06 Feb

Door Chengxin, Brazilië

In 2011 kreeg ik bij toeval de kans om uit China naar Brazilië te komen. Toen ik net was aangekomen, werd ik overspoeld met frisse, nieuwe ervaringen en was ik vervuld van nieuwsgierigheid, en ik had een goed gevoel over de toekomst. Maar na verloop van tijd werd dat frisse, nieuwe gevoel al snel vervangen door eenzaamheid en verdriet omdat ik in een onbekend land ver weg zat. Dagelijks ging ik helemaal alleen naar huis en at ik in mijn eentje, en dag in, dag uit staarde ik naar de muren om me heen zonder zelfs maar iemand te hebben om mee te praten. Ik voelde me heel alleen en huilde vaak in het geheim. Net toen ik me wel heel verdrietig en hulpeloos voelde, bracht de Heer Jezus me met behulp van een vriend naar een bijeenkomst. Dankzij het lezen van het woord van de Heer, het zingen van hymnen en het gezamenlijk bidden werd mijn eenzame hart getroost door de Heer. Ik leerde uit de Bijbel dat hemel en aarde en alle dingen door God zijn geschapen, en dat de mens ook een schepping van God is. Ik hoorde ook dat de Heer Jezus was gekruisigd om de mensheid te verlossen van zonde, en dat Hij de enige Verlosser van de mensheid is. Toen ik in aanwezigheid kwam van de redding door de Heer, die groter is dan al het andere, voelde ik me diep geroerd en was ik vastbesloten om de Heer de rest van mijn leven te volgen. Daarom werd ik op Dankgevingsdag gedoopt en werd ik officieel christen. Omdat ik graag zong, en vooral hymnen om God te loven, raakte ik na mijn doop actief betrokken bij het werk in de kerk door lid te worden van het koor. Dankzij Gods leiding en zegeningen leidde ik een vredig, gelukkig leven. Telkens wanneer ik naar een bijeenkomst ging of God in aanbidding loofde, voelde ik me vervuld met energie.

Maar fijne tijden blijven niet duren, en toen ik toetrad tot de rangen van de bediening in de kerk, begon ik langzamerhand in te zien dat de broeders en zusters in de kerk aan de oppervlakte wel om elkaar leken te geven en voor elkaar leken te zorgen, en ook allemaal goed met elkaar overweg leken te kunnen, maar dat in werkelijkheid alles wat ze zeiden en deden alleen maar in hun eigen belang was. Ze wilden er persoonlijk niets bij inschieten terwijl ze voor de bediening van de kerk werkten, en vaak roddelden ze achter elkaars rug over wie er meer en wie er minder deed. Zelfs de pastor was ontzettend laatdunkend. Hij behandelde mensen op basis van de omvang van hun donaties, en als hij maar even een preek gaf, noemde hij nadrukkelijk de donaties. Als hij een bijeenkomst bezocht, maakte de pastor zich nog het meest druk om de vraag of mensen al of niet donaties gaven en hoeveel ze gaven, en hij wilde niets horen over het leven van de broeders en zusters. Hij had het wel over liefde, maar ik zag hem nooit werkelijk iets ondernemen. Als een broeder of zuster problemen had, hielp de pastor hen nooit en hij ondersteunde hen ook niet. Maar wat nog veel vreselijker was, was dat hij mensen gewoon bleef bekritiseren en bleef neerkijken om die machteloze broeders en zusters die geen cent hadden. Toen ik deze situatie in de kerk zag, was ik teleurgesteld maar ook verbijsterd: hoe kon het dat de kerk zo veranderd was en op de rest van de samenleving was gaan lijken? Langzamerhand raakte ik de liefde en het geloof kwijt die ik aanvankelijk had gehad, en ik nam niet meer zo actief deel als ik op zondag naar de kerk ging. Ik wilde niet eens meer zingen. Elke week als ik naar de kerk ging, bleef ik ofwel buiten koffie staan drinken of ik deed een dutje op een kerkbank. Wanneer de preek was afgelopen, gaf ik een donatie en ging naar buiten, en ik had bij vertrek altijd een gevoel van verdriet en hulpeloosheid in mijn hart.

