Almachtige God zegt: “Hoe moet je God kennen binnen je geloof in God? Je moet God leren kennen op basis van de huidige woorden en het werk van God, zonder afwijkingen of dwalingen.”

Om getuigenis af te leggen van God en de grote rode draak te beschamen, heb je een principe en een voorwaarde nodig: in je hart moet je van God houden en je door Gods woorden laten opnemen. Als je de woorden van God niet in je opneemt, kun je Satan op geen enkele manier beschamen. Door te groeien in je leven verwerp je de grote rode draak en verneder je hem en alleen dan is de grote rode draak daadwerkelijk beschaamd. Hoe meer je bereid bent om de woorden van God in praktijk te brengen, hoe groter het bewijs van je liefde voor God en je afkeer van de grote rode draak. Hoe meer je de woorden van God gehoorzaamt, hoe groter het bewijs dat je naar de waarheid verlangt. Mensen die niet naar de woorden van God verlangen, zijn mensen zonder leven. Zulke mensen staan buiten de woorden van God en horen bij een religie. Mensen die echt in God geloven hebben een diepere kennis van Gods woorden doordat zij de woorden van God eten en drinken. Als je niet verlangt naar de woorden van God, kun je de woorden van God niet echt eten en drinken en als je de woorden van God niet kent, heb je geen middel om van God te getuigen of om God tevreden te stellen.

Hoe moet je God kennen binnen je geloof in God? Je moet God leren kennen op basis van de huidige woorden en het werk van God, zonder afwijkingen of dwalingen. En bovenal moet je het werk van God kennen. Dit is de basis voor het kennen van God. Al die verschillende dwalingen waarbij een pure acceptatie van Gods woorden afwezig is, zijn religieuze opvattingen. Zij zijn acceptaties die afwijkend en verkeerd zijn. De grootste vaardigheid van religieuze figuren is om Gods woorden die in het verleden geaccepteerd werden, te vergelijken met Gods huidige woorden. Als je tijdens het dienen van de huidige God vasthoudt aan zaken die in het verleden door de Heilige Geest zijn verlicht, zal jouw dienstdoen voor een onderbreking zorgen en zal jouw beoefening gedateerd en niet meer dan religieuze ceremonie zijn. Als je gelooft dat zij die God dienen van buiten nederig en geduldig moeten zijn … en als je dit soort kennis in het hier en nu in praktijk brengt, dan is dat soort kennis een religieuze opvatting en is deze beoefening een hypocriete uitvoering geworden. ‘Religieuze opvattingen’ verwijzen naar zaken die gedateerd en achterhaald zijn (inclusief het accepteren van woorden die eerder door God zijn uitgesproken en licht dat direct door de Heilige Geest is geopenbaard). Als deze zaken in het hier en nu in praktijk worden gebracht, dan vormen zij de onderbreking van Gods werk en hebben zij geen enkel nut voor de mens. Als de mens niet in staat is om interne zaken die tot religieuze opvattingen behoren te zuiveren, dan zullen deze opvattingen een grote belemmering vormen wanneer de mens God dient. Mensen met religieuze opvattingen zijn niet in staat om de stappen van het werk van de Heilige Geest bij te houden, zij lopen één stap achter en vervolgens twee. Deze religieuze opvattingen zorgen er namelijk voor dat de mens zelfingenomen en arrogant wordt. God voelt geen nostalgie voor wat Hij in het verleden heeft gesproken en gedaan. Als het achterhaald is, zal Hij het verwijderen. Je bent toch zeker wel in staat om je opvattingen los te laten? Als je je vastklampt aan de woorden die God in het verleden heeft gesproken, laat dat dan zien dat je het werk van God kent? Als je niet in staat bent om het huidige licht van de Heilige Geest te accepteren en in plaats daarvan je vastklampt aan het licht uit het verleden, laat dat dan zien dat je in de voetsporen van God treedt? Ben je nog steeds niet in staat om religieuze opvattingen los te laten? Als dat het geval is, dan word je iemand die zich tegen God verzet.

Als de mens religieuze opvattingen los kan laten dan zal hij niet zijn verstand gebruiken om de huidige woorden en het werk van God te meten en zal hij in plaats daarvan direct gehoorzamen. Al is het hedendaagse werk van God duidelijk anders dan in het verleden kun je toch de vroegere ideeën loslaten en het hedendaagse werk van God rechtstreeks gehoorzamen. Als je tot zulke kennis in staat bent, dat je voorrang geeft aan het huidige werk van God, ongeacht hoe Hij in het verleden heeft gewerkt, dan ben jij iemand die zijn opvattingen heeft losgelaten, iemand die God gehoorzaamt en iemand die in staat is om het werk en de woorden van God te gehoorzamen en in de voetsporen van God te treden. Op die manier zal je iemand zijn die God daadwerkelijk gehoorzaamt. Je analyseert of bestudeert het werk van God niet. Het is alsof God Zijn eerdere werk is vergeten en jij bent het ook vergeten. Het heden is het heden en het verleden is het verleden en aangezien God in het hier en nu datgene wat Hij in het verleden deed aan de kant heeft geschoven, moet jij er niet aan vasthouden. Alleen dan zal je iemand zijn die God volledig gehoorzaamt en die zijn religieuze opvattingen heeft losgelaten.

Omdat er altijd nieuwe ontwikkelingen zijn in Gods werk, is er nieuw werk en is er ook werk dat achterhaald en oud is. Dit oude en nieuwe werk spreekt elkaar niet tegen, maar vult elkaar aan. Elke stap gaat verder waar de vorige gebleven is. Omdat er nieuw werk is, moeten de oude dingen natuurlijk verwijderd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld oude gebruiken en gebruikelijke uitspraken van de mens die samen met de vele jaren ervaring en onderwijs van de mens, in de gedachten van de mens vorm hebben gegeven aan allerlei opvattingen. Wat nog meer bijdraagt aan het vormen van opvattingen door de mens, is dat God Zijn ware gezicht en Zijn gezindheid ten opzichte van de mens nog volledig moet openbaren, dit samen met het feit dat traditionele theorieën uit de oudheid jarenlang verspreid zijn. Het mag gezegd dat gedurende het geloof van de mens in God, de invloed van verschillende opvattingen heeft geleid tot de continue vorming en evolutie van een menselijke kennis waarbij de mens allerlei soorten opvattingen over God heeft gevormd – met als resultaat dat veel religieuze mensen die God dienen Zijn vijanden zijn geworden. En zo zijn ze, naarmate hun opvattingen sterker werden, zich meer gaan verzetten tegen God en meer Zijn vijand geworden. Het werk van God is altijd nieuw en nooit oud en het is nooit een doctrine, in plaats daarvan is het in meer of mindere mate continu onderhevig aan verandering en vernieuwing. Dit werk is de uiting van de inherente gezindheid van God Zelf. Het is ook het inherente principe van Gods werk en een van de manieren waarop God Zijn management vervult. Als God niet op deze manier zou werken, zou de mens niet veranderen of in staat zijn om God te kennen en zou Satan niet worden verslagen. Daarom komen er in Zijn werk continu veranderingen voor die willekeurig lijken, maar in feite regelmatig terugkeren. De manier waarop de mens in God gelooft is echter heel anders: hij houdt vast aan oude, bekende doctrines en systemen en hoe ouder ze zijn hoe aangenamer hij ze vindt. Hoe kan het onwetende verstand van de mens, een verstand dat zo onbuigzaam is als steen, zo veel ondoorgrondelijk nieuw werk en nieuwe woorden van God accepteren? De mens verafschuwt de God die altijd nieuw is en nooit oud. Hij houdt alleen van de ouderwetse oude God die wit haar heeft en onbeweeglijk is. Doordat God en de mens beide hun eigen voorkeur hebben, is de mens zo de vijand van God geworden. Veel van deze tegenstellingen bestaan nu nog, op het moment dat God gedurende bijna zesduizend jaar nieuw werk heeft verricht. Daar is geen oplossing voor. Misschien komt het door de koppigheid van de mens of de onaantastbaarheid van Gods bestuurlijke decreten voor de mens – maar de geestelijken houden nog steeds vast aan stoffige oude boeken en documenten, terwijl God doorgaat met Zijn onvoltooide managementwerk alsof Hij niemand aan Zijn zijde heeft. Hoewel deze tegenstellingen vijanden maken van God en de mens en ze zelfs onverzoenbaar zijn, schenkt God er geen aandacht aan, alsof ze er wel zijn en er tegelijkertijd niet zijn. De mens houdt zich echter aan zijn geloof en opvattingen en laat ze nooit los. Maar er is één ding dat duidelijk is: zelfs al wijkt de mens niet af van zijn standpunt, Gods voeten zijn altijd in beweging en Hij verandert altijd Zijn standpunt in overeenstemming met de omgeving en uiteindelijk zal het de mens zijn die wordt verslagen zonder slag of stoot. God is ondertussen de grootste vijand van al Zijn vijanden die zijn verslagen en is ook de overwinnaar op allen onder de mensheid die zijn verslagen en zij die nog verslagen moeten worden. Wie kan er met God strijden en zegevieren? De opvattingen van de mens lijken afkomstig te zijn van God omdat veel van deze opvattingen werden gevormd in het kielzog van Gods werk. Toch zal God de mens daarom niet vergeven, noch zal Hij de mens prijzen voor het steeds opnieuw produceren van producten ‘voor God’ die buiten het werk van God vallen. In plaats daarvan walgt Hij ontzettend van de opvattingen van de mens en de oude, vrome ideeën en negeert Hij zelfs de datum waarop deze opvattingen voor het eerst naar boven kwamen. Hij accepteert absoluut niet dat deze opvattingen veroorzaakt zijn door Zijn werk, want de opvattingen van de mens worden door de mens verspreid. Ze ontstaan in de gedachten en de geest van de mens en ze komen niet van God, maar van Satan. Het is altijd Gods intentie geweest dat Zijn werk nieuw en levend is, niet oud en dood, en datgene waar Hij de mens zich stevig aan laat vasthouden, varieert met de tijd en de periode en is niet eeuwigdurend en onveranderlijk. Dat komt doordat Hij een God is die ervoor zorgt dat de mens leeft en nieuw is, in plaats van een duivel die ervoor zorgt dat de mens doodgaat en oud is. Begrijpen jullie dit nog steeds niet? Jullie hebben opvattingen over God en zijn niet in staat om ze los te laten omdat jullie bekrompen zijn. Het komt niet doordat Gods werk onbegrijpelijk is of doordat Gods werk niet in overeenstemming is met de wensen van mensen – noch komt het doordat God altijd nalatig is in Zijn taken. Het feit dat jullie die opvattingen niet los kunnen laten, komt doordat jullie niet voldoende gehoorzaam zijn en in niets lijken op een schepsel van God, het komt niet doordat God de dingen moeilijk maakt voor jullie. Dit alles is door jullie veroorzaakt en heeft niets te maken met God. Al het lijden en ongeluk zijn veroorzaakt door de mens. Gods intenties zijn altijd goed: Hij wil er niet voor zorgen dat je opvattingen vormt, maar Hij wil dat je verandert en vernieuwt bij het voorbijgaan van de tijd. Jullie vergelijken appels met peren en zijn altijd bezig met nauwkeurig onderzoek of analyse. God maakt het niet moeilijk voor jullie, maar jullie hebben geen eerbied voor God en jullie ongehoorzaamheid is te groot. Een klein wezen durft een triviaal deel te nemen van dat wat eerder door God werd gegeven en verandert het om God ermee aan te vallen – is dat geen ongehoorzaamheid van de mens? Het mag gezegd worden dat de mens volledig ongekwalificeerd is om zijn ideeën voor God te uiten, en nog minder is hij gekwalificeerd om willekeurig waardeloze, stinkende, bedorven stelregels te bedenken – om nog maar te zwijgen over die stoffige opvattingen. Zijn die niet nog waardelozer?

Iemand die God daadwerkelijk dient, is iemand naar het hart van God en geschikt om door God te worden gebruikt en dat is iemand die in staat is om zijn religieuze opvattingen los te laten. Als je wilt dat het eten en drinken van Gods woorden zinvol is, moet je je religieuze opvattingen loslaten. Als je God wilt dienen, is het nog belangrijker om religieuze opvattingen eerst los te laten en de woorden van God in alles wat je doet te gehoorzamen. Dit is wat iemand die God dient, hoort te doen. Als je deze kennis niet hebt, zal je op het moment dat je gaat dienen voor onderbrekingen en verstoringen zorgen en als je aan je opvattingen vast blijft houden, zal je onvermijdelijk neergeslagen worden door God en nooit meer overeind komen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het heden. Veel van het huidige werk en de huidige uitspraken zijn onverenigbaar met de Bijbel en met het eerdere werk van God en als je niet wenst te gehoorzamen, kun je op ieder moment vallen. Als je wilt dienen in overeenstemming met de wil van God, moet je eerst de religieuze opvattingen loslaten en je eigen visies rechtzetten. Veel van wat er gezegd wordt in de toekomst zal onverenigbaar zijn met wat er gezegd werd in het verleden en als je nu niet de wil hebt om te gehoorzamen, zal je niet in staat zijn om het pad dat voor je ligt te bewandelen. Als één van Gods werkmethodes wortel heeft geschoten binnenin jou en je laat het nooit los, dan zal deze methode jouw religieuze opvatting worden. Als dat wat God is binnen in je wortel heeft geschoten, heb je de waarheid verworven en als de woorden en waarheid van God je leven kunnen worden, zal je niet langer opvattingen over God hebben. Zij die ware kennis van God hebben zullen geen opvattingen hebben en zullen zich niet bij een doctrine neerleggen.

Maak jezelf wakker door je de volgende vragen te stellen:

1. Zit de kennis binnenin je het dienen van God in de weg?

2. Hoeveel religieuze handelingen doe je op een dag? Als je alleen een schijnvroomheid laat zien, betekent dat dan dat je leven gegroeid en volwassen is?

3. Ben je in staat om je religieuze opvattingen los te laten wanneer je de woorden van God eet en drinkt?

4. Ben je in staat om je religieuze ceremonie los te laten wanneer je bidt?

5. Ben je iemand die geschikt is om door God gebruikt te worden?

6. Hoeveel van je kennis van God bestaat uit religieuze opvattingen?

uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’


U mag de apps van De Kerk van Almachtige God downloaden.

Meer informatie:   Wil je weten hoe je een normale relatie met God kunt onderhouden? Lees Gods woorden om de weg te vinden.



Almachtige God zegt: “Ik zal de goddelozen straffen en de goeden belonen. Ik zal mijn rechtvaardigheid ten uitvoer brengen en ik zal mijn oordeel uitvoeren. ”

1. Almachtige God is de almachtige, alles bereikende en volledig ware God! Niet alleen draagt Hij de zeven sterren, draagt Hij de zeven Geesten, heeft Hij zeven ogen, opent Hij de zeven zegels en opent Hij de boekrol, maar belangrijker nog is dat Hij de zeven plagen en de zeven offerschalen toedient en de zeven bliksemschichten opent; lang geleden blies Hij op de zeven bazuinen! Alles wat door Hem is geschapen en volledig gemaakt, zou Hem moeten prijzen en loven en Zijn troon moeten verheerlijken. O, Almachtige God! U bent alles, u hebt alles bereikt, en met u is alles volledig, alles stralend, alles vrijgemaakt, alles vrij, alles sterk en machtig! Niets is verborgen of bedekt, met u worden alle mysteries onthuld. Bovendien oordeelt u over de massa’s van uw vijanden, u toont uw majesteit, toont uw verterende vuur, toont uw toorn, en wat nog meer is, u toont uw weergaloze, eeuwigdurende, totaal oneindige glorie! Alle volkeren zouden moeten ontwaken en zonder reserve juichen en zingen, daarmee de lof bezingend van de almachtige, de alom ware, alom levende, overvloedige, glorieuze en ware God Die van eeuwigheid tot eeuwigheid is.

uit ‘Hoofdstuk 34’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

2. Ik zal de goddelozen straffen en de goeden belonen. Ik zal mijn rechtvaardigheid ten uitvoer brengen en ik zal mijn oordeel uitvoeren. Ik zal mijn woorden gebruiken om alles te volbrengen, ja, alles en iedereen mijn hand laten voelen die tuchtigt. Ik zal alle mensen mijn volle glorie laten zien, mijn volle wijsheid, mijn grote mildheid. Niemand zal durven opstaan om een oordeel te vellen, omdat alles met mij is voltooid. Iedereen zal hierbij mijn eer volledig erkennen en allen zullen mijn overwinning volledig ervaren, als alles met mij tot manifestatie komt.

uit ‘Hoofdstuk 120’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

3. Allen die ik liefheb zullen zeker het eeuwige leven hebben, en allen die tegen mij zijn zullen zeker voor eeuwig door mij worden getuchtigd. Ik ben een na-ijverige God, ik spaar de mensen niet gemakkelijk na alles wat zij gedaan hebben. Ik zal over de hele wereld waken, in het oosten van de wereld verschijnen in rechtvaardigheid, majesteit, toorn en tuchtiging, en mij dan aan de talrijke mensenscharen openbaren!

uit ‘Hoofdstuk 26’ van Gods woorden aan het hele universum in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

4. Het werk van de laatste dagen is onder allen een scheiding aan te brengen naar gelang hun soort, om het managementplan van God af te ronden, want de tijd is nabij en de dag van God is gekomen. God brengt iedereen die Zijn koninkrijk is binnengegaan, dat wil zeggen, iedereen die Hem tot het einde toe trouw is gebleven, het tijdperk van God Zelf binnen. Nochtans, voordat het tijdperk van God Zelf is aangebroken, is het werk dat God zal doen niet het observeren van de daden van de mens of het informeren naar het leven van de mens, maar het oordelen van zijn opstandigheid, want God zal al diegenen die voor Zijn troon komen zuiveren. Al diegenen die God in Zijn voetstappen gevolgd zijn tot aan deze dag zijn degenen die voor de troon van God gekomen zijn, en om die reden wordt ieder afzonderlijk individu dat Gods werk in de laatste fase accepteert, het onderwerp van Gods zuivering. Met andere woorden, iedereen die Gods werk in de laatste fase accepteert is het onderwerp van Gods oordeel.

Het ‘oordeel’ in de eerder uitgesproken woorden – het oordeel zal beginnen in het huis van God – verwijst naar het oordeel dat God vandaag velt over degenen die voor Zijn troon komen in de laatste dagen. Misschien zijn mensen die geloven in bovennatuurlijke verbeeldingen zoals, dat wanneer de laatste dagen aangebroken zijn, God een grote tafel in de hemelen zal opstellen waar een wit tafelkleed op wordt uitgelegd, waarna Hij, gezeten op een grote troon met alle mensen geknield op de grond, de zonden van ieder mens zal openbaren en daarbij zal bepalen of zij naar de hemel mogen opstijgen of naar beneden gestuurd worden naar de poel van vuur en zwavel. Hoe de mens zich dit ook voorstelt, de essentie van Gods werk kan niet worden veranderd. De verbeeldingen van de mens zijn niets anders dan de hersenspinsels van de mens en zijn afkomstig uit de hersenpan van de mens, een samenraapsel van allerlei dingen die de mens heeft gezien en gehoord. Daarom zeg ik, hoe schitterend de verbeeldingen die hij heeft gekregen ook mogen zijn, ze zijn niets meer dan een tekening en kunnen niet in de plaats komen van het plan van Gods werk. De mens is tenslotte verdorven door Satan, dus hoe kan hij dan de gedachten van God doorgronden? De mens vat het werk van oordeel van God op als iets dat enorm op de verbeelding werkt. Hij gelooft dat, aangezien het God Zelf is die het werk van oordeel doet, het op een ontzagwekkende schaal moet zijn en onbegrijpelijk voor stervelingen, en het door de hemelen moet weerklinken en de aarde doen wankelen; hoe zou het anders het werk van het oordeel van God kunnen zijn? Hij gelooft dat, aangezien dit het werk van oordeel is, God dan bijzonder imposant en majestueus moet zijn tijdens Zijn werk, en degenen die geoordeeld worden moeten tranen met tuiten huilen en op hun knieën om genade smeken. Zo’n soort tafereel moet een groot spektakel zijn en ten zeerste opwindend … Iedereen stelt zich Gods werk van oordeel voor als bovennatuurlijk geweldig. Weet je echter dat God het werk van oordeel onder de mensheid lang geleden begonnen is en dat allemaal terwijl jij in vredige vergetelheid genesteld lag? Dat tegen de tijd dat jij denkt dat het werk van oordeel van God officieel begint, het al tijd is voor God om de hemel en de aarde nieuw te maken? Op dat moment zul jij misschien pas de betekenis van het leven begrepen hebben, maar het genadeloze werk van Gods straf zal jou, terwijl je nog diep in slaap bent, in de hel doen belanden. Pas dan zul je plotseling beseffen dat Gods werk van oordeel al afgerond is.

uit ‘Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees

5. Als God deze keer vlees wordt is het Zijn werk om Zijn gezindheid uit te drukken, in de eerste plaats door tuchtiging en oordeel. Met dit als basis brengt Hij meer waarheid tot de mens, laat Hij meer manieren zien om dingen in de praktijk te brengen, en zo bereikt Hij Zijn doel om de mens te overwinnen en te redden van zijn verdorven gezindheid. Dit is de achtergrond van het werk van God in het Tijdperk van het Koninkrijk.

uit ‘Voorwoord’ tot ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

6. In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden […]. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God te vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God.

uit ‘Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

7. Sommigen geloven dat God ooit op aarde komt en aan de mens verschijnt en dat Hij dan persoonlijk over de hele mensheid oordeelt door de mensen één voor één op de proef te stellen, zonder iemand over te slaan. Zij die zo denken kennen dit stadium van het werk van de incarnatie niet. God oordeelt de mensen niet één voor één en stelt ze niet één voor één op de proef. Dat zou niet het oordeelswerk zijn. Is de verdorvenheid niet hetzelfde voor de hele mensheid? Is het wezen van de mens niet voor ieder gelijk? Wat geoordeeld wordt is het verdorven wezen van de mensheid, het wezen van de mens dat door Satan is verdorven en alle zonden van de mens. God oordeelt niet over de onbeduidende en triviale fouten van de mens. Het oordeelswerk is representatief en wordt niet uitgevoerd voor een zeker persoon in het bijzonder. Het is eerder werk waarin een groep mensen geoordeeld wordt om het oordeel van de hele mensheid te vertegenwoordigen. Door Zijn werk persoonlijk op een groep mensen uit te voeren, laat God in het vlees Zijn werk het werk voor de hele mensheid vertegenwoordigen, waarna het zich geleidelijk kan verspreiden. Het oordeelswerk is eveneens zo. God oordeelt niet een bepaald soort mensen of een bepaalde groep mensen, maar Hij oordeelt over de zondigheid van de hele mensheid – het verzet van de mens tegen God bijvoorbeeld, het gebrek aan eerbied voor God, of de verstoring van Gods werk, enzovoort. Waarover geoordeeld wordt is de essentie van het verzet van de mensheid tegen God, en dit werk is het overwinningswerk van de laatste dagen. Het werk en woord van de vleesgeworden God waarvan de mens getuige is, zijn het oordeelswerk voor de grote, witte troon van de laatste dagen, die de mens zich in voorbije tijden voorstelde. Het werk dat de vleesgeworden God nu uitvoert is nu juist het oordeel voor de grote, witte troon. De vleesgeworden God van nu is de God die over de hele mensheid in de laatste dagen oordeelt. Dit vlees, en Zijn werk, woord en Zijn hele gezindheid vormen het geheel van Zijn zijn. Al is de reikwijdte van Zijn werk beperkt en niet meteen op het hele universum van toepassing, toch is het rechtstreekse oordeel van de hele mensheid de essentie van het oordeelswerk. Dit werk wordt niet alleen voor China ondernomen, of voor een klein aantal mensen. Hoewel tijdens het werk van God in het vlees dit werk niet het hele universum beslaat, vertegenwoordigt het wel het werk voor het hele universum. En als Hij klaar is met het werk binnen het bereik van Zijn vlees, zal Hij Zijn werk onmiddellijk uitbreiden tot het hele universum zoals ook het evangelie van Jezus over het hele universum is verspreid na Zijn wederopstanding en hemelvaart. Of het nu het werk van de Geest of het werk van het vlees is, het is werk met een beperkte reikwijdte, maar het vertegenwoordigt het werk voor het hele universum. Tijdens de laatste dagen verschijnt God en gebruikt Hij Zijn vleesgeworden identiteit om Zijn werk uit te voeren, en het is God in het vlees die over de mens oordeelt die voor de grote, witte troon staat. Of Hij nu de Geest of het vlees is, Hij die het oordeelswerk verricht is de God die over de mensheid in de laatste dagen oordeelt. Deze definitie is op basis van Zijn werk vastgesteld, niet op basis van Zijn uiterlijke verschijningsvorm of andere factoren. Ook al heeft de mens opvattingen bij deze woorden, niemand kan het feit van het oordeel en de overwinning door de vleesgeworden God ontkennen. Ongeacht wat de mens ervan denkt, feiten zijn uiteindelijk feiten. Niemand kan beweren dat “het werk door God is gedaan, maar het vlees God niet is”. Dit is onzin, want dit werk kan alleen door God in het vlees worden gedaan.

uit ‘De verdorven mensheid heeft bovenal redding door de vleesgeworden God nodig’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

8. Niemand is geschikter en meer bevoegd dan God in het vlees voor het werk om over de verdorvenheid van het vlees van de mens te oordelen. Als het oordeel rechtstreeks door de Geest van God zou worden uitgevoerd, zou dit niet allesomvattend zijn. Bovendien zou dat werk moeilijk te accepteren zijn voor de mens omdat de Geest niet persoonlijk voor de mens kan verschijnen. Hierdoor zou het effect niet direct zijn, en de mens zou al helemaal niet in staat zijn de niet te beledigen gezindheid van God duidelijk te aanschouwen. Satan kan slechts geheel verslagen worden als God in het vlees de verdorvenheid van de mensheid oordeelt. Hoewel Hij hetzelfde is als een mens met een normale menselijkheid, kan God in het vlees toch rechtstreeks over de onrechtvaardigheid van de mens oordelen. Dit is het teken van Zijn natuurlijke heiligheid, en van Zijn buitengewoonheid. Alleen God is bevoegd en in de positie om over de mens te oordelen, want Hij bezit de waarheid en de rechtvaardigheid en dus is Hij in staat over de mens te oordelen. Degenen zonder de waarheid en rechtvaardigheid zijn niet geschikt om over anderen te oordelen.

uit ‘De verdorven mensheid heeft bovenal redding door de vleesgeworden God nodig’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

