet aan intellect, maar Zijn menselijkheid was uiterst gewoon. Hij was een gewoon mens; je kon met het blote oog geen speciale menselijkheid aan Hem ontdekken, of iets in Zijn menselijkheid bespeuren wat anders was dan bij anderen. Hij was volstrekt niet bovennatuurlijk of uniek, en Hij had geen hogere opleiding, bezat geen kennis of theorie. Het leven waarover Hij sprak en het pad waarop hij voorging, had hij niet bereikt via theorie, kennis, levenservaring of Zijn opvoeding in het gezin. Nee, die waren het rechtstreekse werk van de Geest en van het geïncarneerde vlees. Het is omdat de mens grootse opvattingen heeft over God, en vooral omdat deze opvattingen uit te veel elementen van vaagheid en het bovennatuurlijke bestaan, dat een gewone God met menselijke zwakheid, die geen tekenen of wonderen kan bewerkstelligen, zeker niet God is in de ogen van de mens. Zijn dit niet de verkeerde opvattingen van de mens? Als het vlees van de geïncarneerde God geen normaal mens was, hoe kan van Hem dan gezegd worden dat Hij vleesgeworden was? Vleesgeworden zijn betekent een gangbaar, normaal mens zijn; als Hij een transcendent wezen was geweest, dan kon Hij niet vleselijk zijn. Om te bewijzen dat Hij vleselijk was, moest de geïncarneerde God normaal vlees hebben. Dit was gewoon om de betekenis van de incarnatie volledig te maken. Dit gold echter niet voor de profeten en mensenzonen. Zij waren begaafde mensen die door de Heilige Geest gebruikt werden; in de ogen van de mens was hun menselijkheid bijzonder hoog en ze verrichtten vele daden die normale menselijkheid overstegen. Dat is de reden dat de mens hen als God zag. Jullie allen moeten dit duidelijk begrijpen, want over deze kwestie zijn alle mensen in voorbije tijden het makkelijkst verward geraakt. Bovendien is de incarnatie het meest mysterieuze van alle dingen en de vleesgeworden God is voor de mens het allermoeilijkst te accepteren. Wat ik zeg draagt bij aan het vervullen van jullie functie en van jullie begrip van het mysterie van de incarnatie. Het heeft allemaal te maken met Gods management, met de visie. Jullie begrip hiervan zal jullie helpen bij het verkrijgen van kennis van de visie, dat wil zeggen, het managementwerk. Op deze manier zullen jullie ook veel inzicht krijgen in de plicht die verschillende soorten mensen horen uit te voeren. Hoewel deze woorden jullie niet rechtstreeks de weg wijzen, helpen ze toch enorm bij jullie intrede, want in jullie huidige levens hebben jullie een groot tekort aan visie, en dat zal een flinke hindernis vormen die jullie intrede tegenhoudt. Als jullie niet in staat zijn geweest om deze zaken te begrijpen, dan zal er geen drijfveer zijn om binnen te gaan. Hoe kan zo’n streven het jullie mogelijk maken jullie plicht naar beste kunnen te vervullen?

Voetnoot:

a. De oorspronkelijke tekst bevat niet de woorden ‘of Hij God is’.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

I BUILT MY SITE FOR FREE USING