Op een zondag in augustus 2016 ontmoette ik in een park zuster Li Min. Ze was uit Amerika overgekomen en had in de klas gezeten met de zusters Gao Xiaoying en Liu Fang. Wij geloofden allemaal in de Heer, en op het gras gezeten raakten we in gesprek. We zaten de hele tijd te praten en toen kwamen we op het onderwerp van de situatie in de kerk, en ik vertelde alles wat ik in de kerk had gezien. Toen ik was uitgesproken, knikte zuster Li Min bedachtzaam en zei: “Vandaag de dag is het niet alleen jouw kerk die zo is geworden, de hele religieuze wereld is het werk van de Heilige Geest kwijtgeraakt en is tot duisternis en troosteloosheid vervallen. De Heer Jezus heeft eens geprofeteerd: ‘En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen’ (Matteüs 24:12). Wij zijn nu aan het eind van de laatste dagen, en de wetteloosheid in de religie grijpt om zich heen. De pastors en ouderlingen houden zich niet aan de geboden van de Heer, zij praktiseren niet de weg van de Heer, en zij denken dat het helemaal niet erg is om op die manier in zonde te leven. We weten allemaal dat het bloeien van de kerk het resultaat is dat is bereikt door het werk van de Heilige Geest. Vandaag heeft God al nieuw werk verricht, en het werk van de Heilige Geest is verlegd naar een groep mensen die Gods nieuwe werk aanvaarden en gehoorzamen. De pastors en ouderlingen in de religie gaan gelovigen niet voor in het zoeken naar en onderzoeken van Gods werk van de laatste dagen, maar in plaats daarvan verzetten ze zich tegen en veroordelen ze Gods nieuwe werk door allerlei geruchten en dwalingen te verspreiden om te voorkomen dat mensen zich tot God wenden. Ze krijgen te maken met Gods haat en afwijzing, en dus moet de hele religieuze wereld het zonder Gods zegen stellen, heeft zij het werk van de Heilige Geest volledig verspeeld en is ze door de Heer terzijde geschoven en geëlimineerd. Daardoor wordt de kerk steeds troostelozer en duisterder. Het doet denken aan de tijd toen de Heer Jezus vlees werd om Zijn werk te verrichten. Het werk van de Heer Jezus zette het Tijdperk van Genade in gang en maakte een eind aan het Tijdperk van de Wet. Omdat degenen die de Heer Jezus volgden het nieuwe werk van God aanvaardden en gehoorzaamden, verwierven zij vervolgens het werk van de Heilige Geest, terwijl de Heilige Geest niet werkte te midden van diegenen die de Heer Jezus niet aanvaardden en die in de tempel bleven. En dus werd de tempel die ooit vervuld was geweest van de glorie van God en waar gelovigen God aanbaden, een plek waar handel werd gedreven en een dievenhol. Met andere woorden, er zijn twee redenen voor de troosteloosheid van de kerk: de eerste is dat pastors en ouderlingen zich niet aan de geboden van God houden of het woord van God praktiseren, en omdat zij voortdurend zondigen en slechte dingen doen; de tweede reden is dat God een nieuw werk uitvoert, vanwege het feit dat het werk van de Heilige Geest is verlegd en mensen de voetstappen van God niet volgen. Dat neemt niet weg dat Gods wil achter de troosteloosheid van de kerk zit en dat er hier naar een waarheid gezocht moet worden. Door middel van de troosteloosheid van de kerk dwingt God iedereen die met een oprecht hart in Hem gelooft en naar de waarheid snakt, om de religie achter zich te laten zodat zij op zoek kunnen gaan naar het werk van de Heilige Geest, de voetstappen van God kunnen bijbenen, in de aanwezigheid van God kunnen komen en Gods huidige werk en redding kunnen verwerven.”