9. Door dit oordeel hebben jullie kunnen zien dat God de rechtvaardige God is, dat God de heilige God is. Het is vanwege Zijn heiligheid en rechtvaardigheid dat Hij over jullie heeft geoordeeld en Zijn toorn op jullie heeft gericht. Omdat Hij Zijn rechtvaardige gezindheid kan openbaren wanneer Hij de opstandigheid van de mensheid ziet, en omdat Hij Zijn heiligheid kan openbaren als Hij de vuiligheid van de mensheid ziet, is dit voldoende om aan te tonen dat Hij God Zelf is, die heilig en smetteloos is, maar die ook in een land van vuiligheid leeft.

uit ‘Hoe de effecten worden bereikt van de tweede stap van het werk van de overwinning’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

10. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. Al het werk dat op deze dag wordt gedaan, is dusdanig dat de mens gezuiverd en veranderd kan worden. Door het oordeel en de tuchtiging door het woord en door de loutering kan de mens zijn verdorvenheid uitdelgen en rein worden gemaakt. Beter nog dan deze werkfase als een fase van redding te beschouwen, zou het treffender zijn om te zeggen dat deze het werk is van zuivering. Waarachtig, deze fase is een fase van overwinning, en ook de tweede fase in het reddingswerk. Het is door het oordeel en de tuchtiging van het woord dat de mens kan worden gewonnen door God en het is door het gebruik van het woord om te louteren, te oordelen en te onthullen, zodat alle onzuiverheden, opvattingen, motieven en persoonlijke aspiraties in het hart van de mens volledig bekend worden.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

11. God verricht het werk van oordeel en tuchtiging zodat de mens kennis van Hem kan verkrijgen, en omwille van Zijn getuigenis. Zonder Zijn oordeel over de verdorven gezindheid van de mens, zou de mens Zijn rechtvaardige gezindheid die geen belediging duldt, onmogelijk kunnen kennen en zijn oude kennis van God niet in een nieuwe kunnen veranderen. Omwille van Zijn getuigenis, en omwille van Zijn management, maakt Hij Zijn totaliteit openbaar, en door Zijn publieke verschijning stelt Hij de mens in staat kennis van God te bereiken, veranderd te worden in zijn gezindheid, en een klinkend getuigenis van God af te leggen. De verandering van de gezindheid van de mens wordt bereikt door verschillende soorten van Gods werk; zonder zulke veranderingen in zijn gezindheid zou de mens niet in staat zijn om een getuigenis van God af te leggen en zou hij niet iemand naar Gods hart kunnen zijn. Veranderingen in de menselijke gezindheid betekenen dat de mens zich heeft bevrijd van de slavernij van Satan en van de invloed van duisternis en werkelijk een model en voorbeeld van Gods werk is geworden, een getuige van God en iemand naar Gods hart. Tegenwoordig is de vleesgeworden God gekomen om Zijn werk op aarde te verrichten, en Hij eist dat de mensen kennis over Hem verwerven, gehoorzaamheid aan Hem tonen, een getuigenis van Hem afleggen – Zijn praktische en normale werk kennen, al Zijn woorden en werk gehoorzamen die niet overeenstemmen met de opvattingen van de mens, en getuigen van al het werk dat Hij doet om de mens te redden, en alle daden die Hij verricht om de mens te overwinnen. Degenen die getuigen van God, moeten kennis van God hebben; alleen dit soort getuigenis is accuraat en echt, en alleen dit soort getuigenis kan Satan beschaamd doen staan. God gebruikt degenen die Hem hebben leren kennen door Zijn oordeel en tuchtiging, aanpak en snoei te ondergaan, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij gebruikt degenen die verdorven zijn door Satan om een getuigenis van Hem af te leggen, en zo ook gebruikt Hij degenen wiens gezindheid is veranderd en die aldus Zijn zegeningen hebben verkregen, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij heeft de mens niet nodig om Hem met zijn mond te prijzen, noch heeft Hij de lof en de getuigenis nodig van het soort van Satan, mensen die niet door Hem gered zijn. Alleen degenen die God kennen, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen, en alleen degenen die veranderd zijn in hun gezindheid, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen. God zal niet toestaan dat de mens opzettelijk schande brengt over Zijn naam.

uit ‘Alleen zij die God kennen, kunnen een getuigenis van God afleggen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

12. De functie van mijn oordeel is om de mens beter in staat te stellen mij te gehoorzamen en de functie van mijn tuchtiging is om de mens effectiever te laten veranderen. Hoewel wat ik doe in het belang van mijn management is, heb ik nooit iets gedaan wat zonder voordeel voor de mens was. Dat is omdat ik alle naties buiten Israël net zo gehoorzaam wil maken als de Israëlieten en om ze tot echte mensen te maken, zodat ik voet aan de grond zal krijgen in de landen buiten Israël. Dit is mijn management; het is het werk dat ik volbreng onder de heidense naties.

uit ‘Het werk van het verspreiden van het evangelie is ook het werk van de redding van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

13. Diegenen die de waarheid gehoorzamen en zich aan het werk van God onderwerpen zullen worden geschaard onder de naam van de tweede vleesgeworden God – de Almachtige. Zij zullen de persoonlijke leiding van God kunnen aanvaarden, en meer en hogere waarheid verkrijgen en een waarlijk menselijk leven ontvangen. Hij zal het visioen aanschouwen die de mensen uit vroeger tijden nooit te zien kregen: “Ik draaide me om, om te zien welke stem er tegen mij sprak. Toen zag ik zeven gouden lampenstandaards, en in het midden van die zeven lampenstandaards iemand die leek op de Mensenzoon, gekleed in een gewaad tot op de voeten en met een gouden gordel om de borst. Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s. In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon” (Openbaring 1:12-16). Deze visie is de uitdrukking van Gods hele gezindheid. Zo’n uitdrukking van Zijn hele gezindheid is tevens de uitdrukking van het werk van God wanneer Hij deze keer vlees wordt. In de stortvloed van tuchtiging en oordeel drukt de Mensenzoon Zijn inherente gezindheid uit door het spreken van woorden en laat Hij allen die Zijn tuchtiging en oordeel aanvaarden het ware gezicht van de Mensenzoon zien, een gezicht dat een getrouwe afbeelding is van het gezicht van de Mensenzoon dat door Johannes werd gezien. (Natuurlijk is dit allemaal onzichtbaar voor hen die het werk van God in het Tijdperk van het Koninkrijk niet aanvaarden.) Het ware gezicht van God kan niet volledig in menselijke woorden worden uitgedrukt. Daarom gebruikt God de uitdrukking van Zijn inherente gezindheid om Zijn ware gezicht aan de mens te tonen. Dit betekent dat wie de inherente gezindheid van de Mensenzoon heeft ervaren het ware gezicht van de Mensenzoon heeft gezien, want God is te groot en kan niet volledig in menselijke woorden worden uitgedrukt.

uit ‘Voorwoord’ tot ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

14. God is stil en is nog nooit aan ons verschenen, maar Zijn werk is nooit gestopt. Hij kijkt naar alle landen en beveelt alle dingen, en aanschouwt alle woorden en daden van de mens. Zijn management wordt in stappen en volgens Zijn plan uitgevoerd. Het gaat voorts in stilte, zonder dramatisch effect, maar toch komen Zijn voetstappen steeds dichter bij de mensheid en de stoel waarin Hij rechtspreekt wordt bliksemsnel in het heelal klaargezet, waarna onmiddellijk Zijn troon onder ons neerdaalt. Wat een majesteitelijk schouwspel is dat, wat een statig en plechtig tafereel. Als een duif en als een brullende leeuw arriveert de Geest onder ons allen. Hij is wijs, Hij is rechtvaardig en majesteitelijk, Hij komt geruisloos onder ons, en heeft autoriteit en is vervuld van liefde en mededogen. Niemand is op de hoogte van Zijn komst, niemand verwelkomt Zijn komst en bovendien weet niemand wat Hij allemaal zal doen. Het leven van de mens blijft onveranderd; zijn hart is niet anders en de dagen gaan voorbij zoals gewoonlijk. God leeft onder ons als een gewoon persoon, als een meest onbelangrijke volgeling en een gewone gelovige. Hij heeft Zijn eigen bezigheden, Zijn eigen doelen, en bovendien heeft Hij de goddelijkheid die gewone mensen niet hebben. Niemand heeft het bestaan van Zijn goddelijkheid opgemerkt en niemand heeft het verschil tussen Zijn substantie en dat van de mens waargenomen. We leven samen met Hem, onbeperkt en onbevreesd, want we zien Hem als niets meer dan een onbelangrijke gelovige. Hij let op alles wat we doen en al onze gedachten en ideeën worden voor Hem blootgelegd.

……

Zijn woorden dragen levenskracht en laten ons het pad zien dat we moeten lopen en laten ons begrijpen wat de waarheid is. We beginnen aangetrokken te worden tot Zijn woorden, we beginnen ons te concentreren op de toon en manier van Zijn spreken, en beginnen onbewust een interesse in de stem van het hart van deze onopvallende persoon te krijgen. Hij doet nauwgezette pogingen voor ons, verliest de slaap en eetlust voor ons, weent voor ons, zucht voor ons, kermt in ziekte voor ons, lijdt vernedering omwille van onze bestemming en redding, en Zijn hart bloedt en huilt tranen voor onze ongevoeligheid en opstandigheid. Wat Hij heeft en is gaat een gewoon persoon te boven, en kan door geen van de verdorvenen worden bezeten of bereikt. Hij heeft tolerantie en geduld dat geen gewoon persoon heeft, en geen enkel schepsel bezit Zijn liefde. Niemand anders dan Hij kan al onze gedachten kennen, of onze aard en substantie snappen, of de opstandigheid en verdorvenheid van de mensheid beoordelen, of tot ons spreken en zo onder ons werken in naam van de God des hemels. Niemand behalve Hij kan het gezag, de wijsheid en de waardigheid van God bezitten; de gezindheid van God en wat Hij heeft en is, worden in hun geheel van Hem uit uitgegeven. Niemand anders dan Hij kan ons de weg wijzen en ons licht brengen. Niemand anders dan Hij kan de mysteries onthullen die God niet heeft geopenbaard vanaf de schepping tot nu toe. Niemand anders dan Hij kan ons redden van Satans slavernij en onze verdorven gezindheid. Hij vertegenwoordigt God, en drukt de stem van het hart van God uit, de vermaningen van God, en de woorden van oordeel van God voor de hele mensheid. Hij is een nieuw tijdvak begonnen, een nieuw tijdperk, en heeft een nieuwe hemel en aarde gebracht, nieuw werk, en Hij heeft ons hoop gebracht, en een einde gemaakt aan het leven dat we leidden in onduidelijkheid, en heeft ons toegestaan om het pad van redding ten volle te aanschouwen. Hij heeft ons hele wezen overwonnen en ons hart gewonnen.

uit ‘Het aanschouwen van de verschijning van God in Zijn oordeel en tuchtiging’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

15. In de laatste dagen worden alle dingen ingedeeld naar soort door middel van verovering. Veroveren is het werk van de laatste dagen – met andere woorden, de beoordeling van iemands zonden is het werk van de laatste dagen. Want hoe kunnen mensen anders worden ingedeeld? Het classificerend werk dat onder jullie plaatsvindt is het begin van een dergelijk werk in het hele universum. Hierna zullen mensen van alle nationaliteiten aan het veroveringswerk worden onderworpen. Dat betekent dat ieder mens in de schepping zal worden ingedeeld naar soort, en zal komen vóór de rechterstoel om geoordeeld te worden. Geen enkel mens en geen enkel ding kan ontsnappen aan deze tuchtiging en dit oordeel, en geen persoon of ding kan om deze indeling heen; iedereen zal in klassen worden ingedeeld. Dat komt omdat het einde nabij is voor alle dingen en alle hemelen en de aarde hun einde bereiken. Hoe zou de mens aan het einde van zijn bestaan kunnen ontsnappen?

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

16. In Zijn laatste werk om het tijdperk af te sluiten, omvat Gods gezindheid tuchtiging en oordeel, waarmee Hij alles onthult wat onrechtvaardig is om publiekelijk te oordelen over alle volken, en te vervolmaken wie Hem oprecht liefhebben. Alleen een dergelijke gezindheid kan het tijdperk ten einde brengen. De laatste dagen zijn al aangebroken. Alle dingen in de schepping zullen worden geclassificeerd naar soort en ingedeeld in verschillende categorieën op basis van hun aard. Dit is het moment waarop God de uitkomst van de mensheid en haar bestemming onthult. Als mensen geen tuchtiging en oordeel ondergaan, kan hun ongehoorzaamheid en ongerechtigheid niet aan het licht gebracht worden. Alleen door tuchtiging en oordeel kan de uitkomst van de hele schepping geopenbaard worden. De mens toont zijn ware aard pas wanneer hij wordt getuchtigd en geoordeeld. Het kwaad zal bij het kwaad worden geplaatst, het goede bij het goede, en de gehele mensheid zal naar soort worden ingedeeld. Door tuchtiging en oordeel zal de uitkomst van de hele schepping worden geopenbaard, opdat de kwaden gestraft kunnen worden en de goeden beloond en alle mensen onderworpen worden aan de heerschappij van God. Al dit werk moet bereikt worden door rechtvaardige tuchtiging en oordeel. Omdat de verdorvenheid van de mens een hoogtepunt heeft bereikt en zijn ongehoorzaamheid buitengewoon buitensporig is geworden, kan alleen Gods rechtvaardige gezindheid, die hoofdzakelijk bestaat uit tuchtiging en oordeel en die in de laatste dagen wordt geopenbaard, de mens volledig transformeren en compleet maken. Alleen deze gezindheid kan het kwaad blootleggen en zo alle onrechtvaardigen zwaar straffen.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

17. Begrijp je nu wat oordeel is en wat waarheid is? Als je het begrepen hebt, dan vermaan ik je om je gehoorzaam te onderwerpen om geoordeeld te worden, anders zul je nooit de gelegenheid krijgen om door God geprezen te worden of door Hem Zijn koninkrijk binnengebracht te worden. Zij die enkel oordeel aanvaarden maar nooit gezuiverd kunnen worden, namelijk, zij die vluchten midden in het werk van oordeel, zullen voor altijd worden verafschuwd en afgewezen door God. Hun zonden zijn talrijker en zwaarder dan die van de farizeeën, want ze hebben God verraden en zijn rebellen tegen God. Zulke mensen die zelfs niet waardig zijn om dienst te doen zullen zwaardere straffen ondergaan, straffen die bovendien eeuwig duren. God zal geen enkele verrader sparen die ooit trouw beleed met woorden maar Hem vervolgens verraadde. Mensen zoals deze zullen vergelding ontvangen door bestraffing van de geest, de ziel en het lichaam. Is dit niet precies een openbaring van de rechtvaardige gezindheid van God? Is dit niet het doel van God bij het oordelen van de mens en het ontmaskeren van hem? God brengt al degenen die allerlei slechte daden verrichten gedurende de tijd van oordeel naar een plaats besmet met boze geesten, en laat die boze geesten hun vleselijke lichamen naar believen vernietigen. Hun lichamen geven een stank van lijken af, en zulks is hun passende vergelding. God schrijft in hun rapportage-boeken over iedere zonde van die ontrouwe valse gelovigen, valse apostelen en valse arbeiders; dan, als de tijd ervoor is aangebroken werpt Hij hen te midden van de onreine geesten, laat die onreine geesten naar believen hun gehele lichaam verontreinigen, zodat zij nooit meer vlees kunnen worden en nooit meer het licht kunnen zien. Die huichelaars die ooit dienst gedaan hebben maar niet in staat zijn om tot het einde toe getrouw te zijn worden door God tot de goddelozen gerekend, zodat zij meegaan met wie kwaad doen en deel gaan uitmaken van hun onordelijke gespuis; op het einde zal God hen vernietigen. God gooit degenen die nooit trouw geweest zijn aan Christus of geen enkele moeite voor Hem gedaan hebben terzijde en schenkt geen aandacht aan hen, en zal hen allen tijdens de verandering van de tijdperken vernietigen. Zij zullen niet langer op aarde bestaan, laat staan toegang verkrijgen tot het koninkrijk Gods. Zij die nooit oprecht geweest zijn tegen God maar door omstandigheden gedwongen worden oppervlakkig met Hem om te gaan worden gerekend tot hen die dienst doen voor Zijn volk. Slechts een klein aantal van zulke mensen kan het overleven, terwijl het grootste gedeelte zal vergaan samen met hen die nog niet eens bevoegd zijn dienst te doen. Uiteindelijk zal God al degenen tot Zijn koninkrijk brengen die van dezelfde gedachten zijn als God, het volk en de zonen van God, evenals zij die voorbestemd zijn door God om priester te zijn. Dat is het distillaat dat door God verkregen wordt door Zijn werk. Wat betreft hen die niet in staat zijn onder een van deze categorieën te vallen die door God opgesteld zijn, die zullen gerekend worden tot de ongelovigen. Jullie kunnen je zeker wel voorstellen hoe het met hen zal aflopen. Ik heb jullie al alles gezegd wat ik moet zeggen; de beslissing, welke weg jullie kiezen zal aan jullie zijn. Wat jullie moeten begrijpen is het volgende: Het werk van God wacht nooit op iemand die Hem niet kan bijhouden, en de rechtvaardige gezindheid van God laat geen enkele mens genade zien.

uit ‘Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

18. De Bijbel bevat de woorden van God die gesproken zijn door de profeten en de woorden die geschreven zijn door de mannen die God op dat moment heeft gebruikt. Alleen God Zelf kan die woorden uitleggen, alleen de Heilige Geest kan de betekenis van die woorden bekendmaken en alleen God Zelf kan de zeven zegels verbreken en de boekrol openen. Jij bent God niet en ik ook niet. Wie durft dus lichtvaardig de woorden van God uit te leggen? Durf je die woorden uit te leggen? Zelfs als de profeten Jeremia, Johannes en Elia zouden komen, zouden ze die woorden niet durven uit te leggen. Zij zijn namelijk niet het Lam. Alleen het Lam kan de zeven zegels verbreken en de boekrol openen. Niemand anders kan Zijn woorden uitleggen.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

19. In de Bijbel staat geschreven dat alleen het Lam de zeven zegels kan openen. De eeuwen door zijn er veel verklaarders van de schriften geweest onder die grote figuren, kun je daarom zeggen dat zij allemaal het Lam waren? Kun je zeggen dat hun verklaringen allemaal afkomstig waren van God? Zij zijn slechts verklaarders; ze hebben niet de identiteit van het Lam. Hoe zouden zij waardig kunnen zijn de zeven zegels te openen?

uit ‘Over titels en identiteit’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

20. De zeven sterren van Almachtige God zijn helder! De kerk is volmaakt gemaakt door Hem, Hij stelt de boodschappers van Zijn kerk aan en de hele kerk valt onder Zijn voorziening. Hij opent alle zeven zegels, en Hij brengt Zelf Zijn managementplan en Zijn wil tot voltooiing. De boekrol is de geheime spirituele taal van Zijn management en Hij heeft die geopend en geopenbaard!

uit ‘Hoofdstuk 34’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

21. In het Tijdperk van het Koninkrijk gebruikt God het woord om een nieuw tijdperk in te luiden, om Zijn werkmethode te veranderen en om het werk voor het gehele tijdperk uit te voeren. Dit is het beginsel op grond waarvan God werkt in het Tijdperk van het Woord. Hij werd vlees om vanuit verschillende perspectieven te spreken en stelde de mens in staat God werkelijk te zien, God die het Woord is dat verschijnt in het vlees, en Zijn wijsheid en wonderbaarlijkheid te aanschouwen. Zulk werk wordt uitgevoerd om de doelen het overwinnen van de mens, het vervolmaken van de mens en de eliminatie van de mens beter te verwezenlijken. Dit is de werkelijke betekenis van het gebruik van het woord voor het werk in het Tijdperk van het Woord. Door het woord leert de mens het werk van God, de gezindheid van God, de essentie van de mens en waar de mens binnen moet gaan kennen. Door het woord komt het werk dat God in het Tijdperk van het Woord wenst te doen volledig tot bloei. Door het woord wordt de mens ontmaskerd, geëlimineerd en beproefd. De mens heeft het woord gezien, het woord gehoord en is zich bewust geworden van het bestaan van het woord. Als gevolg hiervan gelooft hij in het bestaan van God, in de almacht en wijsheid van God, alsook in Gods liefde voor de mens en Zijn verlangen de mens te redden. Hoewel het woord 'woord' eenvoudig en alledaags is, schudt het woord uit de mond van de vleesgeworden God het gehele universum op. Het transformeert het hart, de opvattingen en de oude gezindheid van de mens, en verandert de manier waarop de hele wereld er tot dan toe uitzag. Door de eeuwen heen is het alleen de God van dit moment die op deze manier werkt, en alleen Hij spreekt aldus en komt om de mens aldus te redden. Vanaf deze tijd leeft de mens onder de leiding van het woord en wordt geweid en onderhouden door het woord. De hele mensheid is in de wereld van het woord komen te leven, binnen de vervloekingen en zegeningen van Gods woord, en er zijn nu zelfs nog meer mensen die onder het oordeel en de tuchtiging van het woord zijn komen te leven. Deze woorden en dit werk zijn er alle ten behoeve van de redding van de mens, ten behoeve van het vervullen van Gods wil en ten behoeve van het veranderen van het oorspronkelijke uiterlijk van de wereld van de oude schepping. God schiep de wereld met het woord, leidt mensen uit het gehele universum met Zijn woord, en overwint en redt hen opnieuw met het woord. Tenslotte zal Hij het woord gebruiken om een einde te maken aan de gehele oude wereld. Alleen dan is het managementplan geheel voltooid. Tijdens het Tijdperk God gebruikt het woord om Zijn werk uit te voeren en de resultaten van Zijn werk te bereiken. Hij doet geen wonderen noch voert Hij mirakels uit. Hij voert Zijn werk uitsluitend uit door het woord.

uit ‘Het Tijdperk van het Koninkrijk is het Tijdperk van het Woord’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

22. De laatste dagen zijn niet meer dan de laatste dagen en niet meer dan het Tijdperk van het Koninkrijk, die het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet niet vertegenwoordigen. Het is eenvoudigweg gedurende de laatste dagen dat al het werk van het zesduizendjarige managementplan aan jullie geopenbaard wordt. Dit is de onthulling van het mysterie. Dit is het soort mysterie dat door geen mens kan worden onthuld. Ongeacht hoe groot het inzicht van de mens in de Bijbel ook is, het blijven alleen maar woorden, want de mens begrijpt de essentie van de Bijbel niet. Door het lezen van de Bijbel kan de mens wellicht enkele waarheden bevatten, een aantal woorden uitleggen of enkele beroemde passages en hoofdstukken onderwerpen aan zijn bekrompen onderzoek, maar hij zal de betekenis die in deze woorden gelegen is nooit uit kunnen puzzelen, want al wat men ziet, zijn dode woorden, niet de taferelen van het werk van Jehova en Jezus. De mens kan het mysterie van dit werk op geen enkele manier ontrafelen. Het mysterie van het zesduizendjarige managementplan is dus het grootste mysterie, het diepst verborgen en geheel ondoorgrondelijk voor de mens. Niemand kan rechtstreeks de wil van God begrijpen, tenzij Hij dit Zelf aan de mens uitlegt en openbaart. Anders blijven deze dingen voor altijd raadsels voor de mens en verzegelde mysteries. […] Dit werk van zesduizend jaar is raadselachtiger dan al de profetieën van de profeten. Het is het grootste mysterie vanaf de schepping tot aan het heden en niemand van de profeten door de eeuwen heen heeft het ooit kunnen doorgronden, want dit mysterie wordt pas in het laatste tijdperk onthuld en is nooit eerder geopenbaard. Als jullie dit mysterie kunnen bevatten en als jullie het in zijn geheel kunnen ontvangen, dan zullen alle religieuze mensen door dit mysterie verslagen worden. Alleen dit is de grootste van alle visies. De mens is er het meest op gespitst om dit te bevatten, maar het is tevens het meest onduidelijk voor hem. Toen jullie je in het Tijdperk van Genade bevonden, wisten jullie niet waar het door Jezus of Jehova verrichte werk over ging. Mensen begrijpen niet waarom Jehova wetten heeft ingesteld, waarom Hij de grote massa vroeg om zich aan de wetten te houden of waarom de tempel moest worden gebouwd. Nog minder begrepen de mensen waarom de Israëlieten uit Egypte werden geleid in de woestijn en daarna verder naar Kanaän. Deze kwesties werden tot aan deze dag niet geopenbaard.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

23. In deze laatste werkfase worden resultaten geboekt door de werking van het woord. Door het woord leert de mens vele mysteries begrijpen en het werk dat God heeft gedaan door eerdere generaties heen. Door het woord wordt de mens verlicht door de Heilige Geest. Door het woord leert de mens de mysteries begrijpen die door eerdere generaties nooit ontrafeld zijn, evenals het werk van profeten en apostelen van vroegere tijden en de beginselen die zij navolgden. Door het woord leert de mens ook de gezindheid van God Zelf begrijpen, evenals de opstandigheid en weerstand van de mens en leert hij zijn eigen wezen kennen. Door deze stappen van werk en door alle gesproken woorden leert de mens het werk van de Geest kennen, het werk dat Gods geïncarneerde vlees doet en zelfs nog meer, namelijk Zijn hele gezindheid. Je kennis van Gods werk van zesduizend jaar management is ook door het woord verkregen. Was de kennis van je vorige opvattingen en je succes in het afleggen ervan ook niet bereikt door het woord? In de vorige fase werkte Jezus met wonderen en tekenen, maar in deze fase zijn er geen wonderen en tekenen. Was je begrip van waarom Hij wonderen verricht en tekenen toont ook niet gekregen door het woord? Daarom overstijgen de in deze fase gesproken woorden het werk dat door de apostelen en profeten van eerdere generaties gedaan is. Zelfs de door de profeten verkondigde profetieën hadden dit resultaat niet kunnen bereiken.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

24. Het werk in de laatste dagen legt het werk van Jehova en Jezus bloot, en alle mysteries die niet door de mens begrepen zijn om zodoende de bestemming en de uitkomst van de mensheid te openbaren, en het gehele reddingswerk voor de mensheid te beëindigen. Deze werkfase in de laatste dagen brengt alles tot een einde. Alle mysteries die niet door de mens zijn begrepen, moeten worden ontrafeld, zodat de mens deze kan doorgronden en in zijn hart een volledig en duidelijk begrip verkrijgt. Pas dan kan het menselijke ras naar zijn soort worden onderverdeeld.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

25. De weg van het leven is niet iets dat iedereen zomaar kan bezitten en het is ook niet gemakkelijk door iedereen te verkrijgen. Dat komt omdat het leven alleen van God kan komen, dat wil zeggen, alleen God Zelf bezit het wezen van het leven, er is geen weg van het leven zonder God Zelf en dus is alleen God de bron van leven en de altijd stromende bron van levend water van leven. Vanaf het moment dat Hij de wereld schiep, heeft God veel werk verricht met betrekking tot de vitaliteit van het leven, heeft Hij veel werk verricht dat leven geeft aan de mens en heeft een grote prijs betaald zodat de mens het leven kan verkrijgen, want God Zelf is het eeuwige leven en God Zelf is de weg waardoor de mens is opgestaan uit de dood. God is nooit afwezig in het hart van de mens en leeft te allen tijde onder de mensen. Hij was de drijvende kracht van het leven van de mens, het fundament van het bestaan van de mens en een rijke waarborg voor het bestaan van de mens vanaf zijn geboorte. Hij zorgt ervoor dat de mens herboren wordt en stelt hem in staat om volhardend in zijn rol te leven, welke dat ook zij. Dankzij Zijn macht en Zijn onblusbare levenskracht heeft de mens van generatie op generatie geleefd, waarbij de kracht van Gods leven de steunpilaar van het bestaan van de mens is geweest en waarvoor God een prijs heeft betaald die geen gewoon mens ooit heeft betaald. Gods levenskracht kan zegevieren over welke macht dan ook; bovendien overtreft het elke kracht. Zijn leven is eeuwig, Zijn kracht buitengewoon en Zijn levenskracht wordt niet gemakkelijk overweldigd door enig geschapen wezen of vijandige macht. De levenskracht van God bestaat, met een schitterende uitstraling, ongeacht tijd of plaats. Hemel en aarde ondergaan enorme veranderingen, maar Gods leven is voor altijd hetzelfde. Alle dingen gaan voorbij, maar Gods leven is nog steeds aanwezig, want God is de bron en de wortel van het bestaan van alle dingen. Het leven van de mens is afkomstig van God, het bestaan van de hemel is vanwege God en het bestaan van de aarde komt voort uit de kracht van Gods leven. Geen enkel object dat vitaliteit bezit, kan de soevereiniteit van God overstijgen en niets wat kracht heeft kan zich losmaken van de omgeving van Gods gezag. Ongeacht wie men is, iedereen moet zich op deze manier aan de heerschappij van God onderwerpen, iedereen moet leven onder Gods bevel en niemand kan ontsnappen aan Zijn bestuur.

uit ‘Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

26. Christus van de laatste dagen brengt het leven en brengt de blijvende en eeuwige weg van de waarheid. Deze waarheid is het pad waardoor de mens het leven zal verkrijgen en het enige pad waardoor de mens God zal kennen en door God zal worden goedgekeurd. Als je niet de weg van het leven zoekt die door Christus van de laatste dagen wordt voorzien, dan zul je nooit de goedkeuring van Jezus verkrijgen en zul je nooit gekwalificeerd worden om de poort van het koninkrijk van de hemel binnen te gaan, want je bent zowel een marionet als een gevangene van de geschiedenis. Degenen die worden beheerst door regels en letters en geketend zijn door de geschiedenis zullen nooit in staat zijn om het leven te verkrijgen en zullen nooit in staat zijn om de eeuwige weg van het leven te verkrijgen. Dat komt omdat alles wat ze hebben smerig water is waar ze zich al duizenden jaren aan hebben vastgeklampt, in plaats van het levenswater dat vanuit de troon stroomt. Degenen die niet van het levenswater zijn voorzien, zullen voor altijd lijken blijven, speelgoed van Satan en zonen van de hel. Hoe kunnen zij dan God aanschouwen? Als je alleen maar probeert vast te houden aan het verleden, alleen probeert dingen in stand te houden door stil te staan en niet probeert de huidige situatie te veranderen en de geschiedenis terzijde te leggen, zul je dan niet altijd tegen God zijn? De stappen van Gods werk zijn enorm en machtig, zoals rollende golven en bulderende donderslagen – toch zit je stil en wacht je passief vernietiging af, vasthoudend aan je dwaasheid en het niets doen. Hoe kun je op deze manier worden beschouwd als iemand die de voetsporen van het Lam volgt? Hoe kun je de God die jij vasthoudt rechtvaardigen als een God die altijd nieuw is en nooit oud?

uit ‘Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

27. Degenen die het leven willen verkrijgen zonder te vertrouwen op de waarheid gesproken door Christus zijn de meest belachelijke mensen op aarde en zij die de weg van het leven die door Christus is gebracht niet accepteren, zijn verloren in fantasie. En dus zeg ik dat de mensen die Christus van de laatste dagen niet accepteren, voor eeuwig veracht worden door God. Christus is gedurende de laatste dagen voor de mens de poort tot het koninkrijk, die niemand mag omzeilen. Niemand zal door God worden vervolmaakt dan alleen door Christus. Je gelooft in God en dus moet je Zijn woorden accepteren en Zijn weg gehoorzamen. Je moet niet alleen denken aan het verkrijgen van zegeningen zonder de waarheid te ontvangen, of zonder de voorziening van het leven te aanvaarden. Christus komt tijdens de laatste dagen zodat iedereen die echt in Hem gelooft, van leven kan worden voorzien. Zijn werk is bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en het nieuwe binnen te gaan en is het pad dat moet worden gevolgd door iedereen die het nieuwe tijdperk zou binnengaan. Als je niet in staat bent Hem te erkennen en in plaats daarvan Hem veroordeelt, lastert of zelfs vervolgt, dan ben je bestemd om te branden in eeuwigheid en zul je nooit het koninkrijk van God binnengaan. Want deze Christus is Zelf de uitdrukking van de Heilige Geest, de uitdrukking van God, Degene die God Zijn werk op aarde heeft toevertrouwd. En dus zeg ik dat als je niet alles kunt accepteren wat gedaan is door Christus van de laatste dagen, je de Heilige Geest lastert. De vergelding die moet worden geleden door hen die de Heilige Geest lasteren, is voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zeg je ook dat als je je verzet tegen Christus van de laatste dagen en Hem verloochent, er niemand is die de gevolgen voor jou kan dragen. Bovendien zul je vanaf deze dag geen nieuwe kans meer hebben om de goedkeuring van God te krijgen; zelfs als je jezelf probeert te redden, zul je nooit meer het aangezicht van God zien. Want waar je tegen bent is geen mens, wat je ontkent, is niet een nietig wezen, maar Christus. Ben je je bewust van deze consequentie? Je hebt geen kleine fout gemaakt, maar een gruwelijke misdaad begaan. En daarom adviseer ik iedereen om niet je tanden te laten zien aan de waarheid, of achteloze kritieken te uiten, want alleen de waarheid kan je het leven brengen en niets anders dan de waarheid kan je in staat stellen om herboren te worden en het aangezicht van God te aanschouwen.

uit ‘Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

28. Door het hele universum heen ben ik mijn werk aan het verrichten, en in het oosten klinken donderslagen eindeloos voort waardoor alle landen en denominaties schudden. Het is mijn stem die alle mensen naar het heden heeft geleid. Ik zal ervoor zorgen dat alle mensen door mijn stem worden overwonnen, in deze stroom geraken en zich aan mij onderwerpen, want ik heb sinds lange tijd mijn glorie van de hele aarde teruggevorderd en deze opnieuw in het oosten tevoorschijn laten komen. Wie verlangt er niet naar mijn glorie te zien? Wie kijkt niet reikhalzend uit naar mijn terugkeer? Wie dorst er niet naar dat ik opnieuw verschijn? Wie smacht niet naar mijn liefelijkheid? Wie zou niet naar het licht komen? Wie zou de rijkdom van Kanaän niet aanschouwen? Wie verlangt niet naar de terugkeer van de Verlosser? Wie aanbidt de grote Almachtige niet? Mijn stem zal zich over de aarde verspreiden; ik wens, als ik mijn uitverkoren volk tegemoet treed meer woorden tegen hen te spreken. Als machtige donderslagen die bergen en rivieren doen schudden, spreek ik mijn woorden tot het hele universum en tot de mensheid. Daarom zijn de woorden in mijn mond de schat van de mens geworden en alle mensen koesteren mijn woorden. De bliksem flitst vanuit het oosten helemaal naar het westen. Mijn woorden zijn zodanig dat de mens ze niet op wil geven en ze tegelijkertijd onpeilbaar vindt, maar zich er des te meer in verheugt. Net als een pasgeboren baby zijn alle mensen blij en vrolijk en vieren ze mijn komst. Door mijn stem zal ik alle mensen voor mijn aangezicht brengen. Voortaan zal ik formeel het mensenras ingaan zodat de mensen mij zullen aanbidden. Met de glorie die ik uitstraal en de woorden in mijn mond, zal ik er voor zorgen dat alle mensen voor mijn aangezicht zullen komen en zullen zien dat de bliksem flitst vanuit het oosten en dat ik ook ben afgedaald naar de ‘Olijfberg’ van het oosten. Ze zullen zien dat ik al lang op aarde ben, niet meer als de Zoon van de Joden maar als de Bliksem uit het oosten. Want ik ben lang geleden opgestaan en ben uit het midden van de mensheid vertrokken en ben toen wederom met glorie onder de mensen verschenen. Ik ben Hem, die ontelbare eeuwen tevoren werd aanbeden, en ik ben ook het kind dat door de Israëlieten talloze eeuwen geleden in de steek is gelaten. Bovendien ben ik de al-glorieuze Almachtige God van het huidige tijdperk! Laat allen voor mijn troon komen en mijn glorieuze gezicht zien, naar mijn stem luisteren en naar mijn daden zien. Dit is mijn totale wil; het is het einde en het hoogtepunt van mijn plan, evenals het doel van mijn management. Laat elke natie mij aanbidden, elke tong mij erkennen, elk mens zijn geloof in mij berusten, en alle mensen onderworpen zijn aan mij!

uit ‘De zeven donderslagen – een profetie dat het evangelie van het Koninkrijk door heel het universum zal worden verspreid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Terug naar Home

Almachtige God zegt: "Een normaal geestelijk leven is een leven dichtbij God. Als je bidt, kun je je hart stil krijgen voor God. Door het gebed kun je de verlichting van de Heilige Geest zoeken, horen wat God tot je zegt en Zijn wil verstaan."

Een gelovige moet een normaal geestelijk leven leiden. Dat is de basis om Gods woorden te ervaren en de werkelijkheid binnen te gaan. Kunnen momenteel alle gebeden die jullie bidden, al jullie zoeken naar God, jullie zingen, loven en mediteren en jullie pogingen om Gods woorden te begrijpen, hetgeen jullie praktiseren, aan de vereisten van een normaal geestelijk leven voldoen? Niemand van jullie heeft hier een erg duidelijk beeld bij. Een normaal geestelijk leven houdt meer in dan bidden, zingen, naar de kerk gaan, eten en drinken van Gods woorden en meer van dergelijke gebruiken. Het betekent dat je een geestelijk leven kent dat fris en levendig is. Daarin draait het niet om de methode, maar om het resultaat. De meeste mensen denken dat het bij een normaal geestelijk leven draait om het bidden, zingen, het eten en drinken van Gods woorden en die proberen te begrijpen. Het maakt voor hen niet uit of er enig resultaat is en of er een waar begrip is. Deze mensen zijn alleen bezig met wat er aan de buitenkant gebeurt, zonder zich te richten op het resultaat. Het zijn mensen voor wie het om de rituelen van hun godsdienst draait. Ze leven niet volgens de kerk, laat staan dat ze in het koninkrijk van God leven. In hun gebeden, hun zingen en hun eten en drinken van de woorden van God houden ze zich precies aan alle regels; ze zijn gedwongen om eraan te voldoen en daarin volgen ze de heersende trends, maar ze doen het niet uit zichzelf of met heel hun hart. Hoe deze mensen ook bidden of zingen, het leidt tot niets want het enige waar ze zich aan houden zijn religieuze regels en rituelen. Ze brengen het woord van God niet in praktijk. Doordat ze alleen maar met de methode bezig zijn en de woorden die God spreekt als regels opvatten waaraan ze zich moeten houden, passen zulke mensen het woord van God niet toe, maar bevredigen ze de vleselijke behoeften en doen ze dingen om aan anderen te laten zien hoe goed ze bezig zijn. Dergelijke religieuze rituelen en regels komen enkel voort uit de mens en niet uit God. God houdt zich niet aan regels. Hij houdt zich niet aan wetten. Elke dag doet Hij nieuwe dingen en verricht praktisch werk. Zoals de mensen van de ‘Drie-Zelf Kerk’ in China. Zij beperken zich tot de dagelijkse ochtendwake, de avondgebeden, de dankzegging voor de maaltijd, het danken voor alles en meer van dergelijke praktijken. Hoeveel ze ook doen en hoe lang ze hun praktijken ook beoefenen, het werk van de Heilige Geest zullen ze niet in zich hebben. Bij mensen die enkel volgens de regels leven en hun hele hart richten op de praktijken, krijgt de Heilige Geest geen enkele ruimte om te werken. Immers, hun hele hart wordt gevuld met de regels en met menselijke opvattingen; daarom kan God Zijn werk in hen niet doen. Zulke mensen leven altijd onder de wet en laten zich daardoor beheersen; nooit zal hun de lof van God ten deel vallen.

Een normaal geestelijk leven is een leven dichtbij God. Als je bidt, kun je je hart stil krijgen voor God. Door het gebed kun je de verlichting van de Heilige Geest zoeken, horen wat God tot je zegt en Zijn wil verstaan. Wanneer je de woorden van God eet en drinkt heb je meer duidelijkheid en een helderder inzicht in wat God nu wil doen en dan vind je een nieuwe weg voor het praktiseren en ben je niet per se conservatief. Zodat alles wat je praktiseert erop is gericht om vooruitgang te boeken in je leven. Als je bidt bijvoorbeeld, is het niet om enkel en alleen wat fraaie woorden te spreken, of om luid schreeuwend je schuld voor God uit te drukken. Het gebed is eerder een middel om je geest te oefenen, om je hart stil te maken tegenover God, om het zoeken naar de leiding van Gods woord in alle dingen te oefenen, om elke dag weer je hart te openen voor nieuw licht, niet passief of lui te zijn en om op het juiste spoor te komen van het in praktijk brengen van Gods woorden. De meeste mensen zijn tegenwoordig vooral gericht op methoden. Daarmee wijken ze af van het pad, want het betekent dat ze niet de waarheid najagen om vooruitgang te boeken in het leven. Er zijn ook mensen die weliswaar nieuw licht ontvangen, maar die hun methoden niet veranderen. Ze integreren religieuze opvattingen van vroeger om Gods woord in het heden te ontvangen. Wat ze binnenkrijgen is nog steeds de leer die religieuze opvattingen met zich meedraagt en niet zuiver het licht van tegenwoordig. Om die reden zijn hun praktijken onzuiver. Ze doen dezelfde dingen onder een nieuwe naam en het maakt niet uit hoe goed zij hun praktijken beoefenen, het is nog steeds hypocriet. God leidt mensen dagelijks om nieuwe dingen te doen en Hij verlangt van mensen dat ze elke dag nieuwe inzichten verkrijgen en nieuw begrip, zodat ze niet ouderwets zijn of altijd maar dezelfde dingen doen. Als je al vele jaren in God gelooft, maar je methoden zijn helemaal niet veranderd, als je aan de buitenkant nog steeds druk en ijverig bent maar nooit voor God komt om Zijn woorden met een rustig hart tot je te laten doodringen, dan ben je niet in staat wat dan ook te ontvangen. Als je Gods nieuwe werk ontvangt maar geen nieuw plan bedenkt en je niet op een nieuwe manier praktiseert, als je niet naar nieuw begrip zoekt maar vasthoudt aan de oude dingen van vroeger, als je slechts een kleine hoeveelheid nieuw licht ontvangt maar je blijft vastklampen aan je oude praktijk, dan ben je in feite een religieuze Farizeeër en sta je buiten de stroom van de Heilige Geest, ook al sta je in naam wel in die stroom.

Als je een normaal geestelijk leven wilt leiden, dan zul je elke dag nieuw licht moeten ontvangen, naar het juiste begrip van Gods woorden moeten zoeken en de waarheid in alle helderheid moeten zien. Je hebt een weg nodig om je praktijk in alles toe te passen. Door dagelijks in Gods woord te lezen kom je nieuwe vragen op het spoor en komen je eigen tekortkomingen aan het licht. Hieruit komt weer een hart voort dat hongert en zoekt en dat jou met alles wat je hebt en bent in beweging zet. Op die manier ben je op elk gewenst moment in staat om stil voor God te worden en heb je een diepe angst om achterop te raken. Als iemand zo een dorstig en zoekend hart kan hebben en ook bereid is voortdurend naar binnen te treden, dan bevindt hij zich op het juiste pad naar een gezond geestelijk leven. Iedereen die aanvaardt dat hij door de Heilige Geest in beweging gezet wordt en ernaar verlangt om vooruit te komen, die bereid is zich door God te laten vervolmaken en verlangt naar een dieper inzicht in de woorden van God, die het niet in het bovennatuurlijke zoekt maar die een praktische prijs betaalt, praktische aandacht schenkt aan Gods wil, op praktische wijze binnengaat, die zijn ervaring meer echt en realistisch maakt en geen lege woorden van de leer zoekt, die ook niet naar een gevoel van het bovennatuurlijke streeft en geen mens aanbidt hoe groot die ook is – zo iemand is het normale geestelijke leven binnengegaan. Zo iemand is in alles wat hij doet gericht op het vooruitgaan in het leven, het fris en in beweging houden van zijn geest en het altijd in staat zijn om positief binnen te gaan. Als zo iemand bijvoorbeeld bidt voor het eten, is het niet omdat hij dat als zijn plicht voelt, maar, daarentegen, om zijn hart stil voor God te laten worden, God in zijn hart te danken, om bereid te zijn te leven voor God, al zijn tijd in Gods handen te leggen en bereid te zijn met God samen te werken en zich voor God in te zetten. Als zijn hart niet stil kan worden voor God, dan eet hij liever niet maar blijft hij zijn praktijk voortzetten. Dit geldt dan niet als zich aan de regels houden, maar als Gods woord in praktijk brengen. Er zijn mensen die als ze bidden voor het eten, bewust een bepaalde houding aannemen. Dat doen ze voor de show en het lijkt heel vroom, maar in gedachten vragen ze zich af: Waarom moet ik me aan dit gebruik houden? Gaat alles niet even goed zonder dat je bidt? Na het gebed is alles hetzelfde, dus waarom zou je die moeite nemen? Zo iemand houdt zich aan de regels en hoewel hij zegt dat hij bereid is te doen wat God wil, is zijn hart niet voor God verschenen. Hij bidt niet op die manier om met een stil hart bij God te komen, maar opdat andere mensen het zien en hij hen al doende voor de gek houdt. Zo iemand is een zuivere hypocriet, als een godsdienstige voorganger die alleen voor anderen kan bemiddelen, maar zelf niet kan binnengaan. Zo iemand is door en door een religieuze ambtenaar! Elke dag weer zegt God nieuwe dingen, doet nieuwe dingen, maar jij houdt je dagelijks aan de regels, probeert God voor de gek te houden en behandelt God op een plichtmatige manier. Ben jij dan niet zo iemand die God weerstaat? Ben je in staat om zegen te ontvangen wanneer het om de regels draait en je God weerstaat? Zou je dan niet door God getuchtigd worden?

Het werk van God is zich snel aan het ontwikkelen en drijft de religieuzen van verschillende religies en denominaties alsmede de beroemdheden die de kerkdienst bijwonen, heel ver weg. Gods werk verstrooit ook degenen onder jullie die zich als religieuze experts zo graag aan de regels willen houden in de vier windrichtingen. Gods werk wacht niet, het is van niets afhankelijk en treuzelt niet. Het trekt of sleept niemand mee. Als je het niet kunt bijbenen, dan word je achtergelaten, ongeacht hoeveel jaren je hebt gevolgd. Al ben je een veteraan met talloze kwalificaties, als je je aan regels houdt, dan moet je worden geëlimineerd. Mensen voor wie dit geldt adviseer ik om goed naar zichzelf te kijken, vrijwillig op de achterbank plaats te nemen en zich niet vast te klampen aan het oude. Als je probeert anderen over te halen om Gods woord volgens jouw principes in praktijk te brengen, betekent dit dan niet dat je probeert de harten van de mensen aan je kant te krijgen? Je praktijk bestaat uit het houden aan regels en de mensen leren om de kerkdienst bij te wonen. Voortdurend wil je de mensen laten doen wat jij zelf wenst; betekent dit dan niet dat je bezig bent een kliek te vormen? Is dat geen verdeeldheid zaaien in de kerk? Hoe haal je het dan in je hoofd om te zeggen dat je alles naar Gods wil wenst te doen? Wat maakt jou geschikt om te zeggen dat dit de manier is om anderen te vervolmaken? Als je op die manier leiding blijft geven, leidt je de mensen dan niet richting religieuze rituelen? Als iemand een normaal geestelijk leven kent, als hij elke dag weer bevrijding vindt en vrij is in zijn geest, dan kan hij in alle vrijheid de woorden van God in praktijk brengen en Hem behagen. Zelfs als zo iemand bidt, dan is het niet alleen als formaliteit of het volgen van een werkwijze. Zo iemand is in staat om elke dag het nieuwe licht bij te blijven. Als hij bijvoorbeeld oefent om zijn hart stil te maken voor God dan kan hij zijn hart echt rust laten vinden voor God; dan kan niemand dat verstoren en niets of niemand kan hem afhouden van het normale geestelijke leven. Die vorm van praktiseren is doelgericht. Zulk een praktijk is gericht op het resultaat en niet alleen op het geven van een paar regels waaraan mensen zich moeten houden. Zulk een praktijk houdt zich niet aan de regels, maar is erop gericht dat mensen verder komen in het leven. Als het je alleen om de regels te doen is, dan zal je leven nooit veranderen. Misschien dat anderen, zoals jij, op die manier praktiseren, maar uiteindelijk zullen anderen de voortgang van het werk van de Heilige Geest kunnen bijbenen, maar zul jij uit de stroom van de Heilige Geest verwijderd worden. Dus houd je jezelf niet voor gek? Het doel van deze woorden is om mensen in staat te stellen in hun hart stil te worden voor God, zich tot God te wenden en mogelijk te maken dat Gods werk in de mensen ongehinderd voortgaat en dat het resultaat zal opleveren.


uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

U mag de apps van De Kerk van Almachtige God downloaden.



Almachtige God zegt: “Binnen de individuele harten van deze mensen is een sterk verlangen om door God te worden beproefd, om Gods rechtvaardige gezindheid te zien terwijl men wordt beproefd, om een zuiverder liefde te bereiken, en tegelijkertijd in staat te zijn God echter te begrijpen en te kennen.”

Vijf soorten mensen

Voorlopig zal ik onze communicatie over de rechtvaardige gezindheid van God hiermee laten eindigen. Vervolgens zal ik Gods volgelingen indelen in verschillende categorieën, afhankelijk van hun begrip van God en hun kennis van en ervaring met Zijn rechtvaardige gezindheid, zodat jullie het stadium kennen waar je op dit moment toe behoort evenals jullie huidige gestalte. Wat betreft hun kennis van God en hun begrip van Zijn rechtvaardige gezindheid, kunnen de verschillende stadia en gestaltes die mensen innemen over het algemeen in vijf typen worden verdeeld. Dit onderwerp is gebaseerd op het kennen van de unieke God en Zijn rechtvaardige gezindheid; Wanneer jullie de volgende inhoud lezen, moeten jullie daarom zorgvuldig proberen om erachter te komen hoeveel begrip en kennis jullie hebben met betrekking tot Gods uniekheid en Zijn rechtvaardige gezindheid, en dit dan gebruiken om te beoordelen in welk stadium jullie echt thuishoren, hoe groot jullie gestalte werkelijk is, en welk type persoon jullie echt zijn.

Het eerste type: de fase van de ingebakerde baby

Wat is een ingebakerde baby? Een ingebakerde baby is een baby die zojuist in deze wereld is gekomen, een pasgeboren baby. Op dat moment zijn mensen op hun kleinst en meest onvolwassen.

Mensen in deze fase bezitten in wezen geen besef of bewustzijn van zaken betreffende het geloof in God. Ze zijn verbijsterd en onwetend over alles. Deze mensen hebben misschien al heel lang of helemaal niet lang in God geloofd, maar hun verbijsterde en onwetende gesteldheid en hun ware gestalte plaatsen hen in het stadium van een ingebakerde baby. De precieze definitie van de omstandigheden van een ingebakerd kind is als volgt: hoe lang zo’n soort persoon ook in God heeft geloofd, hij zal altijd warrig, verward en eenvoudig denken; hij weet niet waarom hij in God gelooft, noch weet hij wie God is, noch kan hij God identificeren. Hoewel hij God volgt, is er geen exacte definitie van God in zijn hart, en kan hij niet bepalen of wie hij volgt, God is, laat staan of hij echt in God moet geloven en Hem moet volgen. Dit is de ware toestand van dit type mens. De gedachten van deze mensen zijn vertroebeld en eenvoudig gezegd bestaat hun geloof uit verwarring. Ze zijn altijd in een gesteldheid van verbijstering en leegte; warrigheid, verwarring en eenvoud is kort samengevat hun gesteldheid. Ze hebben het bestaan van God nooit gezien of gevoeld, en daarom is met hen praten over het kennen van God net zo nuttig als hen een boek laten lezen dat in hiërogliefen is geschreven; zij zullen het niet begrijpen of aannemen. Voor hen is God kennen hetzelfde als het horen van een fantasieverhaal. Terwijl hun gedachten misschien vertroebeld zijn, zijn ze ervan overtuigd dat het kennen van God een totale verspilling van tijd en moeite is. Dit is het eerste type persoon: een ingebakerde baby.