Nadat ik naar de woorden van zuster Li had geluisterd, zei ik knikkend: “Wat je zegt is waar. Het is beslist precies zoals je zegt. Ik heb dit probleem nooit kunnen begrijpen. Van oorsprong was de kerk een plek om God te aanbidden, maar er is geen verschil meer tussen de kerk en rest van de samenleving. Bovendien is er geen nieuw licht in wat de pastors prediken, en evenmin is het een genoegen om naar hen te luisteren, en mensen leven nu allemaal in duisternis. Dat blijkt te liggen aan het feit dat we Gods nieuwe werk niet hebben bijgebeend, dus wat moeten wij nu doen om Gods nieuwe werk bij te benen?” Zuster Li zei: “De Heer Jezus is allang teruggekeerd. In de laatste dagen is God vlees geworden als de Mensenzoon om de waarheid uit te spreken met gebruik van de naam van Almachtige God, en om de fase van het werk uit te voeren van het oordelen over en zuiveren van de mensheid. Wij moeten Gods werk in de laatste dagen bijbenen en het oordeel van Gods woord aanvaarden, en alleen dan zullen we in staat zijn om het werk van de Heilige Geest te verwerven.” Toen ik hoorde dat de Heer Jezus al was teruggekeerd en het werk van het oordeel aan het uitvoeren was, was ik verbijsterd. Ik dacht: is oordelen niet iemand straffen nadat hij tot zondaar is verklaard? God komt in de laatste dagen om te oordelen over diegenen die niet in God geloven, en ons, die in de Heer Jezus geloven zijn onze zonden al vergeven en wij zijn al gezegend met redding. Wij hoeven Gods oordeel niet te ontvangen, want wanneer de Heer komt, zal Hij ons rechtstreeks in het hemelse koninkrijk opnemen. Hoe zou Hij kunnen komen om over ons te oordelen? Met die gedachte in mijn achterhoofd gaf ik mijn mening, op welk moment zuster Liu Fang zei: “Broeder, ik heb me samen met zuster Gao al een week in het werk van de laatste dagen van Almachtige God verdiept. Door het lezen van het woord van Almachtige God hebben we dat herkend als de stem van God. Almachtige God is waarlijk de teruggekeerde Heer Jezus. Lees het woord van Almachtige God en je zult het begrijpen. De reden waarom de Heer Jezus is teruggekeerd om het werk van het oordeel te verrichten is dat ons, die in de Heer geloven, onze zonden vergeven zijn, maar dat we nog steeds in zonde leven waaruit wij ons niet kunnen bevrijden. Wij zijn niet in staat om ons uit de kluisters en de macht van de zonde te bevrijden, en we hebben echt God nodig om de waarheid uit te spreken om over ons te oordelen en ons te zuiveren, en om onze zondige natuur en satanische verdorven gezindheid met wortel en tak te verwijderen. Het werk van het oordeel in de laatste dagen van Almachtige God is een nieuwer en verhevener werk dat gebouwd is op het fundament van het verlossende werk van de Heer Jezus. Het zuivert en redt de mens volledig door middel van het oordeel van het woord, en het leidt mensen naar een prachtige bestemming.” Daarna communiceerden zij geduldig met mij over nog veel meer waarheden. Maar wat zij ook zeiden, ik kon eenvoudigweg niet aanvaarden dat de Heer was teruggekeerd om te oordelen over diegenen die in Hem geloofden. Terwijl ik worstelde met dit innerlijke conflict, voelde ik me ook in verwarring: de zusters Gao en Liu waren zeer vrome gelovigen, en iedereen erkende hun geloof en hun liefde voor de Heer, dus hoe konden zij geloven dat de Heer Jezus terugkeerde om over diegenen van ons te oordelen die in Hem geloofden, en dat Hij ons niet onmiddellijk zou opnemen in het koninkrijk van de hemel? Was het misschien zo dat er in deze aangelegenheid een mysterie of een waarheid zat die ik niet kende?

Terwijl ik zat te denken, haalde zuster Li Min een boek tevoorschijn en sprak me ernstig toe: “Broeder, de Heer Jezus heeft gezegd: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel’ (Matteüs 5:3). Je moet geen overhaaste conclusies trekken, goed? Laten we eerst eens kijken of het woord van Almachtige God de stem van God is, en of het kan voorzien in de behoeften die we in ons leven hebben, en of het ons kan zuiveren en redden, en dan weten we of Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is of niet. Ik vertrouw erop dat Gods schapen de stem van God zullen horen, dus laten we samen Gods woord lezen!” Ik had wat bedenkingen en gaf haar geen antwoord. De drie zusters waren een beetje bedroefd toen zij mijn houding zagen. Ineens stelde zuster Liu voor: “Laten we eerst bidden, en dan het woord van God lezen.” Daarop begonnen de drie zusters te bidden, en ik had geen andere keus dan hen te volgen. Maar terwijl ik aan het bidden was, kon ik mijn hart niet tot zwijgen brengen. Ook al kon ik niet horen waarover de zusters baden, ik werd wel geroerd door de manier waarop zij zich gedroegen. Hun houding tegenover God was heel oprecht, en zij streefden in alles naar Gods wil. Ze hoopten dat ik Gods werk van de laatste dagen zou onderzoeken en die hoop kwam ook voort uit Gods liefde. Nadat we hadden gebeden, gaf zuster Li me een boek en zei ernstig tegen me: “De meeste vragen in dit boek, ‘Honderd vragen en antwoorden over het onderzoeken van de ware weg’, worden gesteld door mensen van alle gezindten. Er zijn daarmee samenhangende passages uit het woord van God gekozen om elke vraag te beantwoorden. Ga je gang en kijk maar eens even.” Ik wilde het boek niet aannemen, maar ik zag hoe oprecht ze had gesproken en keek opnieuw naar zuster Gao en zuster Liu en zag hoe erg zij hoopten dat ik dit zou onderzoeken en nastreven. Ik bedacht hoe cruciaal het was om de komst van de Heer te verwelkomen en dat ik er niet achteloos mee om mocht gaan. Daarop nam ik het boek aan en zei: “Goed dan, ik ben bereid dit boek te aanvaarden. Laten we het er vandaag niet meer over hebben. Ik zal eerst het boek lezen en daarna praten we er verder over.”