Het tweede type: de fase van de zogende baby

In vergelijking met een ingebakerde baby, heeft dit type persoon enige vooruitgang geboekt. Helaas hebben ze nog steeds geen enkel begrip van God. Ze missen nog steeds een duidelijk begrip van en inzicht in God, en ze zien niet erg duidelijk waarom ze in God zouden moeten geloven, maar in hun hart hebben ze hun eigen doel en heldere ideeën. Ze houden zich niet bezig met de vraag of het juist is om in God te geloven. De doelstelling en het doel dat zij zoeken door geloof in God is om te genieten van Zijn genade, om vreugde en vrede te hebben, om comfortabel te leven, om Gods zorg en bescherming te hebben en om te leven onder Gods zegeningen. Ze houden zich niet bezig met de mate waarin ze God kennen; ze hebben geen drang om begrip van God te zoeken, noch houden ze zich bezig met wat God aan het doen is of wat Hij wil doen. Ze zoeken er slechts blindelings naar zich te verheugen in Zijn genade en meer van Zijn zegeningen te verkrijgen; ze proberen deze honderdvoudig te ontvangen in het huidige tijdperk en het eeuwige leven in het komende tijdperk. Hun gedachten, bestedingen en toewijding, evenals hun lijden, hebben allemaal hetzelfde doel: Gods genade en zegeningen verkrijgen. Ze hebben geen aandacht voor iets anders. Dit type personen is er alleen zeker van dat God hen veilig kan bewaren en Zijn genade aan hen kan schenken. Je kunt zeggen dat ze niet geïnteresseerd zijn in en niet erg duidelijk weten waarom God de mens wil redden of welk resultaat God met Zijn woorden en werk wil bereiken. Ze hebben nooit moeite gedaan om Gods wezen en rechtvaardige gezindheid te kennen, noch kunnen ze de interesse daarvoor opbrengen. Ze hebben geen zin om op deze dingen te letten en willen ze ook niet kennen. Ze willen niet vragen naar Gods werk, Gods eisen aan de mens, Gods wil of wat dan ook dat betrekking heeft op God, en het is voor hen te veel gevraagd om naar deze dingen te vragen. Dit komt omdat zij geloven dat deze zaken niets te maken hebben met hun plezier in Gods genade; ze houden zich alleen bezig met een God die genade kan schenken en die gerelateerd is aan hun persoonlijke belangen. Ze hebben helemaal geen interesse in iets anders, en dus kunnen ze de realiteit van de waarheid niet binnengaan, ongeacht hoeveel jaar ze in God hebben geloofd. Zonder dat iemand hen vaak water geeft of voedt, is het voor hen moeilijk om verder te gaan op het pad van het geloof in God. Als ze niet kunnen genieten van hun vroegere vreugde en vrede of Gods genade genieten, zijn ze nogal onderhevig aan terugkrabbelen. Dit is het tweede type persoon: de persoon die leeft in het stadium van het gespeende kind.

Het derde type: de fase van het gespeende kind, ofwel het stadium van het jonge kind

Deze groep mensen heeft een duidelijk bewustzijn. Deze mensen weten dat het genieten van Gods genade niet betekent dat zij zelf echte ervaring bezitten; ze zijn zich ervan bewust dat als ze nooit moe worden van het zoeken naar vreugde en vrede, van het zoeken naar genade, of als ze kunnen getuigen door het delen van hun ervaring van het genieten van Gods genade of door het prijzen van God vanwege de zegeningen die Hij hen heeft geschonken, deze dingen niet betekenen dat ze het leven bezitten, noch dat ze de realiteit van de waarheid bezitten. Beginnend vanuit hun bewustzijn, houden ze op met het koesteren van wilde hoop dat ze louter vergezeld zullen worden door Gods genade; in plaats daarvan, terwijl ze genieten van Gods genade, willen ze tegelijkertijd iets voor God doen; ze zijn bereid om hun plicht te vervullen, om een beetje ontbering en vermoeidheid te doorstaan, om enige mate van samenwerking met God te hebben. Omdat hun streven in hun geloof in God echter te verwaterd is, omdat de individuele intenties en verlangens die ze herbergen te sterk zijn, omdat hun gezindheid te wild arrogant is, is het erg moeilijk voor hen om aan Gods verlangen tegemoet te komen of om loyaal te zijn aan God; daarom kunnen ze hun individuele wensen vaak niet uitvoeren of hun beloften aan God nakomen. Ze bevinden zich vaak in een tegenstrijdige gesteldheid: ze willen God heel graag in de grootst mogelijke mate tevreden stellen, maar toch gebruiken ze al hun macht om zich tegen Hem te verzetten; ze leggen vaak geloften af aan God, maar onttrekken zich snel aan hun eed. Nog vaker bevinden ze zich in andere tegenstrijdige gesteldheden: ze geloven oprecht in God en toch ontkennen ze Hem en alles wat van Hem komt; ze hopen vurig dat God hen zal verlichten, leiden, voorzien en helpen, maar toch zoeken ze hun eigen uitweg. Ze willen God begrijpen en kennen, maar toch zijn ze niet bereid om dicht bij Hem te komen. In plaats daarvan mijden ze God altijd; hun harten zijn gesloten voor Hem. Hoewel ze een oppervlakkig begrip en ervaring hebben van de letterlijke betekenis van Gods woorden en van de waarheid, en een oppervlakkig concept van God en waarheid, kunnen ze onbewust nog steeds niet bevestigen of bepalen of God de waarheid is; ze kunnen niet bevestigen of God echt rechtvaardig is; noch kunnen zij de echtheid van Gods gezindheid en wezen bepalen, laat staan Zijn ware bestaan. Hun geloof in God bevat altijd twijfels en misverstanden, en het bevat ook ideeën en opvattingen. Terwijl ze genieten van Gods genade, ervaren of praktiseren ze ook met tegenzin sommige waarheden waarvan zij geloven dat ze haalbaar zijn, om hun geloof te verrijken, om hun ervaring in het geloof in God te vergroten, om hun begrip van geloven in God te verifiëren, ter bevrediging van hun ijdelheid over het wandelen op het levenspad dat zij zelf hebben ingesteld en het bereiken van een rechtvaardige zaak van de mensheid. Tegelijkertijd doen ze deze dingen ook om hun eigen verlangen naar het verwerven van zegeningen te bevredigen, om een gok te wagen zodat ze grotere zegeningen van de mensheid kunnen dragen, om het ambitieuze streven en de levenslange wens te bereiken om niet te rusten tot zij God verkregen hebben. Deze mensen zijn zelden in staat om Gods verlichting te verkrijgen, want hun verlangen en hun voornemen om zegeningen te ontvangen zijn voor hen te belangrijk. Ze talen er niet naar om dit op te geven en zouden dat ook niet over hun hart kunnen verkrijgen. Ze zijn bang de motivatie om in God te geloven te verliezen zonder het verlangen om zegeningen te krijgen, zonder de lang gekoesterde ambitie om niet te rusten voordat ze God hebben verkregen. Daarom willen ze de realiteit niet onder ogen zien. Ze willen Gods woorden of Gods werk niet onder ogen zien. Ze willen Gods gezindheid of wezen niet onder ogen zien, laat staan dat ze het onderwerp van het kennen van God ter sprake willen brengen. Dit komt omdat wanneer God, Zijn wezen en Zijn rechtvaardige gezindheid hun verbeelding vervangen, hun dromen in rook zullen opgaan; hun zogenaamd pure geloof en ‘verdiensten’, opgespaard door jarenlang nauwgezet werk, zullen verdwijnen en niets meer waard zijn; hun ‘territorium’ dat ze in de loop van de jaren met hun zweet en bloed hebben veroverd, zal op instorten staan. Dit zal betekenen dat hun vele jaren van hard werken en inspanning nutteloos zijn geweest, dat ze opnieuw met niets moeten beginnen. Dit is de moeilijkste pijn voor hen om in hun hart te verdragen, en het is het resultaat dat zij het minst wensen te zien; daarom zijn ze altijd opgesloten in dit soort patstelling en weigeren ze terug te keren. Dit is het derde type persoon: de persoon die leeft in het stadium van het gespeende kind.

De drie soorten mensen die hierboven zijn beschreven – met andere woorden, de mensen die in deze drie stadia leven – hebben geen echt geloof in Gods identiteit en status of in Zijn rechtvaardige gezindheid, noch hebben ze enige duidelijke, definitieve erkenning of bevestiging van deze dingen. Daarom is het erg moeilijk voor deze drie soorten mensen om de realiteit van de waarheid binnen te gaan, en het is ook moeilijk voor hen om Gods genade, verlichting of illuminatie te ontvangen, omdat de manier waarop zij in God geloven en hun verkeerde houding ten opzichte van God het voor Hem onmogelijk maakt om werk in hun harten te verrichten. Hun twijfels, misvattingen en verbeeldingen met betrekking tot God hebben hun geloof en kennis van God overtroffen. Dit zijn drie soorten mensen die erg veel risico lopen en vormen drie zeer gevaarlijke stadia. Wanneer iemand een houding van twijfel houdt tegenover God, Gods wezen, Gods identiteit, de kwestie of God de waarheid is en de echtheid van Zijn bestaan, en niet zeker van deze dingen kan zijn, hoe kan iemand dan alles accepteren wat van God komt? Hoe kan iemand het feit accepteren dat God de waarheid, de weg en het leven is? Hoe kan iemand Gods tuchtiging en oordeel accepteren? Hoe kan iemand Gods redding accepteren? Hoe kan zo iemand Gods ware leiding en voorziening verkrijgen? Degenen die in deze drie fasen verkeren, kunnen zich verzetten tegen God, oordelen over God, God lasteren of God op enig moment verraden. Ze kunnen de ware weg en God op ieder moment verlaten. Je kunt zeggen dat mensen in deze drie stadia in een kritieke periode zitten, want ze zijn niet op het juiste spoor gekomen om in God te geloven.

Het vierde type: de fase van het volwassen wordende kind, ofwel de kindertijd

Nadat iemand is gespeend, dat wil zeggen, nadat men een ruime hoeveelheid genade heeft genoten, begint men te onderzoeken wat het betekent om in God te geloven, om verschillende vragen te willen begrijpen, zoals waarom de mens leeft, hoe de mens moet leven en waarom God Zijn werk aan de mens uitvoert. Wanneer deze onduidelijke gedachten en verwarde gedachtepatronen bij hen naar boven komen en in hen bestaan, ontvangen ze voortdurend bewatering en zijn ze ook in staat om hun plicht te vervullen. Gedurende deze periode hebben ze geen twijfels meer over de waarheid van Gods bestaan, en hebben ze een nauwkeurig begrip van wat het betekent om in God te geloven. Op dit fundament hebben ze een geleidelijke kennis van God en krijgen ze geleidelijk een aantal antwoorden op hun onduidelijke gedachten en verwarde gedachtepatronen over Gods gezindheid en wezen. Wat betreft hun veranderingen in gezindheid en hun kennis van God, beginnen mensen in deze fase het juiste pad te bewandelen en gaan ze een overgangsperiode in. In deze fase beginnen mensen leven te ontvangen. Duidelijke aanwijzingen van het bezit van leven zijn de geleidelijke oplossing van de verschillende vragen met betrekking tot het kennen van God die mensen in hun hart hebben – misverstanden, verbeeldingen, opvattingen en vage definities van God – dat ze niet alleen werkelijk in de echtheid van Gods bestaan geloven en deze kennen, maar dat ze ook een nauwkeurige definitie van God krijgen en in hun hart de juiste plaats voor God hebben, dat waarachtig volgen van God hun vage geloof vervangt. Tijdens deze fase leren mensen geleidelijk hun misvattingen tegenover God en hun verkeerde bezigheden en manieren van geloven kennen. Ze beginnen naar de waarheid te hunkeren, ze hunkeren naar het ervaren van Gods oordeel, kastijding en discipline, hunkeren naar een verandering in hun gezindheid. Ze verlaten geleidelijk alle soorten opvattingen en verbeeldingen van God in deze fase; tegelijkertijd veranderen en corrigeren ze hun onjuiste kennis van God en verkrijgen ze wat correcte fundamentele kennis van God. Hoewel een deel van de kennis waarover mensen in deze fase beschikken niet al te specifiek of nauwkeurig is, laten ze op zijn minst geleidelijk aan hun opvattingen, verkeerde kennis en misverstanden over God varen; ze handhaven niet langer hun eigen opvattingen en fantasieën ten opzichte van God. Ze beginnen te leren hoe dingen op te geven – dingen verkregen uit hun eigen opvattingen, van kennis en van Satan; ze worden bereid om zich te onderwerpen aan correcte en positieve dingen, zelfs aan dingen die voortkomen uit Gods woorden en in overeenstemming zijn met de waarheid. Ze beginnen ook te proberen om Gods woorden te ervaren, persoonlijk Zijn woorden te kennen en uit te voeren, Zijn woorden te accepteren als de beginselen van hun daden en als basis om hun gezindheid te veranderen. Tijdens deze periode accepteren mensen onbewust Gods oordeel en tuchtiging, accepteren ze onbewust Gods woorden als hun leven. Terwijl ze Gods oordeel en tuchtiging accepteren en Gods woorden accepteren, worden ze zich steeds meer bewust en kunnen ze aanvoelen dat de God waar ze in hun hart in geloven werkelijk bestaat. In Gods woorden, hun ervaringen en hun leven, voelen ze steeds meer dat God altijd de leiding heeft gehad over het lot van de mens, de mens heeft geleid en voor de mens heeft voorzien. Door hun omgang met God bevestigen zij geleidelijk aan Gods bestaan. Daarom, voordat ze het beseffen, hebben ze al onbewust ingestemd met en vast geloofd in Gods werk, en hebben ze Gods woorden goedgekeurd. Als mensen eenmaal Gods woorden goedkeuren en Gods werk goedkeuren, verloochenen zij zichzelf onophoudelijk, verloochenen hun eigen opvattingen, verloochenen hun eigen kennis, verloochenen hun eigen fantasieën en proberen tegelijkertijd onophoudelijk te zoeken naar wat de waarheid en wat Gods wil is. De kennis van mensen over God is vrij oppervlakkig tijdens deze periode van ontwikkeling – ze zijn zelfs niet in staat om deze kennis duidelijk uit te drukken in woorden, noch kunnen ze er specifiek over uitweiden – en ze hebben alleen een scherpzinnig begrip; echter, in tegenstelling tot de voorgaande drie fasen, hebben de onvolwassen levens van mensen in deze periode al bewatering en de toevoer van Gods woorden gekregen en zijn ze al begonnen te ontspruiten. Het is als een in de grond begraven zaadje; na het verkrijgen van vocht en voedingsstoffen zal het uit de grond opkomen; zijn ontkiemen vertegenwoordigt de geboorte van een nieuw leven. Met deze geboorte van een nieuw leven kan iemand een glimp opvangen van de indicaties van het leven. Met het leven zullen mensen daardoor groeien. Daarom zal op deze fundamenten – geleidelijk op weg op het juiste pad van het geloof in God, het opgeven van hun eigen opvattingen, het verkrijgen van Gods leiding – het leven van mensen onvermijdelijk stap voor stap groeien. Op welke basis wordt deze groei gemeten? Deze wordt gemeten naar hun ervaring met Gods woorden en hun ware begrip van Gods rechtvaardige gezindheid. Hoewel ze het heel moeilijk vinden om hun eigen woorden te gebruiken om hun kennis van God en Zijn wezen nauwkeurig te beschrijven tijdens deze groeiperiode, is deze groep mensen niet langer subjectief bereid plezier na te streven door het genieten van Gods genade, of om hun doel achter het geloven in God na te streven, namelijk het verkrijgen van Zijn genade. In plaats daarvan zijn ze bereid om te proberen naar Gods woord te leven, om een voorwerp van Gods redding te worden. Bovendien bezitten ze het vertrouwen en zijn ze klaar om Gods oordeel en tuchtiging te accepteren. Dit is het kenmerk van een persoon in de fase van groei.

Hoewel mensen in deze fase enige kennis hebben van Gods rechtvaardige gezindheid, is deze kennis erg vaag en onduidelijk. Terwijl ze dit niet duidelijk kunnen uitwerken, hebben ze het gevoel dat ze intern al iets hebben gewonnen, want ze hebben een zekere mate van kennis en begrip van Gods rechtvaardige gezindheid verkregen door Gods tuchtiging en oordeel; het is echter allemaal tamelijk oppervlakkig en het bevindt zich nog in een elementaire fase. Deze groep mensen heeft een concreet gezichtspunt waarmee ze Gods genade benaderen. Dit gezichtspunt komt tot uiting in de veranderingen van de doelstellingen die zij nastreven en de manier waarop zij deze nastreven. Ze hebben al gezien – in Gods woorden en werk, in allerlei soorten eisen die Hij stelt aan de mens en in Zijn openbaringen van de mens – dat als ze nog steeds de waarheid niet nastreven, als ze nog steeds niet proberen de realiteit na te streven, als ze nog steeds niet proberen God tevreden te stellen en te kennen terwijl zij Zijn woorden ervaren, dat zij dan de betekenis van het geloven in God zullen verliezen. Ze zien dat, hoezeer ze ook genieten van Gods genade, ze hun gezindheid niet kunnen veranderen, God niet tevreden kunnen stellen en Hem niet kunnen kennen, en dat als mensen voortdurend leven onder Gods genade, ze nooit groei zullen bereiken, nooit leven zullen krijgen en nooit in staat zullen zijn om redding te ontvangen. Kortom, als iemand Gods woorden niet echt kan ervaren en God niet door Zijn woorden kan kennen, zal hij eeuwig in de fase van een heel jong kind blijven en nooit een enkele stap voorwaarts nemen in de groei van zijn leven. Als je voor altijd in de fase van een heel jong kind leeft, als je nooit de realiteit van Gods woord binnengaat, als je nooit Gods woord ervaart als je leven, als je nooit het ware geloof en kennis van God bezit, is het dan mogelijk dat je door God compleet gemaakt wordt? Iedereen die de realiteit van Gods woord binnengaat, iedereen die Gods woord als zijn leven aanvaardt, iedereen die begint met het accepteren van Gods tuchtiging en oordeel, iedereen wiens verdorven gezindheid begint te veranderen, en iedereen die een hart heeft dat hunkert naar waarheid, heeft daarom een verlangen om God te kennen, heeft een verlangen om Gods redding te accepteren – deze mensen zijn degenen die echt het leven bezitten. Dit is echt het vierde type persoon, het volwassen wordende kind, de persoon in de fase van de kindertijd.

Het vijfde type: de fase van het volwassen leven, ofwel de volwassen fase

Nadat ze de dribbelfase van de kindertijd hebben meegemaakt, deze groeifase vol herhaalde kenteringen, zijn de levens van mensen al gestabiliseerd, houden hun stappen vooruit niet langer op en is niemand in staat om hen nog te belemmeren. Hoewel het pad dat voor hen ligt nog ruw en ruig is, zijn ze niet langer zwak of angstig; ze struikelen niet langer vooruit en raken niet langer gedesoriënteerd. Hun fundamenten zijn diep geworteld in de echte ervaring van Gods woord. Hun harten zijn aangetrokken door Gods waardigheid en grootheid. Ze hunkeren ernaar om Gods voetstappen te volgen, Gods wezen te kennen, God in Zijn geheel te kennen.

Mensen in deze fase weten al duidelijk in wie ze geloven en ze weten duidelijk waarom ze in God moeten geloven en wat de betekenis is van hun eigen individuele leven; ze weten ook duidelijk dat alles wat God uitdrukt de waarheid is. In hun vele jaren van ervaring beseffen ze dat men zonder Gods oordeel en tuchtiging nooit in staat zal zijn om God tevreden te stellen of te kennen, noch ooit echt in staat zal zijn om voor God te verschijnen. Binnen de individuele harten van deze mensen is een sterk verlangen om door God te worden beproefd, om Gods rechtvaardige gezindheid te zien terwijl men wordt beproefd, om een zuiverder liefde te bereiken, en tegelijkertijd in staat te zijn God echter te begrijpen en te kennen. Degenen die tot deze fase behoren, hebben van de fase van het jonge kind al volledig afscheid genomen, de fase van het genieten van Gods genade en het eten van brood en het gevuld zijn. Ze hebben niet langer de buitenissige hoop dat God hen zal tolereren en hun genade zal betonen; integendeel, zij vertrouwen er op Gods onophoudelijke tuchtiging en oordeel te ontvangen en hopen daarop, om zich zo te scheiden van hun verdorven gezindheid en God tevreden te stellen. Hun kennis van God, hun bezigheden of de uiteindelijke doelen van hun bezigheden: deze dingen zijn allemaal heel duidelijk in hun hart. Daarom hebben mensen in de volwassen fase al volledig afscheid genomen van de fase van vaag geloof, de fase waarin ze vertrouwen op genade voor redding, de fase van het onvolwassen leven dat niet bestand is tegen beproevingen, de fase van vaagheid, de fase van tasten, de fase van vaak geen pad hebben om te bewandelen, de onstabiele periode van afwisselend plotselinge hitte en kou, en de fase waarin men God volgt met toegedekte ogen. Zo iemand ontvangt vaak Gods verlichting en illuminatie en houdt zich vaak bezig met ware omgang en communicatie met God. Men kan zeggen dat mensen die in deze fase leven al een deel van Gods wil begrepen hebben; ze zijn in staat om de principes van de waarheid te vinden in alles wat ze doen; ze weten hoe Gods verlangen te bevredigen. Bovendien hebben ze ook het pad gevonden om God te kennen en zijn ze begonnen te getuigen van hun kennis van God. Tijdens het proces van geleidelijke groei hebben ze een geleidelijk begrip en kennis van Gods wil, van Gods wil in het scheppen van de mensheid, van Gods wil in het beheren van de mensheid; daarnaast hebben zij ook geleidelijk begrip en kennis van Gods rechtvaardige gezindheid als het om de hoofdzaak gaat. Geen enkele menselijke opvatting of verbeelding kan deze kennis vervangen. Hoewel men niet kan zeggen dat iemands leven in de vijfde fase volledig volwassen is en deze persoon niet rechtvaardig of volledig genoemd kan worden, heeft zo iemand al een stap gezet naar de fase van volwassenheid in het leven; zo’n persoon is al in staat om voor God te verschijnen, om oog in oog te staan met Gods woord en oog in oog met God. Omdat zulk soort mensen zoveel van Gods woord hebben ervaren, ontelbare beproevingen hebben meegemaakt en ontelbare voorbeelden van discipline, oordeel en tuchtiging van God hebben ervaren, is hun onderwerping aan God niet relatief maar absoluut. Hun kennis van God is getransformeerd van onderbewuste naar heldere en precieze kennis, van oppervlakkig naar diep, van wazig en vaag naar nauwgezet en tastbaar, en van zwaar geklungel en passief gezoek zijn ze overgegaan naar moeiteloze kennis en proactief getuigen. Men kan zeggen dat mensen in deze fase de realiteit van de waarheid van Gods woord bezitten, dat zij een pad naar vervolmaking zijn ingeslagen zoals dat van Petrus. Dit is het vijfde type persoon, iemand die leeft in een staat van volwassen zijn – de volwassen fase.

14 december 2013

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’ 

❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿

🍒🍒 Mogelijk vindt u dit ook interessant: christelijke apps



Almachtige God zegt: “Waarom werkt God zo? Waarom behandelt God iedereen zo? Wat voor soort resultaat wil Hij zien? Dit is de essentie van wat ik jullie wil vertellen: God wil zien of deze persoon het type is dat God vreest en het kwade mijdt. ”


Gods woorden ‘Hoe Gods gezindheid te kennen en het resultaat van Zijn werk’ Deel twee

Bewandel Gods weg: vrees God en mijd het kwaad

   Er is een gezegde waar jullie aantekeningen van moeten maken. Ik geloof dat dit gezegde heel belangrijk is, want mij komt het elke dag talloze keren voor de geest. Waarom is dat? Omdat elke keer als ik voor iemand sta, elke keer als ik iemands verhaal hoor, elke keer als ik hoor over iemands ervaring of zijn of haar getuigenis van het geloof in God, ik altijd dit gezegde gebruik om te bepalen of dit individu het type persoon is dat God wil, het type persoon dat God leuk vindt. Dus wat is dit gezegde dan? Nu wachten jullie allemaal met spanning. Wanneer ik het spreekwoord onthul, voelen jullie je misschien teleurgesteld omdat er mensen zijn die dit al jarenlang lippendienst bewijzen. Maar wat mij betreft, ik heb het nooit enige lippendienst bewezen. Dit gezegde leeft in mijn hart. Dus wat is dit gezegde? Het is “Bewandel Gods weg: vrees God en mijd het kwade.” Is dit geen buitengewoon simpele uitdrukking? Maar hoewel het gezegde eenvoudig is, zal iemand die er echt een diep begrip voor heeft, het gevoel hebben dat het van grote waarde is; dat het veel waarde heeft voor het praktiseren van je geloof; dat het de taal van het leven is met de realiteit van de waarheid; dat het een levenslange doelstelling is om naar te streven voor degenen die God willen behagen; en dat het een levenslange weg is om naar te streven door iedereen die rekening houdt met Gods intenties. Dus wat denken jullie: is dit gezegde waarheid? Heeft het die betekenis? Misschien zijn er sommige mensen die over dit gezegde nadenken, proberen het te begrijpen en nog sommigen die er achterdochtig tegenover staan: is dit gezegde erg belangrijk? Is het erg belangrijk? Is het zo noodzakelijk en verdient het nadruk? Misschien zijn er sommige mensen die dit gezegde niet zo leuk vinden omdat ze denken dat het bewandelen van Gods weg en het terugbrengen hiervan tot dit gezegde veel te simpel geredeneerd is. Als je alles neemt wat God heeft gezegd en het samenvat in één gezegde: is dit niet een manier om God te onbetekenend te maken? Is dat zo? Het kan zijn dat de meesten van jullie de diepe betekenis achter deze woorden niet helemaal begrijpen. Hoewel jullie er nota van hebben genomen, zijn jullie niet van plan dit gezegde in jullie hart op te nemen; jullie schrijven het gewoon op in jullie notitieboek en bekijken het nog eens en overdenken het in jullie vrije tijd. Er zijn andere mensen die niet eens de moeite nemen om het gezegde uit het hoofd te leren, laat staan om het goed te gebruiken. Maar waarom bespreek ik dit gezegde? Ongeacht jullie mening, of wat jullie zullen denken, moet ik dit gezegde bespreken omdat het uitermate relevant is voor hoe God de uitkomsten van de mens bepaalt. Het maakt niet uit wat jullie huidige idee over dit gezegde is, of hoe jullie het behandelen, ik ga jullie toch vertellen: als iemand dit gezegde goed kan toepassen en de norm van God vrezen en het kwaad mijden kan bereiken, dan zijn ze zeker een overlevende, dan zijn ze zeker iemand met een goed einde. Als je niet kunt voldoen aan de norm die door deze uitspraak wordt gegeven, dan zou je kunnen zeggen dat je uitkomst onbekend is. Dus spreek ik met jullie over dit gezegde voor jullie eigen geestelijke voorbereiding, zodat jullie weten wat voor soort norm God gebruikt om jullie te meten. Zoals ik zojuist heb besproken, is dit gezegde uiterst relevant voor Gods redding van de mens en hoe Hij de uitkomst van de mens vaststelt. Waarin ligt deze relevantie? Jullie zouden het heel graag willen weten, dus we zullen er vandaag over praten.

God maakt gebruik van verschillende beproevingen om te testen of mensen God vrezen en het kwaad mijden

In elk tijdperk schenkt God een aantal woorden aan de mens wanneer Hij in de wereld werkt en de mens over enkele waarheden vertelt. Deze waarheden dienen als de weg die de mens moet aanhouden, de weg die de mens moet bewandelen, de weg waarlangs de mens God kan vrezen en het kwade kan mijden, en de weg waarlangs mensen zich in hun leven, in de loop van hun levensreis in praktijk moeten brengen en aanhangen. Om deze redenen schenkt God deze woorden aan de mens. Deze woorden die van God komen, moeten door de mens worden nageleefd, om leven te ontvangen. Als een persoon zich er niet aan houdt, ze niet in praktijk brengt en Gods woorden niet naleeft in zijn leven, dan brengt deze persoon de waarheid niet in praktijk. En als ze de waarheid niet in de praktijk brengen, dan vrezen ze God niet en mijden ze het kwade niet en kunnen ze God niet tevreden stellen. Als iemand God niet tevreden kan stellen, dan kunnen ze Gods lof niet ontvangen; zo’n persoon ontvangt geen uitkomst. Dus hoe bepaalt God in de loop van Zijn werk iemands uitkomst? Welke methode gebruikt God om de uitkomst van de mens vast te stellen? Misschien is het jullie nog niet helemaal duidelijk, maar wanneer ik jullie het proces vertel, zal het heel duidelijk worden. Dit komt omdat veel mensen het zelf al hebben ervaren.

In de loop van Gods werk, van het begin tot nu toe, heeft God beproevingen gegeven aan elk persoon – of je zou kunnen zeggen, elke persoon die Hem volgt – en deze beproevingen zijn er in verschillende afmetingen. Er zijn degenen die het proces hebben meegemaakt om door hun familie te worden afgewezen; degenen die het proces van een ongunstige omgeving hebben meegemaakt; degenen die hebben meegemaakt dat ze gearresteerd en gemarteld werden; degenen die de beproeving ervaren hebben dat ze werden geconfronteerd met een keuze; en degenen die de beproeving van geld en status hebben doorstaan. Over het algemeen heeft ieder van jullie te maken gehad met allerlei soorten beproevingen. Waarom werkt God zo? Waarom behandelt God iedereen zo? Wat voor soort resultaat wil Hij zien? Dit is de essentie van wat ik jullie wil vertellen: God wil zien of deze persoon het type is dat God vreest en het kwade mijdt. Wat dit betekent is dat wanneer God je een beproeving geeft, waardoor je geconfronteerd wordt met een of andere omstandigheid, Hij wil testen of je iemand bent die God vreest, en het kwade mijdt. Als iemand wordt geconfronteerd met de plicht om een offergave te bewaren en ze in contact komen met Gods offer, denk je dan dat dit iets is dat God heeft geregeld? Geen vraag! Alles wat je meemaakt, heeft God geregeld. Wanneer je geconfronteerd wordt met deze zaak, zal God je in het geheim observeren, kijkend hoe je kiest, hoe je in praktijk brengt, waaraan je denkt. Het eindresultaat is waar God het meest mee bezig is, omdat dit het resultaat is dat Hem in staat stelt om te meten of je Gods norm in deze beproeving hebt bereikt. Wanneer mensen echter geconfronteerd worden met een bepaalde kwestie, denken ze er vaak niet over na waarom ze ermee worden geconfronteerd, of over de norm die door God wordt geëist. Ze denken niet na over wat God van hen wil zien, wat Hij van hen wil ontvangen. Wanneer ze met deze kwestie worden geconfronteerd, denken deze mensen alleen maar: “Dit is iets waar ik voor kom te staan; ik moet voorzichtig zijn, niet onvoorzichtig! Wat er ook gebeurt, dit is wat God me geeft, en hier kan ik met mijn verstand niet bij.” Deze persoon denkt dat hij of zij zijn verantwoordelijkheid kan nemen door een dergelijk simplistisch standpunt in te nemen. Zou God tevreden zijn met het resultaat van deze beproeving? Of zou Hij niet tevreden zijn? Jullie kunnen dit bespreken. (Als mensen God in hun hart vrezen, dan zullen zij, wanneer zij worden geconfronteerd met de plicht die hen in staat stelt om contact te maken met Gods offer, overwegen hoe gemakkelijk het zou zijn om God te beledigen, dus zouden zij zeker voorzichtig zijn.) Je antwoord gaat de goede kant op, maar het is er nog niet helemaal. Gods wegen bewandelen heeft niets te maken met het in acht nemen van oppervlakkige regels. Het betekent eigenlijk dat wanneer je geconfronteerd wordt met een zaak, je dit in de eerste plaats moet zien als een omstandigheid die is geregeld door God, een verantwoordelijkheid, door Hem aan jou geschonken, door Hem aan jou toevertrouwd en dat wanneer je geconfronteerd wordt met deze zaak, je het zelfs als een beproeving van God zou moeten zien. Wanneer je deze kwestie onder ogen ziet, moet je er een norm voor hebben, je moet eraan denken dat het van God is gekomen. Je moet er over nadenken hoe je met deze zaak om moet gaan, zodat je verantwoordelijkheid kunt nemen en trouw aan God kunt zijn; hoe je het zo kunt doen dat je God niet woedend maakt of Zijn gezindheid niet beledigt. We hebben zojuist gesproken over veilig bewaren van het geofferde. Deze zaak heeft te maken met offeren en het is ook jouw plicht, jouw verantwoordelijkheid. Je bent verplicht om deze verantwoordelijkheid te dragen. Maar wanneer je geconfronteerd wordt met deze zaak, is er dan iets verleidelijks aan? Jazeker! Waar komt deze verleiding vandaan? Deze verleiding komt van Satan en komt ook voort uit de slechte, verdorven gezindheid van de mens. Omdat er verleiding is, houdt dit ook een getuigenis in; die getuigenis is ook jouw verantwoordelijkheid en plicht. Sommige mensen zeggen: “Dit is zo’n kleine zaak; is het echt nodig om het zo op te blazen?” Ja, dat is het! Want wanneer we Gods wegen bewandelen, kunnen we niets verwaarlozen wat met onszelf te maken heeft, of met iets dat om ons heen gebeurt, zelfs niet de kleine dingen. Het maakt niet uit of we denken dat we er aandacht aan moeten schenken of niet, wanneer we ermee geconfronteerd worden, moeten we het niet verwaarlozen. Alles moet als Gods test voor ons worden beschouwd. Hoe is deze houding? Als je zo’n houding hebt, dan bevestigt het één feit: je hart vreest God en je hart is bereid om het kwade te mijden. Als je dit verlangen hebt om God tevreden te stellen, dan ligt wat je in praktijk brengt niet ver van de norm om God te vrezen en het kwade te mijden.

Er zijn vaak mensen die geloven dat de zaken die niet veel aandacht krijgen van mensen, de zaken die gewoonlijk niet worden genoemd – slechts onbeduidende kleinigheden zijn en dat ze niets te maken hebben met het in praktijk brengen van de waarheid. Wanneer deze mensen zoiets onder ogen krijgen, besteden ze er niet veel aandacht aan en laten ze het gaan. Maar in feite is deze zaak een les waarvoor je zou moeten leren, een les over hoe je God moet vrezen, hoe je het kwaad kunt mijden. Bovendien, waar je nog meer mee bezig zou moeten zijn, is weten wat God doet wanneer deze zaak zich voordoet die je onder ogen moet zien. God staat aan jouw kant en observeert al je woorden en daden, Hij observeert wat je doet, je geest verandert – dit is Gods werk. Sommige mensen zeggen: “Waarom voel ik het dan niet?” Je hebt het niet gevoeld, omdat de weg om God te vrezen en het kwade te mijden niet het belangrijkste is waar je je aan houdt. Daarom kun je het subtiele werk van God in de mens niet voelen, wat je kunt merken aan de verschillende gedachten en verschillende handelingen van mensen. Je bent een warhoofd! Wat is een grote zaak? Wat is een kleine zaak? Alle zaken die te maken hebben met het bewandelen van Gods weg zijn niet verdeeld in groot of klein. Kunnen jullie dat accepteren? (Ja) In termen van alledaagse zaken zijn er dingen die mensen als heel groot en belangrijk, en andere die als klein en onbetekenend worden beschouwd. Mensen beschouwen deze grote zaken vaak als zeer belangrijk en beschouwen ze als door God gezonden. Echter, in de loop van deze grote zaken die zich voordoen, begrijpen mensen vaak Gods bedoelingen niet, ze hebben er geen inzicht in, en bereiken niet echt wat van waarde is vanwege de onvolwassen gestalte van de mens en vanwege het slechte kaliber van de mens. Wat de kleine zaken betreft, deze worden eenvoudigweg over het hoofd gezien door de mens en glippen beetje bij beetje weg. Daardoor hebben ze veel kansen verloren om door God te worden onderzocht, om door Hem te worden getest. Mocht je altijd de mensen, dingen en zaken over het hoofd zien en de omstandigheden die God voor je regelt, wat zal dit betekenen? Het betekent dat je elke dag, zelfs elk moment altijd afziet van Gods perfectie van jou en Gods leiderschap. Wanneer God een omstandigheid voor je regelt, let Hij in het geheim op, kijkend naar je hart, kijkend naar je gedachten en overwegingen, kijkend naar hoe je denkt, kijkend naar hoe je zal handelen. Als je een zorgeloos persoon bent – een persoon die nooit serieus nagedacht heeft over Gods weg, Gods woord of de waarheid – dan zul je niet oplettend zijn, je zult geen aandacht schenken aan datgene wat God wil voltooien en wat God van je eist wanneer Hij omstandigheden voor je regelt. Je zult ook niet weten hoe de mensen, dingen en zaken die je tegenkomt zich verhouden tot de waarheid of Gods intenties. Hoe zal God verder gaan nadat je geconfronteerd bent met herhaalde omstandigheden en herhaalde beproevingen zoals deze, waarbij God geen enkele verbetering bij je ziet? Na herhaaldelijke beproevingen, maak je God niet groot in je hart, en je behandelt de omstandigheden die God voor je regelt niet zoals zij zijn – als een beproeving of een test van God. Eerder verwerp je een voor een de kansen die God je schenkt, en je laat ze keer op keer wegglippen. Is dit geen enorme ongehoorzaamheid van de mens? (Ja.) Zal God hierdoor bedroefd zijn? (Ja.) God zal niet bedroefd zijn! Jullie zijn weer geschokt als jullie me zo horen praten. Werd er immers niet eerder gezegd dat God altijd verdrietig is? God zal niet bedroefd zijn? Wanneer zal God dan bedroefd zijn? Hoe dan ook, God zal niet bedroefd zijn door deze situatie. Wat is dan Gods houding ten opzichte van het hierboven geschetste gedrag? Wanneer mensen de beproevingen afwijzen, de tests, die God ze zendt, wanneer ze zich eraan onttrekken, is er slechts één houding die God heeft tegenover deze mensen. Welke houding is dit? God wijst zo’n soort persoon af vanuit de grond van Zijn hart. Er zijn twee betekenislagen voor het woord ‘afwijzen’. Hoe leg ik ze uit? Diep van binnen draagt het woord de betekenis van afkeer, van haat. En wat betreft de tweede betekenis? Dat is het deel dat inhoudt dat je iets opgeeft. Jullie weten allemaal wat ‘opgeven’ betekent, correct? Kort gezegd, afwijzen betekent Gods ultieme reactie en houding ten opzichte van die mensen die zich op een dergelijke manier gedragen. Het is extreme haat jegens hen, walging, en dus de beslissing om hen te verlaten. Dit is de uiteindelijke beslissing van God ten opzichte van iemand die nog nooit Gods wegen heeft bewandeld, die nooit God heeft gevreesd en het kwaad heeft gemeden. Kunnen jullie nu allemaal het belang inzien van wat ik hier heb besproken?

Begrijpen jullie nu de methode die God gebruikt om de uitkomst van de mens vast te stellen? (Elke dag verschillende omstandigheden regelen.) Verschillende omstandigheden regelen – dit is wat mensen kunnen zien en voelen. Wat is Gods motief hiervoor dan? Het motief is dat God elke persoon beproevingen op verschillende manieren, op verschillende tijdstippen en op verschillende plaatsen wil geven. Welke aspecten van de mens worden getest in een proef? Of je al dan niet het soort persoon bent dat God vreest en het kwaad mijdt in elke zaak waar je mee geconfronteerd wordt, waar je over hoort, die je ziet, en die je persoonlijk ervaart. Iedereen zal worden geconfronteerd met dit soort beproevingen, omdat God eerlijk is tegenover alle mensen. Sommige mensen zeggen: “Ik geloof al vele jaren in God; hoe komt het dat ik niet ben getest?” Je hebt het gevoel dat je niet bent getest omdat, wanneer God de omstandigheden voor je heeft geregeld, je ze niet serieus hebt genomen, en je niet Gods weg hebt willen gaan. Dus je hebt gewoon geen idee van Gods beproevingen. Sommige mensen zeggen: “Ik heb een paar beproevingen doorstaan, maar ik ken de juiste weg van oefenen niet. Ook al heb ik beoefend, ik weet nog steeds niet of ik tijdens de proeven stand heb gehouden.” Mensen met een dergelijke situatie zijn absoluut niet in de minderheid. Dus wat is dan de norm waarmee God mensen meet? Het is precies zoals ik zojuist zei: alles wat je doet, alles wat je denkt, en alles wat je uitdrukt, is dat God vrezen en het kwaad mijden? Zo kan worden bepaald of je een persoon bent die God vreest en het kwade mijdt. Is dit een eenvoudig concept? Het is makkelijk gezegd, maar is het makkelijk om in praktijk te brengen? (Het is niet zo eenvoudig.) Waarom is het niet zo makkelijk? (Omdat mensen God niet kennen, niet weten hoe God de mens vervolmaakt, en dus weten ze niet hoe ze de waarheid moeten zoeken om hun problemen op te lossen; mensen moeten verschillende beproevingen ondergaan, louteringen, tuchtigingen en oordelen, voordat zij werkelijk God vrezen.) Jullie zeggen het zo, maar wat jullie betreft, vrees God en mijd het kwade, lijkt op dit moment gemakkelijk uitvoerbaar. Waarom zeg ik dit? Omdat jullie naar veel preken hebben geluisterd en veel hebben meegekregen van de realiteit van de waarheid. Dit heeft jullie in staat gesteld om te begrijpen hoe jullie God moeten vrezen en het kwade mijden in termen van theorie en denken. Met betrekking tot de manier waarop jullie God moeten vrezen en het kwaad mijden, heeft dit allemaal geholpen en jullie het gevoel gegeven dat zoiets gemakkelijk te bereiken is. Waarom kunnen mensen het dan eigenlijk nooit bereiken? Dit komt omdat de essentie van de menselijke natuur God niet vreest en van het kwade houdt. Dat is de echte reden.

Niet God vrezen en het kwaad vermijden, is tegen God zijn

Laten we beginnen met de vraag waar dit gezegde “God vrezen en het kwade mijden” vandaan komt. (Het boek Job.) Nu jullie Job hebben genoemd, laten we het over hem hebben. Was God in de tijd van Job bezig met de redding en overwinning van de mens? Nee hè? En wat Job betreft, hoeveel kennis had hij toen van God? (Niet veel.) En hoe verhoudt die kennis van God zich tot de kennis die jullie nu hebben? Hoe kan het komen dat jullie hier niet op durven te antwoorden? Was Jobs kennis meer of minder dan de kennis die jullie nu hebben? (Minder.) Dit is een heel eenvoudige vraag om te beantwoorden. Minder! Dit is zeker! Jullie staan nu oog in oog met God en oog in oog met Gods woord. Jullie kennis van God is veel groter dan die van Job. Waarom breng ik dit naar voren? Waarom spreek ik zo? Ik zou graag een feit aan jullie willen uitleggen, maar voordat ik dat doe, wil ik jullie een vraag stellen: Job wist heel weinig van God, toch kon hij God vrezen en het kwade mijden. Dus hoe komt het dat mensen er tegenwoordig niet in slagen dit te doen? (Ze zijn diep verdorven.) Diep verdorven – dat is het oppervlakkige bij deze vraag, maar ik zal het nooit zo zien. Jullie nemen vaak doctrines en letters waar jullie vaak over spreken, zoals ‘diepe verdorvenheid’, ‘rebelleren tegen God’, ‘ontrouw jegens God’, ‘ongehoorzaamheid’, ‘jullie houden niet van de waarheid’, en jullie gebruiken deze zinnen om de essentie uit te leggen van elke vraag. Dit is een gebrekkige manier van het beoefenen. Als jullie hetzelfde antwoord geven op vragen van verschillende aard, dan lopen jullie onvermijdelijk het gevaar dat jullie de waarheid en God lasteren. Ik hou niet van dit soort antwoorden. Denk erover na! Niemand van jullie heeft hierover nagedacht, maar elke dag kan ik het zien en elke dag kan ik het voelen. Dus jullie doen het en ik aanschouw het. Wanneer jullie het doen, kunnen jullie de essentie van deze materie niet voelen. Maar als ik het zie, kan ik de essentie ervan zien en voel ik ook de essentie ervan. Dus wat is deze essentie dan? Waarom kunnen mensen tegenwoordig God niet vrezen en het kwade mijden? Jullie antwoorden schieten tekort als jullie de essentie van deze vragen willen verklaren en ze kunnen de essentie van deze vraag niet oplossen. Dat komt omdat er hier een bron is die jullie niet kennen. Wat is deze bron? Ik weet dat jullie erover willen horen, dus ik zal jullie vertellen over de bron van deze vraag.

Toen God met Zijn werk begon, hoe zag Hij toen de mens? God redde de mens; Hij beschouwde de mens als een lid van Zijn familie, als het doel van Zijn werk, als datgene wat Hij wilde overwinnen, redden en als dat wat Hij wilde vervolmaken. Dit was Gods houding tegenover de mens aan het begin van Zijn werk. Maar wat was de houding van de mens tegenover God op dat moment? God was vreemd voor de mens en de mens beschouwde God als een vreemdeling. Men zou kunnen zeggen dat de houding van de mens tegenover God onjuist was en dat de mens niet goed wist hoe hij God moest behandelen. Dus hij behandelde Hem zoals hij wilde en deed wat hij wilde. Had de mens een standpunt tegenover God? In het begin had de mens geen gezichtspunt tegenover God. Het zogenaamde gezichtspunt van de mens bestond slechts uit enkele opvattingen en verbeeldingen over God. Dat wat overeenstemde met de opvattingen van mensen werd aanvaard; wat niet conform was, werd oppervlakkig gehoorzaamd, maar in hun harten botsten de mensen er sterk mee en verzetten zich ertegen. Zo was de relatie tussen God en de mensen in het begin: God zag de mens als een familielid, maar de mens behandelde God als een vreemdeling. Maar na een periode van Gods werk, begon de mens te begrijpen wat God probeerde te bereiken. De mensen kwamen erachter dat God de ware God was en ze kwamen erachter wat de mens van God kon krijgen. Hoe beschouwde de mens God in deze tijd? De mens beschouwde God als een levenslijn, in de hoop genade te krijgen, zegeningen te krijgen, beloften te krijgen. En hoe beschouwde God de mens in dit tijdsgewricht? God beschouwde de mens als het doel van Zijn overwinning. God wilde woorden gebruiken om de mens te oordelen, de mens te testen, de mens te beproeven. Maar voor de mensheid op dit moment, was God een object dat hij kon gebruiken om zijn eigen doelen te bereiken. Mensen zagen dat de door God gegeven waarheid hen kon overwinnen en redden, en dat ze de gelegenheid hadden om de dingen van God te krijgen die ze verlangden, de bestemming die ze wilden. Hierdoor vormde zich een klein beetje eerlijkheid in hun hart en waren ze bereid om deze God te volgen. Er ging enige tijd voorbij en mensen hadden wat oppervlakkige en dogmatische kennis van God. Men zou kunnen zeggen dat ze meer en meer ‘vertrouwd’ werden met God. Met het woord gesproken door God, Zijn prediking, de waarheid die Hij had uitgedrukt en Zijn werk raakten mensen meer en meer ‘vertrouwd’. Dus mensen dachten ten onrechte dat God niet langer vreemd was en dat ze al het pad bewandelden van verenigbaar-zijn met God. Tot nu toe hebben mensen naar veel preken over de waarheid geluisterd en veel van Gods werk ervaren. Maar door de tussenkomst en tegenwerking van veel verschillende factoren en omstandigheden, kunnen de meeste mensen het niet voor elkaar krijgen om de waarheid in praktijk te brengen en kunnen ze God niet tevreden stellen. Mensen worden steeds lakser en hebben steeds minder vertrouwen. Ze hebben steeds meer het gevoel dat hun eigen uitkomst onbekend is. Ze durven geen extravagante ideeën te hebben en willen geen vooruitgang boeken; ze volgen gewoon met tegenzin en gaan voetje voor voetje verder. Wat is dan Gods houding tegenover de mens met betrekking tot de huidige gesteldheid van de mens? Gods enige verlangen is deze waarheden aan de mens te geven, Zijn weg door te dringen tot de mens en dan verschillende omstandigheden te regelen om de mens op verschillende manieren te beproeven. Zijn doel is om deze woorden, deze waarheden en Zijn werk te nemen en een uitkomst tot stand te brengen waar de mens God kan vrezen en het kwade kan mijden. De meeste mensen die ik heb gezien, nemen Gods woord aan en beschouwen dit als dogma’s, beschouwen dit als letters en beschouwen dit als regels te volgen. Wanneer zij dingen doen en spreken, of beproevingen onder ogen zien, beschouwen zij Gods weg niet als de manier waarop zij zouden moeten waarnemen. Dit geldt met name wanneer mensen worden geconfronteerd met grote beproevingen; ik heb niemand gezien die in praktijk bracht hoe hij/zij God vreesde en het kwade meed. Daarom is Gods houding ten opzichte van de mens vol van extreme afkeer en aversie. Nadat God herhaaldelijk mensen heeft beproefd, zelfs honderden keren, hebben ze nog steeds geen duidelijke houding waaruit hun vastberadenheid blijkt – ik wil God vrezen en het kwade mijden! Omdat mensen deze vastberadenheid niet hebben en ze zich niet zo opstellen, is Gods tegenwoordige houding tegenover hen niet meer hetzelfde als in het verleden, toen Hij barmhartigheid, tolerantie, verdraagzaamheid en geduld uitbreidde. In plaats daarvan is Hij buitengewoon teleurgesteld in de mens. Wie heeft deze teleurstelling veroorzaakt? De houding die God heeft tegenover de mens, van wie hangt die af? Die houding hangt af van elke persoon die God volgt. In de loop van zijn vele jaren werk heeft God veel eisen aan de mens gesteld en veel omstandigheden voor de mens geregeld. Maar ongeacht hoe de mens heeft gepresteerd en ongeacht wat de houding van de mens ten opzichte van God is, de mens kan zich niet gedragen in duidelijke overeenstemming met het doel God te vrezen en het kwade te mijden. Ik zal het dus samenvatten in één gezegde en dit gezegde gebruiken om alles uit te leggen waar we zojuist over spraken waarom mensen niet om naar Gods wegen te kunnen leven – vrees God en mijd het kwade. Wat betekent dit? Dit betekent: God beschouwt de mens als het object van Zijn redding, het object van Zijn werk; de mens beschouwt God als zijn vijand, als zijn tegengestelde. Begrijp je het nu? Welke houding de mens heeft; wat Gods houding is; wat de relatie tussen de mens en God is – dit is allemaal heel duidelijk. Ongeacht hoeveel prediking jullie hebben gehoord, die dingen die jullie voor jezelf hebben samengevat – zoals trouw zijn aan God, God gehoorzamen, de weg zoeken naar verenigbaarheid met God, een heel leven willen doorbrengen met God, voor God leven. … voor mij zijn die dingen niet bewust Gods weg bewandelen, namelijk God vrezen en het kwade mijden. In plaats daarvan zijn het kanalen waarmee jullie bepaalde doelen kunnen bereiken. Om deze doelen te bereiken, nemen jullie met tegenzin bepaalde regels in acht. En juist deze verordeningen brengen mensen nog verder af van de weg om God te vrezen en het kwade te mijden en plaatsen God opnieuw tegenover de mens.

De vraag die we vandaag bespreken is een beetje zwaar, maar wat er ook gebeurt, ik hoop nog steeds dat wanneer jullie door de ervaringen die zullen komen en de tijden die zullen komen, jullie kunnen doen wat ik jullie net heb verteld. Verwaarloos God niet en beschouw Hem niet als luchtledig, net alsof Hij bestaat op momenten dat Hij van nut voor je is, maar wanneer Hij nutteloos is bestaat Hij niet. Wanneer je onbewust een dergelijk begrip vasthoudt, heb je God al woedend gemaakt. Misschien zijn er mensen die zeggen: “Ik zie God niet als luchtledig, ik bid altijd tot God, ik stel God altijd tevreden en alles wat ik doe, valt binnen de reikwijdte en normen en principes die door God worden geëist. Ik ga absoluut niet te werk volgens mijn eigen ideeën.” Ja, de manier waarop je omgaat met dingen is correct. Maar hoe denk je wanneer je oog in oog komt te staan met een kwestie? Hoe praktiseer je wanneer je geconfronteerd wordt met een kwestie? Sommige mensen voelen dat God bestaat als ze tot Hem bidden en een beroep op Hem doen. Maar wanneer ze worden geconfronteerd met een kwestie, bedenken ze hun eigen ideeën en willen ze die volgen. Dit beschouwt God als luchtledig. Dit soort situaties maken dat het lijkt of God niet voor jullie bestaat. Mensen denken dat God bestaat wanneer ze Hem nodig hebben, en wanneer ze God niet nodig hebben, zou Hij niet moeten bestaan. Mensen denken dat het voldoende is om hun eigen ideeën na te leven. Ze geloven dat ze dingen kunnen doen, zoals het ze goeddunkt. Ze denken gewoon dat het niet nodig is om Gods weg te zoeken. Mensen die momenteel in zo’n toestand verkeren, deze gesteldheid – lopen ze niet op het randje van de afgrond? Sommige mensen zeggen: “Ongeacht of ik op het randje van de afgrond sta of niet, ik geloof al zoveel jaren en ik geloof dat God me niet in de steek zal laten, omdat Hij het niet kan verdragen om mij in de steek te laten.” Andere mensen zeggen: “Al vanaf de tijd dat ik in de schoot van mijn moeder was, geloofde ik in de Heer, tot nu aan toe, in totaal veertig of vijftig jaar. In termen van tijd ben ik het meest geschikt om gered te worden door God; ik ben het meest geschikt om te overleven. Gedurende deze periode van vier of vijf decennia heb ik mijn familie en mijn baan in de steek gelaten. Ik gaf alles op wat ik had, zoals geld, status, plezier en tijd met mijn gezin; ik heb niet veel heerlijk voedsel gegeten; ik heb niet veel plezierige dingen genoten; ik heb niet veel interessante plaatsen bezocht; ik heb zelfs lijden ervaren dat gewone mensen niet konden verdragen. Als God me door dit alles niet kan redden, dan word ik onrechtvaardig behandeld en kan ik niet in zo’n soort God geloven.” Zijn er veel mensen met een dergelijke mening? (Ja). Vandaag zal ik jullie helpen een feit te begrijpen: ieder van hen die dit soort ideeën heeft, schiet zichzelf in de voet. Dit komt omdat ze hun eigen fantasie gebruiken om niets te hoeven zien. Het zijn nou juist hun verbeeldingen en hun eigen conclusies die de norm vervangen van wat God van de mens eist, die hen weerhouden van het aannemen van Gods ware bedoelingen, waardoor ze Gods ware bestaan niet kunnen voelen, en waardoor ze de kans verliezen om vervolmaakt te worden door God en ze geen deel hebben aan de belofte van God.

uit ‘De Kerk van Almachtige God 

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Almachtige God zegt: “Gods wijsheid, Gods wonderbaarlijkheid, Gods onpeilbaarheid, Gods grootheid, Gods heiligheid hangen af van deze fase van het werk in de laatste dagen om duidelijk geopenbaard te worden. Is dit geen nieuw werk dat de menselijke opvattingen verbrijzelt?”