Nadat ik naar huis was teruggegaan, legde ik het boek opzij – mijn geest was in grote verwarring. Ik dacht na over wat zuster Li Min had verteld en het kwam me allemaal helder en transparant voor. Alles wat ze had gezegd was waar, maar wat ik niet kon begrijpen was waarom de Heer bij Zijn terugkeer het werk van het oordeel zou uitvoeren. Ik dacht er zorgvuldig over na, maar begreep het nog steeds niet. Wat betreft de wederkomst van de Heer echter, kon ik, nu ik erover had gehoord, daarover niet zomaar blindelings mijn eigen beslissingen nemen en mijn bestemming maar gewoon afwachten. Het leek me een goed idee om het boek eens te bekijken en enig inzicht te verwerven. Daarom spendeerde ik zes dagen met het van kaft tot kaft lezen van het boek. Ik zag dat Almachtige God vele, vele waarheden en mysteries had geopenbaard waar ik nog nooit van had gehoord, en ik werd heel erg bemoedigd door daarover te lezen. Toen ik de woorden van Almachtige God las, kreeg ik bovendien het gevoel dat er veel dingen op dezelfde toon in gezegd werden als die van de Heer Jezus. De woorden droegen gezag en kracht in zich, alsof God Zelf sprak. Dus toen ik het boek uit had, wilde ik beter begrijpen wat het door Almachtige God verrichte werk van het oordeel precies inhield, en ik besloot zuster Gao op te zoeken om haar ernaar te vragen.