Eén fase van het werk van de voorafgaande twee tijdperken vond plaats in Israël; een andere vond plaats in Judea. In het algemeen gezegd: geen van de twee fasen van dit werk werd voltrokken buiten Israël; ze waren de fasen van werk dat verricht werd onder het oorspronkelijke uitverkoren volk. Dus, vanuit het oogpunt van de Israëlieten is Jehova God alleen de God van de Israëlieten. Vanwege Jezus’ werk in Judea, en vanwege Zijn volmaking van het werk van de kruisiging, vanuit het perspectief van de Joden is Jezus de Verlosser van het Joodse Volk. Hij is alleen de Koning van de Joden en niet van enig ander volk; Hij is noch de Heer die de Engelsen verlost, noch de Heer die de Amerikanen verlost, maar Hij is de Heer die de Israëlieten verlost, en in Israël zijn het de Joden die Hij verlost. In werkelijkheid is God de Meester van alle dingen. Hij is de God van heel de schepping. Hij is niet alleen de God van de Israëlieten, en Hij is niet alleen de God van de Joden. Hij is de God van heel de schepping. De twee eerdere fasen van Zijn werk vonden plaats in Israël en zodoende zijn er bepaalde opvattingen ontstaan in mensen. Mensen denken dat Jehova in Israël aan het werk was, en Jezus Zelf Zijn werk in Judea volbracht − sterker nog: Hij deed Zijn werk in Judea via incarnatie − maar hoe dan ook, dit werk strekte niet buiten Israël. Hij was niet aan het werk met de Egyptenaren; Hij was niet aan het werk met de Indiërs; Hij was alleen aan het werk met de Israëlieten. Zodoende vormen mensen verschillende opvattingen en schematiseren Gods werk binnen een bepaald domein. Zij zeggen dat wanneer God aan het werk is, dit uitgeoefend moet worden onder het verkoren volk en in Israël; afgezien van de Israëlieten, heeft God geen andere ontvanger van Zijn werk, en Hij heeft ook geen ander domein om in te werken; ze zijn in het bijzonder streng met het ‘disciplineren’ van de geïncarneerde God, die ze niet toestaan om Zich buiten het domein van Israël te begeven. Zijn dit niet allemaal menselijke opvattingen? God heeft de hele hemel en aarde geschapen en alle dingen, en heeft de hele schepping gecreëerd; hoe zou Hij Zijn werk kunnen beperken tot Israël alleen? Wat zou, in dat geval, voor Hem het nut zijn van de rest van de schepping? Hij heeft de gehele wereld geschapen; Hij heeft Zijn managementplan van zesduizend jaar niet alleen in Israël ten uitvoer gebracht maar ook met elk persoon in het heelal. Ongeacht of zij in China wonen, of de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Rusland, elk persoon is een afstammeling van Adam; ze zijn allemaal gemaakt door God. Geen enkel persoon kan uitbreken uit het domein van Gods schepping en geen enkel persoon kan ontsnappen aan het etiket ‘afstammeling van Adam’. Ze zijn allemaal Gods schepsels en ze zijn allemaal Adams afstammelingen; ze zijn ook de gecorrumpeerde afstammelingen van Adam en Eva. Het zijn niet alleen de Israëlieten die Gods schepping zijn maar alle mensen; niettemin, sommige schepsels zijn vervloekt en anderen gezegend. De Israëlieten hebben vele begerenswaardige kwaliteiten; God was oorspronkelijk aan het werk met hen omdat zij het minst gecorrumpeerde volk waren. De Chinezen verbleken als je ze met hen vergelijkt en kunnen het wel vergeten om ze te evenaren. Zodoende werkte God van oorsprong onder het volk van Israël, en de tweede fase van Zijn werk is uitgevoerd in Judea alleen. Ten gevolge hiervan vormen mensen vele opvattingen en vele regels. Als Hij inderdaad zou handelen volgens menselijke opvattingen dan zou God alleen de God van de Israëlieten zijn. Op die manier zou Hij niet in staat zijn om Zijn werk naar de heidense volken uit te breiden omdat Hij alleen de God van de Israëlieten zou zijn in plaats van de God van heel de schepping. De profetieën zeiden dat Jehova’s naam groot zou zijn onder de heidense volken en dat Jehova's naam verspreid zou worden onder de heidense volken − waarom zouden zij dit zeggen? Als God alleen de God van de Israëlieten zou zijn, dan zou Hij alleen in Israël werken. Bovendien zou Hij niet Zijn werk uitbreiden, en Hij zou niet deze profetie maken. Aangezien Hij deze profetie gemaakt heeft, was het nodig dat Hij Zijn werk naar de heidense volken uitbreidde, en naar elk land en plaats. Aangezien Hij dit verklaard heeft, wilde Hij dit dus zo doen. Dit is Zijn plan want Hij is de Heer die de hemel en de aarde en alle dingen gemaakt heeft, en de God van heel de schepping. Ongeacht Hij aan het werk is met de Israëlieten of in het gehele Judea, het werk dat Hij doet is het werk van het gehele heelal en het werk van de gehele mensheid. Het werk dat Hij tegenwoordig doet in het land van de grote rode draak − in een heidens land − is nog steeds het werk van de gehele mensheid. Israël kan de basis zijn voor Zijn werk op aarde; insgelijks kan China de basis worden voor Zijn werk onder de heidense volken. Heeft Hij nu niet de profetie vervuld die zegt: “de naam van Jehova zal groot zijn onder de heidense volken”? De eerste stap in Zijn werk onder de heidense volken heeft te maken met dit werk dat Hij nu doet in het land van de grote rode draak. Voor de geïncarneerde God om aan het werk te zijn in dit land en tussen deze verdoemde mensen gaat in het bijzonder in tegen menselijke opvattingen; deze mensen zijn het laagst en zonder enige waarde. Dit zijn al de mensen die Jehova in eerste instantie heeft verlaten. Mensen kunnen verlaten worden door andere mensen maar als ze verlaten worden door God dan hebben deze mensen geen status, en zullen ze de minste hoeveelheid waarde hebben. Als onderdeel van de schepping, is het zowel pijnlijk om bezeten te zijn door Satan als verlaten te zijn door andere mensen, maar als een onderdeel van de schepping door de Heer van de schepping is verlaten, dan geeft dat aan dat zijn of haar status een absoluut dieptepunt heeft bereikt. De afstammelingen van Moab werden vervloekt en zij waren geboren in dit onderontwikkelde gebied; zonder twijfel zijn de afstammelingen van Moab de mensen met de laagste status onder de invloed van de duisternis. Omdat deze mensen het verleden de laagste status hadden is het werk dat onder hen is verricht het meest in staat om menselijke opvattingen te verbrijzelen, en dat is ook het meest voordelig voor Zijn hele managementplan van zesduizend jaar. Hij werkt onder deze mensen en met die handeling kan Hij het best menselijke opvattingen verbrijzelen; hiermee begint Hij een tijdperk; hiermee verbrijzelt Hij alle menselijke opvattingen; hiermee beëindigt Hij het werk van het gehele Tijdperk van Genade. Zijn oorspronkelijke werk was uitgevoerd in Judea, in het domein van Israël; onder heidense volken deed Hij geen enkel tijdperk-beginnend werk. De slotfase van Zijn werk wordt niet alleen uitgevoerd onder de mensen van heidense volken, het wordt zelfs uitgevoerd onder die vervloekte mensen. Dit ene punt is het bewijs dat het meest in staat is om Satan te vernederen; zodanig dat God de God van heel de schepping in het heelal ‘wordt’ en de Heer van alle dingen wordt, het onderwerp van aanbidding van alles dat leven heeft.

Er zijn momenteel enige mensen die nog steeds niet begrijpen wat voor soort nieuw werk God begonnen is. God is een nieuw begin aangegaan onder de heidense volken en is een nieuw tijdperk begonnen en is een nieuw werk begonnen, en Hij is aan het werk onder de afstammelingen van Moab. Is dit niet Zijn nieuwste werk? Door alle eeuwen heeft niemand dit werk ervaren en heeft niemand ervan gehoord, laat staan het gewaardeerd. Gods wijsheid, Gods wonderbaarlijkheid, Gods onpeilbaarheid, Gods grootheid, Gods heiligheid hangen af van deze fase van het werk in de laatste dagen om duidelijk geopenbaard te worden. Is dit geen nieuw werk dat de menselijke opvattingen verbrijzelt? Er zijn er nog steeds die denken: Aangezien God Moab heeft vervloekt en zei dat Hij Moabs afstammelingen zou verlaten, hoe zou Hij hen nu redden? Dat zijn die mensen uit heidense volken die vervloekt en uit Israël verdreven zijn; de Israëlieten noemden hen ‘heidense honden’. Het is voor iedereen duidelijk dat zij niet alleen heidense honden zijn maar erger nog: zonen der vernietiging. Met andere woorden: ze zijn niet Gods uitverkoren volk. Al waren ze oorspronkelijk geboren binnen het domein van Israël toch zijn ze niet onderdeel van het volk van Israël en bovendien werden ze verdreven naar de heidense volken. Zij zijn de laagste mensen. Juist omdat zij de laagste der mensen zijn voert God Zijn werk van het beginnen van een nieuw tijdperk onder hen uit, aangezien zij een representatie zijn van een corrupte mensheid. Gods werk is niet zonder onderscheid of doel, het werk dat Hij heden ten dage uitvoert onder deze mensen is ook het werk dat onder de schepping wordt volbracht. Noach was onderdeel van de schepping, en zo ook zijn afstammelingen. Elk individu van vlees en bloed is onderdeel van de schepping. Gods werk richt zich op de gehele schepping; het wordt niet uitgevoerd naargelang iemand vervloekt is nadat hij werd geschapen. Zijn managementwerk is gericht op de gehele schepping, niet de uitverkoren mensen die niet vervloekt zijn. Omdat God verlangt om Zijn werk onder de schepping uit te voeren, zal Hij het zeker tot een succesvol einde brengen; Hij zal onder de mensen werken die Zijn werk bevorderen. Daarom vernietigt Hij al de regels door onder de mensen te werken. Voor Hem betekenen de woorden ‘vervloekt’, ‘getuchtigd’ en ‘gezegend’ niets! De Joodse mensen zijn behoorlijk goed, en het uitverkoren volk van Israël is ook niet slecht; zij zijn mensen van goed kaliber en menselijkheid. Jehova begon Zijn werk in eerste instantie onder hen en voerde Zijn eerste werk uit, maar het zou niets betekenen als Hij hen zou gebruiken als ontvangers van Zijn overwinningswerk nu. Ook al zijn zij onderdeel van de schepping en hebben zij vele positieve aspecten, toch zou het zinloos zijn om deze fase van het werk onder hen uit te voeren. Hij zou niet in staat zijn om iemand te overwinnen, of om de gehele schepping te overtuigen. Dit is de betekenis van de overdracht van Zijn werk naar de mensen van het land van de grote rode draak. Het meest betekenisvol hier is dat Hij een tijdperk is begonnen, dat Hij alle regels en menselijke opvattingen heeft verbrijzeld, en ook dat Hij het werk van het gehele Tijdperk van Genade heeft voleindigd. Als Zijn huidige werk zou worden uitgevoerd onder de Israëlieten, tegen de tijd dat Zijn managementplan van zesduizend jaar is volbracht, dan zou iedereen geloven dat God alleen de God is van de Israëlieten, dat alleen de Israëlieten Gods uitverkoren volk zijn, en dat alleen de Israëlieten het verdienen om Gods zegeningen en beloftes te beërven. Gedurende de laatste dagen is God geïncarneerd in het heidense land van de grote rode draak; Hij heeft het werk van God voleindigd als de God van de gehele schepping; Hij heeft Zijn managementplan volledig volbracht, en Hij zal de kernzaak van Zijn werk voltooien in het land van de grote rode draak. De kern van de drie fasen van het werk is de redding van de mensheid − namelijk ervoor zorgen dat de gehele schepping de Heer van de schepping aanbidt. Elke fase van dit werk is daarom erg betekenisvol. God zal absoluut nooit iets doen dat geen betekenis of waarde heeft. Enerzijds bestaat deze fase van het werk uit het beginnen van een tijdperk en het beëindigen van de voorgaande twee tijdperken; anderzijds bestaat het uit het verbrijzelen van alle menselijke opvattingen en alle oude manieren van menselijk geloof en kennis. Het werk van de voorgaande twee tijdperken is uitgevoerd volgens verschillende menselijke opvattingen; deze fase echter elimineert menselijke opvattingen volkomen, en overwint de mensheid daarmee volledig. Gebruikmakend van de overwinning op de afstammelingen van Moab en gebruikmakend van het werk dat is uitgevoerd onder de afstammelingen van Moab, zal God de gehele mensheid in het gehele heelal overwinnen. Dit is de diepste betekenis van deze fase van Zijn werk, en het is het meest waardevolle aspect van Zijn werk. Zelfs als je nu weet dat je status laag is en dat je een lage waarde hebt, zal je nog steeds voelen dat je de meest vreugdevolle belevenis hebt gehad: je hebt een grote zegening geërfd en een grote belofte ontvangen, en je kan dit grote werk van God volbrengen, en je kan Gods ware gezicht zien en ware gezindheid kennen en Gods wil doen. De voorgaande twee fasen van Gods werk werden uitgevoerd in Israël. Als deze fase van Zijn werk gedurende de laatste dagen nog steeds zou worden uitgevoerd onder de Israëlieten, dan zou niet alleen de hele schepping geloven dat alleen de Israëlieten het uitverkoren volk van God waren, maar dat Gods hele managementplan niet het beoogde effect zou hebben. Gedurende de periode waarin de twee fasen van Zijn werk in Israël werden uitgevoerd werd geen nieuw werk uitgevoerd en geen van Gods tijdperk-beginnend werk was ooit uitgevoerd in de heidense landen. Deze fase van tijdperk-beginnend werk is eerst uitgevoerd in de heidense landen; sterker nog, het is eerst uitgevoerd onder de afstammelingen van Moab. Dit heeft het hele tijdperk doen beginnen. God heeft alle kennis aanwezig in de menselijke opvattingen verbrijzeld en heeft niet toegestaan dat iets ervan bleef voortbestaan. In Zijn werk van overwinning heeft Hij menselijke opvattingen verbrijzeld, die oude, vroegere menselijke manieren van weten. Hij laat mensen zien dat er bij God geen regels zijn, dat er niets ouds aan God is, dat het werk dat Hij doet compleet bevrijd is, volledig vrij, dat Hij rechtvaardig is in alles wat Hij doet. Je moet je volledig onderwerpen aan elk werk dat Hij doet in de schepping. Elk werk dat Hij doet heeft betekenis en wordt gedaan volgens Zijn eigen wil en wijsheid en niet volgens menselijke keuzes en opvattingen. Hij doet die dingen die nut hebben voor Zijn werk; als iets geen nut heeft voor Zijn werk zal Hij het niet doen. Het maakt niet uit hoe goed het is! Hij werkt en verkiest de ontvanger en locatie van Zijn werk volgens de betekenis en het doel van Zijn werk. Hij houdt niet vast aan eerdere regels en Hij volgt ook geen oude formules. In plaats daarvan bereidt Hij Zijn werk voor volgens de betekenis van Zijn werk. Uiteindelijk wil Hij het werkelijke effect bereiken en het verwachte doel. Als je deze dingen nu niet begrijpt zal dit werk op jou helemaal geen effect hebben.

uit ‘De Kerk van Almachtige God 

✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈┈•✼•┈┈┈•✼

🌱🌱 Mogelijk vindt u dit ook interessant: hoe bidden christenen 

Almachtige God zegt: “Hoe maakt God de mens volmaakt? Wat is de gezindheid van God? En wat ligt vervat in Zijn gezindheid?”

Gods woorden ‘Alleen zij die God kennen, kunnen een getuigenis van God afleggen’ | Nederlands 

Het is de wet van de hemel en het principe van de aarde om in God te geloven en God te kennen, en vandaag de dag – in een tijdperk waarin de geïncarneerde God in eigen persoon Zijn werk verricht – is het een bijzonder goede tijd om God te kennen. God tevredenstellen wordt bereikt door te bouwen op het fundament van het begrip van Gods wil, en om Gods wil te begrijpen, is het noodzakelijk om enige kennis van God te hebben. Deze kennis van God is de visie die iemand die in God gelooft moet hebben; het is de basis van het geloof van de mens in God. Als deze kennis afwezig zou zijn, zou het geloof van de mens in God bestaan in een vage gesteldheid, te midden van een lege theorie. Zelfs als het het voornemen is van dergelijke mensen om God te volgen, zullen ze niets winnen. Allen die niets winnen in deze stroom zijn degenen die geëlimineerd zullen worden – zij zijn allemaal profiteurs. Welke stap in Gods werk je ook ervaart, je zou vergezeld moeten zijn van een machtig visioen. Anders zou het moeilijk voor je zijn om elke stap van nieuw werk te accepteren, want het nieuwe werk van God gaat de menselijke verbeeldingskracht te boven, en bevindt zich buiten de grenzen van zijn noties. En dus, zonder een herder om de mens te leiden, zonder een herder om deel te nemen aan gemeenschap over visioenen, is de mens niet in staat om dit nieuwe werk te accepteren. Als de mens geen visioenen kan ontvangen, dan kan hij het nieuwe werk van God niet ontvangen, en als de mens Gods nieuwe werk niet kan gehoorzamen, dan zal de mens niet in staat om Gods wil te begrijpen, en dus zal zijn kennis van God tot niets leiden. Voordat de mens het woord van God uitvoert, moet hij het woord van God kennen, dat wil zeggen, hij moet Gods wil begrijpen; alleen op deze manier kan Gods woord nauwkeurig en naar Gods wil worden uitgevoerd. Dit is iets dat iedereen die de waarheid zoekt moet bezitten, en het is tevens het proces dat iedereen die God probeert te kennen moet ondergaan. Het proces van het leren kennen van het woord van God is het proces van het leren kennen van God, en ook het proces van het leren kennen van het werk van God. Dus verwijst het kennen van visioenen niet alleen naar het kennen van de menselijkheid van de vleesgeworden God, maar omvat het ook het kennen van het woord en het werk van God. Uit het woord van God leren mensen Gods wil begrijpen en uit het werk van God leren ze Gods gezindheid kennen en wat God is. Geloof in God is de eerste stap naar het kennen van God. Het proces van vooruitgang van dit beginnend geloof in God naar het diepste geloof in Hem is het proces van het leren kennen van God en het proces van het ervaren van het werk van God. Als je alleen in God gelooft omwille van het geloof in God, en niet om Hem te kennen, dan is jouw geloof niet werkelijk, en dan kan jouw geloof niet zuiver worden – hierover bestaat geen twijfel. Als, tijdens het proces waarmee hij Gods werk ervaart, de mens geleidelijk aan God leert kennen, dan zal zijn gezindheid geleidelijk veranderen en zal zijn geloof meer en meer werkelijk worden. Op deze manier, wanneer de mens succes bereikt in zijn geloof in God, zal hij God volledig gewonnen hebben. De reden waarom God er alles aan deed om voor de tweede keer vlees te worden en in eigen persoon Zijn werk te doen, was opdat de mens Hem zou kunnen leren kennen en Hem zien. God kennen[a] is het uiteindelijke effect dat bereikt moet worden met de conclusie van Gods werk; het is Gods laatste vereiste aan de mensheid. De reden waarom Hij dit doet is vanwege Zijn laatste getuigenis – zodat de mens zich uiteindelijk en volledig tot Hem kan wenden – daarom doet Hij dit werk. De mens kan alleen van God leren houden door God te kennen, en om God lief te hebben moet hij God kennen. Hoe hij ook zoekt, of wat hij wil bereiken, hij moet in staat zijn om kennis van God te bereiken. Alleen op deze manier kan de mens Gods hart tevreden stellen. Alleen door God te kennen, kan de mens een waar geloof in God hebben, en alleen door God te kennen, kan hij waarachtig God eren en gehoorzamen. Degenen die God niet kennen, zullen nooit tot echte gehoorzaamheid en verering van God komen. God kennen omvat het kennen van Zijn gezindheid, het begrijpen van Zijn wil en weten wat Hij is. Maar welk aspect men ook leert kennen, elk aspect vereist dat de mens een prijs betaalt, en vereist de wil om te gehoorzamen, zonder welke niemand tot het einde zou kunnen blijven volgen. Het werk van God is te onverenigbaar met de opvattingen van de mens, Gods gezindheid en wat God is, zijn te moeilijk voor de mens om te kennen, en alles wat God zegt en doet is te onbegrijpelijk voor de mens; als de mens God wenst te volgen, en toch niet bereid is om Hem te gehoorzamen, dan zal de mens niets winnen. Vanaf de schepping van de wereld tot vandaag, heeft God veel werk gedaan dat onbegrijpelijk is voor de mens en dat de mens moeilijk heeft kunnen accepteren, en God heeft veel gezegd wat de opvattingen van de mens moeilijk te genezen maakt. Maar Hij heeft Zijn werk nooit gestaakt omdat de mens te veel moeilijkheden heeft; integendeel, Hij is doorgegaan met werken en spreken, en hoewel grote aantallen ‘strijders’ langs de kant zijn gevallen, doet Hij nog steeds Zijn werk en blijft Hij zonder onderbreking de ene groep mensen na de andere kiezen die bereid zijn om zich aan Zijn nieuwe werk te onderwerpen. Hij heeft geen medelijden met die gevallen ‘helden’, maar in plaats daarvan koestert Hij hen die zijn nieuwe werk en woorden accepteren. Maar tot welk doel werkt Hij, stap voor stap, op deze manier? Waarom verwerpt Hij altijd sommige mensen en verkiest Hij andere? Waarom gebruikt Hij altijd zo’n methode? Het doel van Zijn werk is de mens toestaan Hem te kennen en zo door Hem te worden gewonnen. Het principe van Zijn werk is om te werken aan diegenen die in staat zijn om zich te onderwerpen aan het werk dat Hij vandaag doet, en niet om te werken aan diegenen die zich onderwerpen aan Zijn werk uit het verleden, terwijl zij zich verzetten tegen het werk dat Hij vandaag doet. Dit is de reden waarom Hij zoveel mensen heeft geëlimineerd.

De effecten van de les van het leren kennen van God kunnen niet binnen een of twee dagen worden bereikt: de mens moet ervaringen opdoen, lijden ondergaan en ware onderwerping bereiken. Begin allereerst met het werk en de woorden van God. Het is noodzakelijk dat je begrijpt wat is vervat in de kennis van God, hoe deze kennis te bereiken en hoe God te zien in je ervaringen. Dit is wat iedereen moet doen als ze God nog moeten leren kennen. Niemand kan het werk en de woorden van God in één keer begrijpen en niemand kan in korte tijd kennis opdoen van Gods totaliteit. Er is een noodzakelijk proces van ervaring, zonder welke niemand God zou kunnen kennen of Hem echt zou kunnen volgen. Hoe meer werk God doet, hoe meer de mens Hem kent. Hoe meer het werk van God op gespannen voet staat met de opvattingen van de mens, hoe meer de kennis van de mens over Hem wordt vernieuwd en verdiept. Als het werk van God voor altijd zou vaststaan en onveranderd zou blijven, dan zou de mens maar geringe kennis van Hem hebben. Tussen de schepping en het heden, wat God deed tijdens het Tijdperk van de Wet, wat Hij deed tijdens het Tijdperk van Genade, en wat Hij doet gedurende het Tijdperk van het Koninkrijk, moeten deze visioenen voor jullie volkomen helder zijn. Jullie moeten het werk van God kennen. Pas toen hij Jezus volgde, ging Petrus langzamerhand veel van het werk dat de Geest in Jezus deed, begrijpen. Hij zei: “Vertrouwen op de ervaringen van de mens is niet genoeg om volledige kennis te verkrijgen; er moeten veel nieuwe dingen uit het werk van God voortkomen om ons te helpen Hem te kennen.” In het begin geloofde Petrus dat Jezus iemand was die door God gezonden was, als een apostel, en zag hij Jezus niet als de Christus. Op dat moment, toen hij Jezus begon te volgen, vroeg Jezus hem: “Simon, zoon van Jona, zul je mij volgen?” Petrus zei: “Ik moet Hem volgen die door de hemelse Vader is gezonden. Ik moet Hem erkennen die is gekozen door de Heilige Geest. Ik zal u volgen.” Uit zijn woorden kan worden afgeleid dat Petrus eenvoudigweg geen kennis van Jezus had; hij had de woorden van God ervaren, zichzelf aangepakt en ontbering geleden voor God, maar hij had geen kennis van het werk van God. Na een periode van ervaring zag Petrus in Jezus veel van de daden van God, hij zag de schoonheid van God en hij zag veel van Gods wezen in Jezus. Zo zag hij ook dat de woorden die Jezus sprak niet door een mens gesproken hadden kunnen zijn en dat het werk van Jezus niet door een mens gedaan had kunnen worden. In Jezus’ woorden en daden zag Petrus bovendien veel van de wijsheid van God en veel werk van een goddelijke natuur. Tijdens zijn ervaringen leerde hij niet alleen zichzelf kennen, maar hij lette goed op elke handeling van Jezus, waaruit hij veel nieuwe dingen ontdekte; namelijk dat er veel uitdrukkingen waren van de praktische God in het werk dat God door Jezus deed, en dat Jezus verschilde van een gewoon mens in de woorden die Hij sprak en de handelingen die Hij deed, en ook in de manier waarop Hij de kerken begeleidde en het werk dat Hij uitvoerde. En dus leerde Petrus van Jezus veel lessen die hij verondersteld werd te leren, en tegen de tijd dat Jezus op het punt stond aan het kruis te worden genageld, had hij een bepaalde hoeveelheid kennis van Jezus opgedaan – kennis die de basis werd van zijn levenslange loyaliteit aan Jezus, en van zijn kruisiging ondersteboven omwille van de Heer. Hoewel hij bezeten was door een aantal opvattingen en in het begin geen duidelijke kennis van Jezus had, zijn zulke dingen onvermijdelijk deel van de verdorven mens. Toen Jezus op het punt stond te vertrekken, vertelde Hij aan Petrus dat Zijn kruisiging het werk was waartoe Hij gekomen was om dat te doen: Het was noodzakelijk dat Hij door het tijdperk verlaten werd, dit onzuivere en oude tijdperk Hem aan het kruis moest nagelen; Hij was gekomen om het werk van de verlossing te voltooien, en als dit werk voltooid was, zou Zijn bediening ten einde zijn. Toen hij dit hoorde, werd Petrus overmand door verdriet en raakte hij nog meer met Jezus verbonden. Toen Jezus aan het kruis genageld werd, weende Petrus bitter in afzondering. Voorafgaand hieraan had hij Jezus gevraagd: “Mijn Heer! U zegt dat u zult worden gekruisigd. Als u weg bent, wanneer zullen wij u opnieuw zien?” Was er niet een element van vervalsing in de woorden die hij sprak? Waren ze niet doorspekt met opvattingen? In zijn hart wist hij dat Jezus gekomen was om een deel van Gods werk te voltooien, en dat, nadat Jezus vertrokken was, de Geest met hem zou zijn; ook al zou Hij aan het kruis genageld worden en naar de hemel opstijgen, toch zou de Geest van God met hem zijn. In die tijd had Petrus enige kennis van Jezus: hij wist dat Jezus door de Geest van God was gezonden, dat de Geest van God in Hem was en dat Jezus God Zelf was, dat Hij Christus was. Maar het was vanwege zijn liefde voor Jezus en vanwege zijn menselijke zwakte, dat Petrus nog steeds zulke woorden sprak. Als iemand in elke stap van Gods werk kan observeren en het moeizaam kan ondergaan, dan zal hij in staat zijn om geleidelijk de schoonheid van God te ontdekken. En welk visioen droeg Paulus met zich mee? Toen Jezus aan hem verscheen, zei Paulus: “Wie bent u, Heer?” Jezus zei: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt.” Dit was het visioen van Paulus. Petrus nam als zijn visioen Jezus’ opstanding, Zijn verschijning gedurende veertig dagen, en de leringen van Jezus gedurende Zijn leven, tot aan het einde van zijn reis.