De dag daarna ging ik naar het huis van zuster Gao, waar ik toevallig een paar van haar vrienden ontmoette. Zij hadden allemaal het werk aanvaard van Almachtige God van de laatste dagen en hielden een bijeenkomst om met elkaar te communiceren. We begroetten elkaar, en zuster Li Min kwam meteen ter zake en vroeg me: “Wat voor opvattingen houd jij er nog op na? Welk aspect van Gods werk van de laatste dagen wil je begrijpen? We kunnen samen communiceren.” Ik zei: “Jij had het erover dat de kerk in de laatste dagen troosteloos is geworden omdat het werk van de Heilige Geest verder is getrokken. Dat kan ik accepteren, maar de zonden van ons, die in de Heer geloven, zijn al vergeven, en de Heer beschouwt ons niet als zondaars. Waarom wil God dan nog steeds het werk van het oordeel uitvoeren? Zullen wij niet in staat zijn om in het hemelse koninkrijk te worden opgenomen, als God deze fase van het werk niet uitvoert? Wanneer God over een persoon oordeelt, wordt die persoon dan niet veroordeeld? Moeten we allemaal worden gestraft? Hoe kunnen we dan worden opgenomen in het hemelse koninkrijk?” Zuster Li Min zei: “Wat de opvattingen van de meeste mensen aangaat, zijn de mensen over wie de teruggekeerde Heer oordeelt niet-gelovigen die niet in God geloven. Zij geloven dat als God over iemand oordeelt, die persoon veroordeeld en gestraft wordt. Zij geloven dat de zonden van degenen die in de Heer geloven zijn vergeven, en dat wanneer de Heer komt, Hij hen rechtstreeks in het hemelse koninkrijk zal opnemen en beslist niet over hen zal oordelen. Dus zij weigeren Gods werk van het oordeel in de laatste dagen te aanvaarden. Door dat te doen begrijpen zij Gods wil volkomen verkeerd en laten ze zien dat ze Gods werk niet kennen. In feite wordt het werk van Almachtige God in de laatste dagen – het werk van het uitdrukken van de waarheid en het oordelen over en zuiveren van de mens – nu juist uitgevoerd om gelovigen in het hemelse koninkrijk te kunnen opnemen. We weten allemaal dat in de Bijbel staat: ‘Het oordeel begint bij het huis van God’ (1 Petrus 4:17). Deze profetie stelt duidelijk dat Gods werk van het oordeel in de laatste dagen in de eerste plaats begint in het huis van God. Dat wil zeggen dat het begint met mensen die met een oprecht hart in God geloven en Gods werk in de laatste dagen aanvaarden. Dus wij denken dat je, als je in God gelooft, Gods oordeel niet hoeft te aanvaarden, maar dat is een verkeerd idee. In de laatste dagen gebruikt God Zijn woorden om over al diegenen te oordelen die voor Zijn troon verschijnen, Hij zuivert en redt deze mensen en maakt een groep mensen tot overwinnaars voordat de rampen komen. Nadien, wanneer de grote rampen komen, zal Hij de goeden belonen en de slechten straffen. Dat is de manier waarop Gods werk van het oordeel in de laatste dagen in zijn werk gaat. Niemand is in staat te ontsnappen aan Gods werk van het oordeel in de laatste dagen, maar voor diegenen die Gods oordeel aanvaarden en gehoorzamen is het zuivering, redding en vervolmaking. Wat diegenen aangaat die Gods werk van het oordeel in de laatste dagen weigeren en zich ertegen verzetten, die kunnen zich wel verbergen voor het oordeel van Gods woord, maar ze kunnen uiteindelijk nog steeds niet ontsnappen aan het oordeel van de grote rampen. Dit is een feit! De reden waarom God in de laatste dagen over ons wil oordelen wordt heel duidelijk uitgelegd in het woord van Almachtige God. Laat ons samen een passage uit Gods woorden lezen. Almachtige God zegt: ‘Je weet alleen dat Jezus zal nederdalen tijdens de laatste dagen, maar hoe precies zal Hij nederdalen? Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven’ (‘Over titels en identiteit’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Wij begrijpen uit het woord van God dat ons, doordat wij in de Heer Jezus geloven, alleen onze zonden worden vergeven. Dat betekent niet dat we niet zondigen, en evenmin dat we zonder zonden zijn. In werkelijkheid leven we allemaal in de vicieuze cirkel van zondigen en biechten, en we hebben nog steeds God nodig om Zijn woord uit te spreken om over ons te oordelen en ons te zuiveren. Pas als wij gezuiverd zijn, zijn wij gekwalificeerd om te worden opgenomen in het hemelse koninkrijk. Het is vastgelegd in de Bijbel: ‘Wees heilig, want ik ben heilig’ (Leviticus 11:44). ‘Want zonder heiliging zal niemand de Heer zien’ (Hebreeën 12:14). God is heilig. Besmeurde en verdorven mensen mogen Gods gezicht niet zien en zijn niet geschikt om Gods koninkrijk te betreden. Door het werk van de verlossing dat is verricht door de Heer Jezus zijn ons alleen onze zonden vergeven, maar het heeft ons niet ontdaan van onze verdorven gezindheid en zondige natuur. Daarom zijn onze satanische, verdorven gezindheden er nog steeds, zoals de gezindheid van arrogantie en zelfingenomenheid, achterbaksheid en sluwheid, zelfzucht en verachtelijkheid, slechtheid en hebzucht, afkeer van de waarheid en plezier beleven aan onrechtvaardigheid. Deze verdorven gezindheden zijn nu precies de oorzaak die ons ertoe verleidt te zondigen en ons tegen God te verzetten. Als die niet worden weggenomen, zullen we vaak zondigen, met elkaar wedijveren om roem en gewin, ons overgeven aan jaloers geruzie, liegen en bedriegen, onszelf in de hoogte steken, getuigen voor onszelf, en meer. Met name wanneer Gods werk niet overeenkomt met onze opvattingen, verlaten we ons nog steeds op onze opvattingen en voorstellingen om over God te oordelen, om God te ontkennen en te veroordelen en ons te verzetten tegen Gods werk. Hoe kan dat soort mensen, die zich tegen God verzetten, in het hemelse koninkrijk worden opgenomen? God drukt de waarheid uit en doet al het oordeelswerk in de laatste dagen, en het doel dat Hij daarmee beoogt is om ons te zuiveren van onze satanische verdorven gezindheden en onze droom in vervulling te doen gaan om te worden opgenomen in het hemelse koninkrijk. Wanneer wij Gods oordeel aanvaarden, ons losmaken van onze verdorven gezindheden en gezuiverd en getransformeerd worden, zijn we gekwalificeerd om Gods belofte te erven en door God het koninkrijk te worden binnen geleid.”

Nadat ik had geluisterd naar de communicatie van de zuster en naar het woord van Almachtige God, dacht ik: wanneer je in de Heer gelooft, worden je zonden vergeven, maar dat betekent nog niet dat je geen zonden meer begaat. Dit is werkelijk waar! Als je naar de mensen in de kerk kijkt, vanaf de pastors en ouderlingen tot en met de gewone leden, mijzelf meegerekend, leeft iedereen in een toestand waardoor wij overdag zondigen en ’s avonds onze zonden belijden, en zijn wij niet in staat om aan de ketenen en de dwang van de zonde te ontsnappen. Het heeft er veel van dat mensen beslist niet in staat zullen zijn om het gezicht van de Heer te zien zonder eerst te worden geoordeeld en gezuiverd door het woord van God. Wanneer je het zo formuleert, is het absoluut noodzakelijk dat God komt om het werk van het oordeel en de zuivering van de mens uit te voeren! Ooit geloofde ik dat als je maar in de Heer Jezus geloofde, er niet over je hoefde te worden geoordeeld. Ik dacht dat de Heer over diegenen zou komen oordelen die niet in Hem geloofden. Nu begrijp ik dat die opvatting totaal niet in overeenstemming is met Gods wil, en dat het een misvatting is. Net op dat ogenblik speelde zuster Gao een video voor me af met zang en dans van De Kerk van Almachtige God, die ‘De vreugde in het land Kanaän’ heette: “Terugkerend naar Gods huis, voel ik opwinding en vreugde. Ik heb het geluk om eindelijk praktische God te zien. Zijn woorden begeleiden mensen het Tijdperk van het Koninkrijk in. Zijn woord toont me de weg, en ik begrijp het pad dat ik als persoon moet nemen. […] Ik ben niet langer zoekend, mijn droom van het koninkrijk des hemels is eindelijk uitgekomen. Ik ben bewaterd door God met het levende water des levens. Oog in oog staan met God is genot, genot zonder gelijke” (‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’). Het hele lied was opgewekt en stimulerend, en het was ongelooflijk inspirerend. Ik zag dat de gezichten van alle broeders en zusters op de video overliepen van blijdschap, en we konden het niet laten om de hymne mee te gaan zingen. We begonnen mee te dansen op de muziek en ons hart raakte vervuld van vreugde. Ik zag dat de broeders en zusters die over de voorziening beschikten van Gods woord gezegend en vol vreugde waren. Ze hadden wel het oordeel en de tuchtiging van God ondergaan, maar toch hadden ze totaal geen zorgen, en waren ze juist bevrijd, onbelemmerd, vreugdevol en gelukkig. Ik dacht eraan hoe mijn eigen geloof en mijn enthousiasme voor religie vrijwel geheel waren verdwenen, en dat het enige wat ik zag, de troosteloosheid en het duister van de kerk was. De broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God waren juist vervuld van het werk van de Heilige Geest. Er straalde licht van hun communicaties over de waarheid, zij loofden God krachtig en getuigden met groot enthousiasme en energie voor God. Vergeleken bij mij leken ze in een totaal andere wereld te leven. Op dat moment voelde ik me een op drift geraakt kind dat naar huis was teruggekeerd en genoot van de warmte van zijn moeders omhelzing. Ik dacht: hier is echt waarheid te vinden. Ik moet goed luisteren naar wat de broeders en zusters vertellen over de waarheid van Gods werk van het oordeel in de laatste dagen, zodat ik niet de kans misloop om de komst van de Heer te verwelkomen en in het hemelse koninkrijk te worden opgenomen.

Hierna las zuster Li ons twee passages voor uit het woord van God: “Waardoor is Gods vervolmaking van de mens bereikt? Door Zijn rechtvaardige gezindheid. Gods gezindheid bestaat in de eerste plaats uit rechtvaardigheid, toorn, majesteit, oordeel en vloek en Zijn vervolmaking van de mens komt voornamelijk door oordeel. Sommige mensen begrijpen het niet en vragen waarom het is dat God alleen in staat is om de mens volmaakt te maken door oordeel en vloek. Ze zeggen: ‘Als God er was om de mens te vervloeken, zou de mens dan niet sterven? Als God de mens zou oordelen, zou de mens dan niet veroordeeld worden? Hoe kan hij dan nog steeds volmaakt worden gemaakt?’ Dat zijn de woorden van mensen die het werk van God niet kennen. Wat God vervloekt is de ongehoorzaamheid van de mens en wat Hij oordeelt zijn de zonden van de mens. Hoewel Hij hard en zonder enige gevoeligheid spreekt, openbaart Hij alles wat zich in de mens bevindt en door deze strenge woorden openbaart Hij dat wat wezenlijk is in de mens, maar door een dergelijk oordeel geeft Hij de mens een diepgaande kennis van het wezenlijke van het vlees en aldus onderwerpt de mens zich aan gehoorzaamheid aan God. Het vlees van de mens is zondig en van Satan, het is ongehoorzaam en het onderwerp van Gods tuchtiging en dus, om de mens zichzelf te laten kennen, moeten de woorden van Gods oordeel hem overkomen en moet er elke vorm van loutering worden toegepast; alleen dan kan Gods werk effectief zijn” (‘Alleen door pijnlijke beproevingen te ervaren, kun je de liefelijkheid van God kennen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). “Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben” (‘Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’).