De mens ervaart Gods werk, leert zichzelf kennen, bevrijdt zichzelf van zijn verdorven gezindheid en zoekt groei in het leven, alles omwille van het kennen van God. Als je alleen maar probeert jezelf te kennen en te stellen hebt met je eigen verdorven gezindheid, maar geen kennis hebt van wat voor werk God doet aan de mens, hoe groot Zijn redding is, of hoe je Gods werk ervaart en getuigt van Zijn daden, dan is deze ervaring van je dwaas. Als je denkt dat alleen het in praktijk kunnen brengen van de waarheid en kunnen verdragen, inhoudt dat iemands leven volwassenheid heeft bereikt, betekent dit dat je de ware zin van het leven nog steeds niet hebt begrepen, noch Gods doel van het werken in de mens. Op een dag, wanneer je in de religieuze kerken bent, tussen leden van de ‘Repentance Church’ of de ‘Life Church’, zul je veel vrome mensen tegenkomen wiens gebeden visioenen bevatten, en die zich, in hun zoektocht naar het leven, aangeraakt voelen en geleid worden door woorden. Bovendien zijn ze in veel zaken in staat om te verdragen en zichzelf te verzaken, en worden ze niet geleid door het vlees. Op dat moment zul je niet in staat zijn om het verschil te zien: je zult geloven dat alles wat ze doen goed is, dat het de natuurlijke uiting van leven is, en dat het jammer is dat de naam waarin ze geloven verkeerd is. Zijn dergelijke standpunten niet dwaas? Waarom wordt er gezegd dat veel mensen geen leven hebben? Omdat zij God niet kennen en er dus wordt gezegd dat zij geen God in hun hart hebben en geen leven hebben. Als jouw geloof in God een bepaald punt heeft bereikt, waarop je in staat bent om de daden van God, de realiteit van God en elke fase van Gods werk grondig te kennen, dan ben je bezeten van de waarheid. Als je het werk en de gezindheid van God niet kent, is er nog steeds iets mis in je ervaring. Hoe Jezus die fase van Zijn werk uitvoerde, hoe deze fase wordt uitgevoerd, hoe God Zijn werk deed in het Tijdperk van Genade en wat voor werk er werd gedaan, welk werk er in deze fase wordt gedaan – als je geen grondige kennis hebt van deze dingen, dan zul je je nooit verzekerd voelen en altijd onzeker zijn. Als je na een periode van ervaring in staat bent om het werk van God en elke stap van Zijn werk te kennen, en een grondige kennis hebt verkregen van Gods doelen door het spreken van Zijn woorden, en waarom zoveel woorden die Hij heeft gesproken niet zijn vervuld, dan kun je vrijmoedig en zonder aarzelen de weg die voor je ligt volgen, vrij van zorgen en loutering. Jullie zouden moeten zien met welke middelen God zoveel van Zijn werk volbrengt. Hij gebruikt de woorden die Hij spreekt, loutert de mens en transformeert zijn opvattingen door middel van veel soorten woorden. Al het leed dat jullie hebben doorstaan, alle loutering die jullie hebben ondergaan, de behandeling die jullie in jezelf hebben aanvaard, de verlichting die jullie hebben ervaren – deze zijn allemaal bereikt door middel van de woorden die God sprak. Vanwege wat volgt de mens God? Vanwege de woorden van God! De woorden van God zijn diep mysterieus en kunnen bovendien het hart van de mens bewegen, dingen diep begraven in het hart van de mens onthullen, hem dingen laten weten die in het verleden zijn gebeurd en hem toestaan door te dringen in de toekomst. En zo verdraagt de mens het lijden vanwege Gods woorden en wordt hij ook vervolmaakt door Gods woorden; pas op dat moment volgt de mens God. Wat de mens in deze fase zou moeten doen, is de woorden van God aanvaarden, en ongeacht of hij vervolmaakt is of onderworpen aan loutering, de woorden van God zijn doorslaggevend. Dit is het werk van God en dit is ook het visioen dat de mens vandaag de dag zou moeten kennen.

Hoe maakt God de mens volmaakt? Wat is de gezindheid van God? En wat ligt vervat in Zijn gezindheid? Om al deze dingen te verduidelijken: de een noemt dit het verspreiden van Gods naam, de ander het getuigen van God en weer een ander het verhogen van God. De mens zal op basis van het fundament van het kennen van God uiteindelijk veranderd worden in zijn levensgezindheid. Hoe meer aanpak en loutering de mens ondergaat, hoe meer hij gesterkt is, en hoe talrijker de stappen van Gods werk, hoe meer de mens vervolmaakt wordt. In de ervaring van de mens slaat elke stap van Gods werk vandaag de dag terug op zijn opvattingen, en ze stijgen allemaal boven het intellect van de mens uit, en liggen buiten zijn verwachtingen. God verschaft alles wat de mens nodig heeft en in alle opzichten staat het haaks op zijn opvattingen. God spreekt zijn woorden uit op het moment dat je zwak bent; alleen op deze manier kan Hij je leven voorzien. Doordat Hij terugslaat op je opvattingen, zorgt Hij ervoor dat je de aanpak van God accepteert; alleen op deze manier kun je jezelf ontdoen van je verdorvenheid. Vandaag de dag werkt de vleesgeworden God aan de ene kant in een gesteldheid van goddelijkheid, en aan de andere kant in een gesteldheid van normale menselijkheid. Als je geen enkel werk van God meer kunt ontkennen, als je in staat bent je te onderwerpen ongeacht wat God zegt of doet binnen de gesteldheid van normale menselijkheid, als je in staat bent je te onderwerpen en te begrijpen ongeacht de soort normaliteit die Hij manifesteert, en als je werkelijke ervaring hebt verkregen, alleen dan kun je er zeker van zijn dat Hij God is, alleen dan zul je ophouden opvattingen voort te brengen en alleen dan zul je Hem tot het einde kunnen volgen. Er is wijsheid in Gods werk en Hij weet hoe de mens standvastig kan zijn in getuigen van Hem. Hij weet waar de vitale zwakheid van de mens ligt, en de woorden die Hij spreekt, kunnen je treffen in je vitale zwakheid, maar Hij gebruikt Zijn majestueuze en wijze woorden ook om je standvastig te maken in getuigen van Hem. Dat zijn de wonderbaarlijke daden van God. Het werk dat God doet is onvoorstelbaar voor het menselijk intellect. De soorten verderf waardoor de mens, een wezen van vlees en bloed, bezeten is, en de dingen waaruit de essentie van de mens is samengesteld, worden allemaal geopenbaard door Gods oordeel en dat het laat voor de mens geen enkele plek over om zich te verbergen voor zijn schaamte.

God verricht het werk van oordeel en tuchtiging zodat de mens kennis van Hem kan verkrijgen, en omwille van Zijn getuigenis. Zonder Zijn oordeel over de verdorven gezindheid van de mens, zou de mens Zijn rechtvaardige gezindheid die geen belediging duldt, onmogelijk kunnen kennen en zijn oude kennis van God niet in een nieuwe kunnen veranderen. Omwille van Zijn getuigenis, en omwille van Zijn management, maakt Hij Zijn totaliteit openbaar, en door Zijn publieke verschijning stelt Hij de mens in staat kennis van God te bereiken, veranderd te worden in zijn gezindheid, en een klinkend getuigenis van God af te leggen. De verandering van de gezindheid van de mens wordt bereikt door verschillende soorten van Gods werk; zonder zulke veranderingen in zijn gezindheid zou de mens niet in staat zijn om een getuigenis van God af te leggen en zou hij niet iemand naar Gods hart kunnen zijn. Veranderingen in de menselijke gezindheid betekenen dat de mens zich heeft bevrijd van de slavernij van Satan en van de invloed van duisternis en werkelijk een model en voorbeeld van Gods werk is geworden, een getuige van God en iemand naar Gods hart. Tegenwoordig is de vleesgeworden God gekomen om Zijn werk op aarde te verrichten, en Hij eist dat de mensen kennis over Hem verwerven, gehoorzaamheid aan Hem tonen, een getuigenis van Hem afleggen – Zijn praktische en normale werk kennen, al Zijn woorden en werk gehoorzamen die niet overeenstemmen met de opvattingen van de mens, en getuigen van al het werk dat Hij doet om de mens te redden, en alle daden die Hij verricht om de mens te overwinnen. Degenen die getuigen van God, moeten kennis van God hebben; alleen dit soort getuigenis is accuraat en echt, en alleen dit soort getuigenis kan Satan beschaamd doen staan. God gebruikt degenen die Hem hebben leren kennen door Zijn oordeel en tuchtiging, aanpak en snoei te ondergaan, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij gebruikt degenen die verdorven zijn door Satan om een getuigenis van Hem af te leggen, en zo ook gebruikt Hij degenen wiens gezindheid is veranderd en die aldus Zijn zegeningen hebben verkregen, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij heeft de mens niet nodig om Hem met zijn mond te prijzen, noch heeft Hij de lof en de getuigenis nodig van het soort van Satan, mensen die niet door Hem gered zijn. Alleen degenen die God kennen, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen, en alleen degenen die veranderd zijn in hun gezindheid, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen. God zal niet toestaan dat de mens opzettelijk schande brengt over Zijn naam.

Voetnoot:

a. De originele tekst luidt: ‘Het werk van God kennen.’

De bijbeltekst is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿❀*¨*•.¸¸✿ .•*¨*•.¸¸ ✿

🌷🌷 Mogelijk vindt u dit ook interessant: wederkomst van Jezus 


Almachtige God zegt: “Gods houding en de wijze waarop Hij met Adam en Eva omging, lijken op hoe menselijke ouders zorg voor hun eigen kinderen tonen. Ze lijken ook op hoe menselijke ouders hun eigen zoons en dochters liefhebben en zorg en aandacht voor hen hebben – reëel, zichtbaar en tastbaar.”

De woorden van de Heilige GeestGods werk, Gods gezindheid en God Zelf I’ Deel twee

Almachtige God zegt: “God schiep deze twee mensen en behandelde hen als Zijn metgezellen. Als hun enige familie zorgde God voor hun levensonderhoud en voorzag Hij ook in hun basisbehoeften. Hier fungeert God als een ouder van Adam en Eva. Wanneer God dit doet, ziet de mens niet hoe verheven God is; hij ziet niet Gods opperste superioriteit, Zijn raadselachtigheid en vooral niet Zijn toorn of majesteit. Al wat hij ziet, is Gods nederigheid, Zijn affectie, Zijn zorg voor de mens en Zijn verantwoordelijkheid en aandacht voor hem. Gods houding en de wijze waarop Hij met Adam en Eva omging, lijken op hoe menselijke ouders zorg voor hun eigen kinderen tonen. Ze lijken ook op hoe menselijke ouders hun eigen zoons en dochters liefhebben en zorg en aandacht voor hen hebben – reëel, zichtbaar en tastbaar.”

★⋰ * ⋱★⋰ *⋱★⋰*⋱★⋰ * ⋱★⋰ *★⋰ * ⋱★⋰ *⋱★⋰*⋱★⋰ * ⋱★⋰ *

👉👉 Mooie christelijke muziek: Mooie christelijke muziek 2018 ‘Hij die de heerschappij over alles heeft’ (De muzikale documentaire) 

Almachtige God zegt: “God heeft de mensheid geschapen; ongeacht of zij verdorven zijn geraakt of Hem volgen, God behandelt mensen als Zijn geliefden – of zoals mensen zouden zeggen, degenen die Hem het meest dierbaar zijn – en niet als Zijn speeltjes.”

Gen. 9:11-13 ‘Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.’

Laten we nu dit Schriftgedeelte onder de loep nemen en bekijken hoe God de regenboog maakte als symbool van Zijn verbond met de mens.

De meeste mensen weten wat een regenboog is en hebben gehoord over enkele verhalen die met de regenboog verband houden. Voor het verhaal over de regenboog in de Bijbel geldt dat sommigen het geloven, anderen het als een legende beschouwen en weer anderen er helemaal geen geloof aan hechten. Hoe het ook zij, alles wat er met betrekking tot de regenboog gebeurde, zijn allemaal dingen die God ooit deed, en dingen die plaatsvonden tijdens het proces van Gods management over de mens. Deze dingen zijn exact in de Bijbel vastgelegd. In deze verslagen wordt ons niet verteld in wat voor stemming God destijds was of wat de bedoelingen waren achter de woorden die God sprak. Bovendien kan niemand doorgronden wat God voelde toen Hij ze uitsprak. Gods gemoedstoestand met betrekking tot deze hele zaak wordt echter tussen de regels van de tekst geopenbaard. Het is alsof de gedachten die Hij destijds had, via elk woord en elke frase van Gods woord van de pagina afspatten.

Gods gedachten is waar mensen zich druk om zouden moeten maken en waar ze zoveel mogelijk kennis over zouden moeten proberen te vergaren. Dat komt omdat Gods gedachten nauw verbonden zijn met het begrip dat de mens van God heeft, en het begrip dat de mens van God heeft, is voor de mens een onmisbare schakel om het leven binnen te gaan. Wat dacht God dan toen deze dingen gebeurden?

Oorspronkelijk schiep God een mensheid die in Zijn ogen zeer goed was en dicht bij Hem stond, maar zij werden door een vloed vernietigd, nadat ze tegen Hem in opstand waren gekomen. Deed het God pijn dat deze mensheid zo maar ineens verdween? Natuurlijk deed dat pijn! Hoe kwam deze pijn tot uiting? Hoe werd dit in de Bijbel opgetekend? Het werd in de Bijbel als volgt opgetekend: “Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.” Deze eenvoudige zin laat Gods gedachten zien. De vernietiging van de wereld deed Hem veel pijn. In menselijke bewoordingen: Hij was erg bedroefd. Dat kunnen we ons wel voorstellen: hoe zag de aarde die eens vol leven was, eruit na de vernietiging door de vloed? Hoe zag de aarde, die eens vol mensen was, er nu uit? Geen bewoning door mensen, geen levende schepsels, overal water en een totale chaos aan het wateroppervlak. Was zo’n tafereel Gods oorspronkelijke bedoeling toen Hij de wereld schiep? Natuurlijk niet! Gods oorspronkelijke bedoeling was overal op het land leven te zien, te zien hoe de mensen die Hij had geschapen Hem aanbaden. Het was niet de bedoeling dat alleen Noach Hem zou aanbidden of dat alleen Noach kon reageren op Zijn oproep om te voltooien wat hem werd toevertrouwd. Toen de mensheid verdween, zag God niet wat Hij oorspronkelijk had bedoeld, maar precies het tegenovergestelde. Hoe kon zijn hart geen pijn doen? Toen God Zijn gezindheid openbaarde en Zijn emoties toonde, nam Hij een besluit. Wat hield dat besluit in? Hij besloot om een boog in de wolken te maken (let wel: dat is de regenboog die wij zien) als een verbond met de mens, een belofte dat God de mens niet nog eens door een vloed zou vernietigen. Tegelijkertijd was het ook een teken om de mensen te vertellen dat God de wereld eens door een vloed had vernietigd, om de mensheid er voor altijd aan te herinneren waarom God dat had gedaan.

Was het toen de wil van God dat de wereld werd vernietigd? Het was absoluut niet wat God wilde. Misschien kunnen we ons enigszins een voorstelling maken van de treurige aanblik van de aarde na de vernietiging van de wereld, maar we kunnen ons totaal niet voorstellen hoe dat tafereel destijds in Gods ogen was. We kunnen zeggen dat, ongeacht of het de mensen van nu of toen betreft, niemand zich kan voorstellen of kan doorgronden wat God voelde toen Hij dat tafereel zag, dat beeld van de wereld na de vernietiging door de vloed. God was gedwongen om dit te doen vanwege de ongehoorzaamheid van de mens, maar de pijn die God als gevolg van deze vernietiging van de wereld door de vloed in Zijn hart voelde, is een realiteit die niemand kan doorgronden of bevatten. Daarom sloot God een verbond met de mensheid, om de mensen te vertellen dat zij eraan moesten denken dat God ooit zoiets als dit had gedaan, en om hen onder ede te beloven dat God de wereld nooit weer op zo’n manier zou vernietigen. In dit verbond zien we Gods hart – we zien dat Gods hart pijn deed toen Hij deze mensheid vernietigde. In de taal van de mens: toen God de mensheid vernietigde en de mensheid zag verdwijnen, huilde en bloedde Zijn hart. Zo kunnen we het toch het best omschrijven? Deze woorden worden door mensen gebruikt om menselijke emoties te illustreren, maar omdat de taal van de mens tekortschiet, lijkt het mij niet verkeerd deze te gebruiken om de gevoelens en emoties van God te beschrijven. Deze woorden zijn ook niet al te buitensporig. In elk geval geven ze jullie een zeer levendig, zeer adequaat inzicht in Gods gemoedstoestand destijds. Wat zullen jullie voortaan denken wanneer jullie weer een regenboog zien? In elk geval zullen jullie je herinneren hoe God ooit bedroefd was omdat Hij de wereld door een vloed vernietigde. Jullie zullen je herinneren hoe Zijn hart pijn deed, hoe Hij worstelde om het los te laten, hoe Hij tegenzin voelde en het moeilijk te verdragen vond, toen Hij de mensen die Hij eigenhandig had gemaakt vernietigde, ook al haatte God deze wereld en minachtte Hij deze mensheid. Zijn enige troost lag in Noachs familie van acht personen. Noachs samenwerking maakte zijn onvermoeibare inspanningen om alle dingen te scheppen de moeite waard. In een tijd dat God pijn ervoer, was dit het enige wat Zijn pijn kon wegnemen. Vanaf dat moment projecteerde God alle verwachtingen die Hij van de mensheid had, op Noachs familie. Hij hoopte dat ze onder Zijn zegeningen en niet onder Zijn vloek konden leven, dat ze nooit zouden meemaken dat God de wereld opnieuw door een vloed zou vernietigen, en ook dat zij niet zouden worden vernietigd.

Welk deel van Gods gezindheid moeten we hieruit afleiden? God had de mens geminacht, omdat de mens vijandig tegenover Hem stond, maar in Zijn hart bleven Zijn zorg, aandacht en barmhartigheid voor de mens onveranderd. Zelfs toen Hij de mensheid vernietigde, bleef Zijn hart onveranderd. Toen de mensheid vol verdorvenheid en tot op zekere hoogte ongehoorzaam aan God was, moest God vanwege Zijn gezindheid en Zijn wezen en in overeenstemming met Zijn beginselen deze mensheid wel vernietigen. Maar vanwege Gods wezen had Hij nog steeds medelijden met de mensheid en wilde Hij de mensheid zelfs op verschillende manieren verlossen, zodat ze konden blijven leven. In plaats daarvan verzette de mens zich tegen God en bleef hij ongehoorzaam aan God en weigerde Gods redding te aanvaarden, dat wil zeggen dat hij weigerde Zijn goede bedoelingen te aanvaarden. Het maakte niet uit hoe God hem riep, hem op dingen wees, hem van dingen voorzag, hem hielp of Zich verdraagzaam tegenover hem opstelde, de mens begreep of besefte het niet en schonk er geen aandacht aan. In Zijn pijn vergat God nog steeds niet de mens Zijn maximale verdraagzaamheid te tonen, in afwachting van het moment dat de mens zich zou omkeren. Nadat Hij Zijn grens had bereikt, deed Hij zonder aarzeling wat Hij moest doen. Met andere woorden, er was een specifieke tijdsperiode en proces vanaf het moment dat God het plan opvatte om de mensheid te vernietigen, tot het moment dat Hij officieel begon met Zijn werk om de mensheid te vernietigen. Dit proces had tot doel de mens de gelegenheid te bieden om te keren, en dat was de laatste kans die God de mens gaf. Wat deed God in deze periode voordat Hij de mensheid vernietigde? God getroostte zich veel moeite om de mens op dingen te wijzen en hem aan te sporen. Hoeveel pijn en verdriet Gods hart ook ervoer, Hij bleef Zijn zorg, aandacht en overvloedige barmhartigheid aan de mensheid schenken. Welke conclusie kunnen we daaruit trekken? Ongetwijfeld dat God werkelijk liefde voor de mensheid heeft en dat Hij daar niet slechts lippendienst aan bewijst. Zijn liefde is feitelijk, tastbaar en waarneembaar, niet namaak, onecht, bedrieglijk of aanmatigend. God maakt nooit gebruik van bedrog en creëert nooit valse beelden om mensen te laten inzien dat Hij beminnelijk is. Hij maakt nooit gebruik van een valse getuigenis om mensen Zijn beminnelijkheid te tonen of om met Zijn beminnelijkheid en heiligheid te pronken. Zijn deze aspecten van Gods gezindheid niet de liefde van de mens waard? Zijn zij geen aanbidding waard? Zijn zij het niet waard om te worden gekoesterd? Nu wil ik jullie vragen: denken jullie, nadat jullie deze woorden hebben gehoord, dat Gods grootheid slechts bestaat uit woorden op een vel papier? Is Gods beminnelijkheid slechts een holle kreet? Nee! Absoluut niet! Gods suprematie, grootheid, heiligheid, verdraagzaamheid, liefde, enzovoorts – al deze verschillende aspecten van Gods gezindheid en wezen worden telkens wanneer Hij Zijn werk verricht, in praktijk gebracht; zij worden belichaamd in Zijn wil voor de mens en tevens vervuld en weerspiegeld ten aanzien van iedere persoon. Ongeacht of je dat ooit eerder hebt gevoeld, zorgt God op alle mogelijke manieren voor iedere persoon. Daarbij maakt Hij gebruik van Zijn oprechte hart, wijsheid en diverse methodes om het hart van iedere persoon te verwarmen en de geest van iedere persoon wakker te maken. Dat staat onomstotelijk vast. Ongeacht hoeveel mensen hier zitten, heeft iedere persoon verschillende ervaringen met en gevoelens over Gods verdraagzaamheid, geduld en beminnelijkheid gehad. Deze ervaringen met God en deze gevoelens over of erkenning van Hem – kortom, al deze positieve dingen komen van God. Hebben jullie door eenieder ervaringen met en kennis van God te integreren en ze met onze lezingen van deze Bijbelpassages vandaag te combineren, nu een meer reëel en juist begrip van God?

Wat voor gloednieuw besef hebben jullie van God, nadat jullie dit verhaal hebben gelezen en door deze gebeurtenis enig inzicht in Gods gezindheid hebben gekregen? Heeft het jullie een dieper inzicht in God en in Zijn hart verschaft? Hebben jullie nu een ander gevoel wanneer jullie opnieuw naar Noachs verhaal kijken? Was het volgens jullie onnodig deze Bijbelverzen te communiceren? Denken jullie nu ook nog dat het onnodig was, nu we deze verzen hebben gecommuniceerd? Het was nodig, toch? Ook al is wat we gelezen hebben een verhaal, het is een getrouwe weergave van het werk dat God eens heeft verricht. Mijn doel was niet om ervoor te zorgen dat jullie de details van deze verhalen of dit karakter zouden bevatten en evenmin om jullie in staat te stellen dit karakter te bestuderen en zeker niet om jullie de Bijbel opnieuw te laten bestuderen. Begrijpen jullie dat? Hebben deze verhalen jullie geholpen meer kennis van God te krijgen? Wat heeft dit verhaal aan jullie begrip van God toegevoegd? Vertel het ons, broeders en zusters uit Hongkong. (Wij hebben ontdekt dat Gods liefde iets is wat niemand van ons mensen, verdorven als we zijn, bezit.) Vertel het ons, broeders en zusters uit Korea. (Gods liefde voor de mens is echt. Gods liefde voor de mens omvat Zijn gezindheid en Zijn grootheid, heiligheid, superioriteit en verdraagzaamheid. Het is voor ons de moeite waard te proberen er meer inzicht in te verkrijgen.) (Door de bespreking van zojuist kan ik Gods rechtvaardigheid en heilige gezindheid zien en ik kan ook zien hoe God voor de mensheid zorgt, hoe barmhartig Hij jegens de mensheid is en dat alles wat God doet en elke gedachte en elk idee die Hij heeft, Zijn liefde en zorg voor de mensheid openbaren.) (In het verleden dacht ik dat God de wereld door een vloed vernietigde, omdat de mensheid tot op zekere hoogte slecht was geworden, en het was alsof God deze mensheid vernietigde, omdat Hij een hekel aan hen had. Pas toen God vandaag over Noachs verhaal vertelde en zei dat Gods hart bloedde, realiseerde ik me dat God eigenlijk met tegenzin Zijn handen van deze mensheid aftrok. Alleen omdat de mensheid te ongehoorzaam was, had God geen andere keus dan hen te vernietigen. Op dat moment was Gods hart erg bedroefd. Dat brengt mij tot het besef dat Gods zorg en aandacht voor de mensheid deel uitmaken van Zijn gezindheid. Dat is iets wat ik voorheen niet wist.) Heel goed! Heel goed! Zeggen jullie het maar. (Ik ben erg geraakt door dit verhaal. Ik heb in het verleden de Bijbel wel gelezen, maar ik heb nog nooit een ervaring gehad als vandaag waarbij God deze dingen rechtstreeks ontleedt waardoor we Hem kunnen leren kennen. Dankzij de manier waarop God ons de Bijbel laat zien, weet ik dat Gods wezen werd gekenmerkt door liefde en zorg voor de mensheid voordat de mens verdorven raakte. Vanaf de tijd dat de mens verdorven raakte tot de laatste dagen waarin we nu leven, zijn Gods liefde en zorg onveranderd gebleven, al heeft God een rechtvaardige gezindheid. Hieruit blijkt dat het wezen van Gods liefde, vanaf de schepping tot nu, nooit verandert, ongeacht of de mens verdorven is.) (Vandaag heb ik gezien dat Gods wezen niet zal veranderen, al verandert de tijd of plaats waar Hij Zijn werk verricht. Ik heb ook gezien dat, ongeacht of God de wereld schept of haar vernietigt, nadat de mens verdorven is geraakt, alles wat Hij doet betekenis heeft en Zijn gezindheid bevat. Daarom heb ik gezien dat Gods liefde oneindig en onmeetbaar is en ik heb tevens, wat de andere broeders en zusters ook al noemden, Gods zorg en barmhartigheid voor de mensheid gezien toen Hij de wereld vernietigde.) (Dit waren inderdaad dingen die ik vroeger niet wist. Na de boodschap van vandaag te hebben beluisterd, voel ik dat God werkelijk geloofwaardig en werkelijk betrouwbaar is, dat het de moeite waard is om in Hem te geloven, en dat Hij echt bestaat. Ik besef waarachtig in mijn hart dat Gods gezindheid en liefde werkelijk zo concreet zijn. Dit is mijn gevoel na de boodschap van vandaag.) Geweldig! Het lijkt erop dat jullie allemaal ter harte hebben genomen wat jullie hebben gehoord.