Zuster Li communiceerde alsdus met ons: “Nadat wij door Satan verdorven waren, leefden we allemaal onder het domein van Satan en werden we ontaarde types die zich tegen God verzetten. Volgens Gods rechtvaardige en heilige essentie waren wij allemaal het doelwit van Gods vervloeking en vernietiging, maar het is niet Gods wil om de mensheid te vernietigen, maar juist om de mensheid te redden. Dus om mensen volledig te redden uit het domein van Satan drukt God Zijn woorden uit en verricht Hij het werk van het oordeel en zuiveren van de mens in de laatste dagen. Het werk van het oordeel is in feite God die Zijn woord gebruikt om de opstandige en zich tegen God verzettende woorden, daden, aard en essentie van mensen te openbaren, zodat mensen hun verdorven essentie en de waarheid van hun verdorvenheid leren kennen, Gods gezindheid van rechtvaardigheid en heiligheid gaan erkennen en om zelfhaat te bereiken. Dan kunnen mensen waarlijk berouw hebben en transformeren, dan kunnen ze zich bevrijden van hun verdorven, satanische gezindheden en door God worden verworven. Op deze manier zullen mensen volledige verlossing bereiken. Alleen via het oordeel en de tuchtiging van het woord van God zijn wij in staat te zien dat wij vervuld zijn van verdorvenheid, dat wij te allen tijde en overal zulke verdorvenheden aan de dag leggen als zelfzucht, arrogantie, bedrieglijkheid en hebzucht en dat we vervuld zijn van opvattingen en voorstellingen, extravagante verlangens en onredelijke eisen tegenover God, en dat we geen geweten of rationaliteit, trouw of gehoorzaamheid hebben. Hoe meer wij Gods oordeel aanvaarden, hoe duidelijker wij zullen inzien hoe ernstig verdorven wij zijn en dat we inderdaad geen menselijkheid hebben. Dan beginnen wij van onszelf te walgen en gaan wij onszelf in ons hart haten. Hoe meer wij Gods oordeel aanvaarden, hoe meer wij Gods heiligheid en rechtvaardigheid zullen zien en hoe meer ons hart God vereert. Dan zijn wij bereid onze vleselijke verlangens op te geven en te leven in overeenstemming met Gods woord. Vervolgens voltrekt zich een transformatie in ons standpunt tegenover zaken en in onze verdorven gezindten en beginnen wij op een manier te leven waardoor we wel iets weghebben van een oprecht mens. Dan beginnen we werkelijk te beseffen dat Gods oordeel en tuchtiging Gods grote liefde en redding voor ons zijn. Zonder Gods oordeel en tuchtiging zouden wij allemaal het doelwit zijn van vernietiging.”

De zuster eindigde haar communicatie hier, en ik voelde me diep geroerd door wat ze had gezegd en zag hoe groot en waarachtig Gods liefde is. Hij is de God die van de mensheid houdt! Ik was degene die Gods goede bedoeling om mensen te redden verkeerd had begrepen. Ik had gedacht dat God over mensen oordeelde om hen te veroordelen en te straffen, en had nooit bedacht dat dit een nog waarachtiger liefde kon zijn dat God Zijn woord uitspreekt en over de mens oordeelt in de laatste dagen, of dat het een nog grotere verlossing voor ons was! Dank zij Almachtige God! Door het lezen van het woord van Almachtige God en dankzij de communicaties van de zusters, verwierf ik enig inzicht in Gods werk van het oordeel, en mijn misvattingen over God werden verjaagd. Ik kwam tot de stellige overtuiging dat Almachtige God niemand anders is dan de teruggekeerde Heer Jezus en ik begon me bereid te voelen om Gods werk van het oordeel te aanvaarden. Ik was volledig opgerezen uit de mist van de verwarring, en mijn gezicht straalde met een vreugdevolle glimlach. Opgewekt zei zuster Li: “Dank zij God dat Hij jou heeft geleid. Dit alles is het resultaat van Gods woord. Hieruit kunnen we afleiden dat zolang wij de waarheid najagen en aanvaarden en naar Gods woord luisteren, al voordat we de waarheid begrijpen, ook al kunnen er opvattingen over God en Gods werk bovenkomen, wij toch de waarheid zullen begrijpen en kennis zullen hebben van Gods werk en onze opvattingen en verbeeldingen toch zullen worden weggeblazen als wolken rook. Dan zullen wij Gods wil begrijpen en God niet langer verkeerd begrijpen.” Ik knikte blij en dankte God dat Hij mij had gered.

Nadat ik Gods werk in de laatste dagen had aanvaard, installeerde ik een messaging-app op mijn telefoon zodat zuster Gao en de anderen vaak evangelie-films, muziekvideo’s en hymnen van De Kerk van Almachtige God met me konden delen. Toen ik de evangelie-film van De Kerk van Almachtige God zag met de titel ‘Van de troon vloeit het water des levens’, maakte die diepe indruk op me. De troosteloze situatie van de kerk in de film leek precies op de situatie in onze eigen kerk, en de film liet volmaakt helder de diepste oorzaak van deze troosteloosheid zien. Omdat Gods werk was verlegd en God niet meer binnen de religieuze kerk werkte, leden de mensen die weigerden het werk van de laatste dagen van Almachtige God te aanvaarden honger. Diegenen die wel het woord van Almachtige God aanvaardden verwierven Gods voorziening van het levenswater en waren niet meer dorstig, en zij leefden een gezegend leven met God. Toen ik de film ‘Wachten’ bekeek, kon ik het niet laten te zuchten. De oude pastor in de film had zijn hele leven in de Heer geloofd en dacht dat zijn harde werken lofwaardig was. Hij wachtte slechts tot de Heer kwam om hem in de hemel op te nemen. Maar hij hield koppig vast aan de overtuiging dat wanneer de Heer kwam, Hij zou neerdalen op een wolk en hem als eerste de openbaring zou geven. Vanwege deze koppigheid verzette hij zich ertegen om Gods werk van de laatste dagen te aanvaarden, dus bleef hij uiteindelijk achter met zijn blik strak op de hemel gericht in afwachting van een wolk, en hij stierf vervuld van spijt. Deze bittere les bezorgde de kijker werkelijk stof tot nadenken! Tegelijkertijd was ik verheugd in mijn hart en dankte ik Almachtige God omdat Hij mij, een opstandige zoon die er alleen op uit was zegeningen van Hem te krijgen maar ervoor terugschrok om Zijn oordeel en zuivering te aanvaarden, had gered, en omdat Hij mij voor Zijn troon had geleid om Zijn redding in de laatste dagen te verwerven.

Nu leid ik een kerkelijk leven in De Kerk van Almachtige God, en door het werkelijk ervaren van het oordeel en de tuchtiging van het woord van God ben ik langzaamaan begonnen waar te nemen hoe reëel en praktisch het voor God is om het werk van het oordeel uit te voeren. Toen God de verraderlijke natuur van de mens ontleedde, weigerde ik de werkelijke situatie zoals geopenbaard in Gods woorden te erkennen, omdat ik zelf immers nooit loog. Toen ik een praktische situatie tegenkwam die God voor mij op touw had gezet, gooide ik er ongewild leugens uit om mijn eigen belangen te beschermen en mijn ijdelheid veilig te stellen. Bovendien voelde ik verraderlijkheid en misleiding in mijn hart en had ik ook vele geheimen waarvan ik niet wilde dat ze bekend werden. Dat maakte dat ik inzag dat alles wat door het woord van God wordt geopenbaard de waarheid en de werkelijke situatie is, en dat het de natuur en de essentie van de mens is. Toen was ik pas werkelijk overtuigd van Gods woord, en ik voelde een dringende behoefte om de waarheid te zoeken en mijn eigen misleidende natuur te transformeren. Na deze ervaring begon ik te beseffen dat ik nooit mijn eigen verraderlijke natuur zou hebben gekend en nooit in staat zou zijn geweest om de waarheid te praktiseren om mijn eigen verraderlijke gezindheid te veranderen, als Gods praktische oordeel en tuchtiging er niet waren geweest. Gods oordeel en tuchtiging reinigden en redden mij werkelijk, en zij zijn een ander soort liefde. Ik wil dit speciale soort liefde echt koesteren en het oordeel en de tuchtiging van God aanvaarden, en ik wil zo snel mogelijk veranderen in een nieuw persoon zodat ik God tevreden kan stemmen.

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.
I BUILT MY SITE FOR FREE USING