Is jullie een bijzonder feit opgevallen in al deze Bijbelverzen, inclusief alle Bijbelverhalen die we vandaag hebben besproken? Heeft God ooit in Zijn eigen taal Zijn eigen gedachten verwoord of uitleg gegeven over Zijn liefde en zorg voor de mensheid? Kunnen we ergens duidelijke taal van Hem vinden waarin Hij zegt hoezeer Hij om de mensheid geeft of hen liefheeft? Nee! Klopt dat? Velen van jullie hebben de Bijbel of andere boeken gelezen. Is iemand van jullie zulke woorden tegengekomen? Het antwoord luidt beslist nee! Dat wil zeggen, in de verhalen van de Bijbel, inclusief Gods woorden of de documentatie van Zijn werk, heeft God nooit in enig tijdperk of enige periode Zijn eigen methoden gehanteerd om Zijn gevoelens te beschrijven of Zijn liefde en zorg voor de mensheid te uiten. Evenmin heeft God ooit spraak of daden gebruikt om Zijn gevoelens en emoties over te brengen – is dat niet een feit? Waarom zeg ik dat? Waarom moet ik dit noemen? Omdat dit ook Gods beminnelijkheid en Zijn gezindheid omvat.

God heeft de mensheid geschapen; ongeacht of zij verdorven zijn geraakt of Hem volgen, God behandelt mensen als Zijn geliefden – of zoals mensen zouden zeggen, degenen die Hem het meest dierbaar zijn – en niet als Zijn speeltjes. God zegt dat Hij de Schepper is en dat de mens Zijn schepping is en dit klinkt misschien alsof er een klein verschil in rang is. In werkelijkheid gaat echter alles wat God voor de mensheid heeft gedaan, dit soort relatie ver te boven. God heeft de mensheid lief, zorgt voor de mensheid en bekommert Zich om de mensheid. Ook voorziet hij voortdurend en onophoudelijk in de behoeften van de mensheid. Nooit voelt Hij in Zijn hart dat dit extra werk is of iets wat veel lof verdient. Evenmin heeft Hij het gevoel dat Hij een enorme bijdrage aan de mensheid levert door de mensheid te redden, hun de nodige dingen te verschaffen en hun alles te geven. Hij zorgt eenvoudigweg in alle rust en stilte voor de mensheid, op Zijn eigen manier en via Zijn eigen wezen en wat Hij heeft en is. Hoeveel zorg en hoeveel hulp de mensheid ook van Hem krijgt, God denkt er nooit aan om met de eer te strijken en Hij doet daar ook geen pogingen toe. Dit wordt bepaald door het wezen van God en het is tevens precies een ware uitdrukking van Gods gezindheid. Daarom zien we nooit, ongeacht of dat in de Bijbel of andere boeken is, dat God Zijn gedachten uit, en we zien ook nooit dat God aan mensen beschrijft of verklaart waarom Hij deze dingen doet, of waarom Hij zoveel om de mensheid geeft, om ervoor te zorgen dat de mensheid Hem dankbaar is of Hem prijst. Zelfs wanneer Hij lijdt, wanneer Zijn hart extreme pijn ervaart, vergeet Hij nooit Zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid of Zijn zorg voor de mensheid, terwijl Hij dit lijden en deze pijn alleen in stilte draagt. Integendeel, God blijft in de behoeften van de mensheid voorzien zoals Hij altijd doet. Al komt het vaak voor dat de mensheid God prijst of van Hem getuigt, God vraagt niet om zulk gedrag. De reden hiervoor is dat het nooit Gods bedoeling is dat Hij dankbaarheid ontvangt voor de goede dingen die Hij voor de mensheid doet, of daarvoor wordt terugbetaald. Aan de andere kant ontvangen de mensen die God vrezen en het kwaad mijden, die God werkelijk volgen, naar Hem luisteren en loyaal aan Hem zijn, en degenen die Hem gehoorzamen dikwijls Gods zegeningen, en God zal deze zegeningen zonder voorbehoud schenken. Bovendien gaan de zegeningen die mensen van God ontvangen, vaak hun voorstellingsvermogen te boven en ook alles wat mensen kunnen terugdoen voor wat zij hebben gedaan of de prijs die zij hebben betaald. Wanneer de mensheid Gods zegeningen geniet, geeft iemand dan om wat God doet? Toont iemand belangstelling voor hoe God Zich voelt? Probeert er dan iemand besef van Gods pijn te krijgen? Het precieze antwoord op deze vraag luidt: nee! Kan ook maar iemand van de mensen, inclusief Noach, beseffen welke pijn God op dat moment voelde? Kan iemand bevatten waarom God zo’n verbond sloot? Dat kunnen ze niet! De mensheid heeft geen besef van Gods pijn, niet omdat ze Gods pijn niet kunnen begrijpen en ook niet vanwege de kloof tussen God en mens of het verschil in hun status; de reden is meer dat het de mensheid niets kan schelen wat God voelt. De mensheid denkt dat God onafhankelijk is – God heeft geen mensen nodig die om Hem geven, Hem begrijpen of Hem aandacht geven. God is God, dus heeft Hij geen pijn of emoties; Hij wordt niet verdrietig, Hij ervaart geen smart en Hij huilt zelfs niet. God is God, dus hoeft Hij geen emoties te uiten en heeft Hij geen emotionele troost nodig. Als Hij deze onder bepaalde omstandigheden wel nodig heeft, zal Hij het Zelf oplossen, zonder dat Hij daarbij hulp van de mensheid nodig heeft. Omgekeerd zijn het de zwakke, onvolwassen mensen die Gods troost, zorg, en bemoediging nodig hebben; Hij moet hun zelfs altijd en overal troost bieden in hun emoties. Dat is de gedachte die diep in het hart van de mensheid verscholen zit: de mens is de zwakke partij, zij hebben God nodig om in alles voor hen te zorgen, zij verdienen alle zorg die ze van God ontvangen en ze kunnen God alles vragen wat hen naar hun idee toekomt. God is de sterke partij; Hij heeft alles en Hij behoort de hoeder van de mensheid te zijn en degene die zegeningen schenkt. Omdat Hij reeds God is, is Hij almachtig en heeft Hij nooit iets van de mensheid nodig.

Omdat de mens nooit aandacht aan Gods openbaringen schenkt, heeft hij nooit Gods verdriet, pijn of vreugde gevoeld. Omgekeerd echter kent God alle uitingen van de mens als de palm van Zijn hand. God voorziet altijd en overal in de behoefte van iedereen; Hij neemt de veranderende gedachten van elke persoon waar en kan hen daarom troosten en aansporen en hen leiden en illumineren. Als het gaat om de dingen die God voor de mensheid heeft gedaan en om alles wat Hem dat omwille van hen gekost heeft, kunnen mensen dan een passage in de Bijbel vinden of iets wat God tot nu toe heeft gezegd, waaruit duidelijk blijkt dat God iets van de mens zal vragen? Nee! Integendeel, hoe de mensen ook veronachtzamen wat God denkt, Hij leidt de mensheid nog steeds herhaaldelijk en voorziet herhaaldelijk in hun behoeften en helpt hen, om hen Gods weg te laten volgen, zodat ze de prachtige bestemming die Hij voor hen bereid heeft, kunnen ontvangen. Wat God betreft, wat Hij heeft en is, Zijn genade, Zijn barmhartigheid en al Zijn beloningen zullen zonder voorbehoud worden geschonken aan degenen die Hem liefhebben en volgen. Maar Hij laat nooit iemand de pijn die Hij heeft ervaren of Zijn gemoedstoestand zien, en Hij klaagt er nooit over als iemand geen aandacht voor Hem heeft of Zijn wil niet kent. Hij draagt dit alles in stilte en wacht op de dag dat de mensheid in staat zal zijn het te begrijpen.

Waarom zeg ik deze dingen hier? Wat merken jullie op uit de dingen die ik heb gezegd? Er is iets in Gods wezen en gezindheid dat heel gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien, iets dat alleen God bezit en geen enkele persoon, ook niet degenen die anderen als geweldige mensen, goede mensen beschouwen, of de God van hun verbeelding. Wat is dat? Het is Gods onbaatzuchtigheid. Wanneer we over onbaatzuchtigheid spreken, denk je misschien dat je zelf ook heel onbaatzuchtig bent, want als het gaat om je kinderen, onderhandel je nooit met hen en ben je vrijgevig jegens hen, of je denkt dat je ook heel onbaatzuchtig bent met betrekking tot je ouders. Ongeacht wat je denkt, je hebt ten minste een notie van het woord ‘onbaatzuchtig’; je beschouwt het als een positief woord en meent dat een onbaatzuchtig persoon erg nobel is. Wanneer je onbaatzuchtig bent, denk je dat je geweldig bent. Maar niemand kan Gods onbaatzuchtigheid ontwaren in alle dingen, in mensen, gebeurtenissen en voorwerpen, en via Gods werk. Hoe komt dat? Omdat de mens te egoïstisch is! Waarom zeg ik dat? De mensheid leeft in een materiële wereld. Misschien volg je God, maar je ziet of beseft nooit hoe God in je behoeften voorziet, je liefheeft en Zich om jou bekommert. Wat zie je dan wel? Je ziet je bloedverwanten die je liefhebben of dol op je zijn. Je ziet de dingen die heilzaam zijn voor je vlees, je geeft om de mensen en dingen die je liefhebt. Dit is de zogenaamde onbaatzuchtigheid van de mens. Zulke ‘onbaatzuchtige’ mensen maken zich echter nooit druk om de God die hun leven geeft. De onbaatzuchtigheid van de mens wordt egoïstisch en verfoeilijk in tegenstelling tot die van God. De onbaatzuchtigheid waar de mens in gelooft, is leeg en onrealistisch, onecht en onverenigbaar met God en houdt geen verband met God. De onbaatzuchtigheid van de mens is bestemd voor hemzelf, terwijl Gods onbaatzuchtigheid een ware openbaring van Zijn wezen vormt. Juist dankzij Gods onbaatzuchtigheid voorziet Hij gestaag in de behoeften van de mens. Wellicht maakt dit onderwerp waarover ik vandaag spreek, niet veel indruk op jullie en knikken jullie alleen maar om jullie instemming te laten blijken; maar wanneer je in je hart probeert een besef van Gods hart te krijgen, zul je onbewust het volgende ontdekken: van alle mensen, zaken en dingen die je in dit leven kunt ervaren, is slechts Gods onbaatzuchtigheid reëel en concreet, omdat alleen Gods liefde voor jou onvoorwaardelijk en zuiver is. Behalve van God is de zogenaamde onbaatzuchtigheid van alle anderen geheel namaak, oppervlakkig en onoprecht; ze heeft een oogmerk en bepaalde bedoelingen, weegt alles af en kan geen beproeving verdragen. Jullie zouden zelfs kunnen zeggen dat ze smerig, verachtelijk is. Zijn jullie het daarmee eens?

Ik weet dat jullie erg onbekend zijn met deze onderwerpen en enige tijd nodig hebben om ze te laten bezinken voordat jullie het echt kunnen begrijpen. Hoe onbekender jullie met deze thema’s en onderwerpen zijn, hoe meer daaruit blijkt dat deze onderwerpen niet in jullie hart leven. Als ik deze onderwerpen nooit zou benoemen, zou iemand van jullie er dan ook maar iets over weten? Ik geloof dat jullie er nooit iets over te weten zouden komen. Dat is zeker. Hoeveel jullie ook kunnen bevatten of begrijpen, de onderwerpen waarover ik spreek, zijn kort gezegd de zaken die bij mensen het minst leven en waar ze het meest over zouden moeten weten. Deze onderwerpen zijn heel belangrijk voor iedereen – ze zijn kostbaar en ze zijn leven, en het zijn zaken die jullie je eigen moeten maken met het oog op de weg die voor jullie ligt. Wanneer je deze woorden niet als leidraad hebt en niet begrijpt wat Gods gezindheid en wezen inhouden, zul je altijd met een vraagteken rondlopen als het om God gaat. Hoe kun je naar behoren in God geloven als je Hem niet eens begrijpt? Je weet niets van Gods emoties, Zijn wil, Zijn gemoedstoestand, wat Hij denkt, wat Hem verdrietig maakt en wat Hem blij maakt, hoe kun je dan rekening houden met Gods hart?

Wanneer God overstuur is, wordt Hij geconfronteerd met een mensheid die helemaal geen aandacht aan Hem besteedt, een mensheid die Hem volgt en beweert Hem lief te hebben, maar Zijn gevoelens volledig negeert. Het kan dan toch niet anders dan dat Zijn hart pijn doet? In Gods managementwerk verricht Hij in alle oprechtheid zijn werk aan iedereen en spreekt Hij tot hen, en treedt Hij hen zonder voorbehoud en zonder iets te verbergen tegemoet. Omgekeerd sluit echter elke persoon die Hem volgt, zich voor Hem af en niemand is bereid actief dichter bij Hem te komen, Zijn hart te begrijpen of aandacht aan Zijn gevoelens te schenken. Zelfs degenen die Gods vertrouwelingen willen worden, willen niet dicht bij Hem komen, aandacht schenken aan Zijn hart of proberen Hem te begrijpen. Wanneer God gelukkig en blij is, is er niemand om Zijn geluk te delen. Wanneer God door mensen verkeerd wordt begrepen, is er niemand om Zijn gewonde hart te troosten. Wanneer Zijn hart pijn doet, is geen enkele persoon bereid om naar Hem te luisteren, al neemt Hij die persoon in vertrouwen. In al deze duizenden jaren van Gods managementwerk is er niemand die Gods emoties begrijpt en ook niemand die deze bevat of daarvan besef heeft, laat staan iemand die naast God kan staan om in Zijn vreugde en verdriet te delen. God is eenzaam. Hij is eenzaam! God is eenzaam, niet alleen omdat de verdorven mensheid zich tegen Hem verzet, maar meer nog omdat degenen die ernaar streven geestelijk te zijn en die zoeken God te kennen en Hem te begrijpen, en zelfs degenen die bereid zijn hun hele leven aan Hem toe te wijden, evenmin Zijn gedachten kennen en Zijn gezindheid en Zijn emoties niet begrijpen.

Aan het eind van het verhaal van Noach zien we dat God via een ongebruikelijke methode Zijn gevoelens die Hij toen had, uitte. Deze methode is heel bijzonder, namelijk het sluiten van een verbond met de mens. Het is een methode die verklaart dat God de wereld niet meer door een vloed zal vernietigen. Van de buitenkant bezien, lijkt het sluiten van een verbond heel gewoon. Het is niets meer dan het gebruik van woorden om te voorkomen dat beide partijen onrechtmatige handelingen verrichten, om zo de belangen van beide partijen te behartigen. Qua vorm is het iets heel gewoons, maar gezien de motivatie erachter en de betekenis van het feit dat God dit doet, is het een ware openbaring van Gods gezindheid en gemoedstoestand. Als je deze woorden gewoon naast je neerlegt en links laat liggen, als ik jullie nooit de waarheid over dingen vertel, zal de mensheid Gods gedachten nooit werkelijk kennen. Misschien lacht God in je verbeelding wanneer Hij dit verbond sluit of worden Zijn uitingen gekenmerkt door ernst; echter, wat ook in de verbeelding van mensen het meest gangbare type uiting van God is, niemand kan Gods hart of Zijn pijn zien, laat staan Zijn eenzaamheid. Niemand kan ervoor zorgen dat God hen vertrouwt of dat zij Gods vertrouwen waardig zijn of dat ze iemand zijn aan wie God Zijn gedachten uitdrukt of met wie Hij Zijn pijn deelt. Daarom had God geen andere keuze; Hij moest dit wel doen. Oppervlakkig gezien was het eenvoudig wat God deed: Hij nam afscheid van de vorige mensheid, zette dingen uit het verleden recht en sloot Zijn vernietiging van de wereld door de vloed perfect af. God had de pijn van dat moment echter diep in Zijn hart verborgen. In een tijd dat God niemand had om in vertrouwen te nemen, sloot Hij een verbond met de mensheid en vertelde Hij hun dat Hij de wereld niet opnieuw door een vloed zou vernietigen. Wanneer de regenboog verschijnt, is dat om mensen eraan te herinneren dat zoiets ooit is gebeurd en om hen te waarschuwen geen slechte dingen te doen. Zelfs toen Hij zoveel pijn had, vergat God de mensheid niet en bekommerde Hij Zich nog steeds sterk om hen. Is dat niet Gods liefde en onbaatzuchtigheid? Maar waar denken mensen aan wanneer zij lijden? Is dat niet het moment waarop ze God het meest nodig hebben? Op dit soort momenten slepen mensen God er altijd bij, zodat God hen kan troosten. Ongeacht wanneer, God zal mensen nooit in de steek laten en Hij zal mensen altijd uit hun problemen bevrijden en in het licht laten leven. Hoewel God op deze wijze in de behoeften van de mensheid voorziet, is God in het hart van de mens slechts een middel om hem gerust te stellen, om hem te troosten. Wanneer God lijdt, wanneer Zijn hart gewond is, is het ongetwijfeld slechts een extravagante wens voor God dat een geschapen wezen of een persoon Hem gezelschap houdt of Hem troost. De mens schenkt nooit aandacht aan Gods gevoelens en daarom vraagt God nooit of iemand Hem kan troosten en verwacht Hij niet dat iemand dat zal doen. Hij hanteert slechts Zijn eigen methoden om Zijn gemoedstoestand uit te drukken. Mensen denken niet dat het voor God zo’n probleem is om een beetje te lijden, maar alleen wanneer je God echt probeert te begrijpen, wanneer je werkelijk beseft wat Gods oprechte bedoelingen zijn in alles wat Hij doet, kun je Gods grootheid en Zijn onbaatzuchtigheid voelen. Hoewel God via de regenboog een verbond met de mensheid sloot, heeft Hij nooit iemand verteld waarom Hij dat heeft gedaan, waarom Hij dit verbond heeft opgesteld. Dat betekent dat Hij niemand ooit heeft verteld wat Zijn gedachten werkelijk zijn. Dat komt omdat niemand kan bevatten hoe diep de liefde van God is voor de mensheid die Hij eigenhandig heeft geschapen, en er is ook niemand die kan beseffen hoe Zijn hart pijn deed toen Hij de mensheid vernietigde. Ook al vertelt Hij mensen hoe Hij Zich voelt, zij kunnen dit vertrouwen daarom niet aan. Hoewel Hij pijn ervaart, gaat Hij toch verder met de volgende stap van Zijn werk. God geeft altijd het beste van Zichzelf en geeft de mensheid altijd de beste dingen, terwijl Hij in stilte al het lijden Zelf draagt. God maakt nooit openlijk bekend wat dit lijden inhoudt. Hij draagt het Zelf en wacht in stilte. Gods volharding is niet koud, gevoelloos of hulpeloos, en is evenmin een teken van zwakte. Gods liefde en wezen zijn altijd door onbaatzuchtigheid gekenmerkt. Dit is een natuurlijke openbaring van Zijn wezen en gezindheid, en een werkelijke belichaming van Gods identiteit als de ware Schepper.

Nu ik dit gezegd heb, is het mogelijk dat sommige mensen verkeerd interpreteren wat ik bedoel. Was het de bedoeling van deze gedetailleerde beschrijving van Gods gevoelens, met zoveel hang naar sensatie, om te bewerkstelligen dat mensen medelijden met God krijgen? Was dat de bedoeling? (Nee!) Ik zeg dit alleen maar zodat jullie God beter leren kennen, elk aspect van Hem begrijpen, Zijn emoties begrijpen, beseffen dat Gods wezen en gezindheid concreet en beetje bij beetje in Zijn werk tot uitdrukking komen, in tegenstelling tot een weergave via de lege woorden van de mens, zijn letters en doctrines, of zijn verbeelding. Oftewel, God en Gods essentie bestaan echt – het zijn geen schilderingen en geen fantasieën en ze zijn niet door de mens geconstrueerd en zeker niet door hen verzonnen. Erkennen jullie dit nu? Als jullie dit erkennen, hebben mijn woorden vandaag hun doel bereikt.

We hebben vandaag drie onderwerpen besproken. Ik vertrouw erop dat iedereen van de communicatie over deze drie onderwerpen veel heeft opgestoken. Ik kan beslist zeggen dat door deze drie onderwerpen de ideeën van mensen over God en hun begrip van God totaal zijn veranderd, dankzij de gedachten van God die ik heb beschreven of de gezindheid en het wezen van God die ik heb genoemd. Zelfs het geloof dat iedereen in God had en meer nog het beeld van God dat iedereen in zijn hart bewonderde, zijn volledig op de kop gezet. Hoe het ook zij, ik hoop dat wat jullie in deze drie delen van de Bijbel over Gods gezindheid hebben geleerd, heilzaam voor jullie is, en ik hoop dat wanneer jullie zijn teruggekeerd, jullie zullen proberen er verder over na te denken. De bijeenkomst van vandaag is nu afgelopen. Tot ziens!

4 november 2013

uit ‘De Kerk van Almachtige God’

Almachtige God zegt: “Het lot van de mens wordt bepaald door zijn houding ten opzichte van God”

Gods woorden ‘Hoe Gods gezindheid te kennen en het resultaat van Zijn werk’ Deel vier

Gods woorden in deze video zijn van het boek ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ De inhoud van deze video:

Begrijp Gods houding en laat alle misvattingen van God vallen

Wie bepaalt de uitkomst van de mens

Mensen hebben de neiging om God te definiëren op basis van ervaring

Gods houding tegenover degenen die wegrennen tijdens Zijn werk

Mensen die wegrennen tijdens Gods werk zijn degenen die de ware weg verlaten


Gods woorden ‘Hoe Gods gezindheid te kennen en het resultaat van Zijn werk’ (Deel vijf)

Gods woorden in deze video zijn van het boek ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ De inhoud van deze video:

Het lot van de mens wordt bepaald door zijn houding ten opzichte van God

Het uitgangspunt om God te vrezen is Hem als God behandelen

Die mensen die niet door God worden erkend

Woorden van vermaning

══════════════ ♡♡♡ ════════════

Mogelijk vindt u dit ook interessant: vleeswording 

Almachtige God zegt: “Het maakt God niet uit of de mens dom is – Hij vraagt alleen dat de mens waarachtig is. De mens verkrijgt Gods zegen vanwege zijn oprechtheid en gehoorzaamheid”

De woorden van de Heilige Geest ‘Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf II’ Vervolg van deel één

Gods woorden in deze video zijn van het boek ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ De inhoud van deze video:

Niemand kan het werk verhinderen waartoe God heeft besloten

Het managementwerk van God en de redding van de mens begint met Abrahams opoffering van Isaak

Het maakt God niet uit of de mens dom is – Hij vraagt alleen dat de mens waarachtig is

De mens verkrijgt Gods zegen vanwege zijn oprechtheid en gehoorzaamheid

Gods onveranderlijke wens is om hen te verwerven die God kennen en over Hem kunnen getuigen

Almachtige God zegt: “Wat is het meest fundamentele principe in het zoeken naar de ware weg?”

Gods woorden ‘Alleen zij die God en Zijn werk kennen, kunnen God behagen’ (Lezing)

Almachtige God zegt: “Geloven in God en de kennis van God nastreven, zijn geen simpele kwesties. Die bereik je niet door simpelweg bijeen te komen en naar een preek te luisteren en je kunt evenmin door passie alleen vervolmaakt worden. Je moet ervaren en weten en volgens principes handelen, en je zo het werk van de Heilige Geest eigen maken. Wanneer je ervaring hebt opgedaan, ben je in staat om vele dingen te onderscheiden: je zult dan onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, tussen rechtschapenheid en goddeloosheid, tussen wat van vlees en bloed is en wat van de waarheid is. Je moet tussen al deze dingen onderscheid kunnen maken, dan zul je, ongeacht de omstandigheden, nooit verloren raken. Dat is wie je werkelijk bent. Het werk van God kennen, is geen simpele kwestie: je moet normen en een doel hebben in je streven, je moet weten hoe je de ware weg zoekt en hoe je moet nagaan of het de ware weg en het werk van God is of niet. Wat is het meest fundamentele principe in het zoeken naar de ware weg? Je moet nagaan of er sprake is van het werk van de Heilige Geest, of deze woorden wel of niet de waarheid uitdrukken, van wie er wordt getuigd en wat je eraan hebt.”

Relevante woorden van God: https://deoostelijkebliksemnl.site123.me/gods-woorden/gods-woord-het-kennen-van-de-drie-fases-van-gods-werk-is-de-weg-naar-het-kennen-van-god-deel-twee

I BUILT MY SITE FOR FREE USING